Een bezoek bij madame alboni. Het behoort tot de bijzondere gunsten in de beschaafde wereld bij de uitstekende zangeres ontvangen te worden. In de salons van beroemde kunstenaars ziet men gewoonlijk aan de wanden kransen, medailjes en andere blijken van hun kortstondigen roem. De zangeres Alboni produceert niets van dat alles, haar salon is volkomen dat eener groote dame. Slechts ééne zaak verwondert den bezoeker hier; het zijn namelijk cliakot-pluimen in een glazen kast. De geschiedenis dezer kwasten heeft de zangeres eerst onlangs aan een viiend medegedeeld. Toen zij eenmaal te Metz in den schouwburg zong, was het gansche publiek buiten gewoon opgewonden van enthousiasme en de kransen en bloemruikers vlogen in massa voor de voeten der kunste nares. Onder de bewijzen van bewondering bevond zich eene menigte chakot-pluimen. De soldaten namelijk, die bloemen noch laauwerkransen hadden aan te bieden namen de pompons van de chakots en wierpen ze op het tooneel. Deze militaire eerbewijzen liet de zangeres zorgvuldig opzamelen en zij nam ze meê als krijgstrofeën, om de wereld te kunnen toonen, hoe zij de vesting Metz had veroverd. De arme soldaten evenwel, toen zij in de kazerne kwamen, werden ter verantwoording geroepen wegens het in enthousiasme weggooijen van een der attri buten des uniforms. De zangeres, die dit hoorde, ging den volgenden morgen oogenblikkelijk naar den overste en bad voor de schuldigen om vergiffenis. Tegelijk over handigde zij eene belangrijke geldsom, waarvoor de chakot versiersels rijkelijk konden worden vergoed, terwijl er nog meer dan genoeg overbleef om ieder der schuldigen eene flesch wijn te verstrekken, ten einde op hare gezondheid te ledigen. Dit nu is de geschiedenis der chakotpluiinen in het boudoir van mad. Alboni. BUITENLAND. INGEZONDEN. leest men in de Franeker Ct., na eene breedvoerige opsom ming van alle vakken van wetenschap, die men wil dat de vrouw zal moeten leeren en kennen, om dan eventueel mannelijke betrekkingen te kunnen vervullen, het volgende ,/En als wij dan alle vakken zullen hebben beoefend zijn wij dan geëmancipeerd? vraagt gij. Och neen, lieve lezeressen, dan zou alles nog.net zoo zijn als thans, ten minste niet beter. „Maar gij hebt wel begrepen, dat wij schertsten; zoo'n gebrek aan geschikt mannelijk personeel zal er welligt nooit komen, dat men naar vrouwen zal behoeven om te zien om de vacante plaatsen aan te vullen, en zoolang dat gebrek niet bestaat, behoeft gij u om de vervulling van mannelijke betrekkingen het hoofd niet te breken. Ook ontkennen wij stoutweg, dat zoodanige gelijkstelling dei- vrouw met den man overeenkomstig de aanwijzing der natuur is. Zijt gij niet in neigingen, aard en beslemming grootendeels van ons mannen onderscheiden? Openbaart zich dat verschil niet reeds bij uwe en onze kinderspelen? Wel zijn er soms mannen met vrouwenkarakters en omge keerd viragos, wie de broek beter past dan de crinoline, maar dat zijn miswijzingen der natuur en zulke Jan de Wasschers vallen evenmin in uw smaak, als dergelijke in den onzen. Komen zij voor, laat ze hun gang gaan; zulke onkele exceptiën verbreken den algemeenen regel niet. „De man, niet de vrouw, moet kunsten en wetenschappen beoefenen, ambten en bedieningen waarnemen, als hoofd van het gezin voor het onderhoud der zijnen zorgen, orde en gehoorzaamheid handhaven, enz. Het is de roeping der vrouw, de natuur wijst zulks aan, hare kleinen zelve te zogen, te leeren en op te voeden, voor keuken en kelder te zorgen, netheid en zindelijkheid te behartigen en duizenderlei dingen in het dagelijksch leven te bezorgen, waartoe alleen de vrouw in staat is. Komt er toevallig nu en dan eens eene Anna Maria van Scbuurmans op te staan of eenige andere met buitengewone geestesgaven bedeelde vrouw, welnu, wie zou het haar niet gaarne toestaan, dat zij zich op kunsten en wetenschappen gaat toeleggen? Maar de bewering, dat de opvoeding van alle vrouwen die strekking moet hebben, noemen wij in strijd met de vrouwelijke natuur, met de roeping der vrouw in de beschaafde maatschappij, in strijd met de maatschappelijke orde." „Ik geloof (zegt een inzender in de Gron. Ct.), dat de zamenleving er veel bij winnen zal, als er aan het onderwijs der vrouwen veel meer besteed wordt dan nu geschiedt. Yele krachteu, die nu werkeloos daar liggen, zullen dan het welzijn der zamenleving helpen bevorderen. De-omgang met eene „femme savante of blaauwkous" moge minder uitlokkend zijn, maar grondig onderwijs heeft, meen ik, altijd het gevolg gehad, dat verwaandheid en betweterij geweerd wordt. „In allen gevalle: zonder behoorlijk onderricht aan meisjes wordt het heirleger van onbeduidende vrouwen, die ook geen huishouding kunnen regeren, al grooter. „Door beter onderwijs zal de vrouw, zoowel in als buiten huis, hare plaats waardiger handhaven, en zonder nu juist geëmancipeerd te heeten, der zamenleving tot grooten zegen zijn. „Maar 't is niet billijk, dat eene hoogere burgerschool voor meisjes door eenige regering gesubsidieerd of bekostigd wordt zegt men. Of de scholen voor meisjes moeten ingerigt worden naar het model der hoogere burgerschool voor jongens, laat ik in 't midden; maar ik meen toch te mogen beweren, dat, hoe men die scholen ook inrigte, er geen kosten aan mogen gespaard worden, en dat het op den weg ligt van iedere hooge of lage regering, om in deze een onbekrompen voorbeeld te geven. Zou dit „vooral in 't belang zijn van den hoogeren en burgerstand", met de hoogere burgerscholen voor jongens is dit evenzeer het geval en met de academiën nog meer." Moet het stichten van meisjesscholen veel geld kosten, en zullen velen daarover, evenals over de jongensscholen, luide klagten doen opgaan die klagten zijn onredelijk, want goed onderwijs is eene zaak, waaraan niet ligt te veel geld besteed wordt. In de zitting van de arrondissements-regtbank te Maastricht, van jl. Donderdag, heeft zij, op eene vordering van den heer Hubert Pijls, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, den heer Jos. Hussel, drukker en uitgever van het dagblad L'ami du Limbourg, ter zake van laster ten nadeele van gemelden heer Pijls gepleegd (in October 1868), veroordeeld tot betaling eener schadevergoeding van vijftienhonderd gulden en de kosten van het proces. Een handige dief te Antwerpen was in den kelder eener herberg gedrongen en had reeds een zak met boter, vleesch, eijeren, enz. gevuld, waarmede hij het hazenpad meende te kiezen, toen hem de noodlottige trek overviel, ook eens van den sterken drank te proeven, die hier in voorraad was. Zijn lust bragt hem ten verderve. Hij proefde, proefde.... en des morgens vond men hem, vrij wat bedwelmd, tusschen de vaten jenever en bier liggen. Een spoortrein staat op vertrekken. Daar komt een heer vliegend aanloopen en schreeuwt uit al zijn magt „Mijnheer Meyer! Mijnheer Meyer!» Een reiziger steekt uit nieuwsgierigheid zijn hoofd uit het portier, ontvangt met een een lang niet malschen oorveeg van den bewusten heer die direct daarop regtsomkeert maakt en even hard wegloopt als hij gekomen is. „Maak open 1 conducteur," roept de beleedigde reiziger, „ik wil er uit, ik zal 't hem betaald zetten, maak open, direct!" De conducteur maakt echter niet de minste haast, in onderscheiding van den trein, die zich in beweging gaat zetten, en vraagt met de meeste kalmte: „Maar is u dan mijnheer Meyer?" „Neen." „Wel, mijn goede mijnheer, dan behoeft u 't je immers ook niet aan te trekken." Te Gloucester, in Massachussets, is de vrouwen emancipatie zoo diep geworteld in de zeden en gewoonten, dat de jonge dames van het stadje op hare kosten een bal georganiseerd hebben, waarop zij hunne dansers genoodigd hebben; de ouders mogen t'huis blijven. Volgens eene mededeeling in het tijdschrift „Cosmos" wordt in Engeland door sommige bijenhouders chloro form gebruikt om den honig uit de korven te halen. Voor een bijenkorf van gemiddelde grootte gebruikt men gram chloroform. Op eenigen afstand van den korf wordt een tafel, met linnen bedekt geplaatst, en daarop legt men een lepel met het bedwelmings-middel, zoodanig bedekt dat de bijen daarmede niet in aanraking kunnen komen. De bijen, die na 20 minuten bedwelmd zijn, vallen op de tafel; na het wegnemen van den honig en van den lepel wordt de bijenkorf op de tafel gezet, en de ontwaakte bijen betrekken hun woning weer. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGES. De luit. ter zee 1ste kl. J. H. P. E. Kniphorst wordt met den lantsteu Maart a. s. eervol ontheven van de betrekking van lid der commissie tot het examineren der zeeofficieren, enz. en met den 1 April daaraanvolgende in die betrekking vervangen door den luit. ter zee 1ste kl. II. van Goens, adj. van den minister van Marine. De off. van gez. 2de kl. A. Peters, gedetacheerd bij het hospitaal der Marine te Willemsoord, wordt op non-activiteit gesteld, terwijl de off. van gez. 2de kl. L. E. Praeger, op de drijvende batterij Neptunus wordt geplaatst. De kapt. J. A. de Vassy, van het 7de reg. infanterie, is op pensioen gesteld. F r a n k r ij k. Le Peuple Francais, een Parijseh dagblad hetwelk onder invloed van hooger hand wordt geschreven, zegt in zijn nommer van 5 dezer: „Wij hebben eenen smartelijken pligt te vervullen, namelijk te wijzen op de verfoeijelijke hartstogten die onder het slechtste gedeelte der Parijsche bevolking gisten. Dagelijks vergaderen er vier of vijf duizend lieden, en hitsen elkander op om het keizerrijk gewelddadig omver te werpen en de burgermaatschappij 't onderst boven te keeren. In de laatste weken zijn er te Parijs meer dan 30 zamenkomsten van dien aard gehouden, en daarin is ook gehandeld over hetgeen er te doen zou zijn om den Keizer weg te ruimen; in eene daarvan is een toast uitgebragt op den kogel die het hoofd des staats zou treffen. „Zulke uitzinnigheid kan eene maatschappij als de onze niet langer gedoogen. De goede burgers behooren te waken en het gouvernement te helpen om die snoode en gevaarlijke hartstogten te fnuiken. Alles te verbieden, elke uiting van begrippen te stuiten, zou eene verderfelijke staatkunde zijn, maar evenzeer alles te gedoogen en te laten gaan. Er is een middenweg: liberale wetten te maken en eerlijk na te leven, maar ze tevens door allen te doen naleven de vrijheid der begrippen te eerbiedigen maar tevens de andersdenkenden tot eerbiediging der overheid te nopen deze staatkunde is eeniglijk geschikt om de volksvrijheid duurzaam tegen reactie gelijk tegen revolutie te bohoeden het is de staatkunde van weerstand." De Rappel bevat een artikel, getiteldDe meening der cijfers. Cijfers, zegt de schrijver, Auguste Vacquerie, hebben hunne politieke meening. Vraagt hun slechts wat zij denken van de vraag: keizerrijk of republiek. Het hoofd van het tweede keizerrijk heeft voor zich, afgescheiden van 12 kasteelen, inet meubelen en de diamanten der kroon, en wat meer volgt, 25 millioen per jaar, en voor de zijnen anderhalf millioen, dus 26,370,000 frs. meer dan de president der Amerikaansche republiek, die zonder kasteelen en diamanten het met 125,000 frs. per jaar moet stellen. Dit zeggende, voegen de cijfers er bij, dat het tractement van den Franschen Keizer, tegen 5 pCt. uitgezet, zou geven eene rente van 1,325,000 frs., dus tienmaal de bezoldiging van den president der Vereenigde Staten. Stelt nu dat de aarde republikeinsch was, en elk wereld deel in Vereenigde Staten was veranderd, dan zouden voor één jaar keizerlijke inkomsten niet alleen de presi denten van alle Staten kunnen betaald worden, maar ook de helft van het geld overblijven. De Constitutionnel zegt„Het vonnis der correc- tioneele regtbank tegen den heer Rochefort alsmede tegen den bestuurder en den verantwoordelijken uitgever van het dagblad la Marseillaise geveld, heeft met den 4 dezer, door het verstrijken van den termijn voor appèl, kracht van gewijsde bekomen. Aan de justitie zal haar loop worden gelaten, en die heeren zullen worden uitgenoodigd om de hun opgelegde gevangenisstraf te komen ondergaan.» De heer Rochefort heeft in de Marseillaise bekend gemaakt, dat hij zich niet vrijwillig naar de gevangenis zal begeven. Engeland. De wedrennen voor 1871 hebben reeds een aanvang genomen te Nizza, Monaco en in de Pyreneën. Het blad The Sport bevat eene opgave der eigenaars van paarden, die in het afgeloopen jaar prijzen hebben behaald. De graaf de Lagrange o. a., een eerste paardenfokker, die dan ook in den regel overwinnaar is, heeft niet minder dan 83 prijzen in geld verworven, die hem eene „som van 640,359 franken opleverden; hierbij zijn niet gerekend de verschil lende kustvoorwerpen en weddenschappen, die op het drie voud van genoemden som worden geschat. Na hem wordt genoemd de heer Delatre, die den prijs, uitgeloofd door de Société de Courses te Parijs, groot lt'0,000 franken, behaalde. Daarenboven bleef hij nog bij 34 andere wed rennen overwinnaar, hetgeen hem 198,627 franken opleverde. In het geheel zagen in het afgeloopen jaar 177 paarden liefhebbers hunne eerzucht in grootere of geringere mate bevredigd en bedroeg de som, aan hen uitgekeerd, niet minder dan 3,188,932 franken. Calcraft, de beul, die door de wet gemagtigd werd, om eene ontelbare menigte menschen den levensdraad af te snijden, is zóó hoog bejaard, dat hij zijn post moest neer leggen. Te naauwernood was dit bekend geworden of het regende aanvragen van sollicitanten. Ten slotte waren er 'niet minder dan 134 candidaten, waaruit er zeven werden gekozen, om uit die nitverkorenen eene definitieve keuze te doen. Volgens de West. Morn. News zal een zekeren Toll de post ten deel vallen, die aanbevolen werd als iemand: „die zeer handig was in het afmaken van varkens.» Sommige Engelsche bladen vermelden dit feit als eene aardigheid. De Times is zóó verbolgen op de zoogenaamde nationale commissie van mayors, die zich met hunne dames naar Brussel hebben begeven, dat de Pall Mali Gazette satyriek zegt dat er zeker iets bijzonders heeft moeten plaats hebben om de deftige Times zoo spotziek te maken. Intusschen belet dit de Gazette niet om ook den geesel der satyre te doen neerkomen op de zelf-benoemde volks vertegenwoordigers, die het blad „een hoop slaapmutsen» noemt. Duitse li lind. De te Triëst werkzame commissie tot oprigting van een gedenkteeken voor wijlen Keizer Maximiiiaan van Mexico heeft in de Wiener Zeitung haar eerste verslag openbaar gemaakt. Blijkens dit verslag is door de alge- meene vergadering van inschrijvers besloten dat het monu ment zal zijn een bronfcen standbeeld, den aartshertog voorstellende in de uniform van vice-admiraal der Oosten- rijksche vloot; het beeld zal rusten op een voetstuk van graniet met verschillende bas-reliefs, opschriften of orna menten, waarvan aan de kunstenaar de vrije keuze gelaten is. Zij moeten echter uitsluitend getuigen van 's Prinsen liefde voor zijn vaderland, voor de stad Triëst, voor de Oostenrijksche vloot enz., en mogen volstrekt niet, op welke wijze ook, het keizerrijk Mexico in herinnering brengen. Twaalf uitstekende kunstenaars zijn uitgenoodigd geworden om, tegen schadeloostelling, schetsen en modellen voorliet monument te leveren. De academie te Weenen zal uit de ingekomen ontwerpen dat kiezen, hetwelk naar haar oordeel het best aan de voorwaarden van het programma voldoet. Zwitserland. Zwitserland is dezen winter het Eldorado der schaatsen rijders. Een aantal kleine meren zijn sedert eenige weken bevroren Het binnenmeer van Constanz heeft zich in de laatste dagen digtgezet, wat zijne zuidelijke helft betreft. Het wordt in zijne geheele lengte bereden door talrijke gezelschappen uit Constanz, Schaffhausen en andere steden. Tournisten vinden in dit winter-vermaak, te midden der schilderachtigste landschappen een nieuwe aantrekkelijkheid. Reeds vindt men vele clubs van buitenlandsche schaatsen rijders, vooral Engelschen. Kerkelijke Staat. Uit Rome wordt geschreven, dat eenige in het Oosten te huis behoorende leden van het Concilie een voorstel hebben gedaan om door kerkregtelijke bepalingen uit te maken, in welke gevallen de doodstraf geoorloofd is en in welke niet. Een voorstel van gelijke strekking betreffende den oorlog is van diezelfde zijde ingediend. Wij hebben het genoegen ter kennis van het geachte publiek te brengen, dat de tooneelvoorstelling van de onderofficieren der Infanterie, alhier in garnizoen, opgebragt heeft 223.75, en dat de onvermijdelijke onkosten bedragen hebben 72.26|, die echter waarschijnlijk nog verminderd zullen worden met 5.64J, wanneer het verzoek om vrij van het Rijks-patent te zijn, door Z. Exc. den Minister van Einantiën zal zijn toegestaan. Alsdan zal er 157,13 voor de Weduwen en Weezen op Ter schelling worden afgedragen. Wanneer wij dit totaal vergelijken met hetgeen de vorige maal afgedragen werd (dit was na aftrek der onkosten ongeveer 30), dan voelen wij ons genoopt om onzen opregten dank te betuigen aan allen, die door hunne groote belang stelling hebben medegewerkt om een zoo gunstig resultaat te verkrijgen. Wij nemen ten slotte de vrijheid voor eene volgende tooneel voorstelling, die hoogstwaarschijnlijk ten voordeele van Helder's armen zal gegeven worden, in alle opzigten dezelfde belangstelling te verzoeken. Namens het Bestuur, W. H,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 3