1870. N°. 23. Woensdag 23 Februarij. 28 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. De grondslag voor een belastingstelsel. B I NIV E IV L A X D. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede.'* Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, 163. Prijs der Advertentiën: V«n 1i regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Donderdag den 84 dezer vertrekt de Mail over Harsellle naar Oost-Indië, China, Japan en Australië. De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt, ter vol doening aan eene aanschrijving van Zijne Excell. den HeereCommissaris des Konings in deze provincie, bet volgende ter kennis van belang hebbende jongelingen in deze gemeente: «Ten einde zooveel doenlijk mede te werken tot het aanwakkeren „van den zich almeer en meer voordoenden lust bij de jongelingschap „om in den wapenhandel te worden geoefend, en ook om hun, „die later bij de Militie of' Schutterij dienstpligtig worden, bet „vooruitzigt te openen dat, niet alleen de gunstige bepaling „nopens een korteren oefeningstijd bij de Militie, op hen worde „toegepast, maar ook dat zij, desverkiezende, spoedig als kor poraal of onderofficier bij het Leger of bij de Schutterij zullen „kunnen optreden, heeft Zijne Excell. de Heer Minister van „Oorlog bet wenschelijk geacht, in die plaatsen waarin Infanterie „in garnizoen ligt, aan jongelingen van den ouderdom van „18 tot 20 jaren, de gelegenheid te verschaffen om bij de „korpsen kosteloos onderwijs in den wapenhandel te ontvangen, „hetzij afzonderlijk of vereenigd met de overige manschappen „en waarvoor hun van wege het corps de noodige wapenen en „munitiën zullen worden verstrekt. „De bevelhebbers der Infanterie-corpsen zijn door Zijne Excell „den Heere Minister van Oorlog hiervan onderrigt en verzocht „aan den hierbedoelden maatregel de meest doelmatige uitvoeriug „te geven." Helder, De Burgemeester voornoemd, den 19 Eebruarij 1870. STAKMAN BOSSE. ui. De Alkmaarsche Courant doet ons de eer aan onze bedenkingen in een nieuw hoofdartikel te wederleggen. Gaarne komen wij op deze zaak terug; vooraf zij het ons echter vergund onze verdere bezwaren, ditmaal van geheel anderen aard, tegen het door de Alkmaarsche Courant geprezene stelsel uiteen te zetten. Nemen wij voor een oogenblik aan, dat de Alkmaarsche Courant gelijk heeft, dat het beginsel: iedereen drage bij in de belastingen in evenredigheid met zijn vermogen, juist is. Dan nog zoeken wij naar de billijkheid" van het op dit beginsel gebouwde stelsel. Niet zoo zeer de theoretische, nivellerende, (s. v. v.) arithmetische regtvaardigheid, als wel de billijkheid in de practische toepassing blijft verborgen voor onze oogen. Wij zijn in onze vorige artikelen misschien wat al te edelmoedig geweest ten opzigte van onze tegenstanders en citeerden bij voorkeur economisten, die het gevoelen der Alkin. Cour. deelen. Vandaar, dat deze vervallen schijnt te zijn in de dwaling, dat het door ons verdedigde stelsel door de Redactie der H. en N. Courant (misschien wel entre poire et fromage) is uitgevonden en zij ons ironisch afvraagt: of de «eerste" economisten zullen volharden in hunne dwalingen, totdat zij onze hoofdartikelen zullen hebben gelezen? Ter geruststelling van onze lezers kunnen wij verzekeren, dat wij slechts het voetspoor van de voornaamste Engelsche en Amerikaansche staathuishoud kundigen hebben gevolgd, en zoo wij al niet verwachten, dat onze hoofdartikelen het bekeeringswerk aan onze eerste" economisten zullen volbrengen, zijn wij niet zonder hoop, dat de argumenten van Carey en Mac-culloch, geholpen door den alles overwinnenden tijd, deze zendingsarbeid zullen tot stand doen komen. John Stuart Mill is zeker geen verdachte autoriteit: „selting out from the maxim, that equal sacrifices ought to be demanded from all, we have next to inquire, whether this is in fact done, bij making each contribute the saine percentage on his pecuniary means." Deze vraag ziet de Alkm. Cour. naar ons oordeel voorbij, en dit is toch inderdaad hoofdzaak. Neemt aan, dat ieder in evenredigheid met zijn vermogen moet bijdragen in de belastingen, dan blijft juist de hoofd vraag over, is dat billijk, zijn de lasten op alle burgers gelegd, dan wel inderdaad gelijk „equal sacrifices?" Dan zeggen wij volmondig: neen! Honderd gulden lasten, betaald van een inkomen van duizend gulden, zijn een oneindig grooter bezwaar, eischen meerdere opofferingen, dan duizend gulden opgebragt van een inkomen van tienduizend gulden. To take", zegt weder Mill, a thousand a year from the possessor of ten thousand would not deprive him of any thing" really conducive to the comfort of existence, en even waar is, wat hij er bij voegt: »the sacrifice required from the last (van hem die 5 p. st. op brengt van een inkomen van 50) is not only greater th,.n entirely incommensurable with that, imposed upon the first. De billijkheid van het stelsel der Alkm. Courant is, om het zoo eens te noemen, eene papieren billijkheid. Het schijnt zoo juist en eenvoudig, om te zeggen: van een inkomen a, betaalt men lasten dus van 2 a evenzoo 2 x, en eindelijk van n a ook n x. Maar in de praktijk blijkt het, dat er eene fout schuilt in de redenering. Het inkomen van den een is zijn noodig levensonderhoud, het brood voor vrouw en kind; het inkomen van den ander is de vervulling van alle verfijnde genietingen des levens De last op den een gelegd, doet hem het noodige ontberen, de evenredige last neemt van den ander slechts eenige gelden, bestemd voor behoefte van weelde. Deze waarheid bragt Bentham (een van die economisten, die der Alkmaarsche Cour. wordt aanbevolen voor haar lijstje van „eerste" economisten, die nog bekeerd" moeten worden) tot het voorstel, om al die genen geheel vrij te stellen van het betalen van belastingen, die een inkomen bezaten, zóó gering, dat hun de vervulling van geen enkele behoefte van weelde mogelijk was, hetgeen hij meende te moeten stellen, dat bij een revenu van drie honderd gulden en daar beneden het geval zal zijn. Dit is echter niet meer dan een redmiddel, en de billijkheid is daarmede niet hersteld Stelt vrij, een inkomen van drie honderd gulden; stelt de belasting op een tiende van het inkomen boven dat minimum, en de wanverhouding tusschen de opoffering gevraagd van hem, die 10 zal betalen van een inkomen van f 400 en van hem die van een inkomen van 10,000 de som van 970 aan staats lasten opbrengt, blijft even in het oog springend. De een doet een opoffering, de ander ontzegt zich iets eener reeds overvloedige weelde. Mogt billijkheid een maatstaf zijn in belastingzaken, zij zouden niet eischen eene belasting evenredig met het inkomen, maar eene opklimmende last fgraduated property tax, impêt progressif), waartegen het hier en thans niet de gelegenheid is te strijden. Alleen zij gezegd: de „billijkheid" zoude zoodanig stelsel eischen. Maar niet de billijkheid, (eene zaak van gevoel) maar alleen het regt mag beslissen in zake van belasting. Zoeken wij naar een regtsgrond, dan, wij erkennen het gaarne, zien wij geen anderen, dan dezedat ieder bijdrage aan de uitgaven van den staat in evenredigheid met de diensten, die de staat hem bewijst. Zoo komen wij langs een anderen weg weêr tot dezelfde -conclusie. Wij zijn doctrinair genoeg om te gelooven, dat een beginsel, dat juist is, geen ongerijmde gevolgen kan hebben. Voert het beginsel, door de Alkm. Cour. voorop gezet, tot groote onbillijkheid, wat wij, ons verschuilende achter het gezag van Mill, trachtten aan te toonen, dan zijn wij zoo vrij, tot dat wij „meer licht" hebben ontvangen, het beginsel zelf voor onjuist te houden. HELDER en NIEUWEDIEP, 22 Februarij. De Carlistische opstand in Spanje is van grooter beteekenis dan aanvankelijk scheen. Zoowel van de zijde van Portugal als van die van Frankrijk schijnt de beweging uit te gaan, die, al treft zij ook al niet geheel en al haar doel, toch weder een middel is om den gang der zaken in Spanje aanmerkelijk te belemmeren. Onderscheidene hoofden der beweging, die tijdelijk in Frankrijk verblijf hielden, hebben hunne koffers gepakt en zijn in de rigting der Pyreneën op reis gegaan. Reeds is in de noordelijke provinciën van Spanje eene gisting der gemoederen waar te nemen, ter gunste van de Carlistische partij. De Hertog de Mont- pensier heeft in een brief aan zijne vrienden in Asturië te kennen gegeven, dat Spanje tegenwoordig door hem, zoo wel door overlevering, aanneming als door liefde, beschouwd wordt als zijn eenig vaderland. Is dit eene eigene aan beveling voor den ledigstaanden troon Hoe dit zij, de Spanjaarden mogten wel bedenken, dat, hoezeer de keuze der Hertogs niet ieder zal bevredigen, zijne troonsbestijging toch het beste middel zou zijn om een einde te maken aan de gedurige beroeringen, waardoor het land in niet geringe mate wordt geteisterd. Met den dood van den ongelukkigen Keizer Maximiliaan is in Mexico nog geen bestendige binnenlandsche rust aan gebroken. Wel heeft sedert de President Juarez de teugels van het bewind in handen, maar zijn gezag wordt door tal van ontevredenen weêrstreefd. Volgens de jongste berigten heeft er een treffen plaats gehad tusschen de troepen van den President en de opstandelingen. De laatsten behaalden de zege; de regeringstroepen moesten zich terugtrekken. In de zitting van liet Britsche Lagerhuis vanjl. Donderdag heeft de heer Forster zijne aangekondigde onderwijs-wet ingediend, eene aangelegenheid, ofschoon tot de onderwerpen van binnenlandsche zaken behoorende, ook voor het buiten land van belang, uithoofde van het groote gewigt der zaak. Bij de indiening van dit ontwerp, deed de heer Forster uitkomen, dat het ontwerp, strekkende om de thans vigerende maar onvoldoende bepalingen te vervangen, voornamelijk op het oog heeft: 1°. om overal in het land goede scholen te doen tot stand komen, en 2°. om de ouders er toe te brengen hunne kinderen naar de school te zenden. De overheid zou, volgens dit ontwerp, overal waar geen goede inrigtingen van onderwijs aanwezig zijn, gedwongen worden ze tot stand te brengen. Verder worden in het ontwerp bepalingen aangetroffen ten aanzien van onder steuning der scholen door staats-subsidiën, toezigt van inspecteurs, en van school-commissiën, heffing van school gelden en ontheffing daarvan wegens geldelijk onvermogen der ouders, godsdienstig onderwijs met eerbiediging van ieders godsdienstige meening, schoolpligtigheid voor kinderen tusschen 5 en 12 jaren. De voorsteller, uitgaande van het nut om bij de nieuwe inrigting van zaken het bestaande zoo mogelijk tot het beoogde doel aan te wenden, heeft in zijn ontwerp de bepaling opgenomen om een jaar na de invoering dezer wet na te gaan, in hoeverre de bijzondere scholen, die er thans bestaan, in de plaatselijke behoefte aan onderwijs voldoen. De belangrijke wet tot regeling der onderlinge betrek kingen van grondeigenaren en pachters in Ierland is in de vorige week door den president-minister Gladstone in het Huis der Gemeenten ter tafel gebragt, met eene rede die drie uren aanhield. Men verzekert dat er eene grondige bekendheid met Ierland's maatschappelijken toestand gevorderd wordt, om zich tehuis te gevoelen in dit vrij ingewikkeld zamenstel van bepalingen. Het pauperisme vervult te Londen de overheid met zorg en vrees. Onderscheidene sterfgevallen door hongerkoorts en gebrek aan voedsel ontstaan, het groot aantal personen, die in arm- en werkhuizen worden verpleegd een en ander dringt met ernst op het nemen van maatregelen aan om zoo veel ellende tegen te gaan, en te voorkomen als het kan. Het onderwerp der theologische lezing van den heer Joh. Dyserinck, te houden in de Doopsgezinde Kerk, op Woensdagavond a. s., ten half zeven ure, is: „het berouw." De avond van den verjaardag des Konings, jl. Zatur dag, werd, gelijk wij in ons vorig nommer reeds aan kondigden, in verschillende kringen feestelijk doorgebragt. In de kazerne van het gedeelte mariniers alhier had een bal plaats, waaraan door onderofficieren en manschappen met dames werd deelgenomen. De leden der Heldersche afdeeling van de Metalen-Kruis-Vereeniging vergaderden in het lokaal de Vereeniging met hunne dames en vierden met jeugdige harten het nationaal feest van den dag. In Tivoli op het Vrijkorps-bal zag men een mengeling onderscheidene uniformen. Officieren en onderofficieren van verschillende wapens en manschappen van het Vrijkorps waren daar met dames bijeen. Uitvoeringen van het muziek korps onder de leiding van den heer Egbers, luisterden deze feestelijkheid op. Ten 9 ure werd dit bal vereerd door een bezoek van Z. Exc. den vice-admiraal Uhlenbeck, vergezeld van eenige heëren hoofdofficieren der mairine. Het orchest deed bij het binnentreden der zaal van dit gezelschap het Volkslied liooren en daarna werden door de aanwezigen een paar liederen aangeheven, expresselijk voor deze gelegenheid vervaardigd. Gedurende den overigen tijd, die aan den dans werd gewijd, heerschte eene feestelijke stemming onder de aanwezigen en een echt kameraad schappelijke geest onder de leden der verschillende korpsen. In de zaal was eene door den heer Maandag vervaardigde sierlijke tropheé aangebragt, waarnevens de busten van HH. MM. Willem II en Willem III prijken, -p In Musis Sacrum werd een casino gegeven, dat, talrijk bijgewoond, niet minder dan de vermelde feestelijkheden, ten blijk ver strekte van de gezindheid om in deze gemeente de verjaardag des Konings met luister te vieren. De zaal was hier regt smaakvol versierd en prijkte eveneens met eene trophée, waarin de buste des Konings was aangebragt. De zangvereeniging Cecilia gaf jl. Zondag avond eene buitengewone vergadering in het lokaal Tivoli alhier. De vereeniging bezorgde ook ditmaal 'weder een genotrijken avond aan de leden met hunne dames. Het programma, bij welks zamenstelling voor de noodige afwisseling behoorlijk was zorg gedragen, werd flink uitgevoerd. Een geanimeerd bal besloot de werkzaamheden van deze vergadering. Wie durft beweren, dat de hardrijderij op schaatsen, gisteren namiddag op de Binnenhaven alhier gehouden, door fraai winterweder begunstigd werd, hij spreekt bezijden de waarheid. De ingevallen dooi en gedurige sneeuwbuijen, gevoegd bij eene frissche koelte, een en ander droeg weinig bij om het aangekondigde ijsvermaak op te luisteren. Toch waren vele honderden toeschouwers aan het tooneel van den wedstrijd verschenen, trotserende de guurheid des weders. De vaderlandsche driekleur wapperde, het muziekgezel schap Concordia deed zich hooren en de wedstrijd, waaraan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1