STATEN-GENERAAL. BUITENLAND. schutterskamp een bijslag op de soldij van 10 cents per man daags zal worden verstrekt. Te Breda is iemand gearresteerd, die het paard van een huzaar uit den kazernestal had gestolen. Erger kan het wel niet! Op de markt te Zevenbergen viel een steen, waar mede kleine jongens kastanjes afwierpen, op den kop van een grooten hond, die, woedend geworden, een der kinderen aanviel en in het aangezigt, den hals en het hoofd ernstig beet, zoodat het jongentje geheel bebloed en bewusteloos bleef liggen. De prijs van het hooi daalt en die van het vee rijst, zoo als na den régen te denken was. Van verschillende kanten ontvangen wij berigten, waarvan de tekst is: //het gewas staat over het algemeen heerlijk.» De ongeluks-profeten zijn vooreerst op non-activiteit gesteld, maar als het nog een dag of wat regent, worden zij weer actief. Jl. Zaturdag avond, omstreeks 11 uur, had er nabij het spoorweg-station Wolf hezen een droevig ongeluk plaats. De seinwachter Kuipers, die den extra-trein afwachtte, was in slaap gevallen, en ontwaakte eerst toen de trein reeds zeer nabij was. Hij wilde naar den overkant van den weg loopen, doch geraakte onder den trein met zijn hoofd en regter- armdeze zijn geheel verbrijzeld, zoodat hij op de plaats dood bleef. De overledene laat een weduwe met een kind na. De algemeene vergadering der Nederlansche Ver- eeniging tot afschaffing van den sterken drank zal dit jaar (eerste of tweede week van September) worden gehouden te Zwolle. Op de jl. Donderdag te Zwolle gehouden paarden markt, de laatste in dit saizoen, was de aanvoer klein, maar van goed ras. Liefhebbers van fraaije paarden konden er hunne gading vinden. Er is nog tot f 420 per stuk besteed. De waarde van het te Leeuwarden gedurende het iaar 1869 ter markt gebragte vee, vertegenwoordigt eene som van 9,385,914. In de Gron. Crt. wordt gevraagd, waarom op onze wegen geen vruclitboomen worden gezet in plaats van niet- vruchtdragende. Bij een verkoop van eiken, langs een weg geplant, bragten deze, na zestig jaren te hebben gestaan, gemiddeld 20 op. Waren daar vruchtboomen gezet, die met het derde jaar reeds vruchten dragen, men zou mogen berekenen, dat die jaarlijks gemiddeld 2 hectoliter of 4 zouden opbrengen, hetgeen gemiddeld 200 zou worden in 50 jaar. Welk een verschil in opbrengst! Trouwens, in Duitschland ziet men langs de wegen meestal ooftboomen geplant. Eenigen tijd geleden is in de dagbladen melding gemaakt van het vinden van een oud vaartuig in een veengrond onder Nijeveen (Drenthe). De directeur van het Rijks Museum van Oudheden te Leidéfi, de heer C. Leemans, heeft zich naar Nijeveen begeven om daar omtrent een onderzoek in te stellen, en hij heeft een verslag zijner bevinding in de N. Rott. Court. openbaar gemaakt, dat in hoofdzaak op het volgende nederkomt: Het vaar tuig lag in de rigting van Noord en Zuid, was uit een eikenstam vervaardigd, en had een afgeronden achter- en een spits toe- en oploopenden voorsteven. Het was lang 8,1, breed 1,12 en hoog 0,27 meter. De boorden en bodem waren 5 k 6 centimeter dikaan voor- en achtersteven was de dikte veel grooter. De punt ontbrak. Op ongeveer 1,5 meter van die punt af was het hout bij het uithollen uitgespaard, zoodat dit tot bank kon dienen. Voor zoover het vaartuig ontbloot was, waren de wanden vrij glad en de bodem plat bewerkt. Het geheel scheen eene aanmerke lijke vordering in het vervaardigen van dergelijke eenvoudige vaartuigen te bewijzen. Toch zou het vaartuig in een hoogen ouderdom opklimmen, tot een tijd, toen het niet zeer diepe veen nog niet in de plaats gekomen was van een meertje of andere watervlakte, die zich over een welligt uitgebreiden omtrek verspreidde. De heer Leemans twijfelt er aan, of het mogelijk zal zijn, het vaartuig in zijn geheel op het drooge te brengen. En mogt dit bij gedeelten gelukken, dan blijft het zeer de vraag, of het doorweekte en papperige hout weêr genoegzame vastheid erlangen en zoo ja, of het niet bij het droogen splijten zou. Het vervoer naar, en de bewaring in een museum zouden dus bijna onoverkomelijke moeijelijkheden opleveren. Te Maastricht had de varkensslagter J. van Hoof eene door pestbuilen aangetaste koe in stukken gesneden, en de huid naar huis genomen; des anderdaags voelde hij pijn aan den arm met toenemende zwelling. Hij riep geneeskundige hulp iri, doch het was reeds te laat. Een paar dagen later overleed hij, na vreeselijke pijnen te hebben geleden. Hij zal bij zijn werk zich gewond hebben en deze wond zal met het bloed van het dier in aanraking zijn gekomen. Aangekomen schepen te Batavia, vóór 18 Junij Gerredina Wilhelmina, Helena Henriëtte, Nederland Oranje, Nestor en Vesta. Vertrokken: Estafette. Een telegram uit Athene van den 4 dezer meldt, dat de stad Santorin door een aardbeving verwoest is geworden. Zoo als bekend is, worden de militairen geoefend in het op het oog schatten van afstanden. Dit geschiedt aldus, dat men hen bijv. zegt: op zulk een afstand kunt gij zien, dat een man een chacot op heeft, op zulk een afstand kunt gij het gelaat duidelijk van de chacot onderscheiden, op zulk een afstand ziet gij nog meer bijzonderheden •enz. Het schijnt ons toe, dat deze wijze van bepaling van afstanden dit gebrek heeft, dat zij voor verschillende per sonen verschillende resultaten moet geven, al naar zij meer of minder ver ziende zijn. Zij laboreert echter nog aan een ander gebrek, zoo als onlangs bleek, toen een luitenant aan een recruut vraagde om te zien, hoever hij het in het bepalen van afstanden gebragt had: //Hoever denkt gij wel, dat gindsche lantaarnpaal van ons af is?» //Wel, luitenant, dat kan ik immers niet zeggen!» //Waarom niet?» «Wel, die heit immers geen chacot op!» Frits, de oude tuinman van mevrouw G., die op een stil dorpje in 't Brabantsche in weelde haar ouden dag sleet, was gevaarlijk ziek en men verwachtte ieder oogen- blik zijn einde. Mevrouw G., een engel voor haar minderen in den volsten zin van het woord, had den tuindersknecht last gegeven Frits zorgvuldig op te passen. Het was 5 uur in den vroegen morgen, toen de knecht bij mevrouw aanklopte. //Mevrouw, mag ik een wit kleed hebben?» //Waarvoor? Is Frits dood?» vroeg de goede dame met een medelijdende stem. //Nog nie, mevrouw, maar de docter zait als dat ie 't gien twee ure meer haolt. Maar om zes uur gao ik nao de martik wou hem nou dus maar vast afleggen.» Eene moeder, uit den lageren stand afkomstig, wier bedrijf haar tot welvaart had gebragt, bezat eene knappe dochter, die zich zeer góed naar de gebruiken der meer bevoorregte standen wist te schikken en o. a. veel van de comedie hield. Dikwijls had ze hare moeder trachten te bewegen, eens mede naar den schouwburg te gaan, doch steeds vruchteloos. Eindelijk wist ze moeder over te halen, om eens te gaan zien naar eene opvoering van het blij- eindigend treurspel Wilhelm Teil. De goede vrouw keek zich, als ware 't, de oogen uit het hoofd, maar, aandoenlijk van gestel, valt ze van de eene ontroering in de andere. Eindelijk komt het imposante bedrijf, waarin Teil den jongen heer Teil den appel van het hoofd moet schieten. Nu kan de moeder zich niet meer goed houden, ze barst uit in tranen, grijpt hare dochter gevoelig bij den arm en roept haar toe, luid genoeg om door alle omzittenden gehoord te worden//Hoor je Bet, als de vent den jongen raakt, zal ik je een slag geven, daar je genoeg aan hebt, 't is jou schuld, dat ik hier in al die ellende zit. Een Maleijer, die onlangs van een reis naar Holland te Padang terugkeerde, werd gevraagd wat hij alzoo gezien en gehoord had en hoe hij dacht over Holland. //Wel»,zeide hij, //ik gezien veel, gehoord veel en spreek Hollandsch. Mooi land, koud land; ik bijna dood. Maar mooi kotta kotta en ales koelie in dat land. Alles werktwater werkt, rook werkt, wind werkt, vuur werkt, hond werkt, karbouw werkt, paard werkt, ijzer werkt, man en vrouw, toean en njonja werkt, alles werkt, doch varken niet; varken eet, drinkt en slaapt en (doet) anders niet. Varken is lekker in Holland, maar ik niet; te koud..., bc..r.» Men raadt de volgende methode aan, om zich van de verschheid van eijeren te overtuigen. Neem gewoon water, los daarin 30 pet. keukenzout op. Wanneer het ei goed is, zal het in die pekel zinkenis het bedorven dan drijft bet er in. Droomuitlegging. - Volgens den Talmud bestaan er vaste regels voor de uitlegging van droomen, meestal gegrond op de Heilige Schriften. Zie hier eenige voorbeelden: Als iemand in een droom een bron of wel ziet, is dat een voor spelling van voorspoed, volgens Gen. XXVI 19. „En Izaaks knechten graafden ih de vallei en vonden daar een bron van levend water." Indien men een ezel in zijn droom ziet, beteekent dat hoop op verlossing, een teeken van schuldvergiffenis, volgens Zacharia IX va. 9 „Uwe Koning komt tot u, hij is regtvaardig, hij brengt redding, hij is niet verheven en rijdt op een ezel." Als men witte druiven ziet in den droom, of ze in den tijd zijn of niet, dan is dat een goed teeken; zwarte druiven voorspellen kwaad, behalve wanneer het in den druiventijd is. Indien iemand in zijne droomen voorwerpen ziet, die water bevatten, is het teeken zoo goed als er een zijn kan, want dat visioen wordt alleen aanschouwd door hen, die God met al hun magt vreezen. Een vogel en een rivier in een droomgezigt beteekenen vrede en voorspoed. Het verschijnen van een os wordt op zes wijzen uitgelegd: 1. Droomt iemand, dat hij ossenvleesch eet, dan is dat een stellig teeken, dat hij rijk zal worden. 2. Indien de os hem bevuilt, voorspelt dit, dat zijne zonen tegen elkander opstaan zullen. 3. Bijt de os hem, dan beteekent dit, dat hem smart wacht. 4. Wordt men in een droom door een os geschopt, dan zal men spoedig eene lange reis onder nemen. 5. Wie op een os rijdt wordt magtig en groot. 6. Indien de os op den droomer rijdt, beteekent dit een spoedigen dood. Ziet men in een droom een wit paard, dan heeft men geluk te wachten; een donker paard, Zoolang het stil staat, is ook een goed teeken, maar, indien het zich beweegt, niet. Ziet men een kameel dan was het in den hemel besloten, dat men zou sterven, doch dat het besluit in tijds veranderd is. Alle verschijningen van wilde dieren zijn in het algemeen goed, behalve die van apen. Verschijnt Ishmaël aan iemand, dan wil dit zeggen dat zijn gebed verhoord is; verschijnt een gewoon Arabier, dan niet. Droomt men levendig eene lijkstalie te zien, dan kan men vertrouwen bij God genade gevonden te hebben. Leest iemand in zijn droom „Amen, gezegend is de Heer," enz., zooals in de godsdienstoefening in de synagoge voorkomt, dan kan hij verzekerd zijn den hemel in te gaan. Reciteert hij Deutr. VI 410, dan verdient hij dat de Schechinah op hem rusten zal. Gerst en weit beteekenen èn vrede èn overvloed; rogge, dat de zonde is weggenomen; vijgen, dat de kennis bij iemand blijft; olijven, dat men vele kinderen krijgt. Een olijfboom is het teeken van een goeden naam. Olijf olie beteekent, dat iemand zal toenemen in de kennis der wet. De wijnstok ziet op de verwachting van den Messias. Droomt iemand van een wijngaard, dan beteekent dit, dat zijn vrouw vruchtbaar zal zijn. Ganzen zijn een teeken niet van domheid, maar van wijsheid. Een haar beteekent, dat iemands vrouw een zoon zal baren. Eijeren voorspellen, dat iets, hetwelk men begeert, nog niet wordt toegestaan. Zijn de eijeren echter gebroken, dan wijzigt de beteekenis zich hiertoe, dat die wensch later zal ingewilligd worden. Slangen zijn een vast teeken van een goed inkomen. Deze verklaring grondt zich op Gen. III 4: „Stof zult gij eten al de dagen uws levens." Stof, zegt de Rabbi, is zoo menigvuldig, dat het den slang nooit aan voedsel ontbreken kan. Zij is dus een teeken voor hen, die rijk zijn. (Fr. Crt.) Schade doob musschen veboobzaakt. De hoogleeraar Giebel, te Halle, heeft de uitslag medegedeeld zijper onderzoekingen van musschenmagen. Van 73 jonge musschen, die hij tusschen den 18 April en den 14 Junij onderzocht, hadden er slechts 7 alleen zich aan graankorrels te goed gedaan, terwijl van de overigen in 46 magen alleen insecten, als kevers, maden, larven en rupsen gevonden waren. Van 46 oude musschen hadden er slechts drie alleen graan gegeten. Dit bewijst dat de musschen zich niet, volgens het beweren van sommigen, alleen met graan en vruchten voeden, en slechts van tijd tot tijd, bij wijze van versnapering, een kever of rups oppikken. Integendeel moet men ze beschouwen als groote insecten-verdelgers, als ware vrienden van den landman. Wij kunnen niet verlangen dat zij voor ons als 't ware in daghuur werken, en zich slechts zullen bezig houden met het verdelgen van insekten, terwijl zij alleen uit pligtgevoel een heerlijk toelagchende kers of een lekkeren dikken graankorrel zouden versmaden. De musschen houden, eren als de menschen, van afwisseling, en zijn niet tevreden met alleen vleesch of alleen groenten; zij verlangen het een zoowel als het ander. Oberdieck, in Hannover, heeft berekend, dat de schade, die de musschen jaarlijks aan dat land berokkenden, 28,000 hectoliter graan bedroeg: Deze berekening steunde echter op den inhoud van eene enkele musschenmaag, zoo dat de eene maag heeft moeten dienen om het geheele musschen- geslacht te veroordeelen. Tweede Kamer. Zitting van Vrijdag 1 Julij. Achtereenvolgens zijn behandeld de navolgende ontwerpen van wet: 1°. betreffende afstand van grond te 's Gravenhage, aangenomen met algemeene stemmen; 2°. tot wijziging en aanvulling der instructie voor de Algemeene Rekenkamer, na de ver werping van art. 1, zijn de overige art. en is het geheele ontwerp overigens aangenomen 3°. tot bekrach tiging der concessie aan jhr. mr. Teding van Berkhout, tot landaanwinning en bedijking van een gedeelte van het Friesche Wad door aanhechting van Ameland aan den vasten wal, aangenomen met 48 tegen 12 stemmen; 4°. credieten voor de Indische dienst, aangenomen 5°. tot onteigening van perceelen in de gemeente Baffio, met algemeene stemmen aangenomen; en 6°. tot ver hooging van de hegrooting voor Oorlog (materieel der genie), aangenomen met algemeene stemmen. Zitting van Zaturdag 2 Julij. Eenige wetsontwerpen van ondergeschikt belang (naturalisatie, ruiling en onteigening van gronden) worden achtereenvolgens aangenomen met algemeene stemmen. Bij de behandeling van rapporten, door commissiên uitgebragt, werd door een der leden bij den minister van Koloniën aangedrongen op overlegging der instructie van den gouverneur-generaal van Ned. Indië. De uitnoodiging daartoe werd gedaan naar aanleiding van het mailberigt, dat die landvoogd een buitengewoon crediet aan de Indische Spoorweg-Maatschappij zou hebben toe gestaan. De minister verzekerde, dat hij van bedoeld berigt geen kennis droeg en hield het voor niet goed de gevraagde instructie over te leggen. Het Yoorloopig Verslag omtrent het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp tot regeling der Bewaarscholen, luidt niet gunstig. Enkele leden verdedigden' de strekking er vande groote meerder heid echter was tegen eene wettelijke regeling als deze gekant. 8EN0EMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De luit. ter zee 2de kl. A. M. R. Wagner, behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en van daar in Nederland terug gekeerd, wordt op non-activiteit gesteld. F r a n k r ij k. Ter gelegenheid van het plebiscit heeft Keizer Napoleon III een overgroot aantal adressen van gelukwensching uit alle oorden des rijks ontvangen. Onder die adressen moet zich, volgens de Parijsche Univers, ook een van den volgenden inhoud bevonden hebben//SireDe ingezetenen der gemeente Lambrey, district Combeaufontaine (Boven-Saöne), hebben de eer U. M. den nederigen tol hunner dankbaarheid en verknochtheid aan te bieden. Wij hebben allen „ja» geantwoord en hopen, dat gij dit blijk onzer trouw wel gevallig zult aannemen, U tevens herinnerende, dat gij ons in zekere omstandigheid „neen» hebt geantrf oord. Onze waardige pastoor had ons eene som van 30,000 fruncs gelegateerd, ten behoeve van het onderwijs onzer kinderen en van de verpleging onzer kranken, maar door uwe onderteekening van een decreet van 30 Januarij 1863 hebt gij ons een voor allen smartelijk „neen» doen hooren. Sire! Wij zijn arm en het gemis van de bedoelde belangrijke som, ofschoon moedig door ons gedragen, is een hagchelijke zaak voor ons. Maar dit neemt niet weg, dat wij ons van harte verheugen over de sclioone overwinning, die gij bij de stembus hebt behaald, en dat wij de Voorzienigheid steeds zullen danken, die Uwe voor Frankrijk zoo onschatbare dagen verlengt en behoedt.» (Volgen de onderteekeningen van al de inge zetenen, door den maire gelegaliseerd.) Dezer dagen bevond zich een jeugdig Nederlander op een dorp nabij Montpellier, in het zuiden van Frankrijk. Op de markt was er groote drukte; er was een Chineesch gezin te zien voor één franc; vooral de taal der Chinezen wekte zeer de belangstelling der Franschen. Onze Hol lander ging ook zijn franc verkijken. Maar hoe stond hij verbaasd, de Chinezen plat Noordbrahantsch te hooren spreken. „Kerels,» roept hij uit, //ben jullie Chinezen, waar kom je uit Holland vandaan?» //Och, mijnheer, is Uwé Hollander, neem niet kwalijk, maar ik heb een vrouw en zeven kinderen, en wij spelen Chineesje, mijnheer, voor de kost, verraadt ons niet?» „En maak je daar nog al zaken meê?» „Ja zeker, mijnheer, ze hooren ons nog al graag praten.» En de Franschen stonden nog meer verbaasd, dat die vreemde heer zoo goed Chineesch kon spreken, hij werd zelfs zoo omringd, dat hij de hulp der policie moest inroepen, om uit het gedrang te komen.»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2