STATEA-GEAERAAL. B U I TE AL A A B. De voortvlugtige ontvanger te Valkenswaard is te Hasselt (België) in hechtenis genomen, zoodat zijne uit levering en overbrenging naar het huis van arrest te Eind hoven langs diplomatieken weg zal plaats hebben. Een landman te M., in de Betuwe, door ervaring geleerd hebbende dat de appel- en peerboomen meestal om de .twee jaren veel vrucht dragen en vooruit ziende dat de appelen en peren dit jaar zeer overvloedig en goedkoop zullen zijn, heeft zijne appel- en peerboomen beroofd van de bloesemknoppen, in hope dat zij in het volgende jaar, wanneer hij verwacht dat de appelen en peren weinig en duur zullen zijn, des te meer vrucht zullen dragen en hij des te meer geld zal maken. Vreemde speculatieDe landman beweert, dat zij hem reeds meermalen gelukt is. Te Tiel heeft jl. Donderdag avond de luit. ter zee lste klasse P. ten Bosch, die den togt naar Commendah heeft medegemaakt, een serenade ontvangen van de stedelijke schutterij, eenige notabelen en de leden van het Metalen Kruis. Jl. Woensdag zijn te Kerk-Driel zeven arbeiders woningen afgebrand. Naar men verneemt, waren daarvan eenige kinderen de oorzaak, die lucifers hadden aangestoken ten einde een vuurtje te maken. De verschillende vrucht- maar vooral de kruisbeziën- boomen te Blokzijl worden bijna kaal gevreten door eene kleine zwarte rups. Men schrijft dit toe aan de aan houdende droogte. - Harlingen heeft jl. Zaturdag feest gevierd over de tijding der aanneming van de haven-verbetering door de Eerste Kamer. De persoon, die zich jl. Donderdag op de stoep van het raadhuis te Groningen door een pistoolschot van het leven heeft beroofd, heette Maier, uit Wurtemberg geboortig, was door de Nederl. marine gepensioneerd met 61 'sjaars en is later gedurende een tijd verpleegd in 's Kijks bedelaars gesticht te Ómmerschans. In den ochtend van Vrijdag den 8 April is mevrouw J. A. Mijer, geboren Pietermaat, echtgenoote van Z. Exc. den gouverneur-generaal van Neêrl. Oost-Indië, na een langdurig en smartelijk lijden te Buitenzorg overleden. In antwoord aan zekeren X, die zich een voorstander betoont van de leerpligtigheid, schrijft zekere S. in het Weekblad van Lager-, Middelbaar en Gymnasiaal Onderwijs het navolgende, onder den titel: «Een kapitteltje." De jenever, de cognac en de wijn maken ons die mannen zijn als kinderen, als gekken. Huisgezinnen en famieljes storten ze in jammer en ellende. Gij weet het lieve lezer, de dronkenschap is een kanker voor de maatschappij. Een zittend leven is de pest voor uw eigen corpus'. Opstoppingen, asthma, onder- en bovenbuikspijnen, kromme ruggegraten, enz. enz. zijn de gevolgen van uw planten leven, en een volgend geslacht is er niet sterker om. Honger is een bot mes dat vilt, vilt tot op de kneukels, de kaken vilt, de kuiten vilt en ons tot een wandelenden kapstok maakt. Hij, de honger, doet ons waggelend gaan als een kip, die tegen het zonnelicht inlooptmaar., ge weet wat de honger doet of liever wat men uitgehongerd niet doen kan. Vele hongerlijders, gehoed of gepet, gechignond of geklapmutst om het even, vele hongerlijders passeren onze deur dagelijks. Waarachtig, de honger is een koorts voor de maatschappij. De honger jaagt den arme, als een onrustig geweten den deugniet. Eten is noodiger dan onderwijs. Zonder onderwijs kan men nog een bruikbaar lid der maatschappij worden, zonder spijs is men spoedig ad patres en dan bijzonder geschikt om opgezet te worden, als een zwijgend maar toch sprekend bewijs dat brood éérst noodig is en dan spaa; dat men met leege 30jarige hersens nog bruikbaarder is dan met eene maag die 20 dagen lang niets ontvangen heeft. Schoolverzuim is ook al een kanker voor de maatschappij. Er zijn nog meer parasieten, die wortelen aan en in ons volksgeluk; nog meer maatschappij-cholera's en cholerines, pestilentie's en kankerachtige misbruiken, en reeds van Adam af is men doende om geneesmiddelen te fabriceren en te consumeren. Van den hak op den tak springende, zijn we na een duizend jaar of wat en corps bij het school verzuim aangeland. Tegen een kleine contributie sluiten we ons bij de drijfjagt aan; zonder patent keuvelen we ons op marsch; daar gaan we! In een net zullen we het schoolverzuim vangen en dan naar Leiden's museum brengen. Niets ten halve, zegt X, en hij geeft ons de leerpligtigheid als de kolossus, die de onkunde aan hare borst zal drukken en met ééne omarming smoren. Een laatste snik! Boer en Jan Hagel kleeden zich in pontifikaal om het school verzuim naar zijne laatste rustplaats te helpen trans porteren. Laat ons juichen, roept X, en wij, op onze vrijheden prat, juichen we omdat de jonge Nederlanders zullen leeren lezen Neen! we vragen met welk regt de maatschappij ons kan dwingen tot we onze kinderen naar de restauratie zenden, waar hun het noodige? //nutrimentum spiritus" zal worden toegediend. Met welk regt dwingt ge den dreumes naar school, terwijl ge zijne ouders vergeet, die gebrek naar het ligchaam lijden, terwijl ge u niet verwaardigt zijn ouderen broeder te gedenken, die ligchaam en ziel krijgertje laat spelen in een jeneverglas. Als nu de gannef eens vraagt of de eedpligtigheid ook is ingevoerd de kleine denkt aan zijne ouders en de nuchterpligtigheid ook de kleine denkt aan zijn broer en ja, consequent moet X ook op de eet-, de nuchter-, de loop- of werkpligtigheid aandringen. Hoezeedus, mijnh. X., onze kleuters gaan op kommando naar school, maar andere kankers even gevaarlijk, mogen niet voortwoekeren. Hoezee! Daar is de school, daar de meesters en hier de discipelen. Hoezee! Daar is open tafel, daar zijn de koks en hier de eters. Leve de eedpligtigheid! Daar is de pomp, daar de bekers en hier de waterdrinkers. Leve de nuchterpligtigheid Leve alle pligtigheden Een looppligtigheid is nieuw en vermakelijk tevens Allen'- tot een marsch geroepen, 't Grootje hinkt van 't naaimachine." Weet je wat! mijnheer X,, ik zou in uwe plaats voor stellen eene groote kazerne te bouwen een dito cachot niet te vergeten daar gaan we heen (naar de kazerne vooreerst.) We gaan er school op kommando, eten er van wege de eedpligtigheid, dragen uniform, enz. enz. We niezen, hoesten, worden geboren en sterven... op kommando. Hoezee! mijnheer, en leve de consequentie! 1870. S. NB. X. bedoeld hier niemand persoonlijk. Het schoolverbond is een aardig tijdverdrijf, maar men gaat verder en spreekt van leerpligtigheid. Afschafïingsgenootschap is een aardig tijdverdrijf, maar hoe komt het dat men nog nimmer over eene nuchter pligtigheid heeft gesproken? durft men daar dan niet aan en aan het eerste wel Als men leerpligtigheid invoerde, zou men dan ook maar niet terstond voortzetten met herhaling-school- pligtigheid. Als iemand, zonder acte, zijn eigen kinderen eens wil onderwijzen, zou hij dat na de invoering van leerpligtigheid niet mogen doen? Hoe zou men denken over een Anti-leerpligtigheids- verbond De heer Chapelis-Coulvier Gravier heeft zijne weer kundige voorspellingen over 1870 openbaar gemaakt. In het voorgaand jaar had hij eene soortgelijke voor spelling over 1869 aan den minister van landbouw en handel in Frankrijk ingezonden, die, blijkens het verslag door het ministerie op het einde des j aars opgemaakt, op alle punten waren bevestigd. De heer Gravier, wiens veeljarige studie en ondervinding ten dienste staan, heeft ook dit jaar de maanden JanuarijApril tot grondslag voor zijne waar nemingen gekozen en bevonden, dat dit jaar, wat de weêrs- gesteldheid betreft, gelijk zal staan met 1862. Ofschoon dat jaar niet buitengewoon vruchtbaar was, was het toch oneindig voordeeliger dan 1861 en leverde overvloed van granen. Voor 1870 teekent genoemde weerknndige aan: Eene gematigde temperatuurbij afwisseling regen en droogte; over het algemeen meer regen dan droogte; herhaalde onweersbuijen. Eenige wenken, die niet voor een Franschen Prins alléén kunnen dienen. De heer Francis Magnard, redacteur van den Figaro, heeft jl. Zaturdag, bij de plegtigheid in de troonzaal, den Keizerlijken Prins gezien in de uniform van 2den luit. der garde. Hij heeft ook vernomen dat de Prins, tot voortzetting zijner militaire opvoeding, naar het kamp van Chalons zou gaan. Naar aanleiding van een en ander zegt hij, dat uniformen niet in zijn smaak vallen en steekt dapper den draak met die, welke, ook door niet militairen, bij officiëele plegtigheden gedragen worden. Die officiëele plegtigheden acht hij gevaarlijk voor den jongen Prins. //Ik zou niet gaarne willen, zegt hij, dat hij ging gelooven dat al die heeren zich aan hem hebben gewijd, dat hun geestdrift waarachtig is, dat die vergulde rokken een borduurseltje van hun kraag zouden opofferen aan hun overtuiging." z/Men zegt," gaat hij een weinig lager voort, //dat gij schrander zijt; gij moet het zijn, opgevoed door een vader, die slim is en een moeder, die waarlijk vrouw is. Zelfs heb ik losweg hooren vertellen dat het denkbeeld van erfelijkheid uw klein Parijsch hoofdje niet in wil. Vraag dan allereerst aan uw vader dat hij u geen soldaatje laat spelen. Wees goed ruiter, behendig gymnast, goed schutter, knap schermer, dat alles is wel, maar waarom moet gij, van uw jeugd af, in het vreedzame Frankrijk, met de attributen van den oorlog getooid zijn. Zeker zou men u niet als lid van het instituut, of als ingenieur van den waterstaat verkleeden, beteekent dat dat iedereen, nog voordat hij in de loting viel en soldaat werd, officier zou kunnen zijn? //Bovendien, vergeet niet dat het militair element dagelijks grond verliest in Europa.... //Ziehier, in grove omtrekken, hoe ik de opvoeding van den zoon van Napoleon III zou opvatten. Vooreerst zou men den achtenswaardigen en werkzamen generaal Frossard bedanken en den jongen Prins omringen met eene soort van professoraat, zamengesteld uit mannen van 30 a 40 jaar, die, elk in zijn vak, geroepen zouden zijn om zijne belang stelling in kunst, wetenschappen en zelfs in de gewone dingen des levens op te wekken en te bevredigen. Papa moest hem een klein coupétje, zonder wapens, op het portier, geven, waarmee hij Parijs moest rondrijden, nu eens een cursus in het College de France of aan de Sorbonne gaan volgen, dan weder, werkelijk incognito, de wijken bezoeken waar men lijdt en werkt.... Een andermaal moest hij, met zijn vriendschappelijke leermeesters en een of twee jongelui van zijn leeftijd, fabrieken en mijnen gaan zien. Voorts zou hij in zijn werkzaam leven eenige lastige maar noodzakelijke pligten moeten volbrengennl. eenige zittingen van den Senaat of van het Wetgevend Ligchaam gaan bijwonen. Ook moest hij met eenige opregte en eerlijke lieden de oppositie bladen en het geheele republikeinsche repertoire lezen; een weinig in de schouwburgen flaneerenen daar ik toegevend ben van natuur, zou ik hem van tijd tot tijd een bezoek in dat dierbaar Kamp van Chalons toestaan. Waarom niet? Er zijn wel burgers, die hun kinderen als zouaven kleeden...." (Vad.) Een boerenjongen had eenigen tijd naar een knappe deern //gevrijd." Ze hield van den knaap en hij van haar maar, de ouders waren er tegen. Kort daarna trouwt hij met een ander boerinnetje. Een paar weken later ontmoet hij zijne Ariadne, die terugkwam van den veldarbeid; toen ze hem zag, veegde zij een grooten traan uit haar oogen. Hij zag 't en ging naar haar toe. //Huil jij maar niet, Antje," sprak hij; yvoor drie weken ben ik met Micheltje getrouwd; maar de volgende keer trouw ik met jou. Hoor meid!» Eerste Hamer. Zitting van Zaturdag 28 Mei. Achtereenvolgens zijn door de Kamer aangenomen de navolgende wetsontwerpen: 1. dat betreffende de haven-verbetering te Harlingen, met 24 tegen 9 stemmen; 2. dat tot vereeniging der gemeenten Reeuwijk en Sluipwijk, met 18 tegen 13 stemmen-; 3. dat tot vereeniging der gemeenten Noord- en Zuid- Waddingsveen, met 25 tegen 6 stemmen. De Kamer is daarop tot nadere bijeenroeping gescheiden. Tweede Hamer. Zitting van Zaturdag 28 Mei. De beraadslagingen over de suikerwet zijn vervolgd. Onderscheidene leden hebben het woord gevoerd. De minister van Koloniën heeft, ter tegemoetkoming aan geopperde bezwaren, eenige wijzigingen in de wet aangebragt. De heer van Kerkwijk kondigde aan het einde der zitting een amendement aan, op te nemen in de 2de en 3de alinea. Zitting van Maandag 30 Mei. Met de behandeling der suikerwet wordt voortgegaan. Heden voortzetting. 3EN3EMGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De luit. ter zee lste kl. A. G. M. van Emde en de luit. ter zee 2de kl. H. J: van der Mandele, behoorende tot de rol van het wachtschip te Amsterdam, worden, ouder afvoering uit de rol van dien bodem en onder intrekking van hunne op non-activiteitstelling, met den 6 Junij a. s. gedetacheerd te Amsterdam, om vooreerst nog werkzaam te blijven bij de dienst der torpédos. De luit. ter zee 2de kl. 11. C. A. L. Jansen en de scheepsklerk J. II. C. Vermeer, behoord hebbende tot hef eseader in Oost-Indië en van daar in Nederland teruggekeerd, worden op non-activi teit gesteld. De luit. ter zee lste kl. K. C. Bunnik wordt, met den 5 Junij a. s., eervol van het bevel over het schroefstoomschip de Amstel ontheven en op non-activiteit gesteld; en dat bevel wordt met den 6 daaraanvolgende opgedragen aan den luit. ter zee lste kl. D. A. Coomans de Kuiter. De olf. van gez. 2de kl. J. K. Stakman Bosse, van het garnizoen te Zutphen, is verplaatst naar het reg-, grenadiers en jagers te 'sHage. België. Een militaire post van 12 man in de rue du Grand Hospice te Brussel is il. Vrijdag nacht het slagtoffer van een brutalen diefstal geworden. Toen de schildwacht zou afgelost worden, bemerkte men dat de geweren verdwenen waren. Dit vreemde voorval heeft den spot- en lachlust van het publiek in geene geringe mate gaande gemaakt, tot groote ergernis der militairen. F r a n k r ij k. Op de lijn van Poitiers is eene vreeselijke spoorweg ramp voorgevallen. Zes wagens van den trein van Limoges zijn jl. Vrijdag morgen ten 10 ure van eene glooijing van 70 voet hoogte in de vallei van Clain neêrgestort. Twee reizigers werden gedoodvijf anderen zeer ernstig gekwetst en alle personen, die in de wagens naar beneden vielen, hebben min of meer zware kneuzingen bekomen. Een der reizigers wordt nog vermist en men heeft alle reden om te vreezen, dat zijn lijk onder de massa overblijfselen van wagens, enz. bedolven ligt. Engeland. Te Londen wordt men bedreigd met eene strike onder de dienstboden. Deze vragen, wanneer zij eene maand in dienst zijn geweest, een pond sterling 12) verhooging, een maand later vragen zij weder vermeerdering van loon, wordt haar dit geweigerd dan gaan zij heen. Dit schijnt volgens eene bepaalde afspraak te gebeurenaan de dienst bode worden circulaires toegezonden, waarin haar die methode om vermeerdering van loon te bekomen wordt aanbevolen als proefondervindelijk gunstig gebleken. Langs dien weg zijn er nu keukenmeiden, welke 360 's jaars als loon ontvangen. In deze circulaire wordt evenwel op den voorgrond gesteld, dat men, om kans te hebben tot inwilliging van dezen eisch voortdurend de pligten, die op eene dienstbode rusten, naauwgezet en goed moet vervullen. De dames geven liever 200 voor eene goede meid, dan elk oogenblik de eene slechte tegen de andere te moeten verwisselen. De zeven slagtoffers van den moord bij Uxbridge zijn jl. Vrijdag ter aarde besteld. Honderde vreemdelingen, tot uit Londen toe, waren naar het dorpje Denham gekomen om de aandoenlijke plegtigheid bij te wonen. Ook was de nieuwsgierigheid groot om het tooneel der zevenvoudige gruweldaad te zien; maar met de vergunning daartoe was de politie zeer karig. Zij, die werden toegelaten, konden zien hoe het huisje van binnen met groen en bloemen was getooid, ter eere van de arme bruid. In een kastje heeft men 20 gouden souvereigns gevonden het sommetje dat Mary Ann een paar dagen vroeger uit de spaarbank had genomen, om het als bruidsgift mede ten huwelijk te brengen. Gelijk men weet is de dader van den zevenvoudigen moord in Denham, John Jones alias John Jenkins, reeds spoedig door de politie gevonden en door de j ury schuldig verklaard aan manslag met voorbedachten rade. Groote moeite kostte het, den schuldige aan de volkswoede te onttrekken en bij uitzondering zal hij niet voor den magistraat gebragt worden om het voorloopig gehoor te ondergaan, maai zal de regter zich naar de gevangenis begeven, daar de politie verklaard had, niet voor de veiligheid van den gevangene op straat te kunnen instaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2