1870. N°. 97. Zondag 14 Augustus. 28 Jaargang. A. A. BAKKER De candidatuur van den Generaal. BINNENLAND. HELDERSCHE E\ NIEUWEDIEPER COURANT. ,fW ij huldigen hot goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Uitgever Bureau: MOLENPLEIN', S0. 103. Gz. Prijs der AdvcrtentiënVan 14 regels 60 cent elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Maandag den 15 dezer vertrekt, per laatsten trein van den Helder, de West-Indische mail over Southampton. Per laatsten trein van den Helder vertrekt Woensdag den 17 Augustus over Itlarseille de mail naar Oost-lndië, China en Japan. Ware het niet, dat er in dit kiesdistrict het gerucht werd verbreid, dat de Heer Generaal HXOOP niet verkiesbaar zoude zijn voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, dan zoude het ter naauwernood noodig zijn een woord tot aan beveling van de door de Centrale Kiesvereeniging en gelijk gezinde vergaderingen en personen gestelde candidatuur tc zeggen. Niemand toch, die een oogenblik nadenkt over de omstandigheden des tijds, niemand, die weet op welken onzekeren bodem wij staan en hoe eiken dag het Neder- landsche leger kan opgeroepen worden tot don strijd, en hoe zelfs in 't gunstigste geval wij de handhaving onzer neutraliteit slechts te danken hebben aan de uitstekende maatregelen door dit ministerie genomen, en aan den fermen geest van leger en volk, niemand kan er aan denken in dit oogenblik het ministerie te verzwakken, of het leger die heleediging aan te doen, die in eene niet-herkiezing van den Generaal KNOOP zoude gelegen zijn. Want, men ontveinze het zich niet, thans zoude de zege van den Heer van Foueest eene demonstratie zijn tegen het leger. Met regt zoude het leger -alle verschil van gevoelen op zijde zettende zich solidair achten met den hooggeachten krijgsman, die thans weêr de wapenen draagt voor 't Vaderland. Met regt zoude van de kiezers van dit district rekenschap worden gevraagd van hunne handelwijze. Men zoude ons toevoegen«Kort geleden vaardigdet gij den Generaal K1VOOI* om zijne uitstekende bekwaamheden af, hij vertegenwoordigde u waardiglijk, zijn pligt noopt hem zich ter beschikking te stellen van Zijne Majesteit bij het eerste krijgsgerucht, de Koning waardeert zijne diensten en geeft hem een belangrijk commandement, al zijne handelingen waren die van een man van eer, waarom, kiezers van dit district! verjaagt gij dien man uit de vertegenwoordiging?» En welk antwoord zouden wij kunnen geven? Geen ander, dan dat wij onzen slag slaan, nu wij onze kans schoon zien. Wij wachten niet af, dat de wettige zittingduur van onzen Candidaat verstreken is, om dan met eerlijke wapenen den ouden strijd tusschen de beide Staatspartijen te beslechten, maar wij maken gebruik van de moeijelijke omstandigheden des Vaderlands, van eene gelegenheid, die des Generaals hoog gevoel van pligt ons verschaft heeft, om hem «een beentje te ligten.» De uitdrukking is plat, maar waar. Tegenover den krijgsman staat de gewone candidaat der conservatieve partij: Jiik. van Foueest. Wij hopen ons door partijdrift nooit zoo ver te doen voeren, dat wij ver geten zouden, dat de Heer van Foueest zelf veel heeft toegebragt tot de zege van zijnen tegenstander. De Heer KNOOP, die zijne betrekking nederlegde op den eersten wenk van den pligt, en de Heer van Foueest, die weigerde om zijne opinie over de schoolwet-quaestie in een ver zachtenden vorm te publiceren, toen dit zijne candidatuur gered zoude hebben, zijn mannen van één stempel. En ook voor ons zal het eene aangename tijding zijn, als de Heer van foueest weder in de Kamer wordt gekozen; maar niet hier en niet thans. Niet hier, maar in een werkelijk conservatief district, in Leiden bijv.; want het Vaderland kan de uitstekende krachten van elke partij ge bruiken, en de Heer van Foueest voor den Heer Taets ware een ruil, voor alle partijen gewenscht; maar vooral niet nu. In onze oogen is het niet gentlemanlike den Heer KNOOP op dit oogenblik van 't paard te gooijenhet is niet //de bonne guerre.» Het is meer doordrijven, zijn zin willen hebben tot eiken prijs, een ministerie te willen verzwakken met welks handelingen in dezen moeijelijken tijd men zelf erkent vrede te hebben. Wij zouden hetzelfde zeggen als op dit oogenblik de aftredende vertegenwoordiger behoorde tot onze politieke tegenpartij. Altijd zouden wij er ons tegen verzetten, het brandmerken als kleingeestigheid, indien eene Staatspartij in de vreeselijke rampen, die Europa treffen, niets anders wil zien dan een welkom middel, om moeije- lijkheden te doen ontstaan voor een ministerie, waarmede men in algemeene rigting verschilt. Wij zouden in de verkiezing van den Heer van Foueest in deze omstandig heden, zien, een onverdienden blaam op het leger geworpen, als of iemand, die de Koning geschikt acht oin aan 't hoofd te staan van de magt, die de grenzen moet verdedigen, daardoor ongeschikt zoude worden om de natie te vertegen woordigen in den Haag; wij zouden het beschouwen als een roekeloos verbreken van de eendragt, waartoe het Staats belang thans alle burgers en alle publieke organen heeft gebragt. En wij achten het den pligt van ieder burger om r—rr-r-r - .'.'■/L-.'. daartoe mede te werken, dat de buitenlandsche oorlog geen onregtmatigen invloed uitoefene op onze binnenlandsche politiek, en wij achten liet van belang voor alle partijen, dat de toestand in Nederland gedurende deze moeijelijke maanden dezelfde blijve, opdat niemand later zijn tegenpartij het gegronde verwijt kunne doen: i/Gij maaktet misbruik van de vaderlandslievende schorsing van den politieken strijd, waartoe stilzwijgend alle partijen zijn toegetreden, om ons te overvallen en u zelf te versterken!» Wij waarschuwen ten slotte inct ernstijen aan drang; tegen de dwaling, dat de tieneraal KNOOP, als in werkelijke dienst, niet verkiesbaar zoude zijn. DE GENEBAIL KNOOP IS VOLKOMEM BEVOEGD HET MANDAAT AAN TE NESIEN! HELDER en NIEUWEDIEP, 13 Augustus. De oorlogsberigten worden ditmaal door een dat van vrede spreekt afgewisseld. Frankrijks toestand is ook van dien aard, dat het niet zoo vreemd is, als van die zijde het verlangen naar 't ophouden van den krijg wordt aan den dag gelegd. Was de binnenlandsche toestand van het keizerrijk niet zoo zorgbarend, heerschte daar eendragt, voorzeker zou het der regering ligter mogelijk zijn om, gesteund door de geheel te wapen geroepen bevolking, den strijd vol te houden, dan thans, nu zich tweedragt open baart en ernstig zorg verwekt. De nieuw opgetreden ministers mogen al hun best doen om in den toestand van het oogenblik verbetering te brengen en het geschokte ver trouwen te herwinnende Keizer moge al zijn woord gestand willen doen;/Niet naar Parijs terug, dan dood of als overwinnaar!» de bevolking van Frankrijk moge ook al den strijd, buiten de dynastie om, als eene volkszaak gaan beschouwen en op het voorbeeld van 1792 als één man te wapen snellen; -- zeker is het, dat Frankrijk's positie op het oogenblik verre van benijdenswaardig is. Napoleon III had zijn val nog nooit zoo in het verschiet als thans. Dit begrepen de leden van het geslacht Orleans zeer juist, toen ze dezer dagen eenparig hunne koffers pakten en uit Engeland naar België vertrokken om van uit Pruissen den gang der zaken in hun vaderland gade te slaan. Zoo ooit dan worden thans de berigten van het oorlogstooneel en omtrent den inwendigen toestand in Frankrijk met groote belangstelling verbeid. Mag men vertrouwen schenken aan de berigten daar omtrent van Pruissische zijde afkomstig, dan verkeert Straatsburg in een ongunstige positie. De toegangen tot die stad zijn in handen der Duitschers en reeds is de stad opgeëischt. Hoewel aan die opeisching nog geen gevolg is gegeven, kan de verdediging der bezetting niet van aan belang zijn, want het garnizoen bestaat slechts uit een regiment infanterie, benevens de nationale garde. Het is echter haast niet te gelooven, dat de Franschen zulk eene belangrijke vesting aan de grenzen zoo slecht zouden hebben voorzien, want volgens bedoeld berigt zou er zelfs zeer weinig proviand in aanwezig zijn. Bij al het het onver klaarbare der handelingen van de Franschen zou, als dit berigt waarheid behelst, dus nog eene zeer groote fout gevoegd moeten worden. Onder de opmerkingen over den oorlog en de ellendige, beklagenswaardige gevolgen daarvan, dezer dagen nog al veelvuldig, vinden wij de volgende niet onbelangrijk. Werk stakingen waren in den laatsten tijd gedurig aan de orde. Waarom worden die ook niet toegepast bij het krijgvoeren? Waarom maken de soldaten geen grève? Een groot deel des legers bestaat uit werklieden; welnu laten zij de voor anderen vaak lastige gewoonte om den arbeid te staken nu ook in hun krijgsmansbedrijf toepassen 1 De dag, dat zulk een grève ontstaan zal, zal zeker door de menschheid wor den gezegend! De zitting van het Britsche Parlement is gesloten. Aan de Koninklijke Boodschap tot sluiting der zitting ontleenen wij deze zinsnede: //Ik zal alle pogingen aanwenden, welke geschikt zijn om te zorgen, dat niets geschiedt, waardoor de kring, waar binnen de tegenwoordige oorlog plaats heeft, zou worden uitgebreid, en welke er toe kunnen leiden om, indien mij daartoe de gelegenheid zal gegeven worden, mede te werken tot het spoedig herstel van een eervollen vrede.» Uit Weenen wordt met zekerheid berigt, dat het onwaar is dat Oostenrijk gelijk men uit Parijs had verspreid Frankrijk met een leger van 100,000 man zou bijstaan. Oostenrijk's houding blijft die van eene strikt onzijdige mogendheid. De Prinsen van Orleans doen dezer dagen in groote mate de aandacht op zich vestigen. Joinville heeft zich beschikbaar gesteld om, in welke betrekking ook, bij het leger te dienen, en Aumale heeft zich mede ter beschikking gesteld, om in dezen tijd van gevaar zijn geboortegrond te helpen beschermen. Beider namen hebben een goeden klank bij de oude soldaten van Afrika. Ds. Kindermann verzoekt ons te melden, dat door hem Zondag morgen de predikbeurt in de Evang. Lutli. kerk zal vervuld worden. Eergisteren vierde mej. de Wed. Senderman gedachtenis van de 25jarigo vervulling der betrekking van regentes van liet Algemeen Weeshuis alhier. Zij deed dat in den kring van regenten en regentessen en vergat tevens niet om de weeskinderen daarvan deelgenooten te maken. Deze toonden, door 't aanheffen van feestliederen, dat zij, dank baar voor het feestelijk onthaal, en met belangstelling ver vuld waren omtrent het voorregt aan een der dames regentessen toebeschikt. Dingsdag a. s. zal aihier weder een goedkoope volkstrein aankomen van Amsterdam en Haarlem. De minister van Justitie brengt in herinnering, dat, volgens de wet de staat van Nederlander wordt verloren door buiten toestemming des Konings zich in vreemde krijgsdienst te begeven. Belanghebbenden worden tevens verwittigd, dat, wegens den tegenwoordigen politieken toestand, verzoeken om de bedoelde toestemming te ver krijgen, voorshands buiten beschikking moeten blijven. Onze vaderlandsche dichter mr. A. Bogaers is dezer dagen in 75jarigen leeftijd te Spa overleden. Van zijn werken zijn vooral Jochebed en Heemskerk's togt naar Gibraltar bij de beminnaars der vaderlandsche letterkunde bekend. Door Gedep. Staten van Noordholland is tot predikant bij de gestichtskerk op Meerenberg benoemd ds. J. Wijs, pred. te Oude Niedorp, die deze benoeming heeft aan genomen. Beroepen tot predikant bij de Evang. Lutli. gemeente te Amersfoort de heer Manssen, pred. te Beverwijk. Aangenomen het beroep naar Marken door den heer H. Ebbinge. Het hoofdbestuur van de Confessionele vereeniging heeft bij een openbare verklaring het besluit der Synode van 1870 betreffende de doopsformule beschouwd als mis bruik van magt om het schreeuwendst onregt te begaan, daar zij hare eigene reglementen met voeten trapt en alle betamelijkheid tegenover hare eigen bepalingen, tegenover de gemeenten en kerkelijke besturen schaamteloos in het aangezigt slaat. Die verklaring is onderteekend door Prof. de Geer van Jutphaas, als voorzitter en ds. J. W. Felix, als secretaris. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn voor Amsterdam bevracht de volgende schepen: Alcyone, Ottolina en Kandanghauër. In de algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, te Amsterdam gehouden, vond het voorstel betreffende het middelbaar onderwijs voor meisjes tegenstand bij de hh. mr. J. C. de Vries van Amsterdam en Nolst Trénité van Utrecht, op grond dat er thans meer voor den man dan voor de vrouw werd gevraagd en de zaak ontijdig was, zoolang het lager onderwijs voor jongens en meisjes niet overal voldoende was geregeld. Deze bezwaren werden op geestige wijze wederlegd door den heer J. P. de Keyser van Arnhem, die op het middelbaar onderwijs voor meisjes in Duitscbland wees, waar het reeds sedert 25 jaren bestaat. Den volgenden dag werd een voorstel behandeld van de afdeeling Haarlem tot het ver- leenen van een crediet, groot 5000, ter stichting van een onderwijzeressen-kweekschool, onder voorwaarde, dat die instelling zou beantwoorden aan den geest en de bedoelingen der maatschappij en dat het voortdurend bestaan der instelling voldoende zou verzekerd zijn door de hulp van het rijk, do provincie en de gemeente. Tegen dit voor stel werd aangevoerd, dat de middelbare school welligt met der tijd noodzakelijk zou worden voor de vorming van onder wijzers. Ten slotte werd het aangenomen met 520 tegen 126 st. Daarna werd hij acclamatie aangenomen een voorstel om een commissie te doen benoemen door het hoofdbestuur, ten einde een onderzoek in te stellen naar de tractementen der onderwijzers, alsmede naar de bedrijven, die de onder wijzers soms verpligt zijn daarbij uit te oefenen. Een voorstel van het departement Utrecht om ook een onder zoek in te stellen naar de tractementen der bijzondere onderwijzers, werd niet ondersteund, als kunnende geen doel treffen. Een voorstel om zich ten aanzien van den afvoer van fekale stoffen, enz. tot de hooge regering te wenden, ten einde daaromtrent wetsbepalingen te verkrijgen, werd op de aanmerking van den Utrechtschen afgevaardigde, dat men dit gerust aan de vereenigingen voor volksgezond-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1