STATEN-GENERAAL.
BUITENLANDT~
het Nederlandsch tooneel te spreken. De voorloopige com
missie van het tooneel-verbond, wenscht: 1. de oprigting
eener maatschappij met afdeelingen in de voornaamste
steden van Noord- en Zuid-Nederland en een hoofdbestuur
te Amsterdam, welke maatschappij zich in de eerste plaats
het oprigten eener te Amsterdam te vestigen kweekschool
voor tooneelspelers en tooneelspeelsters ten doel zou stellen;
2. het uitgeven van een tijdschrift, gewijd aan de alge-
meene belangen van het Nederlandsclie tooneel3. dat het
hoofdbestuur, waar het dit noodig oordeelt, zal trachten,
de belangstelling van gemeentebesturen en andere autori
teiten voor het Nederlandsche tooneel op te wekken. Na
discussie is eene commissie benoemd, belast met het ont
werpen, op de aangegeven grondslagen, van statuten voor
de afdeeling Amsterdam der gewenschte Maatschappij,
welke later in overleg met het hoofdbestuur zulllen worden
vastgesteld. Tot leden dier commissie zijn gekozen de HH.
dr. Hubrecht, de Buil, Zimmerman, A. C. Wertheim, Hacke
van Mijnden, Hofdijk en de Brieder.
Te Beverwijk heerscht reeds sedert eenigen tijd groote
oneenigheid tusschen de leden der Israëlitische gemeente.
De aanleiding daarvan is een besluit, genomen in den
kerkeraad, om den voorzanger te ontslaan, als zijnde onge
schikt of yolgens het reglement onbevoegd om die betrekking
te vervullen. Dat besluit werd genomen met drie tegen
twee stemmen. Een van de twee tegenstemmers is de
voorzitter en deze nu wil aan dat besluit geen uitvoering
geven.
De gemeente is thans in twee bijna even sterke partijen
verdeeld. Wanneer de eene helft met haar nieuwen voor
zanger godsdienstoefening houden wil, dan mag de sleutel
bewaarder den sleutel van de kerk niet afgeven. Wanneer
de voorzitter met zijn partij de kerk wil openen, dan is
soms het slot veranderd, want het opensteken en vernieuwen
van het slot is aan de orde van den dag. In de vorige
week had dit weder plaatsen toen de kerk bestormd was,
deed zich het vreemde geval voor, dat de twee partijen
ieder met een eigen voorzanger terzelfder tijd in het gebouw
kerk hielden.
De drie kerkeraadsleden hebben thans den voorzitter zijn
ontslag te huis gezonden, op grond, dat hij volgens een
zeker reglementsartikel zijne pligten heeft verzuimd. De
voorzitter neemt dat ontslag evenwel niet aan, omdat,
naar zijn zeggen, een ander reglement verbindend is,
want aan reglementen schijnt men hier geen gebrek te
hebben.
Dat elke partij met waarlijk ongeëvenaarde veélsprekend-
heid tracht te bewijzen, dat liet regt aan hare zijde is, zal
wel geene nadere vermelding behoeven.
De uitvoer van nieuwe aardappelen uit het Westland
naar Engeland en Schotland, is tegenwoordig bijzonder groot.
Dagelijks worden duizenden hectoliters verzonden, tegen
ongeveer 6 per hectoliter.
Te Sluipwijk heerschen de mazelen zoodanig, dat de
school reeds voor de derde week gesloten is. Zij dragen
evenwel tot nogtoe een goedaardig karakter.
Duizenden nieuwsgierigen bezochten de landbouw
tentoonstelling te Goes en dat het niet enkel nieuwsgierigheid
maar ook belangstelling was, toonden vooral de Zeeuwsche
boerinnetjes, die zich alles haarfijn lieten uitleggen. Bij de
bezigtiging van een karnmachine vroeg o. a. een boerin
(die daar volstrekt niet preutsch en zonder complimenten zijn):
„Toe meneer, je most it mit dat maksien beuter maeken,"
waarop de aangesprokene eigenaar de mouwen opstroopte,
en zoo handig als een boerin melk en water in de karn
deed, en binnen eenige minuten aan de verbaasde boerinnen
een kluit boter toonde, waar zij niet hunne gewone karn
tonnen misschien een uur over zouden gekarnd hebben.
Als een bewijs hoeveel geld er thans voor het op
stam staand gras betaald wordt, kan dienen, dat er in den
loop dezer week in de omstreken van Deventer eenige
perceelen gras, die in het vorige jaar voor 60 a 70 ver
kocht werden, hetwelk men toen reeds duur noemde, bij
publieke verpachting den prijs van 160 a 170 hebben
opgebragt.
Te Kampen hebben twee vechtende broeders, die door
de politie gescheiden waren, elkander later weder opgezocht
en zijn op nieuw aan het vechten geraakt; daarbij heeft
de een den ander een geduchte snede over het gezigt
gegeven. De dader is in arrest. De strijd ontstond over....
5 cents.
Aan de Lemmer is een zevenjarig knaapje onder
den klap van een wipbrug zoodanig bekneld geraakt, dat
het na weinige oogenblikken is overleden. Borst en schouder
waren gebroken.
Jl. Donderdag werd te Meppel de van ouds alom
bekende Wollen-Donderdag'' gehouden. De wol-aanvoer
was belangrijkde aanwezigheid van vele kooplieden, vooral
uit de naburige en Hollandsche provinciën, maakte den
handel tamelijk geanimeerd. Men berekent de hoeveelheid
van dit artikel, thans ter markt gebragt, op p. m. 8000 kilogr.
De prijzen voor de gewone soorten bedroegen 70 a 90 c.
per kilogr.; terwijl voor uitgezochte puike kwaliteit ƒ1.20
a 1.70 besteed werd. Aanzienlijke partijen werden na
gedane inkoop per spoor verzonden
Het N. v. d. D. bevat een artikel, onder 't. opschrift
„Vooruitnaar Venezuela!' welks schrijver onze verwikke
lingen met genoemd land met ingenomenheid begroet. Hij
werpt de gedachte van alle mogelijke baatzuchtigheid verre
van zich, doch houdt vol dat zoo'n kleine variatie ons goed
zou doen. Het zou onze Tweede Kamer opfrisschen en
een eind maken aan onbeduidende binnenlandsche kwestiën
en koloniale haarkloverij. Het bewuste artikel bevat o. a.
nog de volgende regelen:
„Ook zou het voor velen onzer soldaten, die nu met
blanke sabels kroeg in kroeg uit loopen en oude jufvrouwen
een doodschrik op het lijf jagen, niet kwaad wezen als zij
eens mannen met wezenlijke sabels en geweren tegenover
zich zagen en een anderen moed leerden kennen dan den
gewonen jenevermoed, evenals het voor menigen 2den luite
nant, die nu zijn stoom dagelijks loslaat op de sociëteit
een uitkomst zou wezen als hij zijne heldenfeiten van het
billard mogt overbrengen naar het slagveld.
Zelfs voor onze scherpschutters zou het een buitenkansje
zijn, al hebben deze zich voorbehouden bij eventueelen oorlog
te mogen kiezen tusschen den huiselijken haard en het
bivouacvuur. Als ik mij vele zware baarden om kantoor
klerkskinnen en dikke snorren onder banketbakkersneuzen
voor den geest breng, heb ik reden te gelooven, dat er,
ondanks die voorwaarde, niet één zal t'huis blijven.
Vooruit dus, naar Venezuela!!
Het A. D. v. N. komt met warmte op tegen het
voorregt, den soldaat verleend, om in tijd van vrede en
buiten dienst wapenen te dragen. „Geene week verstrijkt
er," zegt het D. V. N., „of zij, die uit den aard der zaak
geroepen zijn, naast de politie, de orde en de veiligheid te
handhaven, maken daarop oneindig meer dan anderen
inbreuk. Dronkenschap en straatrumoer zijn overal bij onze
krijgslieden aan de orde van den dag; konflikten, niet
zelden met vreedzame burgers, nemen ons meer en meer
tegen de zonen van Mars in en eene moeijelijk te weer
houden verontwaardiging kleurt onze slapen, wanneer wij
het toe moeten zien, hoe zij, voor wier onderhoud de
schatkist in twintig jaren niet minder dan 417 millioen
heeft opgeofferd, met onze lankmoedigheid zóózeer den spot
drijven, dat ze het zijdgeweer durven keeren tegen hunne
betaalsheeren en weerlooze burgers met het zwaard
mishandelen." Zulk een toestand mag niet blijven
bestaan; zorgt de regering niet voor het wegnemen van
het euvel, de volksvertegenwoordiging moest die taak op
zich nemen.
Het Leidsche Dagbl. deelt mede, dat een halve eeuw-
is verloopen, sedert den heer Thorbecke, de doctorale
waardigheid bij de Leidsche Hoogeschool werd toegekend
en dat de regtsgeleerde faculteit en die der bespiegelende
wijsbegeerte en letteren, hem een blijk van erkentelijkheid
en belangstelling gegeven hebben, door hem per telegram
een hartelijken gelukwensch te doen toekomen.
Een vreeselijk treurspel vond zijn einde in zekere stad
op het oogenblik dat een gelukkig bruidspaar de cathedraal
verliet. Eenigen tijd geleden werd een jong gezel, een
metselaarsknecht, door zijn aanstaande bedankt. Weldra
hadden beiden op nieuw verkeering aangeknoopt; doch
ongelukkig trok het meisje van den metselaarsknecht haar
woord weêr in, en al zijne pogingen om haar hart op nieuw
te veroveren, leden schipbreuk. Op den morgen dat zijn
eerstbeminde in het huwelijk zou treden, ging de metselaar
het huis voorbij, waar het meisje woonde, dat thans zijne
liefde versmaadde, en welk huis tegenover de hoofdkerk
gelegen was. „Ha," riep hij haar toe, „nu kunt gij getuige
van mijn dood zijn." Hij liep de kerk binnen, waar voor het
altaar over een bruidspaar de zege werd uitgesproken; hij
bestijgt den trap, beklimt den toren en na een oogenblik
aarzelens springt hij uit een der klankgaten en valt op de
trappen van het voorportaal te pletter.
Twee geneesheeren zaten in consult voor het bed van
een patiënt en verschilden Zeer over den aard der ziekte.
De een hield vol, en de ander gaf het niet op, tot eindelijk
de eerste zeide: „Bij de lijkopening zal het wel blijken,
dat ik gelijk heb gehad."
Te New-York is het tegenwoordig grand-chique,
valsche tanden van diamant te dragen.
Eene muzikale dame in Amerika, mrs. Olive Logan
genaamd, heeft eene toekomst-opera gecomponeerd, waarin
een groote zwem-scène voorkomt, die het enthousiasme der
Yankees ten top gevoerd heeft. Het tooneel der handeling
is een zeebadde scène van het tweede bedrijf de open zee.
Hier ontmoeten de badgasten elkander in badcostuum, duiken
onder, duikelen over het hoofd, zwemmen op den rug, enz.
Een en ander met begeleiding van toepasselijke aria's, re
citatieven en koren.
Men vindt in een Parijsch blad het volgende verhaal: „Een
kleine jongen van een jaar of twaalf, Louis Debair, banketbakkers-
jongen, kwam jl. Donderdag van de markt, op zijn hoofd een korf
met eijeren en boter dragende. Bij St. Eustache gekomen, stootte
een onbekende den kleinen man zoo hevig aan, dat de korf kantelde
en de eijeren en boter op den grond, eene groote ommelet vormden.
Toen hij zijne gebrokene eijeren en zijn boter overdekt met slijk
zag, begon het arme kind hevig te schreijen en zich de'haren van
wanhoop uit te rukken.
Een heer, getroffen door zijn smart, gaf hem een geldstuk van
50 centimes en noodigde de toeschouwers uit hetzelfde te doen.
Iedereen wilde nu van zijn kant'tot dit goede werk bijdragen, en
weldra regende het geldstukjes in het voorschoot van den kleinen
jongen.
De knaap bedankte de gevers voor hunne edelmoedigheid, ver
volgens telde hij de som en had 32 fr. en 25 centim. gekregen.
Maar in plaats van deze som in zijn zak te steken, haalde hij
de rekening van de koopwaren, die hij had verloren, te voorschijn,
waarvan het totaal 24 fr. bedroeg. Hij nam alleen deze 24 fr. en
gaf de overige 8 fr. 25 cent. aan eene arme vrouw in lompen gehuld,
die te midden der menigte stond. Luide toejuichingen der menigte
bewezen, dat men gelukkig was in zulk een jongen leeftijd zulk een
fijngevoeligheid te ontdekken."
Ziehier hoe Dickens, die zijn loopbaan als journalist en verslag
gever begon, zijn eerste ondervindingen zelf beschrijft:
„Toen ik een jongen van 18 jaren was, ging ik voor het eerst
als verslaggever naar het Huis der Gemeenten. Ik heb die betrek
king waargenomen onder omstandigheden, waarvan mijn gildebroeders,
mijn opvolgers, zich geen begrip meer kunnen maken. Ik heb
dikwijls voor den zetter belangrijke redevoeringen, waarbij de striktste
naauwkeurigheid noodzakelijk was en waarin een fout mijn carrière
bedorven zou hebben, opgesteld uit mijne aanteekeningen, terwijl ik
op de palm van mijn hand, bij het onzekere licht van een lantaarn
schreef, in een postwagen met vier paarden bespannen, in het holle
van den nacht, door een woeste landstreek vliegende met een
spoed van 15 mijlen per uur. Ik heb eens te Exeter een ver
kiezingsrede van mijn edelen vriend, lord Bussell, gerapporteerd,
terwijl ik in het midden van een levendig gevecht van al de land-
loopers van het graafschap mijn aanteekeningen maakte, onder een
stortregen, zoodat twee goedhartige collega's een zakdoek boven
mijn notitieboekje hielden, als een troonhemel bij een kerkelijk»
processie. Ik heb de knieën mijner pantalons versleten door er op
te schrijven in de oude galerij van het Huis der Gemeenten
ik heb mijn schoeisel versleten, staande in dat ellendige kot,
waarin journalisten weleer in het huis der lords moesten staan.
Terugkeerende van staatkundige vergaderingen in de provincie, ben
ik omgevallen met elk soort van rijtuig, dat denkbaar is. Ik ben
soms 's morgens vroeg op 40 of 50 mijlen afstand van Londen in
den modder blijven steken met een wagen, waarvan de wielen
waren afgeloopen en toch kwam ik bijtijds te Londen. Nooit heb
ik de bekoorlijkheid, de aantrekkelijkheid van mijn oud beroep als
journalist vergeten en soms volg ik nu nog vervelende redevoeringen
op preeken, alsof ik er verslag van te geven had.
Tweede Hamer.
De zittingen van jl. Woensdag en Donderdag waren
gewijd aan de beraadslaging over het wetsontwerp tot
wijziging van sommige artikelen van het Wetboek van
Burgerlijke Regtsvordering. De minister van Justitie
opperde het denkbeeld, om, met het oog op het in het oog
vallend verschil van gevoelen omtrent de wet op de
regterlijke organisatie van 1861, de considerans van het inge
diende ontwerp terstond aan eene stemming te onderwerpen.
De heer Fokker deed een bepaald voorstel daartoe. In
stemming gebragt werd de considerans van het wetsontwerp
verworpen met 48 tegen 12 stemmen. De minister ver
klaarde daarop, ingevolge eene hem verstrekte magtiging,
het wetsontwerp in te trekken.
Vervolgens had in de zitting van Donderdag de inter
pellatie plaats van den heer van Goltstein, betreffende de
verwikkelingen in Venezuela tusschen den Nederlandschen
consul-generaal en de regering aldaar ontstaan, het in
beslag nemen van Nederl. schepen en het in hechtenis nemen
van Nederlanders, waaromtrent hij inlichtingen wenschte
te bekomen. De minister van Buitenlandsche Zaken gaf
nadere opheldering van hetgeen de Staatscourant omtrent
het gebeurde had medegedeeld en deed uitkomen, dat de
ontstane verwikkelingen in verband moesten worden beschouwd
met de politieke uitzetting van personen uit Cura^ao. De
ministet deed toezegging om eenige stukken, op deze aan
gelegenheid betrekking hebbende, aan de leden mede
te deelen. i
Zitting van Vrijdag 24 Junij. De Kamer heeft een
aanvang gemaakt met de behandeling der wetsontwerpen
tot regeling van het veeartsenijkundig staatstoezigt, de
veeartsenijkundige policie en de uitoefening der veeartsenij-
kunst. Art. 1 is aangenomen met 38 tegen 19, art. 2
met 33 tegen 26 stemmen. De artt. 3, 4 en 5 zijn mede
goedgekeurd. De Kamer heeft het voorstel des Voorzitters
om de schutterij-wet nog vóór het reces te behandelen met
39 tegen 24 stemmen verworpen. Er zijn 2 nota's inge
komen ter zake van de verwikkelingen met Venezuela.
F r a n k r ij k.
Het Journal Officiel bevat een rapport van den minister
van landbouw en koophandel over de beste middelen om
bij de heerschende droogte bet noodige veevoeder te kweeken.
De minister heeft in het belang der zaak de prefecten ge
last, dit rapport zoo spoedig mogelijk te verspreiden.
Jl. Zondag heeft de Centrale Maatschappij van Landbouw,
onder voorzitterschap van den minister van Landbouw en
Handel, de heer Louvet, te Parijs haar jaarlijksche open
bare vergadering gehouden. In de bij die gelegenheid door
den minister uitgesproken rede, leest men onder anderen
het volgende:
„Wij staan dit jaar eene moeijelijke proef door. De reeds
sedert verscheidene maanden aanhoudende droogte vervult
de gemoederen met levendige bezorgdheid. Mijn pligt brengt
mede, het land voor te lichien, en dewijl uwe tegenwoordige
vergadering mij daartoe de gelegenheid aanbiedt, zult gij
mij wel gelieven toe te staan, u den toestand te doen
kennen, zoo als die zich op dit oogenblik voordoet. De
uitzigten omtrent den oogst voor zoover deze niet r;eeds
een tekort heeft opgeleverd zijn op dit oogenblik
ongunstig. Er bestaat echter nog eenige hoop, dat het
najaar vergoeding zal aanbrengen. Gerst en haver, hoewel
op verschillende punten van ons grondgebied gedeeltelijk
reeds mislukt, kunnen, bij eene verbetering der weêrs-
gesteldheid, welligt nog teregt komen. De rogge levert
insgelijks redelijke uitzigten op. De tarwe, op de ligte
gronden kort van stroo en middelmatig van aren, staat in
de zware en wel toebereide gronden zeer goed. De wijn
gaarden verkeeren tot dusver in een ongemeen gunstigen
staat. Ik kan er nog bijvoegen, dat de berigten, die bij
mijn departement omtrent den toestand van den oogst in
de voornaamste landen van Europa en Amerika zijn inge
komen, nagenoeg algemeen gewagen van uitzigten op een
overvloedig beschot. Het zou dus zeer verkeerd zijn, indien
wij aan beduchtheid en moedeloosheid toegaven."
In Frankrijk is dezer dagen iemand op zijn buiten
verblijf overleden, die zijnen betrekkingen 200,000 frs. naliet.
Hij had dit vermogen uitsluitend verdiend door het binnen
smokkelen van boeken, waarvan de invoer in Frankrijk
was verboden. In een enkele maand gelukte het hem
50,000 exempl. van Yictor Hugo's „Chatiments" te Parijs
binnen te brengen. De politie heeft wel zijne helpers,
maar hem nooit betrapt.
Engeland.
De couranten behelzen thans bijzonderheden omtrent
het bij Newark, op den Grooten Noorder-Spoorweg, op
ongeveer 100 mijlen afstand van Londen, voorgevallen
ongeluk. Het schijnt, dat een der waggons van een goederen
trein, op het oogenblik dat deze een passagiers-trein van
bijna 30 rijtuigen zou passeren, uit het spoor geraakt en
in den weg van den passagiers-trein gekomen is, die daar
door gederailleerd en van den weg afgeworpen is. Meer
.dan 12 personen zijn, naar men zegt, om het leven gekomen
en 100 k 200 zijn meer of minder ernstig gekwetst.
De vischkooper Charles, in Arabella Row Pimlico,
bezit een zalm, die in de Tay (Schotland) gevangen is en
70 pond weegt (ongeveer 30 kilogrammen). De visch is