STATEN-GENEBAAL. BUITENLAND. gelegenheid werden, op uitnoodiging van den commandant van het genoemde corps, door den heer Beijen, majoor garnizoens-commandant, geassisteerd door de officieren van het garnizoen en der dienstdoende schutterij, de brevetten aan 17 meestérs en prevöts op sabel, stok en degen, met eene toepasselijke aanspraak, uitgereikt. Het feest is met een bal besloten. De Tijd ontleent aan een Duitsch volksblad het verslag van een onderaardsch concilie, onder voorzitting van i/Vorst SatanLuciferBeëlzebub" gehouden, waarin van den genius der liberale journalistiek het volgend, weinig vleijend portret gegeven wordt: //Het was een allerleelijkst, allermisselijkst figuur. In zijn ineengegroeide gestalte scheen al de sluwheid der slang, al de boosheid van den aap, al de valschheid van de kat, en al de bloeddorst van den tijger opeengehoopt te zijn. Iets bijzonder verdorvens lag in het gansche wezen van dat gedrocht des afgrondsin elke trekking van zijn gezigt in eiken opslag van zijn diep liggende glimmende oogen, in elke plooi en trilling van hartstogt, die om zijn lippen vloog, scheen het alsof hij, toen de gevallen engelen neer geploft werden, door een bijzonderen straal van den godde- lijken toorn uit de hand des Eeuwigen geraakt was." De graslanden voor het aanstaande weisaizoen worden te Capelle (Langstraat) reeds druk uit de hand verhuurd en brengen weer meer op dan in de laatste jaren. Het gras wordt zelfs gepacht tot 80 a ƒ90 per hectare. De handel in kalfkoeijen begint weder zeer levendig en belangrijk te worden. Dagelijks worden aanzienlijke aan- koopen gedaan de prijzen zijn evenwel iets minder. Van hooi, ofschoon de voorraad zeer begint te minderen, zijn in den laatsten tijd toch aanzienlijke partijen opgekocht, dit maal echter niet voor de persen. Het verkochte bragt tot 24 a ƒ26 per 1000 kilogram op. Doorgaans zoekt men het geluk, waar het niet te vinden is. Waarin het echter al niet te vinden is, daarvan levert de ervaring dagelijks de zonderlingste voorbeelden. Tot zijn niet gering voordeel, heeft een smid te Dalem daarvan onlangs ook een proefje gehad. Bezig zijnde steenkolen op te scheppen, bemerkt hij een steentje, dat door vorm en hoedanigheid zóózeer zijne aandacht boeit, dat hij het er uit neemt en schoon maakt. Hij vermoedt wel, dat het iets bijzonders ismaar heeft in de verte zelfs geen gedachte, dat hij zulk een schat bezit, tot een vriend hem er op attent maakt, dat ditzelfde steentje heel wat beteekent. Op aanraden, besluit hij er mede naar een goudsmid in de stad te gaan, die het voor eene aanzienlijke som gelds men fluistert van 1000 hem gretig afkoopt, onder verklaring, dat het een ruwe diamant is. Dat die verklaring gegeven werd na den koop, behoeven we zeker niet te bevestigen. De heer Berends, landbouwer en veehouder te Dedemsvaart, mest thans een varken, dat nu reeds de monsterachtige zwaarte van omstreeks 400 k. g. heeft. Door wijlen den heer G. Vissering, in leven Doops gezind predikant te Wormer en Jisp, is aan de Maatschappij van Weldadigheid te Erederiksoord de som van 100 gelegateerd. Bij een geacht ingezeten van Oldebroek had dezer dagen het volgende voorval plaats. Bij het avondeten proefde de vrouw des huizes, dat de brij op haar bord een bijzonder onaangenamen en bitteren smaak had, zoo erg, dat zij zoowel als alle huisgenoten die volstrekt oneet baar vonden, terwijl de brei op de borden der overigen, hoewel uit denzelfden pot afkomstig, niets bijzonders aan zich had en zonder hinder genuttigd werd. Het voor de vrouw bestemde bord brij werd alstoen den hond voorgezet, die ongeveer uur na het eten daarvan dood werd terug gevonden. Hoewel men tegen niemand'eenig vermoeden heeft, is om het vreemde en onverklaarbare dezer zaak, om de treurige gevolgen die zij had kunnen hebben, de justitie hiervan in kennis gesteld. (Zw. Ct.) Uit de noordelijke provinciën zullen eerstdaags wederom 200 personen naar Amerika emigreeren. Een oud bekende uit de omstreken van Meppel, welke sedert jaren in Amerika verblijf hield, zal hun tot gids strekken. De Nederlandsche Maagd heeft, blijkens een artikel door haar in de Priesche Courant geplaatst, een bezoek gebragt aan Friesland en bevond zich, vermoeid van den zwerftogt, den 20 dezer te Harlingen, ten einde aldaar een weinig uit te rusten. Zij was in die provincie gekomen om het Friesche volk bij zijne hardrijderijen gade te slaan in zijne opgewektheid en kracht. De "Maagd" was echter uiet in haar schik met de deelneming van vrouwen aan die wedstrijden. Zij hoopte dat mejufvrouw Betsy Perk het verkeerde daarvan -eerlang nader zou ontwikkelen. Overigens worden de Friezen door //de Maagd" berispt over hunne sluimering, waar het liberale staatkundige denk beelden en handelingen betreft; zij hoopt dat het volk ook in dat opzigt zich krachtig en opgewekt moge hetoonen, evenals bij de hardrijderijen op schaatsen. De arrond.-regtbank te Heerenveen heeft jl. Dingsdag uitspraak gedaan in de zaak van het spoorwegongeluk, in de maand December des vorigen jaars in de nabijheid dier plaats voorgevallen. De stationschef is veroordeeld tot 45 dagen en de brugwachter bij de Veenscheiding tot zes maanden gevangenisstraf, heide in eenzame opsluiting te ondergaan. De Hervormde diaconie te Makkum ontving dezer dagen 1000 van iemand, die vroeger door haar was ondersteund en nu elders in welvarende omstandigheden verkeert. Als een bijzonderheid kan men melden, dat dezer dagen te Jelsum drie kalfkoeijen van tweejarigen ouder dom zijn verkocht voor de enorme som van 930. Het Groninger Advertentieblad bevatte dezer dagen de volgende annonce: //Te Groningen gevraagd eene dame, om van 's ochtends 9 tot 's namiddags 4 uren onderwijs te geven in alles, wat. tot eene beschaafde opvoeding behoort, aan drie meisjes van 4, 5 en 8 jaar. Zuiver en vlot Fransch spreken is een vereischte. Salaris 100 a 120 Dus, de zon- en feestdagen niet gerekend, 30 h 40 cent voor zeven uur les (per dag)!j In de Prov. Groninger Courant komt zekere//Johanna". verontwaardigd over zulk eene aanbieding, hiertegen op en zegt: //Zegt, lieve medezusters, wier brave ouders u als mij alleen eene fatsoenlijke opvoeding en geen geld konden geven, voelt gij geen troost en bemoediging op uw bloemloozen levensweg bij het lezen van zulk eene uitkomst 1 //O, Betsy Perk! Had ik uw talent, ik doopte mijne pen in den donkersten inkt mijner verontwaardiging en geeselde den spotter, die, zoo koud als gevoelloos, de waarde onzer ontwikkeling beneden die van den arm eener waschvrouw of keukenmeid durfde stellen. Maar neen, neen! De adel der vrouwenziel bestaat in berusting en onderwerping!" In een populairen brief in de D. Ct. wordt er voor gewaarschuwd, dat wijn op melk even kwaad is als melk op wijn, terwijl een bekend rijmpje het tegendeel zou doen gelooven De briefschrijver herinnert tevens aan het feit, dat soms melk van met kwik bestreken of ziek vee nadeelig kan wezen, en dat het voorgekomen is, dat een landbouwer zijn weiland, door het met lood bevattende mest uit de loodwitfabrieken te bemesten, zoo had bedorven, dat onder scheidene zijner beesten, benevens een paar katten, die van melk dier koeijen gedronken hadden, gestorven zijn, terwijl zelfs het water, dat het weiland omgaf, zoodanig met lood- deelen bezwangerd was, dat ook eenige daarin zwemmende eenden, tengevolge van de vergiftige eigenschappen, stierven. Volgens eene Engelsche lezing van het Moabietische schrift op den steen, onlangs in Moab gevonden, is de vertaling aldus: ,/De Koning van Israël onderdrukte Moab, en Chemosh (de afgod van Meshah) werd toornig.... En Chemosh zeide tot mijga en lieersch over Israël. En ik toog des nachts uit en streed met hem van den vroegen ochtend tot op den middag en sloeg hen geheel en al.... En Jahveh (Jehova?) vlugtte voor het aangezigt van Chemosh en de Koning van Israël kwam te Yahalt en woonde aldaar tot ik hem bestreed. En Chemosh dreef hem".... Een en ander is echter onvolkomen en strookt niet in alle opzigten met 2 Kon. III. In het //Wochenschrift für Tierheilkunde und Vieh- zucht,," heeft onlangs de veearts Schelmz, te Marburg, als zijn oordeel uitgesproken, dat de inenting tegen de long ziekte van het rundvee, eene niet alleen nutteloöze, maar zelfs nadeelige handelwijze was. Hij zegt namelijk: //Wilden alle inenters hunne resultaten, overeenkomstig de waarheid, trouw en eerlijk meêdeelen, zoo zou, daar ben ik zeker van, deze in de veeartsenijkundige wereld zoo dikwijls gedane vraag spoedig opgelost zijn. Maar alle resultaten openbaar te maken valt den meesten zwaar, omdat aan hunne in- zigten zekere belangen verbonden zijn. Ik herinner mij een geval, waarbij een eigenlijk slechts door zijne inentings- zwendelarijen bekend geworden veearts met zijne inentingen goede zaken maakte, ofschoon de ondervinding leerde, dat zijne kunstjes niets hielpen tegen de ziekte, die er door bezworen moest worden Wat hiervan zij, laat ik aan het oordeel van meer bevoegden over. Dit wil ik echter bijvoegen, dat mij dezer dagen door een zeer geloofwaardig persoon de verzekering is gegeven, dat op een hem bekenden stal juist die dieren aan de longziekte gestorven zijn, welke ingeënt en alzoo daartegen verzekerd waren. (A.lg. Dbl. v. Ned.) De groote admiraal sir Clondesley-Shovel was schoen maker; Sturgeon, de man der electriciteit was schoenmaker; Gifford, de hoofdredacteur van een der best geschreven bladen van Engeland, de //Quarterley-Review" was schoen maker; de dichter Bloomfield, de zendeling William Carey, waren schoenmakers; Morisson, ook zendeling, maakte schoenleesten. Onlangs geleden ontdekte men dat een schoenmaker te Bauffj Thomas Edwards, een uitstekend natuurkundige was. Naar aanleiding van het werk.- 1'Europe politique et sociale, wordt door den heer van Otterloo in het Maandblad van het Nederlandsch Onderwijzers-genootschap een overzigt medegedeeld van het openbaar lager onderwijs in verschillende landen. In de inleiding wordt het feit geconstateerd, dat in geheel Europa de regeringen de zorg voor de volksschool op zich genomen hebben, maar dat tegelijk inet die staatszorg ook de vrijheid van onderwijs meer en meer een feit geworden is. Ten opzigte der schoolpligtig- heid erkent de schrijver het regt van den staat om in overleg met de volksvertegenwoordiging de sehoolpligtigheid door de wet te doen voorschrijven; maar tegelijk ontkent hij dat de staat hier het ver mogen zoude hebben zulk een wet te doen uitvoeren, daar dit alleen mogelijk zoude zijn als ouders de overtuiging koesteren, dat zij ook aan de maatschappij te kort doen, als zij gebruik maken van de middelen, die hun tot opvoeding hunner kinderen worden aangeboden. Het eerst wordt het onderwijs in de Vereenigde Staten besproken. Daar toch nadert de regeling der volksopvoeding haar ideaal, voor zooverre zulks aan een menschelijke instelling mogelijk is. Op de gemeente rust de taak van het elementair onderwijs. De gemeente betaalt alles, schoolgeld wordt niet geheven. De openbare school, voor allen toegankelijk, staat buiten eenige kerkelijke gezindheid godsdienstig onderwijs wordt des Zondags door kerkelijke personen gegeven. Jongens en meisjes bezoeken tegelijk de school, bezuldigde inspecteurs houden toezigt. Yoor 4f millioen kinderen betaalt het hoofdbestuur 105 milli- oeti franc» In Europa is de Schr. geneigd den eersten rang toe te kennen aan Nederland en dat wel niettegenstaande het onderwijs er niet verpligtend is, maar omdat de school evenals in Amerika buiten allen kerkelijken invloed staatde kinderen van elke gezindte kunnen de school bezoeken zonder dat zij behoeven te vreezen in hun godsdienstige overtuiging gekrenkt te worden. In Pruissen zijn de gemeentescholen confessioneele scholen; in 1865 telde men in Pruissen 62 onderwijzers-seminariën met 3610 leerlingen. De gemiddelde tractementen der onderwijzers waren in 1864 in Berlijn 1550, in de overige steden 1055 en op het platte land 680 francs. In Beijeren bedroeg het gemiddeld inkomen der onderwijzers 710 francs. In Wurtemberg heeft de sehoolpligtigheid het gevolg, dat volgens het bureau voor de statistiek te Stuttgard van de 414,000 recruten slechts 8 niet konden lezen noch schrijven. Het minimum der bezoldiging der onderwijzers is 600 francs, ongeveer 80 pCt. der onderwijzers zijn minimum-onderwijzers. Denemarken is misschien het land waar het onderwijs het meest algemeen is: alle schoolpligtige kinderen bezoeken daar de school. In Zwitserland is het onderwijs aan de bijzondere zorg der kantons toevertrouwd. In de meeste kantons is het onderwijs verpligt van 616 jaren. In Frankrijk is de toestand van het onderwijs nog altijd treurig. Het aantal schoolpligtige kinderen van 713 jaren is tusschen de 4 en 5 millioen, maar meer dan een millioen blijven van alle onderwijs verstoken. In Engeland is de toestand van het onderwijs nog altijd niet geregeld. In Rusland is in 1868 de eerste kweekschool voor onderwijzers gesticht. In het zuiden van Europa blijft de toestand ellendig. In 1865 waren in Portugal 3206 lagere scholen met ongeveer 130,000 leerlingen, terwijl het aantal schoolpligtige kinderen meer dan 700,000 bedraagt. De vooruitgang is daar echter aanmerkelijk daar die ten opzichte van het getal schoolgaande kinderen 70 pCt. bedroeg. In Spanje konden in 1860 slechts ruim 3,000,000 in woners lezen en schrijven; 705,000 konden alleen lezen en bijna 12,000,000 kenden niets. In Italië is op de openbare scholen het onderwijs kosteloos In Turkije bestaat de sehoolpligtigheid slechts op het papier. De school- of leerpligtigheid is wet bij de Duitsche Staten, Zweden, Noorwegen, Denemarken, de meeste Zwitsersche kantons, Spanje, Portugal, Giekenland en Turkije. Het openbaar onderwijs is kosteloos in de Vereenigde Staten, Italië, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Turkije en eenige Zwitsersche kantons. De bijdrage per hoofd door ieder ingezeten in de kosten, van het lager onderwijs bijgedragen, is in Nederland 2.49, Zwitserland ï.40, Wurtemburg 2.03, Beijeren 1.79, Frankrijk 1.62, België 1.60, Engeland 1.60, Pruissen 1.46, Noorwegen 1.18, Spanje 0.97 en Italië 0.66 francs. Vergelijkt men de kosten met het aantal leerlingen, dan zijn deze gemiddeld per schoolgaand kind in Nederland 20.78, Zwitserland 20, Engeland 18.80, Wurtemburg, 15.36, België 14.81, Noorwegen 14.50, Frankrijk 14.30, Spanje 14.09, Beijeren 13.33, Pruissen 9.33 francs. Van de 1000 inwoners ontvangen onderwijs in Saksen 184, Pruissen 155, Zweden 136, Wurtemberg 132, Beijeren 130, Neder land 122, Zwitserland 120, Frankrijk 114, België 109, Denemarken 94, Oostenrijk 84, Noorwegen 81, Engeland 80, Spanje 70, Italië 60, Griekenland 37, Portugal 29 en Rusland 12. Bij de in dienst treding kunnen van de 100 militairen lezen en schrijven: in Wurtemburg 100, in Saksen 98, in Pruissen 96, in België 86, in Nederland 80, in Engeland 79, in Frankrijk 77, in Italië 30, in Oostenrijk 29 en eindelijk in Rusland 1 per 200 mili tairen. Ware de plaatsvervanging hier afgeschaft en de algemeene dienstpligtigheid ingevoerd, dan zou dit cijfer voor Nederland zeker gunstiger zijn. (N. Rott. Crt.) Tweede Hamer. De afdeelingen hebben zich-jl. Donderdag bezig gehouden met het onderzoek van het ontwerp van wet tot regeling der schutterijen. F r a n k r ij k. Bij het Wetgevend Ligchaam is door een lid van het centrum, den heer Le Hon, eene interpellatie betreffende vraagstukken van maatschappelijken aard ingediend. Haar onderwerp is: //de noodzakelijkheid eener enquête om het vraagstuk van den handenarbeid, bepaaldelijk ten aanzien van het arbeidsloon en van het crediet, te onderzoeken en om na te gaan wat er te doen zou zijn tot verbetering van de zedelijke, verstandelijke en stoffelijke gesteldheid der van handenarbeid levende volksklasse." De Constitutionnel verzekert dat het gouvernement dat voorstel van enquêtte van harte goedkeurt; en hij verwacht dat de geheele Kamer zich er mede zal vereenigen, ook de linker-zijde. De enquêtte zal, meent dat blad, vooral in twee opzigten nut hebben zij zal de arbeidende klasse in staat stellen om zelve hare wenschen te doen kennen, en zij zal de volksmenners, welke als uit naam dier klasse plegen te spreken, in de noodzakelijkheid brengen om met bepaalde denkbeelden in plaats van algemeene bespiegelingen te berde te komen. De groote confrontatie, welke jl. Zaturdag in de gevangenis van Ia Santé heeft plaats gehad, heeft tot uit komst gehad, dat 119 der op 7, 8 en 9 Febr. in arrest genomenen ontslagen zijn. Er bevinden zich thans in de gevangenis nog 178 personen, beschuldigd van deelneming van een aanslag tegen de veiligheid van den staat, en 123, beschuldigd van het aanheffen van oproerige kreten, van het dragen van verboden wapenen of van het deelnemen aan zamenscholingen. Volgens le Droit hebben bij de confrontatie, behalve de keizerlijke procureur Desarnauts, tien regters van instructie gefungeerd. Er waren 225 ge tuigen gedagvaard, die voor de verschillende regters in rijen waren gerangschikt. Na het aflezen van den naam van een beschuldigde liep deze de rijen der getuigen langs. Zij, die hem herkenden, werden met den beschuldigde voor een der regters gebragt, welke onmiddelijk getuigen en be klaagde een verhoor deden ondergaan. Deze confrontatie heeft van 's ochtends 10 tot 's avonds 6 ure geduurd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2