1870. N°. 52.
Zondag 1 Mei.
28 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BINNENLAND.
HELDERSCHE
EiV iMEUWEDIEPER COURANT,
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
bonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Woensdag den 4 dezer vertrekt, per laatsten
trein van den Helder, de Mail over Triest
naar Oost-Indië, China en Japan*
HELDER en NIEUWEDIEP, 30 April.
Met de regering in Spanje komt het niet gemakkelijk in
het reine. Maand uit, maand in zitten die goede Span
jaarden zoo al op de keuze eens Konings te wachten,
zonder dat de voorloopige regering een stap nader doet
aan de verwezenlijking van de uitspraak der constitutie
Spanje zal door een Koning worden geregeerd. Geen
wonder, dat het onrustige volk, nog altijd gewoon aan
woelingen en opschuddingen, tot ongeregeldheden over
slaat en op die wijze de regering herinnert aan hare
roeping, om zoo gaauw mogelijk een Koning te schenken
aan het koninglooze land. Te Alcala, Selva en Santiago
hebben tumulten plaats gehad; de rust is eindelijk
weer hersteld en een lOOtal woelgeesten zijn achter de
deuren met grendels geplaatst.
De regent Serrano schijnt het eindelijk ook moede te worden
om zoo lang provisioneel aan het hoofd der regering te
staan; een gerucht, dat evenwel weersproken wordt, ver
zekert, dat hij geneigd zou zijn om zijne hooge waardigheid
neêr te leggen, het voorstel doende om het regentschap
voor het vervolg aan een drietal personen op te dragen.
Een ander berigt deelt mede, dat de maarschalk bij den
minister Prim aangedrongen heeft op de onverwijlde ver
kiezing van een monarch. Drie candidaten zouden, volgens
dit berigt, door den regent genoemd zijn, namelijk: Mont-
pensier, Espartero en Prim. Deze laatste bedankte beleefdelijk
voor de candidatuur en verzekerde, dat de beide anderen
door hem en zijne partij niet worden gewild. Wat hiervan
zij, zeker is het, dat de tegenwoordige toestand meer
en meer onhoudbaar blijkt te zijn en dat uitstel van het
doen eener keuze hoogst bevorderlijk is aan de woelingen
der Carlisten.
Zondag de 8ste Mei is bestemd tot een gewigtigen dag
voor het Fransche keizerrijk. Op dien dag wordt de be
volking aldaar opgeroepen tot het aannemen of verwerpen
van het volksbesluit, volgens hetwelk het volk de vrijzin
nige hervormingen, sedert 1860 door den Keizer met mede
werking der groote staatsligchamen, in de constitutie ge-
bragt, goedkeurt en het senatus-consult van 20 April 1870
bekrachtigt.
Men behoeft zich echter niet angstig te maken over een
weigerend antwoord, 't Is weinig anders als een boeren
bedrog, die met zooveel ophef aangekondigde volksstemming.
De Kladderadatsch geeft van dat hooren van de volksstem
eene regt geestige, maar tevens zeer ware voorstelling.
//Goede lieden!" zoo zegt de Keizer met den hoed in
de hand, half gesloten oogen en een glimlach op de lippen,
kwalijk verborgen achter de zware snor //goede lieden!»
7.00 spreekt hij tot/-eenige landbouwers //gij moet
nu zelf maar verklaren of gij rijp zijt voor de staatkundige
vrijheid. Ik weet het niet meer.» //Goed, Zijne Majesteit//,
antwoorden de boeren, buigend, //wij zullen het den prefect
vragen."
Heden morgen vertrokken van hier de 2de en 6de
compagniën van het 1ste regiment vesting-artillerie, om in
het vervolg te Amsterdam garnizoen te houden. Onder
scheidene belangstellenden vergezelden de vertrekkenden
tot naar de aanlegplaats der boot; men merkte daaronder
op een aantal officieren der landmagt, van het vrijkorps en
van de schutterij, de laatsten bragten daardoor hulde aan
hunnen vroegeren instructeur, den kapt. Greve.
Heden middag zijn alhier aangekomen de 3de en 4de
compagniën van hetzelfde regiment, die van Amsterdam
naar hier worden verplaatst.
De kapt. der infanterie Jarman is overgeplaatst van
het 3de bataillon 7de regiment alhier naar het depot van
dat regiment, te Amsterdam in garnizoen.
De vice-admiraal O. A. Uhlenbeck heeft, ter gele
genheid van zijn vertrek uit deze gemeente, van officieren
en ambtenaren der Marine alhier een aangenaam blijk van
achting en genegenheid ontvangen. Een sierlijk //pièce de
milieu," kristal met zilver gemonteerd, werd dien geachten
vlag-officier vereerd en zeker zal dit geschenk bij hem de
herinnering helpen verlevendigen aan zijne eervolle vervnlling
der gewigtige betrekking van directeur en kommandant dei-
Marine ter dezer plaatse, waar de heer Uhlenbeck de
algemeene achting in ruime mate genoot.
De 36jarige gouden medaille voor trouwe dienst met
eene gratificatie van 50 is gisteren op plegtige wijze uit
gereikt aan den sergeant C. F. Felderhoff, van het gedeelte
mariniers alhier in garnizoen. Terzelfder gelegenheid werden
aan den sergeant J. II. Heskes en den marinier A. Makkes,
aan ieder eene zilveren medaille en aan den marinier H.
Neuman eene bronzen medaille uitgereikt.
Bij besluit van 23 Maart 1870 n°. 32, heeft Z. M.
goedgekeurd de wijzigingen, gebragt in de statuten der
Marine-Club alhier.
Nevens den heer J. A. Fran^ois, door burgemeester
en wethouders te Dordrecht, tot adjunct-directeur der
gasfabriek aldaar aangewezen, was op de nominatie geplaatst
de heer J. van den Bosch alhier.
Volgens telegram uit Kiachta, dd. 26 dezer, is het
Japansche oorlogschip Nitssin, den 13 Maart, dus binnen
4 maanden tijds, in goeden staat te Nagasaki aangekomen.
Gisteren zijn de eerste nieuwe aardappelen van den
kouden grond door Jacobus Krijger, tuinier en hovenier
te Naaldwijk, aan Z. M. den Koning aangeboden. (D.)
Door het provinciaal bestuur van Noordholland is
jl. Donderdag aanbesteed: 1. het met rijzen zinkstukken
bezetten van den onderzeeschen oever langs de zuidzijde
van het eiland Vlieland; daarvoor waren de minste in
schrijvers de heeren F. Volkes en L. Brand, te Sliedrecht,
voor 184,999; 2. het verbeteren van het beslag voor het
paalscherm der Pettemer zeeweringdaarvoor was de
minste inschrijver de heer J. Oldenburg, te Bergen, voor
141.84; 3. het doen van eenige uitvoeringen bij de
provinciale zeedijken tusschen Naarden en Muiderberg en
beoosten Naarden; daarvoor was de minste inschrijver de
heer C. Timmer; te Muiden, voor 558.
Ingelanden van het waterschap Eijerland hebben ter
voorziening in de vacature van 2 heemraden, de volgende
3tallen opgemaakt, als 1°. J. van Wageningen Dz., J. L.
Cremer van den Bergh van Heemstede en mr. P. Blussé
van Oud-Alblas en 2°. C. van Wageningen, J. B. L.
Verschoor en J. G. Kist.
De statuten voor de Vereeniging tot voortdurende
ondersteuning van hulpbehoevende weduwen en weezen,
nagelaten door de in zee verongelukte equipagiën der
loodsbooten van Terschelling zijn door Z. M. goedgekeurd
bij besluit van 27 Febr. 1870 n°. 20.
Men meldt van Vlieland, dat aldaar een schip in de
buitengronden geraakt, vervolgens vlot geworden en gezonken
is. Het was het Engelsche vaartuig William Mary, kapt.
James, van Port-Madoc naar Hamburg bestemd. De Ter-
schellinger loodskotter heeft de bemanning gered.
Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 29 dezer,
het volgende:
//Werden in vorige jaren in het oostdeel des Polders de gra
nen geteisterd door de ritnaald, thans deelt de westpolder voor
een gedeelte hierin en zijn vele stukken wintergraan zoo
aangetast, dat op een middelmatig gewas niet gerekend kan
worden.
</Het vlas komt boven den grond en laat zich goed aan
zien. Er zijn hier p. m. 575 bunders gezaaid, waarvan circa
120 zijn verhuurd. Met belangstelling wordt de vlasoogst
tegemoet gezien, vooral daar dit jaar weinig is verhuurd."
Tot hoofdingelanden van den Anna Paulowna-Polder
zijn gekozen de heerenjhr. mr. J. H. v. Foreest v. d. Palm,
S. Th. Beets, M. J. Tiele en J. C. Bloem.
Jl. Woensdag had te Zwaag een indrukwekkende
plegtigheid plaats; het oude schoollokaal werd verlaten en
het nieuwe in bezit genomen. De burgemeester en de leden
van den gemeenteraad dier plaats begaven zich ten 9 ure
naar het oude vertrek, waar de onderwijzers en de school
jeugd reeds bijeen waren, en deze werden door het hoofd
der gemeente opgewekt en uitgenoodigd om der in alle
opzigten slechte leerplaats vaarwel te zeggen en zich naar
de uitstekend goede zaal te begeven, waar meer licht
en frissehe lucht hen wachtten. Na het zingen van
een afscheidslied togen de kinderen, onder het geleide
van hunne onderwijzers, naar het nieuwe gebouw, het
welk de burgemeeeter met een kort, krachtig en zeer
toepasselijk woord aan leeraren en leerlingen inwijdde en
aan de waakzame zorgen van den hoofdonderwijzer opdroeg.
De reeds vrij bejaarde man beantwoordde die toespraak met
klem en nog jeugdig vuur, en al wat hij sprak droeg het
kenmerk van zijne liefde voor het ouderwijs. Daarna had
er eene uitdeeling van prijzen plaats, vooral ook om te
strekken tot een blijvend aandenken aan dit feest; vele
opzettelijk daartoe vervaardigde liederen werden tot afwis
seling met geestdrift gezongen, en ten slotte werd de
schooljeugd onthaald op koek en chocolade. Het school
lokaal is verbonden aan eene woning voor den hoofdonder
wijzer en aan een raadhuis voor de gemeente, en het geheel
is zó<5 ingerigt, dat Zwaag er x-oem op kan dragen. Eere
dan ook aan het dag. bestuur en den gemeenteraad, welke
zoo onbekrompen in dezen hebben gehandeld en die duidelijk
hebben getoond, dat zij ook doordrongen zijn van de waar
heid: //vooruitgang is de leus van onzen tijd." (Noorden.)
Gisteren is te Schellingwoude een aangenaam feest
gevierd. De marmeren gedenksteen voor de sluis van het
Kanaal van Holland op zijn Smalst, met het opschrift:
irOp 29 April 1870 is deze gedenksteen gelegd door Z. M.
Koning Willem IIIwerd door den Koning, in tegen
woordigheid van den Prins van Oranje, verscheidene minis
ters en andere hooge notabiliteiten gelegd.
Na deze plegtigheid, die gevolgd werd door een driewerf
herhaald //Leve de Koning!» een salut van het geschut
en het spelen der volksliederen, neemt de heer Jitta het
woord, dankt den Koning en wijst op de vooruitzigten die
het tot stand komen van het kanaal voor Amsterdam oplevert.
Z. M. blijkbaar aangedaan, antwoordt daarop, roemt het
voorregt hem te beurt gevallen op dezen gedenkwaardigen
plek, en uitte in krachtige taal zijn beste wenschen voor
den voorspoed van heel Nederland en in het bijzonder van
Neêrlands hoofdstad, welker bloei hem altijd dierbaar is
geweest en steeds blijven zal. Zoo wel de kernachtige
rede des heeren Jitta, als die des Konings, werden luide
toegejuicht.
De directie van de Kanaal-Maatschappij had echter gezorgd
dat die plegtigheid niet maar zoo droogjes afliep; een flink
dejeuner volgde op de steenlegging.
Menige toast werd daar nog uitgebragt.
En zoo dan mag men aannemen, zegt het N. v. d. Dag, dat
lieden de eerste volkomene overwinning op het geweld des
waters door de ondernemers van het Kanaal door Holland op
zijn Smalst publiek is geconstateerdIn een breeden, diepen
kuil, gevormd door dammen, zooals men ze enkel in Holland
ziet, omringd door een onstuimige zee, recipieerde het
bestuur der Kanaalmaatschappij gisteren middag den Koning
en zijn troonopvolger, de regeerders en de bloem van den
lande en van die gemeente; daar binnen dien hoogen muur
van palen en van klei zaten rijk uitgedoschte dames als in
een schouwburg het tournooi des vredes toe te zien; daar,
vele ellen beneden den waterspiegel, hoorde men het ruischen
der muziek dat der haren overstemmen en zag men honderden
met dc meest mogelijke kalmte rondwandelen en zich ver
wonderen over het vreemde van hunnen toestand. Op
zulk een feit mag de Kanaalmaatschappij roem dragen en
daardoor gaf zij tevens een nieuwe bijdrage tot de zekerheid
dat het grootsche werk der doorgraving van //Holland op
zijn Smalst» met rassche schreden vooruitgaat.
Jl. Dingsdag avond werd te Amsterdam de bijeen
komst van moderne godgeleerden door prof. Rauwenhoff,
uit Leiden, geopend. Dr. A. Réville hield eene rede over
de godsdienstige beweging te Neufchatel. Bij meerderheid
van stemmen werd besloten, dat ten volgenden jare ook
leden der gemeente, die de beginselen der nieuwe rigting
zijn toegedaan, zullen toegelaten worden.
Jl. Woensdag namiddag heeft een jongen op het
Leidsche plein te Amsterdam een schop van een paard in
den nek gekregen, met het ongelukkig gevolg, dat hij op
de plaats dood bleef.
Het Leidsch Dagblad meldt, dat Prins Frederik wel
in de volgende maand terugkeert, maar HD gemalin waar
schijnlijk nog eenigen tijd te Cannes zal verblijven, om
later met een jagt, door Z. M. den Koning afgestaan, het
grootste gedeelte van de reis naar Nederland te aanvaarden.
De lijfarts van H. K. H. moet bepaald ontraden hebben,
de reis per spoor af te leggen.
Te Utrecht heeft zich dezer dagen het droevig geval
voorgedaan, dat een gehuwde moeder, na haar vierjarig
kind uit huis gezonden te hebben, zich den hals heeft
afgesneden.
Men schrijft uit Maarssen dd. 27 dezer aan het U. D.
De maatschappij tot bescherming van dieren is voorzeker
eene edele instelling: het is maar te bejammeren, dat haar
werkkring zich niet -ver genoeg uitstrekt of dat haar invloed
nog niet krachtig genoeg is, om in vele gevallen flink
handelend op te treden, en zich bijv. ook eens het lot der
arme jagtpaarden voor de Keulsche vaart aan te trekken.
Waarlijk, wanneer men die arme dieren, dikwerf naauwe-
lijks in staat om zich zelve voort te slepen, met geheel
openliggende en ontvelde borsten de zwaar geladen schepen
Vecht op- of afwaarts ziet trekken, dan wordt het hart
met medelijden vervuld, terwijl het oog zich met walging
afkeert. Wij weten niet hoeverre de magt der bevoegde
autoriteit om zulke mishandelingen te keer te gaan, zich
uitstrekt; maar wel weten wij, dat den Heidenschen Rood
huid en bovenal den Mohammedaanschen Arabier in de
behandeling hunner paarden, Christelijker gevoelens bezielen
dan menig Christelijk jager van Nieuwersluis of van de
Roode brug te Utrecht.