1870. N°. 12. Vrijdag 28 Januarij. 28 Jaargang. PARTIJ-DISCIPLINE. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BINNENLAND. HELDERSCHE EN ïVIEUWED1EPER COURANT, „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingidag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. A.bonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 11 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Men zou bijna wenschen, hoe onvaderlandslievend zulk een wensch ook schijnen moge, dat der liberale partij eens een ernstig gevaar dreigde. Geen gevaar van een jaar, zooals ten tijde van het ministerie Fransen van de Putte; geen gevaar van een maand, zooals vóór de laatste ver kiezingen, maar een ernstig, haar bestaan dreigend gevaar, zooals de liberale partij dat kende in de donkere jaren vóór 1848. Zonder dat, vreezen wij, dat zij nooit zal verkrijgen, wat haar ontbreekt, en verlamt: partij-discipline Bij alle partijen in Nederland, zelfs bij de anti-revolutionaire, is de band tusschen hoofd en leden zwak; maar nergens laat de zelfbeperking en zelfverloochening zoo veel te wenschen over als bij de liberale. Waarom vullen de discussiën over de begrooting 560 folio bladen, en duurden zij, alléén in de 2de kamer, ruim een maand? Omdat iedereen over alles spreekt. De zoogenaamde «onafhanke lijkheid" is eene ware ziekte bij ons geworden. Een ieder, die in eenig onderdeel van politiek beleid in gevoelens verschilt met de partij, wier beginselen hij in 't algemeen duldt, neemt eene «afwachtende houding" aan. Is hij een bescheiden man van nature, hij doopt zich: onafhankelijk lid; heeft hij eene groote mate van zelfgevoel, hij tracht het hoofd te worden eener nieuwe «partij." En zoo ont staan er nuances bij honderden, en partijen in miniatuur bij tientallen. Eene tot niets leidende, dwaze versnippering van kracht! De partij van Thorbecke, de partij van van de Putte, de partij van van Houten et tutti quanti! En daar nu geen vraag van staatsbeleid volkomen is toegelicht, vóór alle partijen gehoord zijn, moet er veel gesproken worden. Voor al die arme staatslieden, die moederziel alleen hunne eigene partij vormen, de partij van Nierop in der tijd, de partij de Bosch Kemper later; om geen voorbeelden van heden te gebruiken hebben het zwaar te verantwoorden! Zij moeten wel spreken over alles, ook over datgene, waarvan zij niets weten. Oorlog en spoorwegen, Marine en cultuurstelsel, over alles zijn zij gedwongen een gevoelen te hebben. En daar zulke univer sele geniën in de 2de Kamer al even dun gezaaid zijn, als in de rest van ons land, zoo kon de meerderheid hunner adviezen veilig achterwege blijven. Indien men doordrongen ware van de ontzaggelijke moeijelijkheid van de taak, die ons parlement is opgedragen, dan zoude men ook hier het nut van verdeeling van den arbeid gevoelen. In Nederland bestaat er geen klasse, zooals in Engeland, die voor de politiek wordt opgeleid, die de regeerkunst bestudeert als levensdoel. De leden van de 2de Kamer zijn meest menschen, opgegroeid in verschillende beroepen, in hun kring gezien en geacht,daar buiten weinig gekend, die eerst op lateren leeftijd geroepen worden om mede te werken tot bet staatsbestuur. Zelfs al leggen zij zich met de borst op die zaken toe, en ter eere onzer vertegenwoordiging moet worden erkend, dat dit in den regel geschiedt is het hun feitelijk onmogelijk, de menigte van stof te vermeesteren, den weg te vinden in dien overvloed van, hun vreemde, zaken, die plotseling aan hun oordeel worden onderworpen. Dit heeft nu tweeërlei gevolg. In de. eerste plaats dat, wat men wel eens de advocaten-regering heeft genoemd, en ten tweede, dat de begrootings-discussiën een veel te groot deel van den beschikbaren tijd innemen. Reeds B. Constant zeide: toute question de politique est doublée et une question de droit. Het groote aantal meesters in de regten, dat de banken op het Binnenhof vult, vindt daarin zijn verklaring en verdediging. Deze hebben zich hun geheele leven toegelegd op de studie des regts; administratief regt is hun tamelijk gemeenzaam, en hét is hun dus oneindig gemakkelijker zich een oordeel over staatsregterhjke vraagstukken te vormen, dan aan hunne medeleden, die in handel en bedrijf zijn gföot geworden. Een nadeel van dezen toestand is de wijze van discussie, pleitredenen en adviezen treden wel eens in de plaats van kalm onderzoek. Erger is het, dat dit slechte onafhankelijkheids-systeem", dit gebrek aan discipline en zelfbeperking, zoo weinig ruimte laat voor andere zaken, dan het onderzoek der gewone begrootingen. Het eischt toch zeer veel studie en inspanning, om de staatsbegrooting zoodanig te bestuderen, dat men zich over elk onderdeel eene meening heeft gevormd; en daar het nu bij ons stijl schijnt te zijn, dat ieder kamerlid zich dit vreugdelooze werk getroost, gaat zelfs bij den meesten ijver en voortvarendheid een goed deel des jaars met dit noodzakelijke, maar niet alleen noodzakelijke, werk verloren. Telken jare worden eene menigte wetten beloofd, ingediend, gedrukt, rondgedeeld, om dan te worden vergeten. Want er is geen tijd! Geen tijd, dit zal zoo blijven, totdat wij in Nederland datgene hebben, waaraan Engeland's parlement zijn groot heid en werkvermogen te danken heefteene sterke partij discipline. Eene discipline, die tengevolge heeft, dat er in het parlement geen noodeloos woord wordt gesproken. Dat bijv. Knoop, de Roo en Storm, sprekende over zaken van defensie, niet meer zooals heden, zonder eenigen band, hun bijzonder gevoelen verdedigen zullen, maar na gemeen overleg en bespreking met de erkende hoofden der partij het stelsel der partij zullen uiteenzetten, opdat niemand, dezelfde rigting toegedaan, na hen het woord behoeve te voeren. Eene discipline, die tengevolge heeft, dat het werk worde verdeeld, dat deze zich toelegge op koloniale zaken, gene op armen-administratie, een derde op handels- en nijverheidswetgeving; zóó, dat de uitslag van hunnen arbeid, het gevoelen worde der partij. Zeker, zoo doende zal ieder iets van zijne onafhankelijkheid en zelfstandigheid moeten opofferen, en sommigen zal dit offer zwaar vallen. Maar d l'impossible nul n'est tenu! De ondervinding heeft ons geleerd, dat de arbeid, die van de 2de Kamer wordt geëischt, onmogelijk door ieder lid individueel kan worden verrigt, en wij zijn thans gekomen op het punt, waar ieder zegt: «zoo kan het niet langer gaanBelangrijke wetten, levensquaestiën, zooals de koloniale, blijven onafgedaan en onbeslist uit gebrek aan tijd; het eenig redmiddel moet dan worden aangegrepen verdeeling van den arbeid door zelfbeperking en partij discipline. HELDER en NIEUWEDIEP, 27 Januarij. Door de republikeinsche partij in de Spaansche Cortes werd dezer dagen het voorstel gedaan tot uitsluiting van alle leden der familie Bourbon van den Spaanschen troon. De discussie over dit voorstel is vrij levendig geweest. Maarschalk Prim heeft zich in eene bijeenkomst der meer derheid van de Cortes sterk tegen dit voorstel uitgelaten. Hij noemde het hoogst onregtvaardig tegenover den hertog de Montpensier. Hij herinnerde aan de gewigtige diensten, door den hertog aan de omwenteling bewezen. Ofschoon hij de verzekering deed, dat de candidatuur van den hertog niet door de regering werd ondersteund, gaf hij den raad dit vraagstuk vooreerst nog onopgelost te laten. Toen den volgenden dag het voorstel der republikeinsche leden in de Cortes zelve aan de orde was, spoorde de president-minister de meerderheid aan tot verwerping, onder de verzekering, dat Isabella en Alfonso nooit weder in Spanje zullen terugkeeren. Ofschoon de regering verklaarde geene kandidaten te hebben en dat alleen admiraal Topete de benoeming van den hertog de Montpensier voorstond, hield zij met ernst- de bestrijding van het bedoelde voorstel vol. Zij triomfeerde; met 150 tegen 37 stemmen verwierp de vergadering het voorstel. De arbeidstaking te Creuzot, in Frankrijk, heeft opge houden; de werklieden hebben nagenoeg allen den arbeid hervat en het aanvankelijk zorgwekkend verzet van een 10,000tal werklieden heeft weder plaats gemaakt voor de gewone bedrijvigheid en het heerschen van een goeden geest m de verschillende werkplaatsen. De heer Thiers heeft in eene der jongste zittingen van het Wetgevend Ligcliaam te Parijs over de handelspolitiek het woord gevoerd. Hij bestreed de vrijgevige bepalingen der bestaande handelsverdragen, ofschoon hij zich toch ook geen voorstander betoonde van consequente toepassing der bescherming van nationale nijverheid. Hij eischte slechts eenige bescherming voor nationalen arbeid. Het scheen, dat de vergadering, hoewel de overtuiging van den talentvollen man eerbiedigende, zich evenwel weinig met zijne beginselen vereenigen kon. De aangelegenheid der handels-wetgeving wint intusschen aan in belangrijkheid. Reeds voorspelt men ter zake daar van eene wijziging van het ministerie; een drietal ministers zouden hun ontslag nemen, omdat hunne gevoelens over handelsvrijheid niet met die hunner collega's overeenkomen. Men meent te mogen verzekeren, dat de meerderheid van het Wetgevend Ligchaam gunstig gestemd is voor het stelsel van vrijen handel. De ijdelheid van die heeren ministers, welke alsnog het beschermend stelsel zijn toege daan, wordt daardoor gefnuikt en zij zouden altijd vol gens het gerucht zich aan de regering onttrekken. De Oostenrijksche monarchie heeft een vraagstuk aan de orde, dat in groote mate belangstelling verdient en al de staatkundige bekwaamheid der leden van de regering eischt ter oplossing. Het is de vraag: zal Oostenrijk zijn één staat in provinciën verdeeld, of eene vereeniging van onder scheidene staten met afzonderlijke wetten? Men hoopt, dat de minister von Beust, die Oostenrijks betrekkingen tot het buitenland op zoo goeden voet heeft gebragt, ook moge slagen in zijne pogingen om de binnenlandsche staatkunde op goede grondslagen te vestigen. Jl Zondag en Maandag zijn alhier twee Maas-sloepen met kabeljaauw en schelvisch binnengevallen, die ieder gemiddeld 450 kabeljaauwen hebben aangebragt; de levende is voor 2,50, de doode voor 1,40 ter uitvoer verkocht en direct per spoor verzonden. Het concert-gezelschap Apollo gaf op Dingsdag 11. wederom een concert, waarop zich als solisten deden hooren mejufvrouw Kiehl, uit 's Gravenhage, en de heer Harte- ring, onze plaatsgenoot. Het programma liet veel schoons verwachten en, waarlijk wij gelooven dat de aanwezigen reden hebben meer dan tevreden te zijn. De symphonie van Krommer, 1ste en 2de gedeelte, werd in de eerste afdeeling door het orchest ten gehoore gebragt. Deze symfonie, hoewel niet meer en vogue, bevat toch zeer veel schoons, vooral de andante beviel ons bij uitstek. Het concert van Terschak en de fantaisie uit »La fille du regiment," van Briccialdi, beide solo's door onzen verdienstelijken plaatsgenoot, den heer Hartering voorgedragen, voldeden bij uitstek. De begaafde artist ontwikkelde eene zeldzaam geëvenaarde vaardigheid bij de ontelbare cadenzen en variatiën, waarvan de meeste fïuit- solo's als het ware wemelen. Mejufvrouw Kiehl zong inderdaad gevoel- en smaakvol. Sinds haar eerste optre den (1867) te dezer plaatse, heeft zij aanmerkelijk gewonnen, zoowel in omvang als timbre van hare stem. De drie door haar gezongen solo's getuigen ook van hare degelijke rigting in de muziek. De ouverture //Ruy Bias," door het orchest hier voor de eerste maal ten gehoore gebragt, viel algemeen in den smaak. De begeleiding der solo's, zoowel van piano als orchest, liet niets te wenschen over. Jl. Zondag maakte ds. van Vledder, pred. bij de Hervormde Gemeente te Huisduinen, na het eindigen van de godsdienstoefening aan de gemeente bekend, dat hij eene beroeping had ontvangen naar Ransdorp. Naar men verneemt ligt het in de bedoeling der tegenwoordige regering, het Loodswezen van Terschelling over te brengen naar Harlingen. Iri het belang van de dienst schijnt deze verplaatsing noodzakelijk te worden geacht. (N. Rott. Crt.) Tot burgemeester der gemeente Alkmaar is herbe noemd de heer A. Maclaine Pont. In het bestuur van den polder Wieringerwaard zijn benoemd: tot dijkgraaf, D. Kaan Jz.en tot heemraden J. Blaauboer Cz., J. Kooy, D. Schenk Kz. en A. Wai- boer Hz. Tot dijkgraaf van het waterschap Starnmeer en Kamerhop is benoemd J. Venuik. Tot dijkgraaf van den polder de Langehoek, onder Hoogwoud en Opmeer, is benoemd H. Conijn. De heer J. J. Blankert, ontvanger der dir. bel. en acc. te Oost-Souburg c. a., is benoemd tot ontvanger der dir. bel., in- en uitg. regt. en acc. te Hellevoetsluis c. a. Naar men verneemt, is de 1ste luitenant F. W. J. Buys, van het algemeen depot van discipline te Naarden, door H. M. de Koningin van Engeland begiftigd met de medaille, ter herinnering aan den veldtogt in Abessinië, aan welken togt indertijd door genoemden officier is deel genomen. De Vereeniging ter bevordering van 's Lands weer baarheid, genaamd //Frederik Hendrik", gevestigd te Velsen, is als regtspersoon erkend. De Hooge Raad heeft jl. Dingsdag vernietigd het arrest van het Prov. geregtshof in Zuidholland, in zake den drukker van het Dagblad van Zuidholland en 's Gra venhage tegen den heer van Lier. Het Dagblad is vrij gesproken door den Hoogen Raad is bij zijn arrest aan genomen dat hier geen misdaad, geen wanbedrijf, geen overtreding is gepleegd. In de zitting van den Hoogen Raad heeft de advocaat- generaal Römer o. a. conclusie genomen in de zaak van W. Balder, die door het hof in Noordholland tot tucht huisstraf is veroordeeld ter zake van poging tot moord, op zijne vrouw gepleegd. Advocaat-generaal achtte het voorgestelde middel van cassatie ongegrond en concludeerde tot verwerping van het beroep. De uitspraak is bepaald op 8 Februarij. In 1869 is het getal leeningen met premiën in Europa met 8 vermeerderd, als met die van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, der stad Parijs, der stad Madrid, der stad Bucharest, der stad Venetië, der stad Bari, der stad Stanislaw (Galicië) en die der Duitsche bank voor grond- crediet te Gotha. Het getal premiën-leeningen, dat reeds 79 beliep, is dus tot 87 gestegen. Bedankt voor het beroep naar Doesborgh, door ds. S. H. J. de Wolf, te Dalfsen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1