1870. N°. 92. Woensdag' 3 Augustus. ^Jt£- Jaargang.
Brand te Bodegraven.
BINNENLAND.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
S HELDERSCHE
EV iVIËUWEDIEPER COURANT.
,»Wij huldigen hot goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zattjrdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.80.
franco per post - 1.65.
Per laat§ten trein van den Helder vertrekt
Woensdag den 3 Augustus over Marseille de mail
naar Oost-Indië, China en Japan.
Zaturdag den 6 dezer vertrekt, per laatsten
trein van den Helder, de West-Indische mail over
$t. ÜTazaire.
Sedert de laatste opgave is bij de ondergeteekenden nog
ontvangen:
Van L. V. 2.50; N. N. 2 coupons elk 3.96, zamen
7.92, H. 2.50, V. A. 5.en voor den geneesheer
Spruit van R. A. 5.totaal 116.95. Namens de
Hoofd-Commissie worden de edele gevers hartelijk dank
gezegd en medegedeeld dat thans, ook door hunne bijdra
gen, genoegzaam in den nood door den brand veroorzaakt
is voorzien.
Helder, 1 Augustus 1870.
VAN VEEN VAN DER MEULEN.
HELDER en NIEUWEDIEP, 2 Augustus.
De courantlezer, die naar een nieuwsblad grijpt, verlangt
in deze dagen iets belangrijks van den oorlog te lezen. Al
het andere, het zoogenaamde gewone nieuws, heeft in deze
dagen te weinig waarde om daaraan eene bijzondere belang
stelling te wijden. Diplomatieke nota's, dépêches aan
gezanten of ministers, het opreis gaan van de grooten der
aarde, de aloude Romeinsche en Oostersche vraagstukken,
de berigten en mededeelingen omtrent al die anders zoo
gewigtige feiten, treden op den achtergrond, bij de gedachte
aan al het gewigt van den ontbrandden krijg. Wat nieuws
hebt gij, courantier! van den oorlog te vermelden?
die vraag is thans de gewigtigste, en de voldoening aan
dien eisch zou welligt verschoonend doen oordeelen over
een overigens niet belangrijken inhoud van het nieuws
papier. Helaas! wij moeten vreezen teleurstelling te
bereiden aan hen, die belangrijke gebeurtenissen, op het
oorlogstooneel voorgevallen, of nieuwe beschouwingen over
den aard en den omvang van den krijg wenschen te ver
nemen. Op het oogenblik toch, waarop wij dit resumé
der staatkundige nieuwstijdingen voor de pers in gereedheid
brengen, zijn we nog niet in staat te beloven, dat we in
onze /laatste berigten» aan dien uitgedrukten wensch zullen
kunnen voldoen. Een veld- of zeeslag is er nog niet voor
gevallen en bij de vrees, dat uitstel ook in dezen geen
afstel zal wezen, gelooft men dat het wachten geen bespa
ring van bloed tengevolge zal hebben. Te oordeelen naar de
toebereidselen, heeft men eene verschrikkelijke slagting te
wachten.
De tegenwoordige oorlog kenmerkt zich door een
nieuwigheid, tot nogtoe alleen gewoon bij tentoonstellingen.
Men looft prijzen uit te behalen door hen, die zich op het
oorlogsgebied door bijzondere daden onderscheiden. Vrij
belangrijke geldsommen worden beloofd aan hem, die het
eerste Fransche vaandel, de eerste mitrailleuse, of wel het
eerste stuk geschut verovert. Zelfs hebben de ingezetenen
van Osterode de som van 10,000 thaler uitgeloofd aan den
dapperen krijgsman, die Keizer Napoleon III levend of
dood zal in bezit nemen; men heeft echter verzuimd te
melden, of men Z. M. ook aan de eerzame burgers van
Osterode zal moeten afleveren. Het wordt op die wijze
voor den Keizer gevaarlijk en onveilig. Hij mogt zich
waarlijk wel door zijne dappere generaals voor onneembaar
doen verklaren 1
De Fransche troepen zullen Rome verlaten, dit is
een berigt, dat in de jongste dagen gedurig herhaald
wordt. Men voegt er bij, dat Napoleon tot dezen maatregel
zou overgaan, gedwongen door den belangrijken bijstand,
dien Pruissen uit Zuid-Duitschland ontvangt. Eindelijk gaat
dit berigt vergezeld van de mededeeling, dat Frankrijk,
onder de noodige waarborgen, de zorg voor de bescherming
van den Kerkelijken Staat en den pauselijken zetel zou
overdragen aan Victor Emmanuel. Frankrijk heeft in den
oorlog al zijne troepen noodig en het Romeinsche leger kan
dus niet worden gemist.
In ons vorig nommer gewaagden we van het verblijdend
teeken des tijds, dat er hoe langs hoe meer stemmen
opgaan, die aandringen op voortdurende handhaving van
den vrede. Schier in iederen kring zoowel hier te
lande als elders verneemt men een afkeurend oordeel
over den menschonteerenden krijg. Hoe men overigens
moge oordeelen over de Internationale Werklieden-veree-
niging, de woorden door de Nederlandsche afdeeling
gesproken in haar protest tegen den krijg, verdienen onze
belangstelling en waardeering.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
»Wij zijn overtuigd, dat de tijd des vredes naderbij
komt. Wat men nu ziet gebeuren zijn welligt de laatste
stuiptrekkingen van derzulker streven, die het geluk en de
welvaart der volken verstoren. Dat lage zelfzucht misbruik
make van de woorden: eer roerft, vaderland;menschen-
liefde en broedermin zij onze leus!»
De onderteekenaars van dit adres houden het er voor,
dat de oorlog onmogelijk moet worden gemaakt door de
weigering van de ten strijde gevoerde soldaten om de
bevelen tot vechten gegeven, op te volgen. Wij
gelooven, dat, als eenmaal de menschenliefde wortel heeft
geschoten in aller hart, de vorsten het wel niet zoover
zullen laten komen om eene weigering tot vechten af te
wachten.
Wij eindigen met dezen wenschMoge de vereeniging
tot het verleenen van hulp aan zieken en gewonden in
tijd van oorlog veel, zeer veel bijdragen tot verzachting
van het leed door den krijg veroorzaakt, en mogen allen,
die zich scharen rondom het «Roode Kruis» eene ver
eeniging vormen, die met den tijd de oorlog een bepaalde
onmogelijkheid maakt
Jl. Zondag avond woedde boven deze gemeente een
hevig onweder, gepaard met harden wind, zwaren stort
regen en hagelslag. Vele wandelaars werden daardoor zeer
onverwacht overvallen en zagen zich genoodzaakt een
schuilplaats te zoeken. De bliksem is in een huis, tevens
boerderij, op de Laan nabij de Walvischstraat geslagen,
drong door den kap in den hooiberg en stuitte waarschijn
lijk in den muur eener belendende bedstede. Kamer en
schuur stonden vol rook en damp en het hooi was reeds
in brand geraakt. Tijdig aangebragte hulp der buren
wendde verder gevaar af. Overigens zijn eenige huisdaken
en goten beschadigd en is er ook een boom door den
sterken wind omgeslagen. Schier in alle huizen had men
lekkage.
Gisteren voormiddag is alhier aangekomen Z. H. H.
Prins Hendrik der Nederlanden.
Een zonderlinge ontmoeting heeft in den nacht tus-
schen jl. Zaturdag en Zondag aan boord van het kruidschip
alhier plaats gehad. De wachthebbende marinier bemerkte
de nadering van een boot, waarin een 4tal personen zich
bevond. Op zijn herhaald geroep: //werda!» kreeg hij
volstrekt geen antwoordde boot werd langs boord gestuurd
en de daarin zijnde personen zouden naar boven stijgen,
toen den voorste nog nader door den schildwacht toege
roepen werd, dat het verboden was aan boord te komen.
Ongeacht de bedreiging, dat hij (de schildwacht) het be
klimmen van het schip met geweld zoude keeren, klom
de voorste man naar boven. De schildwacht gebruikte zijn
zijdgeweer en zag daarop de boot, waarin zich nu stellig
een lijk bevond, afdeinzen. Sedert heeft men niets meer
van de boot en de opvarenden vernomen en verdiept men
zich omtrent dit geval in gissingen. De sabel van den
marinier was met bloed bevlekt.
Nader vernemen wij, dat deze zaak een punt van ernstig
onderzoek uitmaakt. Wij willen dat onderzoek niet voor-
uitloopen en zullen daarom afwachten er iets naders van
mede te deelen.
De wacht op gemeld schip is intusschen aanzienlijk versterkt.
Blijkens achterstaande advertentie zal de heer A. B.
Weber op a. s. Zondag den 7 dezer eene volksvoordragt
houden, ten voordeele van de vereeniging «Het Roode
Kruis.» Wij vernemen, dat de heer W. daartoe zijne
lezing, jl. Donderdag in de afdeeling Helder van het
Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap gehouden, met
eenige omwerking, ten beste geven zal. Wij maken onze
lezers op die voordragt opmerkzaam en bevelen de onder
steuning van het streven des sprekers ten zeerste aan,
vooral om de belangrijkheid van het onderwerp in deze
dagen, als om het goede doel. Ook zal de vermelding, dat
het muziekkorps van het Koloniaal Werfdepot tot afwisse
ling muziekuitvoeringen geven zal, ongetwijfeld bijdragen
om de belangstelling in deze volksvoordragt te verhoogen.
In eene algemeene vergadering van het Metalen Kruis
alhier, is door de krijgers van 1830 besloten om, wanneer
de nood van het vaderland dit vorderde, ieder voor zich
zijne hulp aan te bieden bij dat wapen in die vesting, als
waarbij hij in de Belgische revolutie heeft gediend. Vol
geestdrift en onder het aanheffen van het geliefde Volkslied
werd dit besluit algemeen aangenomen.
Op den 2 Augustus 1831 ving de tiendaagsche veld-
togt aan. De dragers van het Metalen Kruis zullen zich
zeker in deze onrustige dagen die gebeurtenis van voor
39 jaren levendig herinneren.
Donderdag a. s. zullen alhier weder goedkoope volks-
treinen aankomen van Amsterdam en van Rotterdam.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Voor alle tot de garnizoenen behoorende officieren is
vergunning ingetrokken om burgerkleeding te dragen.
De jongste baron van Brienen van de Groote Lindt
heeft met eigen betaalde monteering en paard als vrijwilliger
dienst genomen bij de huzaren.
Aan mr. J. Woldringh is, op verzoek, eervol ontslag
verleend als raadsheer in het Prov. Geregtshof te Groningen.
Het besluit van de Synode om de doopformule niet
verpligtend te maken, berust op de volgende overwegingen:
.Vooreerst dat, aangezien de Nederl. Hervormde Kerk,
van haren oorsprong af, geen anderen Christelijken doop
gekend heeft, dan die op de ook thans nog algemeen
gebruikelijke wijze geschiedt, eene nadere wetsbepaling
daaromtrent in onze kerkelijke reglementen voor overbodig
mag gehouden worden; ten andere, dat de willekeurige
afwijkingen van de aan Mattheus XXVIII 19 ontleende
formule bij de doopsbediening, waartegen voorziening bij
de wet verlangd wordt, zoo veel haar bekend geworden is,
te weinig in getal en te onbeduidend zijn, om zulk eene
nadere wetsbepaling te wettigenten derde, dat de bedoelde
wetsbepaling ook daarom overbodig is, omdat gezegde over
oude, door hare oudheid eerwaardige en in de algemeene
Christelijke Kerk tot dusver vrij eenparig gebezigde doops-
formule, ofschoon verschillend opgevat, bij mannen van do
meest uiteenloopende rigtingen op den duur voorspraak en
goedkeuring vindt, en zelfs zij, die tegen de vaststelling
eener wetsbepaling ijveren, van die formule niet alleen
zeiven getrouw gebruik maken, maar ook prijs stellen op
het behoud der verlangde eenparigheid; eindelijk, dat ook
onder de thans bestaande kerkelijke wetgeving de gelegen
heid niet ontbreekt om, waar die onverhoopt noodig mogt
zijn, tegen elke doopsbediening, die op eenigerlei wijze niet
beantwoordt aan het Christelijk karakter, de hooge betee-
kenis en het heilige doel dier plegtigheid, bij het bevoegde
kerkelijk bestuur in verzet te komen en haar voor het
vervolg te weren.»
- Beroepen tot predikant bij de Doopsgezinde gemeente
te Barsingerhorn en Wieringerwaard de heer S. G. Binnerts,
pred. te Pingjum en Witmarsum.
Aan S. A. de Lange is, onder dankbetuiging voor
de door hem bewezen langdurige en goede diensten, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als majoor-kommandant
der dd. schutterij te Alkmaar, en hem is tevens vergund,
de uniform der schutterij met de onderscheidingsteekenen
aan zijnen rang van majoor verbonden te blijven dragen,
en tot majoor-kommandant van gemelde schutterij is be
noemd H. P. H. Meienbrink, thans kapitein bij die schutterij.
Naar men uit Hoorn meldt, heeft de heer van
Haersolte, majoor en kommandant van het 6de bataillon
rustende schutterij, zamengesteld uit de om Hoorn gelegen
plattelandsgemeenten, de daarbij geplaatste officieren met
aandrang uitgenoodigd, hunne onderhebbende manschappen
te oefenen in den wapenhandel, opdat, ingeval daartoe van
hoogerhand een bevel mogt worden uitgevaardigd, de
schutterpligtigen reeds dan de vereischte vaardigheid in
het behandelen van het geweer zullen verkregen hebben.
Bij Ilpendam is een boeren-arbeider door een ver
toornden stier in de lucht geslingerd. De man heeft ernstige
wonden bekomen.
Te Zandvoort heeft eene dolle kat hare meesteres
gebeten, tengevolge waarvan de laatste in de vreeselijkste
woede verkeert. Men ducht het ergste.
Te Leiden heeft zich een tegenhanger voorgedaan
van hetgeen onlangs te Waddinxveen plaats had, waar de
76jarige Adrianus de Bruin zich voor de militaire dienst
aanmeldde. Een 77jarig, nog krachtvol man bood zich aan
als vrijwilliger bij het leger en beweerde, gemakkelijk nog
4 a 5 uren daags te kunnen marcheren. Hij nam reeds
deel aan de krijgsverrigtingen van 1813 en 1815, tengevolge
waarvan zijne borst met het zilveren kruis is versierd.
Ofschoon de paardenmarkt te Voorschoten goed van
geschikte remonte-paarden was voorzien, was de vraag veel
minder dan het aanbod.
Voor de regtbank te 's Gravenhage staat een persoon
teregt, die in de school te Scheveningen den hulponder
wijzer een stomp in het gezigt gegeven had, omdat deze
zijn zoontje had geslagen met een zweep. De eisch is
25 boete.
In weerwil van de tegenwoordige tijdsomstandigheden
bevinden zich te Scheveningen zooveel badgasten, als nog
maar zelden is beleefd; de ontvangsten van het gemeente
badhuis zijn volstrekt niet minder dan andere jaren.
Jl. Zondag avond, ten ongeveer 8 ure, is een Fransche
oorlogskorvet digt aan de kust te Scheveningen verschenen,
die een sloep uitzette en, met 8 koppen bemand, een Franscb