1870. N°. 56.
Woensdag 11 Mei.
28 Jaargang.
AANBESTEDING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORDHOLLAND.
BINNENLAND.
HELDERSCHE
EIV NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
bonnementsprij8 per kwartaal1.80.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 1regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsrnimte berekend.
Zondag den 15 dezer vertrekt, per laatsten
trein van den Helder, de West-Indische mail over
Southampton.
Op Donderdag den 19den Mei 1870, des namiddags ten half
drie ure, zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noord-
holland te Haarlem, bij enkele iusehrijving worden aanbesteed:
a. De duinbeplanting en het stellen van rietschuttingen
op Texel en den vasten wal van Noordholland, ia
drie perceelen.
e. Het leveren van brik, zet- en stortsteen en het
bestorten der Heldersche zeeweringin twee
peroeelen.
De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar,
verkrijgbaar aan het lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd,
aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op het Stadhuis te
Amsterdam en bij den Opzigter van den Waterstaat W. Ph. DE
KEUIJFF te Helder.
Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd
ingenieur van den Waterstaat te Haarlem, bij den Ingenieur
J. M. F. WELLAN te Alkmaar en bij den Opzigter W. Ph. DE
KRUIJFF te Helder.
HELDER en NIEUWEDIEP, 10 Mei.
Zr. Ms. schroefstoomschip de Amstel, onder bevel van
den luit. ter zee 1ste kl. K. C. Bunnik, is, volgens een bij
bet Dep. van Marine ingekomen telegram, op zijn terugreis
van de Kust van Guinea, den 7 dezer te Falmouth aan
gekomen. Aan boord was alles wel.
Naar men verneemt, heeft zich jl. Vrijdag een 3tal
deskundigen aan boord begeven van het voor het Indische
loodswezen bestemde stoomvaartuig Argus, om een nader
onderzoek in te stellen naar de zeewaardigheid van dat
vaartuig. (Hbl.)
De 60ste verjaardag van H. K. H. Wilhelmina Frede-
rika Louise Charlotta Marianne, Prinses der Nederlanden,
werd gisteren alhier op de gebruikelijke wijze gevierd.
De officieren der Artillerie-Schutterij en van het
Artillerie-Vrijkorps hebben eergisteren hunne opwachting
gemaakt bij den heer van der Meersch, schout-bij-nacht,
directeur en kommandant der Marine alhier.
De kapt. J. Carp, van het 1ste reg. artillerie, belast
met de dienst van adjudant voor het materieel in de
vesting Naarden, is overgeplaatst naar hier, om het bevel
te aanvaarden over de 4de comp. van genoemd regiment.
De luit. ter zee 2de kl. E. Simon van der Aa wordt
belast met het bevel over het detachement onderofficieren
en mindere schepelingen, dat ter overvoer naar Oost-Indië
den 25 dezer te Rotterdam zal inschepen op het koopvaardij
schip Kortenaer, gezagvoerder F. Pot; met last om zich
bij aankomst in Oost-Indië ter beschikking te stellen van
den commandant der zeemagt en chef van het Departement
der Marine aldaar.
De heer jhr. Opperdoes Alewijn, te Hoorn, is benoemd
tot kommandeur der orde van de Eikenkroon.
Door den minister van Oorlog is eene circulaire
gerigt aan de bevelhebbers in de militaire afdeelingen,
inhoudende bepalingen ter aanmoediging van vrijwillige
oefening in de dienst der vesting-artillerie. In-dat schrijven
wordt toegezegd vermindering van diensttijd aan zoodanige
miliciens bij de vesting-artillerie, die hij hun in dienst
treden blijken geven van bekend te zijn met de artillerie-
dienst. De minister, als daartoe door Z. M. den Koning
gemagtigd, bepaalt, dat aan bedoelde miliciens vroeger dan
aan anderen het genot van groot verlof zal worden toe
gekend, zullende de eerste oefeningstijd van acht tot zes
maanden verminderd worden. De minister beveelt eindelijk
de genoemde bevelhebbers aan om voor jongelingen, die in
gemeenten woonachtig zijn, waar troepen der vesting
artillerie in garnizoen liggen en waar niet, zoo als aan den
Helder, een artillerie-vrijkorps bestaat, gelegenheid wordt
geopend om zich in de dienst der vesting-artillerie te
bekwamen.
Beroepen bij de Herv. gemeente te Purmerend ds.
W. Mijsberg te Zwammerdam.
Aangenomen het beroep naar de Herv. gemeente te
Oostburg door ds. P. K. Dommisse te Oude Wetering.
Tot predikant bij de Protest. Gemeenten in Nederl.
Indië is benoemd de heer J. van der Ven, predikant te
Heemskerk.
Een indijking van ongeveer 500 bunders schorren
ten oosten van Texel, genaamd „het Noorden», wordt
tegenwoordig druk besproken. Niet alleen als land
aanwinning, maar ook voor den polder Waal en Burg en
voor den Texelschen dijk, die tengevolge van het werk
een binnendijk zou worden, is die indijking zeer gewenscht.
Door den raad der gemeente Zijpe is aan den hoofd
onderwijzer der openbare lagere school te Anna Paulowna-
Polder, den heer W. van Amstel, op zijn daartoe gedaan
verzoek, wegens ligchaamsgebreken, eervol ontslag uit
gemelde betrekking verleend, behoudens aanspraak op pen
sioen, in te gaan den 1 Julij 1870.
Tevens is door den raad besloten ook aan de tweede
school te Anna Paulowna-Polder een hulponderwijzer te
plaatsen, op eene jaarwedde van 350, aangezien op die
school reeds meer dan 100 leerlingen aanwezig zijn.
Voor een en ander worden bereids sollicitanten opgeroepen.
Aan den heer G. IJ. Blaauw is, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als kapt.-comm. van het corps,
gevormd uit de Scherpschutters-Vereeniging „West-Fries
land", te Schagen.
In de Zondag 11. gehouden voormiddag-godsdienst
oefening der Hervormde gemeente te Alkmaar is de nieuw
beroepen predikant, de heer Kraijenbelt, van Heemstede,
door zijnen vader in zijn dienstwerk bevestigd. Des
namiddags trad de nieuwe leeraar voor het eerst voor de
gemeente op.
Men meldt aan de Amst. Crt., dat de heer Calten,
hoofdingenieur bij de marine te Amsterdam, van daar ver
plaatst zal worden, als directeur-adsistent, naar de fabriek
te Feijenoord, om aldaar gedetacheerd van het Departement
van Marine, voor drie jaren werkzaam te zijn.
Jl. Zondag herdacht ds. J. J. L. ten Kate, te
Amsterdam, zijn 25jarige predikdienst, waarvan Z.Ew.
gedurende 10 jaren binnen die gemeente werkzaam was.
Uit 37 sollicitanten is jl. Vrijdag te Beverwijk tot
gemeente-secretaris gekozen de heer Cnoop Koopmans,
advocaat te Amsterdam; deze met het lot tegen den heer
H. la Rivière, te Soetermeer.
Aan den heer D. R. A. Margadant, te 's Hage, is
de uitgeloofde eereprijs toegekend voor zijn plan van een
nieuw schoolgebouw te Beverwijk.
Drie zwagers te 's Hage zagen elkaêr gisteren morgen
vreemd aan, toen zij zich voor hetzelfde doel bij den
ambtenaar van den burgerlijken stand aanmeldden, namelijk
|om hem de bevalling hunner echtgenooten op denzelfden
dag aan te kondigen (D).
Er uit, er uit! hoorde men, met accompagnement
van uitgedeelde stokslagen, jl. Donderdag in een herberg
aan het Groenewegje te 's Hage roepen, en een groepje
nieuwsgierigen verzamelde zich voor de deur, om te zien
welke drinkebroer daar zoo onderhanden genomen werd.
Verschrikt stoven ze echter uit elkander, toen er een....
koe naar buiten kwam die, met andere voortgedreven, de
openstaande deur was binnengewandeld. (V).
-Omtrent het gebeurde in de kerk der Hervormden
te Vlissingen, deelt thans de betrokken officier zelf, de
heer Guyot, in het Vaderland het volgende mede:
In de kerk ben ik door niemand verzocht mijn pet af
te nemen; hadde men zulks gedaan, ik zou als fatsoenlijk
man onmiddelijk daaraan voldaan hebben; zoodra ik drie
maal daartoe had moeten uitgenoodigd worden, zonder aan
het verzoek te voldoen, zou ik onverantwoordelijk hebben
gehandeld; maar nu ik, op mijn schouder voelende tikken,
opziende, zekeren postdirecteur Esser ontwaarde, die met
dreigend gebaar en opgeheven vinger zeide: „Geef geen
aanstoot!" meende ik aan dat bevel niet te moeten voldoen,
en zeide eenvoudig: „Neen, mijnheer!» waarna ik mijne
lectuur voortzette. Oogenblikkelijk daarop had het tooneel
plaats, dat zooveel opschudding in de nieuwsbladen heeft
verwekt en waarbij ik het geluk had kalm te blijven,
ofschoon het bij nader inzien misschien beter geweest ware,
indien ik ter zelfverdediging den heer Esser zijn verdiend
loon had gegeven.
De brievenbesteller Bloemen te Remersdael vond in
den laatsten tijd bij het ligten van de brievenbus daarin
grashalmen, draden, enz. Hij kon maar niet begrijpen waar
dat vandaan kwam, want de bus stond buiten het bereik
der kinderen. Eindelijk zag hij, dat een vogel uit de opening
van den mantel der bus kwam vliegen, en bij onderzoek
vond hij daarin het nestje met vier eijeren van een basterd-
nachtegaal. Men heeft het nest niet verstoord in de ver
wachting, dat het broedsel zal uitkomen.
Te Maastricht begon een paar, dat des morgens om
elf uur voor den burgerlijken stand en daarna in de kerk
door den huwelijksband „zamen" was verbonden, te huis
om 12 uur zoodanig met elkander te vechten, dat geen
van beiden een heel stuk kleeren meer aan het lijf had.
De man verliet daarna zijne woning, en de vrouw ging
den gehuwden staat verwenschen bij hare buren.
Jan Hubert Huberts is door het Prov. geregtshof
in Limburg tot zeven jaren tuchthuisstraf veroordeeld, ter
zake van doodslag op zijn negenjarig zoontje gepleegd.
Aangekomen schepen te Batavia vddr 23 April:
Fop Smit en Nederland. Vertrokken: Gebroeders van
der Beek en Stad Leijden.
Te Soerabaija stierf onlangs een 44jarige klerk bij
's lands pakhuizen, die, zonder het zelf te weten, reeds
jaren eigenaar was van een landgoed, dat minstens ƒ30,000
waard is. Eerst bij zijn dood bleek zulks aan de boedel-
aanvaarders.
Het Weeklad voor Lager-, Middelbaar- en Gym
nasiaal Onderwijs bevat o. a. een artikel, dat tot opschrift
draagt„De onderwijzer uit een financieel oogpunt
beschouwd.» Daarin vergelijkt een onderwijzer, die 400
per jaar verdient, naar aanleiding eener advertentie in de
Haarl. Courant, zijn toestand met dien eener „bekwame»
keukenmeid, die, behalve kost en inwoning, 100 salaris
en „rnim verval» heeft. Die vergelijking leidt tot eene
droevige uitkomst. De schrijver van het artikel slaat dan
ook een zeer droevigen toon aan en vraagt dringend om
verbetering in het lot van hen, in wier hand de toekomst
van het vaderland ligt.
In het jongst verschenen nommer der Nieuwe Bijdragen
voor 't Onderwijs levert een verklaard tegenstander der
schoolpligtigheid het volgend programma, welks bepalingen
hij zou wenschen, dat in ons vaderland tot wet zouden
worden verheven.
1. Kinderen beneden 12 jaren mogen geen werk ver-
rigten in fabrieken, magazijnen of op andere plaatsen van
nijverheid of industrie. 2. Jongens of meisjes boven 12
jaar kunnen als dienstbaren aangenomen worden, indien
zij óf een diploma kunnen overleggen, dat zij in de eerste
vakken van het lager onderwijs voldoend onderrigt hebben
genoten, óf dat zij bewijzen kunnen geven, in die vakken
niet onbedreven te zijn. 3. Aan alle jongens en meisjes
moet van hun 12de tot hun 18de jaar minstens acht uur
in de week de gelegenheid worden gegeven om onderwijs
te ontvangen. Op hun 18de jaar of later ontvangen zij,
na onderzoek en bij bevinding van bekwaamheid, een tweede
diploma. 4. Niemand heeft stemregt bij verkiezing voor leden
van gemeenteraden, van Provinciale Staten of van de Tweede
Kamer, die niet van een diploma, als hiervoren bedoeld,
voorzien is. Hiervan zijn zij uitgezonderd, die bewijzen
kunnen geven, dat zij het uitgebreid lager onderwijs met
vrucht hebben bijgewoond, of de hoogere burgerschool of de
academie hebben bezocht. 5. Alleen zij, die van een diploma
bovenbedoeld voorzien zijn, indien zij niet op eene andere
wijze toonen, dat zij in de vakken van het lager onderwijs
bedreven zijn, kunnen naar openbare ambten en betrekkingen
als sollicitanten toegelaten worden.
In volkrijke steden, waar een aanmerkelijk getal
vrouwen en meisjes een goed deel van den dag werkzaam
is in scholen, winkels, kantoren, fabrieken en dergelijke
inrigtingen, of met lesgeven aan huis den kost moeten
verdienen, bestaat behoefte aan eene of meer geschikte
verblijfplaatsen, waar die dames zich in hare vrije tusschen-
uren kunnen heen begeven, waar zij des noods haar middag
maal nuttigen en den tijd verder aangenaam kunnen door
brengen. Haar eigenlijk te huis toch is niet zelden in de
goedkoopere, maar ook verder afgelegen buitenwijken dier
groote steden te zoeken, en het ontbreekt velen aan de
gerieflijkheden des levens en aan goede lectuur.
Geen wonder dan ook, dat eene behoefte als de genoemde
in het practisclie Engeland op maatregelen heeft doen
zinnen om daarin te voorzien. Zoo heeft men in Londen
een soort van dames-societeit gesticht onder den naam van
„Women's Club-and-Institute», 77 Newmanstreet W. Dit
clubhuis is geopend van 's morgens 8 tot 's avonds 11 ure.
Men vindt er een leeszaal, een schrijfvertrek, eene goed-
koope restauratie en eene goede boekerij. De voornaamste
dagbladen en tijdschriften liggen er ter inzage. De jaar-
lijksche contributie voor het lidmaatschap is 3, die vooruit
moet betaald worden. Niemand wordt lid, die geen
voldoend getuigschrift van fatsoenlijkheid kan overleggen.
Welligt verdiende het overweging of men in steden als
Amsterdam en Rotterdam niet wèl zou doen, wanneer men
eene dergelijke inrigting in het leven riep. (A.D.v.N).
In onzen tijd, nu de vrouwen niet meer denken aan
haar toilet, zich niet beklagen over haar toestand en zich
zoo bescheiden en ingetogen gedragen, is het opmerkelijk
niet alleen de beterschap op te merken, welke zij zeiven