Z. M. de Koning, de verdere leden van het Vorstelijk Huis, benevens het gevolg, worden heden middag tusschen 21 en 3 nre per extra spoortrein te Amsterdam verwacht. De directie van den Hollandschen Spoorweg heeft, naar men verneemt, besloten met den a. s. zomerdienst alle retourbilletten geldig te verklaren voor den dag der uit gifte en den daaropvolgenden dag. Naar het Vaderland meldt, is thans vast besloten, dat de veel besproken Argus door het Suez-kanaal de reis naar Ned. Indië zal maken. Men verneemt, dat het geschelde aan H. K. H. Prinses Maria der Nederlanden, ter gelegenheid van haar huwelijk, bestaan zal in een bijbel en voorts, dat de bijdrage per persoon om het geschenk nationaal te maken op 10 cents gesteld is. Bij de overhandiging van het cadeau zal een album gevoegd worden, behelzende de namen der inschrijvers. Voor den Hoogen Baad dient thans eene zaak van een Arabier, Sech Abdullah ben Awal ben Mohamed Boepsaïd, reeder te Soerabaya, die bij het vervoer voor het gouvernement van zout een schip verloor, volgens beweren door de schuld van den schipper, waarvoor hem door het hoog geregtshof in Indië de betaling van 61,120.94 met interest en kosten werd opgelegd aan het gouvernement. Tegen dat vonnis is hij bij den Hoogen Raad in hooger beroep gekomen. Te IJsselstein is bij de Herv. gemeente beroepen ds G. J. van Lindonk, pred. te N.-Loosdrecht; te Elburg ds. C. de Wilde, pred. te Poortvliet; te Vlissingen ds. E. A. G. van Hoogenhuijze, pred. te Heino; te Harderwijk ds. H. C. Voorhoeve, te Amersfoort. Aangenomen het beroep naar de Herv. gemeente te Doesburg door ds. A. Wartena. Ds. A. P. Ris Lambers, pred. te Heeg, heeft voor het beroep naar Vlissingen bedankt. De regtbank te Alkmaar heeft het vonnis bevestigd, waarbij de 22jarige dochter van G. B. is veroordeeld tot 6 weken eenzame opsluiting en f 8 boete, wegens geweld dadigheden, aan haren vader gepleegd, zoodat bij een wond aan het oog had bekomen. In den namiddag van den 23 dezer ontstond er in de hoefsmederij van den heer B. te Avenhorn brand, die in korten tijd zoo in hevigheid toenam, dat èn de smederij èn de wagenmakerij met het daarbij gelegen woonhuis binnen weinig tijds een prooi der vlammen zijn geworden. Gisteren ten 1 ure hield ds. J. D. G. Martens, nieuw benoemd hoogleeraar aan het Evangelisch Luthersch Seminarium te Amsterdam, zijne intreerede in bet gebouw der Departementen van het Nut. Het onderwerp der langdurige toespraak was: de goddelijke openbaring, het levensbeginsel der godgeleerdheid. Te Amsterdam overleed jl. Vrijdag in 76jnrigen ouderdom de heer David Borski, ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, oud-lid van de beide Kamers der Staten-Generaal. De leening door de Maatschappij voor den Werkenden Stand te Amsterdam, voor hare afleeling /.kosthuizen» uitgeschreven, is meer dan volteekend. Gisteren is de spoorweg 's GravenhageGouda feestelijk geopend. Het stoffelijk overschot van den kunstschilder Andreas Schelfhout is te 's Gravenhage op de begraafplaats Eik en-Duinen ter aarde besteld. Door het zanggezelschap Cecilia werd bij het graf een lijkzang uitgevoerd. Door de heeren D. Bles, J. Bosboom, J. G. Vogel, A. R. Crayvanger en J. J. Cremer, werden aan het graf rede voeringen gehouden, waarin 's mans groote verdiensten werden herdacht. Naar men verneemt, zullen Woensdag a. s. te Rot terdam 140 cavaleristen aankomen, om dienst te doen en zulks als voorzorgsmaatregel, doordien thans vele vreemde werklieden bij den spoorwegaanleg aldaar in de nabijheid werkzaam zijn. De heer G. W. Reijnders, onlangs benoemd tot pastoor der parochiekerk van den H. Domiiiicus te Rotterdam, heeft Zondac voor het eerst als zoodantig den kansel be treden, en hield eene hierop toepasselijke predikatie, naar aanleiding der tekstwoorden: //Ik ben de goede herder.» Met dankbare herinnering sprak hij van zijne gemeente te Alkmaar, aan welke hij steeds zijne beste krachten had gewijd, en die hij dezer dagen had verlaten, om, ingevolge beschikking der hooge geestelijkheid, zijn geestelijk ambt in eene nieuwe standplaats te aanvaarden. Met zekerheid en tot ons genoegen kunnen wij ver melden, zegt de Delftsche Courant, dat de verontrustende tijdingen, die dezer dagen zijn verspreid omtrent mevrouw de wed. Storm van der Chijs, zich gelukkig niet hebben bevestigd. Te Delft is het berigt ontvangen, dat zij zich op dit oogenblik gezond en wel in het zuiden van Italië bevindt en des noods in den tijd van vier dagen weder te huis kan zijn. Als een bewijs van schandelijk vandalisme wordt gemeld, dat in den vorigen nacht al de kussens van de rijtuigen 1ste en 2de klasse van den Rijnspoorweg, die zich op het station Arnhem bevonden, zijn stuk gesneden. De wolvenjagt in de omstreken van Buren is geëin digd. Door baron van Rouveroij aangeschoten, is de gevreesde vijand te Beusichem gevangen. Tot veler teleur stelling, en zeker niet het minst van die der jagers, bleek het echter een hond te zijn. Zondag 11. had het volgende ergerlijke tooneel plaats in de Gereformeerde kerk te Vlissingen. De luitenant G. woonde met eene afdeeling infanteristen de godsdienstoefening bij. Zooals algemeen bekend is, is het kerkgaan voor militairen verpligtend. Daar de officier echter geen bepaalde order had gekregen attent naar de ultra-orthodoxe rede voering van den predikant te luisteren, trachtte hij door het lezen van een werkje van Goethe den tijd te passeren, terwijl hij, om geen kou te vatten zijn pet ophield. Deze handelingen ergerden in hooge mate zijne buurlui in de bank, die, na hem eerst op hoogen toon aangemaand te hebben geen ergernis te geven, er eindelijk toe overgingen hem de pet van het hoofd en het boekje uit de handen te slaan. Luitenant G. was zoo verstandig en had zelf- beheersching genoeg om kalm te blijven en vermeed daardoor ergerlijker tooneelen, doch diende na afloop der godsdienst oefening bij zijn chef beklag in, zoodat zijne aanranders nu geregtelijk vervolgd zullen worden. Men voorziet dat de rustverstoorders eene behoorlijke kastijding niet zullen ontgaan, te meer daar een van hen in zijne betrekking van commissaris van politie het voorbeeld moest geven van ordelijkheid en bezadigdheid. (Het Noorden.) Uit Leeuwarden wordt berigt, dat de Vletter zoo welvarend mogelijk is; hij is voortdurend in eene afzonder lijke cel en gedraagt zich ordelijk en goed. In de Leeuwarder Courant van jl. Vrijdag kondigt iemand het overlijden zijner 35jarige echtgenoot aan, met de zeker niet alledaagsche bijvoeging: //zwaar treft mij dit; maar met kalmte te berusten in hetgeen wat als vaste wetten der natuur te beschouwen is, daarin alleen zoek ik mijn troost." De schorsing van den onderwijzer van der Veen, te Schoterland, wegens het niet weren van de school van kinderen, wier ouders het verschuldigde schoolgeld niet betaalden, heeft aldaar zoodanige spanning veroorzaakt, dat daar ter plaatse een adres aan den Koning circuleert om Z. M. te verzoeken om bij het aftreden van den burge meester der gemeente, baron van Sytsama, dezen niet weder tot burgemeester te benoemen. Voor een paar dagen ging de vrouw van een dag- looner te Beerta hare familie bezoeken te Ekamp, met haar eerstgeboren kindje in het voorschoot geknoopt. Toen zij aankwam bleek het, dat het kind was gestikt. Dat de oorzaak van de tongblaar en het klaauwzeer voornamelijk in de lucht is gelegen, schijnt daaruit te mogen worden afgeleid, dat ook op het eiland Ameland de tongblaar is ontstaan, hoewel aldaar geen invoer van vee van elders afkomstig heeft plaats gehad. Gedurende al den tijd, dat de longziekte in Friesland zoo erg heerschte, bleef het rundvee op Ameland, even als op Schiermonnikoog, steeds van die ziekte verschoond. Bij een vonnis, door de Arrondissements-Regtbank te Groningen dezer dagen uitgesproken, is aangenomen, dat, volgens de wet van 1842, nog altijd ieder eigenaar van vee aangifte moet doen van elke ziekte, die onder zijn vee heerscht, en niet. slechts van besmettelijke ziekten. De rijks-veeartsen, die in de zaak als deskundigen gehoord werden, verklaarden onbekend te zijn met deze aldus uit gebreide verpligting der veehouders. Het driejarig kind van den heer A. Cohen, te Coe- vorden, met de dienstbode wandelende, kreeg al spelende een stukje van eene noot in de zoogenaamde verkeerde keel, waardoor het binnen een uur overleed. In het Maandblad voor den Nederlandschen Land bouwer, Jaargang 1870, N3. 4, komt een stuk voor onder den titel: //Iets nieuws onder de zon,» dat zeker in hooge mate de aandacht zal trekken van HH. landbouwers, handelaars en fabrikanten van landbouw-werktuigen en in het algemeen van allen, die met belangstelling van de aankondiging der tentoonstellingen van evengenoemde werktuigen kennis nemen. In hoofdzaak komt het bedoelde artikel hierop neder. Te Arnhem zal in den loop dezes jaars, bij gelegenheid van het landbouw-congres, eene inter nationale tentoonstelling van landbouw-werktuigen plaats hebben, waarvan het programma reeds ter kennisse van belanghebbenden is gebragt. Dat programma wijkt in hoofd puntelf zoodanig van de vroegere programma's van dergelijke tentoonstellingen bij gelegenheid der congressen gehouden af, dat eene pubiieke bespreking niet anders dan nuttig kan werken. Deze afwijkingen zijn de navolgende: 1°. de werktuigen woVden ten koste der inzenders in beweging gebragt. 2°. Er wordt van de inzenders betaling gevorderd voor plaatsruimte. 3°. Voorwerpen die binnen 8 dagen na de sluiting niet afgehaald zijn, worden ten koste der inzenders opgeslagen en 10 dagen na dat opslaan, als zij niet afgehaald zijn, publiek verkocht ten voordeele der armen. 4°. De inzenders mogen hunne voorwerpen zelf niet verkoopen, maar moet dit door de commissie geschieden, die 5 pCt. provisie berekent. 5°. Er worden geene geld prijzen of medailles gegeven, alleen eenige papieren diploma's van eer aan een beperkt getal inzenders. 6'. De inzenders hebben eenige kans, dat er een zekere hoeveelheid der werktuigen zullen aangekocht worden, bijaldien het publiek zoo goed wil zijn loten te nemen in eene loterij, even als zuks bij onze Hollandsche Maatschappij plaats heeft op eene kleinere schaal dan men zulks te Arnhem voorstelt. De schrijver van het bewuste artikel wijst in het Maandblad op de nadeeüge gevolgen van deze wijze van handelen voor de ontwerpers of commissarissen, voor de inzenders en voor de bezigtigers der tentoonstelling. Ook verlangt de schrijver meer deugdelijke bepalingen voor de te houden verloting. Schrijvers opmerkingen zijn, naar wij meenen, der overweging zeer waardig en mogt de regelings-cornmissie de gegeven wenken geheel en al in' den wind slaan, dan kon het. wel zijn, dat het doel, met het houden der tentoon stelling beoogd, voor een groot deel werd gemist. Onlangs werd uit Zweden berigt, dat schooljongens aldaar een verbond hadden opgerigt, ter bescherming van zangvogels, nesten, enz. Thans bevat een Duitsch blad, gewijd aan onderwijs en schoolwezen, het volgende, onder i het opschrift: //Eene gelukkige gedachte.» //Overal hoort men klagen, dat door ruwe jongens dieren gekweld, vogels gevangen, vogelnesten verstoord, boomen beschadigd worden. Zulke klagten hebben een onderwijzer in de provincie Hessen op de gedachte gebragt onder zijne leerlingen eene vereeniging te stichten ter bescherming der dieren- en plantenwereld. De kinderen hebben in den zomer vele duizenden koolrupsen gevangen, ontelbare rupsennesten verwoest en de meikevers bij schepels gevangen en gedood. Nuttige dieren kweeken ze, de vogels en hunne nesten beschermen zij zoo veel mogelijk en zorgen zelfs des winters voor de vogels door voedsel te strooijen. De gemeente heeft uitgestrekte plantsoenen van ooftboomen aangelegd; deze staan onder de bescherming der schooljeugd. Aan het toezigt van eiken knaap heeft de onderwijzer een aan tal jonge ooftboomen toevertrouwd. De kinderen hebben hunne boomen lief gekregen, en wee hem, die een boom moedwillig beschadigt. De schooljeugd houdt streng gerigte zonder preventieve gevangenstraf. Belooningen worden niet gegeven. Zeker verdient dit navolging.» Het Weekblad voor Onderwijs voegt aan deze vermelding het volgende toe: //Welligt zijn er, die in zulk een verbond even als in de Fröbel-methode iets ziekelijks zien, iets niet-jongenachtigs. Schijnbaar ja; inderdaad niet. Zou een flinke jongen nu het klimmen in een boom moeten laten? Neen. Zijn veld is ruim genoeg. Het onderwijs doet eiken dag weerklinken hoe nuttig de vogels zijn; de wetenschap, de landbouw herhalen het luide; en toch ais jonge of oude zangvogels lekker smaken, danwe weten het, hoe ze bij duizenden gevangen, geschoten, verzonden worden, de eer genieten een handels-artikel te zijn. Neen, laat de jeugd de nuttige dieren leeren beschermen, laat ze het met de daad zelve doen, dan zal ook de tijd komen, dat men zulke bandels-artikelen verfoeit, en dat de lekkerbek iets anders voor zijn tongetje moet zoeken.» ebn weinig te laat, is veel te laat. //Te laat» is de hoogste superlatief. Het is juist gedaan gedaan en voorbij. Ja een weinig te laat is nog veel verdrietiger, veel ergerlijker, dan wanneer men uren, dagen te laat komt. Is iets te kort, men kan nog aaulasschen, te ledig, men kan nog aanvullen enz., maar is men te laat en dit slechts weinige minuten, gij kunt den voortsnellenden tijd niet inhalen, terugbrengen. Verschrikkelijk woord, het woord //Te laat», wanneer het u een verloren geluk aankondigt, eene verijdelde hoop u voor de voeten werpt en morgenrood in duisteren nacht verkeert en levenslust in ijzige koude verandert. Een enkel jaar te laat werd gij rijk, want wat baat rijkdom den man, die zijne eer heeft verloren, voor wien de doodsklok aanvangt te luiden. Een dag te laat kwaamt gij tot uwe geliefdegisteren beschikte ze over haar hart. Gisteren werd de betrekking, die gij heden zocht, uwen buurman geschonken. Een kwartier te laat bereiktet gij den oever, want reeds vloog het schip op den stroom voort, dat u van een eenzaam eiland naar huis had kunnen brengen. Te laat, maar eene seconde, kwaamt gij aan het krankbed, waarop de stervende vader den verwachten zoon nog eens in het oog wenschte te zien. Te laat brengt gij de heelende artsenij, als de zieke gestorven is, voor altijd te laat, want zie! zijn oog is gebroken, zijne lippen verbleektgij vermoogt niet, den pols weer te doen kloppen. Ach, veel te laat is het, aan uwe verbetering te denken, wanneer de dood zich aanmeldt en gij straks in de groeve neerzinkt. De duivel is een bedriegelijke klokkesteller. Hij zet uw levensuurwerk steeds en steeds terug, opdat gij zoudt denken: ik heb geen haast, ik ben nog niet zoo oud, mijn ligchaam niet zoo zwak, mijn geest nog helder. Veel te laat komt de redding op de onstuimige zee, in het brandend huis, wanneer het schip zinkt en het huis in vlammen opgaat. Wat helpt het den ongelukkige, wanneer de hulp, die eene minuut uitblijft, waarin ze in waarheid hu'p zou zijn? (Naar het Hoogduitsch. Volksblad Een woord van Diesterweg. Verdraagzaam maar niet onverschillig -beslist vóór verlichting en ont wikkeling vijandschap en haat tegen eiken duisterling, kwezelaar en onverschillige. Er is een haat, die Christelijk is. Leve de Christelijke haatWie lief heeft, haat het tegendeel. Vriend van God, vijand van logen! Losse gedachten over den sterken drank. De drank is bij velen de dief hunner maaltijden. Wie niet voorwaarts kan zien, zal achterna berouw gevoelen. Arbeid, nijverheid en ingetogenheid hebben nimmer iemand berouwd. De brouwer en de brander zijn gepatenteerde korendieven. De ledige tijd, het geld op zak en den herberg in het oog, zijn, als zij samenvallen, vaak krachtiger in verleiding, dan de tegenstand van het gezond verstand. De herbergier en de kroeghouder winnen den kost, door oorlog te voeren tegen de gezondheid, de zedelijkheid en de welvaart der burgers. Als de suikerstof onzer voedingsmiddelen in alcohol wordt veranderd, gaat een engel in een duivel over. Ieder verkwisting is roekeloos, maar die van verstand en gezondheid het meest van alle. De rijkste natie is die, waar het meest gezond verstand en de duurzaamste gezondheid heerscht. Oorlogen hebben de budgets der volken bezwaard, maar de jenever behoort niet goed te maken wat de oorlog bedorven heeft. Ieder natie kan op den duur eerlijker zijn zonder dan met jenever. De alcohol is vernielend voor alle organische voorwerpen, vijandig aan het geheele organische leven. Hij verleidt den sterken en den zwakken mensch, tegen zijn wil tn tegen zijn wensch. De wetten der natuur zijn altijd dezelfde geweest en zullen altijd dezelfde blijven. De natuur kent noch meerder heid noch minderheid van stemmen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2