STATEN-GENERAAL. BUITENLAND. Zo UE in deze bewillegt en het door mij gelieft ten uitvoer gebragt te hebben zo verzoek ik dat het DE nog ophoud een Veertien daag laater alzo ik Negen weken aan de koorts heb gelabereert en nog veel te zwak ben om zoo werk te verrigten. ben Haarlem, Uwe Meedeburger den 7 v Sept. 1796. (get-) Jacobus van Aanhout. Uit het Westland wordt geschreven, dat jl. Woensdag de nieuwe aardappelen van daar naar Amsterdam zijn verzonden. De Amersf. Ct. meldt, dat de inzender van het berigt omtrent de zonderlinge verkooping te Veenendaal zich maar een nul vergist heeft met zijne opgaaf van de waarde des inboedels, want deze was niet 60,000 waard, zoo als hij meldt, doch nog niet eens 6000. Dat de verkoop niet meer dan 100 opbragt, heeft hij niet overdreven, al is dit bijna ongelooflijk. Ook te Veenendaal is men verwonderd dat de erfgenamen, die hunnen zwager tot den verkoop noodzaakten, niets kochten. Men denkt, dat angst of vrees voor een aantal fabriek-arbeiders, vroeger bij hun zwager en gedeeltelijk nog in zijne dienst, daartoe aanleiding heeft gegeven. Zelfs moet een heer uit D., die op een enkele kaveling des inboedels bood, het noodig geacht hebben ijlings het hazenpad te kiezen. Ook bij den verkoop van onroerend goed moet het in dien geest zijn toegegaan, en een burger, die het huis inzette, verliet spoedig het logement waar de inzet werd gehouden, als wordende door den tuin knecht, huisknecht, enz. alleraardigst om den tuin en om het huis geleid. Het moet er zeer prettig zijn toegegaan, en zelfs wordt nog napret verwacht, zegt de Amersf. Cit. In de vorige week is eene dienstmeid te Amerongen bevallen van drie kinderen. De moeder mag zich alléén in het bezit der zuigelingen verheugen, want zij kent voor deze drie geen éénen vader. De heer M., rijks-ontvanger te Vlissingen, onlangs op zijn verzoek gepensioneerd, heeft nu 14 dagen geleden met zijne familie die stad verlaten, om in een dorp in Noord- Brabant te gaan wonen. Die ongelukkige, die reeds eenigen tijd door een //idee fixe» gefolterd, aan krankzinnigheid grenzende toevallen leed, is op dat dorp uit het raam gesprongen en heeft zich in een vijver verdronken. Verdriet in zijn huisgezin beschouwt men hier als oorzaak van dien noodlottigen zelfmoord. De groote spoorweg- en kanaalwerken te Vlissingen naderen hunne voltooijing en lokken vele nieuwsgierigen, die zich over de kolossale werken verbazen. Gepasseerden Zaturdag ging een aankomend jongeling van Almkerk naar het land, aan den Ippelschen Hoek, om te ploegen, toen het paard plotseling schrikte en op hol ging. Het jonge mensch kreeg hierbij de ploegschaar in het been en wel zoodanig, dat hij, niettegenstaande hem aanstonds heelkundige hulp werd verleend, aan de gevolgen daarvan is overleden. Zijn lijk werd jl. Woensdag aldaar ter aarde besteld. Op Zondag jl. was de uitspanning //Laatste Stuiver", op den weg van Zutphen naar Deventer, het tooneel van eene vreemde, alles behalve kiesche vertooning. Een ge zelschap jongelieden had eene correspondentie gevoerd met een heer te Amsterdam, die voor zijn zoon eene vrouw zocht, en die in den waan verkeerde van met een Zutphen- sche schoone te hebben gecorrespondeerd. Het gevolg van vrij lange correspondentie was het geven van een rendezr vous op den bovengenoemden //Laatste Stuiver.» Vader en zoon wachtten lang op de aankomst van de schoone, wier persoonlijke kennis zij hoopten te maken. Eene bende jongelieden begaf zich in hetzelfde lokaal, waar de beide heeren hun verblijf hielden, hield daar eene quasi-verga- dering en las gedurende deze de verschillende brieven voor, die van den huwelijks-candidaat te Amsterdam waren ingekomen. Dat beide heeren vreemd opzagen, toen zij hunne eigene brieven hoorden lezen, en bespeurden dat zij de dupe waren geworden van een bedrog, behoeft wel geene bijzondere vermelding. Vooral de vader trok zich de zaak zeer aan, zoodat enkele jongelieden welligt spijt zullen hebben gehad van de zaak zoo ver te hebben gedreven. Voor eenige dagen werd te Enschedé door den slagter Cletsoway een schaap geslagt, zoo buitengewoon vet, dat bijna geen vleesch meer aan het dier te vinden was. Het losse vet woog ruim 20 halve kilogrammen. Op 11 dezer zaten te Leeuwarden p. m. 100 huis gezinnen op straat bij gebrek aan woning. Naauwelijks heeft de natuur de plantenwereld in groeu gedost en prijken tal van vruchtboomen inet heer lijken bloesem, of reeds hoort men in de omstreken van Assen weder klaagtoonen aanheffen over de rupsenplaag. Ook te Assen zelve was het voorheen zoo gesteld, doch sedert het verboden is vogelnestjes uit te halen, en de politie hierop een streng toezigt uitoefent, heeft men daar over niet te klagen. Wenschelijk ware het dus zeker zoo alle gemeenten dit voorbeeld volgden; de moeite daarvan zou wel beloond worden. Jl. Donderdag nacht is te Winschoten uit een der vertrekken van het spoorweg-stationsgebouw ontvreemd een voor de aldaar gevestigde correspondenten der Nederl. Bank bestemd kistje met geld, inhoudende, naar men zegt, 6000 aan specie. De dieven schijnen het kistje ter zijde van het stationsgebouw geopend te hebben en in hun bedrijf gestoord te zijn gewoiden. Althans men heeft gisteren ochtend het kistje gevonden, alsmede ongeveer 1000, die daarbij op den grond verspreid lagen. Ook uit het buffet zijn verschil lende zaken gestolen. Te Winschoten houdt de schutterij geregeld de exer citiën in burger-tenue, daar de schutters niet zelf hunne kleeding willen bekostigen en het gemeentebestuur die niet wil verstrekken. De orthodoxen te Meppel laten inteekening-lijsten rondgaan tot bekostiging van predikatiën van gelijkgezinde predikanten van elders. Een heer, die ernstig ziek lag, ontving van een ondernemer van begrafenissen de volgende missive: //Waarde heer! Vernemende dat gij reeds ver op weg zijt naar de vallei des doods, recommandeer ik mij tot liet leveren van een doodkist, waarin gij welvoegelijk uw reis kunt volbrengen. Uw onderdadige dienaar, N. PS. Zie aan de ommezijde onze prijscourant van differente begrafenis-benoodigdheden.» Eerste Kamer. Zitting van Vrijdag 20 Mei. Na eenige beraadslaging is met eenparigheid van stemmen besloten, om het voorstel van de heeren Cremers en Viruly tot wijziging van het Reglement van Orde der Kamer tot onderzoek naar de afdeelingen te verzenden. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 19 Mei. De Kamer zet hare beraadslagingen over de wetsvoordragt tot afschaffing der doodstraf voort. De heeren v. d. Linden en v. Voorthuijsen verdedigen het ontwerp en daarna houdt de minister van Justitie eene uitvoerige rede, waarin hij verzekert uit volle overtuiging de bedoelde afschaffing te hebben voorgesteld, zich het tot eene eer rekenende zulks te hebben voor gedragen. Hij wijst er op, dat vroeger pijnbank, geeselpaal en brandmerk zijn afgeschaft, zelfs tepronkstelling, zonder dat dit tot toeneming der misdaden heeft geleid. De minister wijst o. a. ook op de onherstelbaarheid der dood straf en beveelt voorts de voordragt aan met het oog op de verbetering der misdadigers. Hij ontkent, dat het volk zoo ingenomen is met de doodstraf en herinnert dat, toen hier te lande de laatste executie plaats vond, er na lang zoeken één zandschipper gevonden werd, die haar wilde uitvoeren. De heeren Heemskerk Az. en Heydenrijck hebben hunne bezwaren tegen het wetsontwerp staande gehouden en nader toegelicht. Zitting van Vrijdag 20 Mei. Hervatting der beraad slagingen over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf. Het amendement van den heer de Brauw, om de doodstraf in eenige bijzondere gevallen behouden te doen blijven, werd verworpen; een gelijk lot onderging het voorstel van den heer Beyma thoe Kingma, om de doodstraf mede uit de militaire strafwetten te verwijderen. Ten slotte werd het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf aangenomen met 48 tegen 30 stemmen. Thans is rondgedeeld de memorie van beantwoording nopens de wetsvoordragt tot regeling der schutterijen. Naar de in de wetsvoordragt aangenomen sterkte, zullen de schutterijen reeds in tijd van vrede een aantal van p. m. 54,000 ongehuwde mannen bevatten, van welke, naar de deswege gemaakte berekeningen, ruim de helft, p. m. 28,000 man, bij de militie of het vaste leger hebben gediend. Deze 54,000 man, in corpsen (bataillons) ingedeeld en de meest geoefenden hunner zoo veel mogelijk reeds in tijd van vrede in afzonderlijke compagniën vereenigd, zullen ongetwijfeld ruimschoots de 16,000 man opleveren, om, bij het ontstaan van oorlog, ter aanvulling van het leger en de militie te kunnen worden bestemd. Na de mobiel verklaring staan de schutterijen onder het krijgsbevel. De minister van oorlog zal derhalve, voorgelicht door den inspecteur, de meest geoefende, de meest weerbare bataillons, onverschillig of die uit de steden of van het platteland herkomstig zijn, voor de velddienst kunnen aanwijzen. Zou men, naar sommiger wensch, een nog meer militair karakter aan de schutterijen willen geven, men zou ze het gemeentelijk karakter, dat van plaatselijke wapenmagt ont nemen, die haar volgens de Grondwet toekomt. Bij de overweging in de afdeelingen van de Kamer van het wetsontwerp tot vestiging eener nieuwe gemeente Anna Paulowna hebben enkele leden verklaard, dat zij noode hunne goedkeuring daaraan zouden schenken. Bijeen voeging van vele der kleine gemeenten hier te lande, schijnt veeleer dan splitsing der bestaande in het algemeen belang wenschelijk. Daarbij vroeg men, of het bevolkings cijfer, dat in de nieuwe gemeente zal worden aangetroffen, wel den maatregel wettigt. De groote meerderheid der leden was echter van oordeel, dat de vestiging dezer nieuwe gemeente op voldoende wijze is geregtvaardigd. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De luit. ter zee 1ste kl. C. P. van der Star, de off. van adm. 3de kl. D. A. van der Laan en de adj. adm. B. Janse, dezer dagen uit Nederl. Oost-Indië teruggekomen, zijn op non-activiteit gesteld. De 2de luit. H. van Herwerden, van het 4de bat. 7de reg. inf., te Amsterdam in garnizoen, is op verzoek voor een jaar op non- activiteit gesteld. F r a n k r ij k. De heer Charles Dollfus beweert in de Temps, dat, wat men ook van de heerlijke gevolgen van het plebiscit moge zeggen, de toestand nog onveranderd dezelfde is. //De zwarte stip", schrijft hij, //bestaat nog.» Die stip is de dood van Napoleon III. Wel beweert de Keizer in zijne proclamatie, dat het //ja» des volks den overgang der kroon op zijn zoon gemakkelijk zal maken, maar van nabij bezien is het tegendeel waar, nu juist door dat //ja» meer dan ooit het bestuur over Frankrijk in den persoon des Keizers is vereenigd. Hoe meer zulks plaats heeft, hoe onzekerder de erfelijke monarchie wordt. Het conservatief instinct is daarvan zoo zeker, dat, zoo dikwijls er sprake is van den dood des souvereins, eene rilling de behouds- mannen aangrijpt, en angst voor de dynastie hen doet verbleeken. Wanneer in België, Engeland, Nederland, Zwitserland of Amerika, waar het zwaartepunt der regering in de vertegenwoordiging des volks is gelegen, de levens draad van den souverein of president dreigt afgebeden te worden, ziet men dan de meerderheid zoo sidderen en beven, of de hoop op het gelaat der onverzoenlijke minder heid schitteren? Voelt men dan den grond trillen onder zijne voeten, en ziet men de poorten van het onbekende geopend, waarvoor men met ontzetting terugdeinst? O, neendaar is geen schrik en ontzetting, omdat er geen gevaar is; daar kent men geen persoonlijk gouvernement, derhalve ook geene noodzakelijkheid, om de geëerbiedigde, maar door en door onschadelijke dynastie te verdrijven. Prins Napoleon is niet naar Vienne gegaan om het standbeeld van Ponsard te helpen onthullen. Zijn rede voering was af en alles klaar, maar op 't laatste oogenblik is hij als een echt liefhebber van zeetogtjes voor de reis opgetornd. In plaats van naar Vienne, denkt hij thans naar Suez te gaan, om de breedte van het nieuwe kanaal te meten en de diepte er van te peilen, omdat, naar hij vernomen heeft, de stroom der dividenden meer en meer dreigt te verzanden. Hij is op dit punt een Thomas, die liever zien wil dan gelooven. Zijne gemalin gaat intusschen met de kindertjes naar Meudon. In de Katholieke dagbladen van Parijs leest men het volgende telegram uit Rome van verleden Maandag: //Op de tentoonstelling van kunstgewrochten, dienende voor de Katholieke eeredienst, alhier door den Paus bij gelegenheid der algemeene kerkvergadering aangerigt, heeft de uit reiking der toegekende belooningen en eerehlijken plaats gehad, in bijzijn van den Heiligen Vader en voor het oog eener zeer talrijke schare. //De Paus heeft daarbij eene treffende aanspraak gehouden. Hij wees op de liefde der Kerk voor de kunsten en voor de wetenschap. ////De Kerkelijke Staat, hoe klein ook (zeide hij), zoekt de kunsten in volmaaktheid, de wetenschap in grondigheid en diepte vooruit, te brengen. Tegen ver andering is de Kerk enkel op het punt der zedewet, der regtvaardigheid en der waarheid. Nieuwe geloofsartikelen scheppen wil zij niet; zij spreekt uit en verkondigt, wat zij ten allen tijde heeft geloofd; en zij zet aan het oude geloof nieuw licht bij.» Een verschrikkelijk onheil heeft dezer dagen een der aanzienlijkste familiën van Auch bijna tot wanhoop gebragt. De dochter des huizes, 18 jaren oud, heeft zich jl. Don derdag met rattenkruid vergiftigd, meenende dat zij kinine innam. In weerwil van alle aangewende pogingen om haar in 't leven te behouden, is zij den volgenden morgen onder de hevigste pijnen bezweken. Engeland. De Nottingham Guardian deelt mede, dat een onder nemende kerel het groote plan had opgevat een tentoon stelling van zuigelingen te houden. Er waren verscheidene prijzen uitgeloofd, alleen de vraag wie de prijzen zou toe wijzen gaf eenige moeijelijkheid. Naauwelijks was de zaal geopend, of een lange stoet van mama's met cherubijntjes op de armen kwam binnenmarche'eren. Toen het bleek dat de eerste prijs voor het wicht van het zwaarste gewigt zou beschoren zijn, deed zich een merkwaardig incident voor, want een jonge vrouw, moeder van een drieling, beweerde dat in dit geval werkelijk de drie één waren en haar de prijs toekwam. De jury dacht er echter anders over en bekroonde een dik kind, toebehoorende aan het echtpaar Winterbottom. Voor het netst gekleede kind was ook een prijs uitgeloofd. De expositie is zoo wèl geslaagd, dat er sprake van was om ze te laten volgen door een tentoon stelling van jonge meisjes. De Britisch Anti-Tobacco Society hield dezer dagen hare jaarlijksche vergadering. Het zeer uitvoerig rapport, toen uitgebfagt, is eene merkwaardige staalkaart van onheilen, welke uit het gebruik van tabak voortspruiten. Rookers, zoo wordt er in beweerd, lijden meestal aan ver lammingen; ze zijn zeer vatbaar om krankzinnig te worden; ze zijn in den regel drinkebroers; meestal zijn het onge- loovigenen in den regel zijn ze arm. Hoe is het mogelijk, zegt de Pall Mali Gazette, dat er, waar zulke vreeselijke gevolgen te duchten zijn, nog menschen gevonden worden, die den moed hebben, dat narcotische kruid in rook te doen opgaan. Hoe is het mogelijk, dat deze Society zoo bitter weinig opgang maakt, niettegenstaande de afschrik wekkende voorbeelden van jaar tot jaar vermeerderen. Verleden jaar waren de rookers in den regel nog slechts arm, verlamd, krankzinnig, godsdienstloos, nu worden ze gezegd ook zeer onderhevig te wezen aan een plotselingen dood. Dit laatste is een zegen (zegt de Gazette) want hoe eerder die geruïneerde, krankzinnige, hulpelooze roo kers dood zijn, des te beter. Te Edinburg heeft een 16jarige jongen een kameraad van 15 jaren zonder eenige reden doodgeschoten. De moordenaar werd 's nachts rustig slapende gevonden in een kar. Dnitsckland. De Keizer van Rusland is te Ems gearriveerd en heeft voor zichzelf en zijn gevolg niet minder dan 120 kamers gehuurdde hotelhouder heeft 10 equipages ter beschikking van Z. M. gesteld, terwijl 5 Arabische rijpaarden uit Rus land zijn meêgebragt. Niet weinig drukte wordt door het groot aantal policie-agenten veroorzaakt, die te Ems en op de spoorweg-stations in den omtrek de wacht houden om op de Polen uit te kijken, die soms iets in den zin mogten hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2