BUITENLAND.
laatstgemeld tijdstip geplaatst op den monitor Heiligerlee de off.
van adm. 2de kl. C. H. S. Pastor.
De scheepsklerk J. Metz, wordt met den 21 dezer geplaatst op
het wachtschip te Hellevoetsluis.
Frankrük.
De magtiging tot geregtelijke vervolging van den volks
afgevaardigde Rochefort, die door het ministerie tot eene
kabinets-kwestie was gemaakt, is door het Wetgevend
Ligchaam met eene overgroote meerderheid van stemmen
verleend.
De Constitutionnel, een onafhankelijk voorstander van
het liberale Keizerrijk, zegt«Sedert vier dagen waren de
gedachten des publieks bijna uitsluitend op den heer Roche
fort gevestigd; de discussie over zijne zaak en de verlee
ning der magtiging tot vervolging werden met beduchtheid
te gemoet gezien; en door dagbladen van elke kleur werd
een vergelijk aangeraden.
«Dat was ons gevoelen niet. Het scheen ons onvoor-
zigtig, gevaarlijk, eene groote vergadering onwaaardig, te
bukken voor de bedreigingen van straat- eu kroeghelden.
.,De omsch._pping en wedergeboorte des Keizerrijks werden
onder den aanhang der volksmenners voor teekenen van
slooping en verzwakking gehouden; en toen het ministerie
Ollivier Ledru Rollin liet terugkomen en de drukpers
onder de regtspraak der jury stelde, waanden die lieden,
dat het keizerrijk aan het einde was, dat het staatsgezag
in bevende handen was gelegd en haar weldra ontzinken
zou. Toen namen zij eene dreigende houding aan, en ver
klaarden zij Rochefort te willen redden.
«Welnu, op die bedreigingen mogten en moesten het
gouvernement en de Kamer antwoorden zooals zij eergisteren
hebben gedaan. Ware de motie van orde van den heer
Estancelin aangenomen, en had de Kamer zich alzoo ver
nederend voor eenige clubs der voorsteden, de magtiging,
dat is de handhaving der justitie, geweigerd, dan zou het
gepeupel door die eerste zege bedwelmd geworden zijn
dan zou het zich meester in den lande gewaand hebben
dan zou het bij elke nieuwe gelegenheid getracht hebben
op de besluiten der Kamer door aandrang van buiten in
vloed uit te oefenen. Dat gevaar moest worden afgewend,
wat het ook kosten mogt.
«Het nieuwe bewind moest de eerste gelegenheid aan
grijpen om zijne kracht en vastheid van wil te toonendit
heeft het begrepen, en het is door den minister Ollivier
in eene heerlijke redevoering uitgedrukt."
Het Journal des Débats zegt: «Wat er eergisteren
bij de Kamer is voorgevallen, zal alom in den lande weêr-
klank hebben. De heer Ollivier heeft het aanzoek om
magtiging tot de vervolging van den heer Rochefort
aangedrongen, met eene rede die een meesterstuk van wel
sprekendheid was.
Niemand late zich door de woedende taal der revolutio
naire dagbladen angstig maken. Zoolang wij een liberaal
bewind hebben, bestaande uit regtschapen mannen vol
geestkracht, en den vasten wil hebbende om het drijven
der volksmenners te weêrstaan zonder zich door de partij
der reactie te laten medeslepen, en zoo lang dat bewind
door de ondersteuning van de Kamer en door den schier
eenstemmigen bijval des lands wordt geschraagd, zullen
de vijanden der openbare orde magteloos zijn en blijven."
In de Siècle heeft de heer Jourdan een interessant
artikel geplaatst over de organisatie van het Fransche regts-
wezen. Ook dien tak van staatsbestuur wil hij aan het
«suffrage universel» ondergeschikt maken. De leden der
regterlijke magt zijn in Frankrijk, volgens hem, zoo vele
agenten der regering, influëncerende op de verkiezing, en
volstrekt niet onafhankelijk.
Van Prins Pierre Napoleon verhaalt in de Engelsche
Times een gewezen consul op de Ionische eilanden, een
daad, die geheel van denzelfden aard is als de moord van
Victor Noir. Prins Pierre bevond zich daar toen ter tijde
en was met een boot naar het vasteland van Albanië
overgestoken om te jagen. Een Turksch beambte kwam
zijn schip visiteren en vragen, van waar het kwam en
waar het heenging. Dien man, vader van een huisgezin,
heeft Prins Pierre doodgeschoten. Eenige jaren later
woonde de Prins in het Noorden van Frankrijk in de
Ardennes, waar hij op de jagt een veldwachter, die hem
staande hield, omdat hij op verboden grond jaagde, heeft
gedood.
Volgens de verwachting van den Public, zal de
instructie in de zaak van Anteuil eerst tegen het laatst
dezer maand afloopen en de hooge raad van justitie tegen
het midden van Februarij bijeenkomen: «Prins Pierre
Bonaparte (zegt het genoemde blad) heeft nog geen ver
dediger gekozen. Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij zich
tot een zijner twee vrienden Crémieux of Em. Leroux,
zal wenden. Nog steeds dringt de Prins er, naar verzekert
wordt, op aan, dat men hem voor het hof van assises zal
teregt stellen; de procureur-generaal Grandperret voert
daartegen echter gedurig aan, dat de wet zich tegen dat
verlangen verzet. De Prins verkeert in een zeer gedrukte
gemoedsstemming. Zijn trouwste bezoeker is de met hem
reeds van zijne jeugd bevriende geneesheer Morel, die
eiken ochtend het ontbijt bij hem gebruikt en gewoonlijk
een uur met hem doorbrengt. De verzoeken om bij den
Prins toegelaten te worden zijn zeer menigvuldig, maar
slechts zeer enkele personen worden door hem ontvangen."
Van verscheidene kanten wordt verzekerd, dat de hooge
raad, voor de zaak van Anteuil bijeengeroepen, te Versailles
zijne zittingen zal houden.
Dat Victor Hugo in zijn «Misérables" den «gamin"
zonder overdrijving naar het leven geteekend heeft, bewijst
het volgende nieuwe staaltje. Dezer dagen werd een knaap,
van nog geen tien jaren, in het quartier de Luxembourg
door de «sergens de ville" vagabonderend gevonden, aan
gehouden en naar den commissaris van politie gebragt.
«Wat hebt ge uitgevoerd sedert gij het huis van uwe
ouders ontloopen zijt?" vroeg deze.
«Ik heb een uitstapje naar Nenilly gemaakt, Victor Noir
helpen begraven en veel pret gehad," was het antwoord.
«Zoo geheel uit eigen beweging?"
«Neen, dat niet zoo zeer. Ik flaneerde zoo wat op de
hoogte van het théatre de Guygnol in de Champs Elysées.
Daar ontmoette ik een heer, die naar Neuilly ging. Dat
kon ik ook wel doen, dacht ik. Al pratende zeide hij mij
dat ik «leve de republiek! leve Rochefort!" moest roepen
en een paar ijzeren stoeltjes uit de Champs Elysées moest
medenemen om de «sergens de ville" en de «truffards" af
te ranselen. Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik heb een dolle
pret gehad."
Het veelbelovend democraatje in den dop is naar zijne
ouders teruggebragt, met verzoek, wat beter op hem te
passen, daar men voorshands aan de volwassen Rocheforts
genoeg had.
Tropmann is gisteren ochtend ten zeven ure ter dood
gebragt. Hij heeft, zonder eenige zwakheid of weifeling
aan den dag te leggen, de trappen van het schavot beklom
men. Er was eene groote volksmenigte op de been.
In den vorigen nacht is Tropmann opgestaan om aan zijne
familie te schrijven. Het rumoer onder de menigte, die
buiten de gevangenis was bijeengekomen, deed hem begrij
pen, dat zijn laatste uur geslagen had. Te 6' ure onder-
rigt dat alle hoop voor hem verloren was en hij het doodvonnis
moest ondergaan, antwoordde hij: «ik ben gereed." Slechts
twee oogenblikken scheen het dat hij den moed zou ver
liezen; de eerste keer toen hij de koude schaar voelde bij
het maken van het zoogenaamde toilet, en de tweede keer
toen hij het schavot aanschouwde. Doch spoedig herstelde
hij zich, en alleen klom hij de treden op om boven op de
plateforme te komen. Nadat hij de gevangenis had verlaten
uitte hij geen enkel woord.
Engeland.
Men zal zich herinneren, dat in Engeland eenige jaren
geleden eene vereeniging onder den naam van United
Kingdom Alliance in het leven werd geroepen, met het
doel om de steeds toenemende zucht tot dronkenschap bij
den arbeidenden stand legen te gaan. Door den invloed
van deze vereeniging werd in de vorige Parlementszitting
een ontwerp van wet ingediend, bekend onder den naam
van Permissive Prohibitory Liquor bill, dat is een bill,
krachtens welke de autoriteit bevoegd zou zijn het slijten
van spiritualiën te beletten. Het ontwerp, hoe meesterlijk
ook verdedigd, werd bij de tweede lezing met eene meer
derheid van 106 stemmen verworpen. De principieele
bepaling van dit wetsontwerp was, dat het aan de autoriteit van
elk kerspel vergund zou wezen, alle kroegen binnen zijn
gebied te sluiten, indien twee derde der bewoners van de
buurt zich voor dien maatregel verklaarden. De Alliance
vleide zich op die wijze de verderfelijke kroegen geheel
uit te roeijen, zoodat er een einde zou komen aan het
vele kwaad door het misbruik van sterken drank veroor
zaakt: misdaden, onzedelijkheid, verarming ziekte, waanzin,
enz. Ofschoon de eerste poging van de vereeniging geens
zins met een gunstig resultaat werd bekroond, is zij toch
alles behalve ontmoedigd. Met ijver blijft zij de verwe
zenlijking van haar doel najagen.
Lord Houghton, die bij de opening van het Suez-
kanaal de «Geographical Society" heeft vertegenwoordigd,
heeft 11. Maandag in eene vergadering van dit genootschap
een rapport uitgebragt, dat allezins gunstig mag heeten.
Hij twijfelde er niet aan, dat het kanaal op den duur zou
gebezigd worden, evenzeer als het thans gebezigd kan worden.
Hij deelde echter niet de meening, dat de handel van westelijk
Europa door het Suez-kauaal belangrijke wijziging ondergaan
zou, daar het meerendeel der schepen niet geschikt is om
den nieuwen handelsweg te utiliseeren. Het ware schip
voor het Suez-kanaal was de ijzeren schroefboot. Een
vaartuig van dien aard had thans, om van Engeland naar
Bombay te komen, gemiddeld 75 dagen werk, langs het
kanaal zou het aantal dagreizen tot 25 kunnen verminderd
worden, misschien zelfs wel tot 21.
Duitscliland.
De Koning van Pruissen heeft van de tot het christen
dom overgegane hoofden der Basuto-stammen, in Afrika,
door tusschenkomst van den heer Wageman, directeur der
zendelings-vereeniging, een geschenk ontvangen, bestaande
uit een prachtige deken, vervaardigd uit vijf groote tijger
vellen, en op de keerzijde bewerkt met leder, waarop door
de vrouwen der opperhoofden sierlijke arabesken zijn inge
sneden. Dit geschenk werd aangeboden met een adres in
de taal der Basutoos.
In de vergaderzaal der Tweede Kamer te Berlijn
zullen proeven genomen worden met een werktuig, om
voortaan de stemming per telegraaf te doen geschieden.
In de tafels zullen voor de plaats van iederen afgevaardigde
twee metalen plaatjes worden gemaakt, het eene met het
woord «ja» het andere met «neen.» Zoodra de president
een voorstel heeft gedaan, drukt ieder met een daartoe
ingerigten sleutel op een van die plaatjes. Aan het eind
der zaal is een toestel, waaraan een reep papier bevestigd
is, waarop de namen van alle afgevaardigden vermeid staan.
Zoodra nu ieder op een der genoemde plaatjes drukt, komt
op dien reep bij ieders naam een teeken, waaruit blijkt,
of hij tot de voor- dan wel tot de tegenstemmers behoort.
Tegelijkertijd komen er drie nommerbordjes te voorschijn,
waarvan het eerste het aantal voor-, het tweede dat der
tegenstanders aanwijst, terwijl het derde dient om, bij
wijze van contröle, het geheel aantal uitgebragte stemmen
aan te geven. Op deze wijze is de stemming binnen
eenige seconden afgeloopen. Het voorstel tot die inrigting
is gedaan door graaf Frankenberg in vereeniging met een
aantal leden. Het vond dadelijk bijval, omdat daarmede
al de tijd wordt uitgewonnen, die nu telkenmale met het
oplezen van eenige honderde namen verloren gaat.
In een groot dorp in Pruissisch Lithouwen had zich
een jonge doctor nedergezet. Hij was een stil mensch,
bekwaam in zijn vak en gelukkig in zijn practijk. Hij had
spoedig een groot aantal patiënten en een aanzienlijk inkomen.
Hij verloofde zich met de jonge en sclioone dochter van
een land-edelman, die aan het andere einde van het dorp
woonde. De huwelijksdag was aangebroken, de gasten
waren verzameld, maar de bruidegom liet op zich wachten.
Eindelijk zond de aanstaande schoonvader zijn rijtuig, het
welk na eenigen tijd terugkwam, maar zonder bruidegom
en het bescheid dat de doctor nog niet komen konde,
benevens een briefje aan de bruid medebragt. Zij opent het
en leest wanneer gij dezen ontvangt ben ik niet meer
onder de levenden ik heb gift genomen, vergeef mij
wanneer gij kunt, ik kon niet anders handelenTot
nu toe is nog geene reden voor deze vreeselijke daad
bekend.
Volgens eene officiële opgave hebben de Oostenrijksche
troepen in den strijd tegen de opstandelingen in het district
Cattaro van 7 October tot 30 November (als wanneer de
vijandelijkheden voorloopig gestaakt werden) verlorenaan
dooden 12 officieren en 72 soldaten; aan gekwesten 14 offi
cieren en 224 soldatenaan vermisten 1 officier en 48 sol
daten. De sterkte der troepen bedroeg den laatsten November
374 officieren en 13,130 manschappen.
Te Weenen heeft onlangs ten huize van den hofraad
TrexlerindeBraunerstrazze, een verschrikkelijke ramp plaats
gehad. De vrouw des huizes had het ongeluk, bij het
ronddienen der koffie, de petroleumlamp omver te werpen.
De petroleum verspreidde zich over de tafel, en vatte vuur,
't welke zich mededeelde aan de kleederen der dames, die
om de tafel gezeten waren, en in een oogenblik stonden
6 personen in lichtelaaije vlam. Groote verwarring! Alles
tuimelde op en over elkander, en het dienstpersoneel kon
slechts met de grootste moeite de vlammen meester wor
den. Eerst toen bleek al het ontzettende van het onheil.
Vijf dames toch, waaronder de beide dochters des huizes,
waren zwaar gewond. Een der dames stierf 's nachts aan
de bekomen brandwonden. Alleen mevrouw Trexler was
er goed afgekomen: zij had slechts ligte kwetsuren
bekomen.
Te Smichon in Oostenrijk bragt een moeder op
Kersavond haar kind, dat slechts 13 maanden oud was, bij
een buurvrouw, daar zij uit moest. De buurvrouw kon
het schreijende kind niet tot bedaren krijgen en liet wat
«slaapgoed» halen. Het kind sliep weldra in en sliep den
volgenden dag nog, toen de moeder het kwam halen na
drie dagen ontwaakte de kleine, stak de handjes lagchend
naar de moeder uit en sliep weder in den grooten slaap.
Denemarken.
Een visscher te Eiderstedt heeft uit dunnen metaaldraad
zeer doelmatige vischnetten vervaardigd De regering van
Tönning heeft hem tot belooning vereerd met een zilveren
bokaal en 60 pond metaaldraad.
Kerkelijke Staat.
Volgens de Unita Cattolica luidt de tekst van het voor
stel betreffende het dogma van 's Pausen onfeilbaarheid
als volgt: «De ondergeteekende vaderen verzoeken nederig
en dringend aan de heilige synode van het Vaticaan: te
verklaren, in duidelijke bewoordingen die allen twijfel uit
sluiten, dat het gezag van den Roomschen opperpriester
vrij is van dwaling, wanneer het uitspraak doet in zaken
van geloof en van zedekunde, en wanneer het verklaart
wat door al de geloovigen geloofd en wat door hen ver
worpen en veroordeeld moet worden.» Een ander (geheim)
document van het Concilie is wereldkundig geworden door
de Augsburgsche Allg. Zeitung: de authentieke tekst van
het adres, waarvan bovengenoemd adres vergezeld ging,
en dat opgesteld is door de groep prelaten, die zich om de
aartsbisschoppen van Westminster en Mechelen (de heeren
Manning en Dechamps) geschaard hebben.
De Paus heeft Zondag den 9 dezer eene openbare
audiëntie op het Vaticaan verleend, die door twaalf- of
vijftienhonderd personen van verschillenden rang, stand en
landaard is bijgewoond. Z. H. heeft tot de aanwezigen
eene toespraak gehouden, waartoe hij het wedervinden van
den twaalfjarigen Jezus door zijne ouders in de vergadering
der schriftgeleerden in den tempel tot tekst of uitgangspunt
nam. Even als de Heer zich daar bevond «om den wil te
doen van Zijnen Vader in de Hemelen", zoo moest hij (de
Paus) ook den wil van dien Vader volbrengen, en om aan
dien wil te gehoorzamen, was door hem het Vaticaansche
Concilie bijeengeroepen. «Dezen zeggen (vervolgde Pius IX)
dat dit Concilie alles zal teregtbrengen en de verdeeldheid,
die onder het mensch dom heerscht, zal doen ophouden;
maar 's menschen hoofd en hart kunnen alleen veranderd
worden door den Hemelschen Vader, die alleen de magt
heeft om het gelaat des aardrijks te vernieuwen. Genen
gelooven, dat de kerkvergadering tot niets nut zal zijn en
bespotten haar daarom. Ik ben slechts een arm ellendig
mensch, maar ik ben de Paus, de stedehouder van Christus,
het hoofd der Catholieke Kerk, en het Concilie, dat ik
bijeengeroepen heb, zal zijne taak volbrengen. Het ontbreekt
niet aan vermeende wijzen, naar wier meening sommige
vraagstukken ter zijde gelaten behooren te worden, en niet
tegen den stroom der denkbeelden van den tegenwoordigen
tijd moet worden opgeroeid. Naar mijne overtuiging echter,
moet de waarheid verkondigd worden, wil men tot de
vestiging der vrijheid geraken, en behoort men onbeschroomd
de waarheid te verkondigen en de dwaling te veroordeelen.
Ik wil even vrij zijn als de waarheid. Met de dingen
dezer wereld houd ik mij niet op; ik doe de zaken Gods,
van de Kerk, van den H. Stoel en van de gansche
Christelijke zamenleving. Bidt derhalve, mijne vrienden!
dwingt den H. Geest door uwe smeekingen om de vaderen
van het Concilie te ondersteunen en te verlichten, opdat
de waarheid zegeviere en de dwaling veroordeeld worde.»
Onder de ruim 40 vaderen van het Concilie, die het
initiatief genomen hebben omtrent de petitie, waarbij de