STATEN-GENERAAL.
BUITENLAND.
Zaak van Pr. F. S. Elders.
Uit Zutphen wordt van 30 Mei gemeld: lil de afge-
loopen week heeft eene verregaande baldadigheid, om niet
erger te zeggen, groote sensatie en ontsteltenis bij de
burgerij verwekt. Des namiddags tusschen 12 en 2 ure
werden er twee kogels in een der lokalen van de hoogere
burgerschool geschoten. Twee vensterruiten werden ver
brijzeld en de kogels zijn in bet lokaal gevonden. Gelukkig
bevond zich toevallig op dat oogenblik niemand in het
bewuste lokaal. De politie heeft dadelijk onderzoek gedaan;
doch, tot beden zonder gewenscbt gevolg.
Onderscheidene burgers te Zwartsluis hebben aan den
raad een verzoek ingeleverd, om een vroeger genomen
besluit tot opheffing der kermis in te trekken.
Bij de arrond.-regtbank te Groningen werd jl. Vrijdag
eene voor den handel belangrijke quaestie bepleit. Het
gold de vraag, in boeverre een kassier aansprakelijk is
wegens verzuim, wanneer hij aan hem ter incasseering
toegezonden ongezegelde wissels 31 en 52 dagen na den
vervaldag onder zich houdt, terwijl de betrokkene inmiddels
zijne betalingen gestaakt en de trekker daardoor aanzien
lijke schade geleden had. De laatste heeft den kassier
gedagvaard tot het hekomen van vergoeding dier geledene
schade. De regtbank zou over drie weken uitspraak doen.
Uit den Noord-Oosthoek des lands wordt veel geklaagd
over nachtvorst, jl. Donderdag en Vrijdag nacht, die aan
de boekweit hier meer daar minder schade heeft toegebragt.
Dezer dagen had in de nabijheid van Sittard tusschen
twee kooplieden een vechtpartij plaats, waarbij de een den
anderen den neus gedeeltelijk heeft afgebeten.
Wij maken hierbij inzonderheid opmerkzaam op de
hierachter staande advertentie der heeren S. Steindecker
Comp. te Hamburg. Er wordt hier gesproken van
originele Loten voor een zoo rijkelijk met prijzen voorziene
verloting, dat zicli ook hier te lande eene aanmerkelijke
deelneming vooronderstellen laat. Die onderneming ver
dient des te meer het volle vertrouwen, omdat de beste
waarborgen van dien Staat gegeven zijn, en dat voornoemd
huis van alle zijden, wegens zijn doorgaans regtschapen
handelwijs en prompte voldoening van talrijke prijzen,
sedert lang bekend is.
In alle branchen, bijzonder echter met betrekking tot
de algemeen gezochte Brunswijksche originele loten, is het
vertrouwen geregtvaardigd, eenerzijds door de erkende soli
diteit van de firma, en ten anderen door den daardoor
voortgevloeiden enormen aftrek. De uithoofde van hare
naauwkeurig- en stiptheid, bekende staats-effecten-handel
van Adolf Haas, te Hamburg, wordt dan ook aan ieder
met warmte aanbevolen.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De luitenant-kolonel A. A. Keijzer, plaats-comm. 2de kl. te
Utrecht, is op pensioen gesteld.
Benoemd zijn: bij den prov. staf, tot majoor prov. adj. in Lim
burg, de kapt. G. A. Lambert; bij het 5de reg., tot luitenant-kolonel
de majoor D. P. C. Pottgieter van Laar; bij het 7de reg., tot majoor
de kapt. W. G. P. Tröestertot lsten luit. (naar ouderdom van rang)
de 2de luit. jhr. W. A. Röell, allen van het 7de reg. infanterie.
De off. van gez. 1ste kl. C. F. T. Hommel, dienende op het fregat
met stoomvermogen Admiraal van Wassenaer, en de off. van gez.
2de kl. D. Matak Fontein, dienende op het schroefstoomschip de
Amstel, worden respectivelijk met den 5 en 10 Junij op non-activiteit
gesteld en met den 6 en 11 Junij vervangen door de off. van gez.
2de kl. M. J\ Cijfveer en B. H. Thomson. Voorts worden ge
plaatst: met 11 Junij op het fregat met stoomvermogen Admiraal
van Wassenaer, de off. van gez. 2de kl. C. J. A. de Groot; met
1 Julij op het wachtschip te Hellevoetsluis, om tevens dienst te
doen in de maritime ziekeninrigting aldaar, de off. van gez. 2de kl.
E.M. van Lier; met 16 Junij op het wachtschip te Willemsoord, de
off. van gez. 3de kl.- S. F. Kruijt, om voorts met 1 Aug., gelijk
tijdig met den off. van gez. 3de kl. ,K. G. F. Ploos, gedetacheerd
te worden bij het hospitaal der Marine te Willemsoord.
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 31 Mei. Met de behandeling
der suikerwet wordt voortgegaan. Na breedvoerige discussie
zijn de onderscheidene amendementen, op deze wet voor
gedragen, 6 in getal, in stemming gebragt, en alle verworpen.
Artikel 1 is daarop aangenomen met 40 tegen 37, art. 2
met 41 tegen 36, en de geheele wet met 42 tegen
35 stemmen.
Zitting van Woensdag 1 Junij. Aan de orde is het
wetsontwerp houdende voorwaarden waarop aan calamiteuse
polders in Zeeland tegemoetkoming uit 's Kijks kas kan
worden verleend. De voorgestelde amendementen werden allen
verworpen, en het ontwerp met 59 tegen 1 stem aangenomen.
Op voorstel der commissie voor de verzoekschriften en
van den heer Stieltjes, is besloten het verzoekschrift van
deu heer S. E. W. Eoorda van Eysinga, ontslagen en ver
bannen ingenieur 2de klasse op Java, thans te Brussel,
waarin gevraagd wordt eerherstelling en pensioen, ter griffie
neder te leggen, en het adres in afschrift te verzenden
aan den minister van Koloniën met verzoek om nadere»
inlichtingen.
België.
De Indépendance Beige berigt, dat Prins Pierre Bonaparte
op nieuw een proces heeft. Hij beschuldigt iemand van
moord, niet van een mensch, maar van een wild zwijn.
De Prins beweert, dat dat zwijn zijn varken was, dat het
op zijn gronden is gedood, terwijl de houtvester beweert,
dat hij het zwijn dood heeft gevonden, dat er twee dagen
te voren een groote drijfjagt was gehouden, dat daarbij
waarschijnlijk het zwijn is gewond geraakt, en na 2 dagen
aan bloedverlies is gestorven. Een regtsgeleerde, dien de
beschuldigde raadpleegde, heeft hem geraden de bijeen
roeping van het hooge hof te eischen, en voor dat hof te
verklaren, dat hij van het zwijn een slag in het aangezigt
heeft bekomen.
F r a n k r ij k.
Gambetta heeft onlangs te Belleville een prachtige
redevoering gehouden, waarin hij zich en zijne partij streng
van alle Rochefortisme vrijpleitte. «Onverzoenlijken»
zeide hij „zijn diegenen, die niet tot geweld, niet tot
oproer, niet tot zamenzweringen hun toevlugt nemenzij
wachten geen overwinning van het geweld, maar van de
overtuiging. Moordenaars, wie zij ook zijn, moeten aan
het geregt worden overgeleverd; met de politiek hebben
zij niets gemeen.... Gelijk er tucht moet heerschen op het
slagveld, zoo heersche er ook in ons strijdperk, de Kamer,
orde en tucht."
Dezer dagen is aan de markt te Parijs 58,000 kilo
visch van verschillende soort afgekeurd, die door de buiten
gewone warmte was bedorven en zulk een onaangenamen
reuk verspreidde, dat men groote hoeveelheden ongebluschte
kalk moest aanvoeren, om daarmede die massa bedorven
visch te overdekken. Al de bureaux, op die hoogte der
markt gelegen, moesten dien dag sluiten, omdat de beambten
wegens den ondragelijken stank het er niet konden
uithouden.
Jl. Woensdag heeft te Parijs een knaap van 11 jaren
een slagtersjongen in de Hal vermoord, omdat hij zijn hond
mishandelen wilde.
Jl. Zondag heeft in het Bosch van Chantilly een
wedren plaats gehad. De prijs, 77,000, is door een paard
van den majoor Pridolin behaald. Men berekent, dat op
dien dag meer dan 50 millioen francs aan weddingschappen
zijn aangegaan.
Het Petit Journal verhaalt in vollen ernst, dat een
visscher van Marseille dezer dagen een visch heeft gevangen
van een geheel onbekende soort. Het monster had eene
lengte van vijftien meters en woog meer dan 10,000 kilo
(zegge tienduizend kilogram). Tot het vervoer moest men
een kar bezigen, bespannen met 10 paarden. De redactie
van genoemd blad heeft verzuimd hierbij te voegen, dat het
dier met den hengel is gevangen.
Engeland.
De Engelsche dames zijn nog niet ontmoedigd door
de nederlaag van den heer Jacob Bright in het Lagerhuis
ten opzigte van zijn voorstel om het kiesregt aan onge
huwde, onafhankelijke vrouwen toe te kennen. Dezer
dagen nog had er te Londen eene meeting plaats, die door
een aantal conservatieve staatslieden en verscheidene dames
werd bijgewoond en waarbij lady Amberley, de jeugdige
echtgenoote van den oudsten zoon van graaf Russell, ge
durende anderhalf uur, met veel overtuiging en talent ten
gunste van de bedoelde uitbreiding van het kiesregt heeft
gesproken.
Geen zeer welriekenden ontdekking werd jl. Vrijdag
gedaan in een stal van zekeren Austin, lijkbezorger te
Londen. Men vond er vier lijken in verschillenden graad
van ontbinding. Bij een huiszoeking in zijn eigen woning
in Chichester-terasse werden nog 8 andere lijken, sommige
in kisten en een iu een aarden pot, gevonden. Het waren
kinderlijkjes, waarvan de begrafenis aan Austin toevertrouwd
was en waarvoor hem, althans gedeeltelijk de begrafenis
kosten waren uitbetaald.
De Derby-week is aangebroken. Gedurende een
zestal dagen wordt Londen door eene kleine stad in Surrey
overschaduwd, ja geheel geëclipseerd. Epsom is gedurende
dien tijd de metropolis van Engeland Londen is zijn
r voorstad. De straten in de hoofdstad zijn betrekkelijk ledig
concertzalen en theaters zijn gesloten; het Parlement heeft
acht dagen reqes genomende handel staat als het ware
stil. Alles stroomt naar de duinen van Epsom, om deel
te nemen aan dat nationaal volksvermaak bij uitnemendheid,
en dat nog uitnemender zou wezen, indien niet zoo velen
hun lust tot wedden botvierden, zoo dat zij hun geheele
fortuin soms op het spel zetten.
Algemeen is men van gevoelen dat het paard Macgregor
genaamd, de meeste kansen heeft te winnen. Duizende
weddingschappen (100 tegen 30) zijn op de vlugge pooten
van dat edele ras gesloten.
Te Tullamore zijn jl. Vrijdag een broeder en zuster,
wegens moord veroordeeld, gelijktijdig opgehangen. Zij
stonden hand in hand op het schavot, toen het noodlottig
luik wegviel.
Wat in langen tijd niet plaats had gehad, heeft men
weinige maanden geleden te Jaunepour in Engelsch-Indië
eens weder gezienhet verbranden namelijk eener weduwe
met het lijk van haar man. De Engelsche autoriteiten
hebben, naar aanleiding daarvan, zulke strenge maatregelen
genomen en zoo ernstige straffen aan omstanders en bloed
verwanten opgelegd, dat niet gemakkelijk eene herhaling
te vreezen is. Bij deze gelegenheid is echter die vrijwillige
verbranding voor een groot deel van het poëtisch waas
ontdaan, dat haar omgaf. De weduwe wijdde zichzelve niet
ten offer, uit wanhoop over den dood van den man, dien
zij zoo innig lief zou hebben gehad, dat zij zonder hem
niet leven kon. Zij moest sterven. Bedreiging en belofte
dwongen haar. En wel om die reden, dat een man in
Indië, zichzelven bewust hoe schandelijk hij zijne vrouw
behandelt, in de gedurige vrees verkeert van door haar te
worden vergiftigd. Er bestaat tegen dat gevaar geen zekerder
waarborg, dan dat de vrouw dok sterven moet, als de man
overleden is. Op die wijs gaat de poëzie werkelijk geheel
en al de wereld uit
Duitschland.
Bielant, te Berlijn, die, zoo als bekend is, wegens een
moordaanslag in den Dom aldaar tot 12 jaren tuchthuisstraf
veroordeeld was, is op bevel des Konings naar zijn ouderlijk
huiS teruggezonden, om daar de laatste dagen zijns levens
door te brengen, aangezien hij de tering heeft en wel spoedig
zal sterven.
Te Hamburg is een belangrijk tekort ontdekt in de
kas van de stads-waterleiding; de penningmeester en de
ingenieur daarbij werkzaam, hebben zich aan het verhoor
onttrokken door zich op te hangen.
Te München heeft de afgevaardigde Strauss voor
gesteld, het houden van binnenlandsche zangvogels aan
belasting te onderwerpen; in patriottische kringen ijvert
men zeer sterk tegen deze bepaling. Men zal dit misschien
minder vreemd vinden, wanneer men weet dat er in den
laatsten tijd bepaald een partij-kamp in Duitschland gewoed
heeft tusschen hen die niet gaarne de bosschen ontvolkt
zien en tusschen de liefhebbers van gekooide vogels. Graaf
von Beust b. v. is een trouw bezoeker van de Weener
vogelenmarkt, en besteedt enorme sommen voor sijsjes die
volksliederen kunnen fluiten. Te Berlijn echter wordt er
geen markt gehóuden en beschermt de regering de vogels;
het is daar geen zeldzaamheid wanneer men in een der
parken aan geheele scharen van kleine zangers de vrijheid
ziet geven.
Zwitserland.
Te Zürich had men dezer dagen een nieuwigheid te zien.
Een gezelschap heeren en dan^es, studenten of studentinnen,
zoo als de Freitags-Zeitung haar noemt, keerde huiswaarts
van een gezamentlijke botanische wandeling, onder geleide
van prof. Heer. Ruim een 12tal jonge dames, in studen
tinnen-kostuum, van kruiddoozen en portefeuilles voorzien,
gingen vooruit, daarop volgde prof. Heer en op eerbiedigen
afstand kwamen de studenten achteraan. Tallooze nieuws
gierigen vergezelden den stoet.
Japan.
Japan opent de eeuwen lang gasloten sluizen voor de
«overige wereld."
De jeugdige Mikado heeft eene proclamatie tot zijn volk
gerigt, waaruit ten duidelijkste blijkt, dat de regering der
priesters en rijksgrooten geen blijde toekomst heeft. De
Mikado zegt:
«Alle volken der aarde zijn vooruitgegaan en de menschen
reizen her- en derwaarts, terwijl alleen ons land zich houdt
aan zijne oude gewoonten en manieren, en niets weet van
de bewegelijkheid der vreemde volken. Ingemetseld tusschen
onze negen muren, bekommeren wij ons niet over de nieuwe
dingen in de buitenwereld en vergeten, dat welligt één dag
verzuim ons eeuwen van zorgen brengen kan. Wij roepen
de verwenschingen der andere volken over ons in, terwijl
wij ons land vernederen voor alle natiën der wereld en de
ontevredenheid onzer groote vaderen opwekken.
Deze volksramp betreuren wij ten zeerste.
Daarom hebben wij onze geheele huishouding van staat
in de kaïmos verzameld, en wij leggen de gelofte af, dat wij
in de voetstappen onzer goddelijke vaderen zullen wandelen
dat Niphon door onze hand zoo zorgvuldig zal geregeerd
worden, dat het volk geenerlei leed geschiedt, het land vrij
zij en de bevolking zoo zeker, alsof ieders huis op den top
van den Fugi-Yama gebouwd-ware. Ziedaar mijn opregte
wensch," dus eindigt de proclamatie van den Mikado.
Amerika.
Een verschrikkelijke wervelwind, zegt de Newark-
Courier, rigtte jl. Zondag te Paulsborough (Nieuw Jersey)
tusschen 1 en 2 ure verschrikkelijke verwoestingen aan.
Zijn omvang was klein, doch zijn uitwerking was groot.
Hij begon bij het Steven Stars Hötel, en ging zigzagsgewijze
naar het noorden. Hij vernielde eenige huizen en wierp
iederen boom en ieder hek om. Een kalf werd 200 el ver
uit eene schuur geworpen en wagens en karren werden
als strootjes omvergeworpen. Vervolgens maakte de wind
een boerderij gelijk met den grond, en wierp al de
kleederen vijftig Voet hoog in de takken der boomen.
Plotseling wierp de wind zich toen op de boerderij van
John S. Muller, van welke niets bleef staan. Aan de
rivier de Delaware gekomen, veroorzaakte de wervelwind
een waterhoos, welke echter geen verder nadeel deed, dan
dat duizenden visschen honderd el ver op het land werden
geworpen. Wij hebben geen menschenleven te betreuren,
doch de zoon van den heer Muller verloor zijn oog door
een vallende balk en een man, met zijn kind op den arm
werd over een muur «gewaaid," doch kwam met den schrik
vrij. Kagchels, pereboomen, zwaar geladen wagens werden
verreweg geslingerd en de wind was zoo hevig, dat hij
de veêren uit de ruggen blies van kalkoenen en
kippen."
Jl. Dingsdag was het reeds de zesde regtszitting, die het Prov.
Geregtshof aan deze zaak wijdde. Toch was de belangstelling, in
stede van te verflaauwen, bijzonder levendig. Het in grooten getale
opgekomen publiek toch was men verschuldigd aan de bekendheid,
'dat jhr. Salvador zou worden gehoord. De eerste getnige was
echter F. A. Hoeker, chef der firma Benten, juwelier en goudsmid
te Amsterdam, uit wiens verklaring bleek, dat er slechts een paar
bestellingen van zilver door mr. Wiersma bij hem gedaan waren,
welke mevrouw had afbesteld, en wel een zilveren tafelblad en een
couvert tafelzilver, ter waarde van f 20. Van meer bestellingen
herinnerde getuige zich niet. Twee brieven van mevr. W. daar
omtrent werden door den griffier gelezen, uit welke bleek, dat ook
zij „van Velsen Wiersma" teekende, waarop de president zijne
verwondering te kennen gaf in verband met het feit, dat mevrouw
het aldus onderteekenen van haren man als een bewijs zijner krank
zinnigheid had opgegeven. De verdediger vroeg nu echter aan
getuige„Welken naam heeft de heer Wiersma opgegeven Getuige:
„van Velsen Wiersma." Verdediger: „zou mijnheer aan het briefje
van mevrouw gevolg hebben gegeven, als zij had geteekend Wiersma?"
Getuige: „Misschien wel." Hierop verscheen de held van den
dag, jhr. Mozes Salvador, voorzien van een reistasch, waarvan de
president hem verzocht zich te ontdoen. Getuige verklaarde te
zijn 57 jaren oud en lid van den gemeenteraad van Haarlem, en
den beschuldigde niet anders te hebben gekend dan als stadgenoot,
zoodat hij hem op straat salueerde. Nadat de president hem had
verzocht plaats te nemen, vroeg hij hem, of hij mevrouw W. op
het parquet had aangesproken met de woorden„Kom, Louise 1
volg mij." Getuige antwoordde: „neen, dat is niet waar, ik heb
haar altijd aangesproken op de wijze waarop men een fatsoenlijke
vrouw van haren stand aanspreekt." President: „Hebt gij den heer
S. G. Wiersma eenig ongenoegen aangedaan en het voornemen
gehad hem, den wettigen vader, zijn kind te onthouden?" Getuige:
„Daaraan is door mij niet gedacht, ik had daarvoor te veel mee
warigheid met hem." President: „Ik kan mij begrijpen, dat gij
te zeer doordrongen zijt van de spreuk: „noblesse oblige", dan
dat gij geen medegevoel voor hem zoudt gehad hebben," Getuige
spreekt nu over de ongrondwettige gevangenneming van den be
schuldigde, over de beschuldiging van valschheid in het certificaat,