Marine-Haven Nieuwediep.
PURMERENDER MARKT VAN HEDEN.
in het front bestegen werd, om te kunnen begrijpen, dat
het een tweede bestorming der Duppeler schansen was.
Wouden en velden liggen met lijken'van Fransche soldaten
bezaaid. Onze pionniers moeten ons den weg over de
hoogvlakte banen, door de lijkenhoopen weg te ruimen.
Over de kanten der loopgraven, die zich om den berg
kronkelen, hangen de verminkte lijken der Franschen,
officieren en soldaten, gelijk een bloedroode zoom. Groote
detachementen onzer pionniers werken zich in het zweet,
om voor deze hoopen menschen- en paardenlijken graven in
het roode bergsteen uit te houwen. Uit groote kuilen
komen vuisten en roode broeken te voorschijn, die lang
zamerhand onder de spaden onzer soldaten verdwijnen.
Een prachtig gezigt heeft men van de hoogten van den
Spicherenberg in de vlakte, waar ons leger zich heeft
ontwikkeld. Een door ons gevangen genomen Fransch
officier verklaarde ons ronduit, dat in het Fransche leger
de stelling van den Spicherenberg voor onneembaar werd
gehouden en vier Pruissische regimenten hebben hem stormen
derhand ingenomen. Deze wonderen van Duitsche dapper
heid moesten onder de Franschen wel eene paniek doen
ontstaan, die hen tot een wilde vlugt deed overslaan. Wij
komen in het dorp Spicheren aan. Leger-rekwisieten der
Franschen, die hier uit hun bivak zijn opgejaagd, vallen
in onze handen. Geheele tenten, paardentuigen, wapenen
in tallooze menigte. Van uit de dorpskerk en door de
heggen dringt u het steunen en kermen der gewonden in
het oor. Het saniteitsdetachement onzer divisie rigt schuren
en stallen tot operatiezalen in. Uit bloedige lakens worden
de verminkte ligchamen opgenomen. Onder het operatiemes
schreeuwen en smeeken de ongelukkigenstervend zinken
eenigen onder deze handen ineen. De militaire artsen
onzer regimenten, die hier het bivak hebben opgeslagen,
helpen ons om de ellende te lenigen. Van uur tot uur
kiest de dood zich nieuwe offers. Ik breng een bezoek
aan de dorpskerk. Van den drempel tot aan het altaar
liggen zwaargekwetste Franschen. Tusschen hen wandelen
priesters en nonnen, het personeel van het Roode Kruis en
ziekenoppassers door."
Een militair beschrijft den toestand in den omtrek
van Saarbrücke na het tweede gevecht aldus:
z/De elegante salons van het stationsgebouw liggen in
een puinhoop. Zelfs voor geld is er geen stuk droog
brood te krijgen. Drie bergplaatsen van goederen zijn
ingenomen tot ligplaatsen van gekwetsten. Bij mijn aan
komst werden er juist drie uitgedragen, die 's nachts waren
overleden. Te midden van al die lijdenden, zoowel Fran
schen als Duitschers, zag ik de Prinses van Salm-Salm
met den band van het Roode Kruis om den arm. Er was
gebrek aan heelkundigen. De meeste officieren waren bij
particulieren ingenomen. De boomen en huizen zijn door
de kogels overal beschadigd, enkele gebouwen geheel ver
nield. Ik zag o. a. een balkon, uit massief zandsteen
bewerkt, uit den gevel gerukt in stukken op straat
liggen.
Ik kwam het 12de regiment tegen, dat juist van het
slagveld naar het bivak trok. Het had bij den aanval op
den eenen vleugel des vijands veel geleden, maar gelukkig
had het al vechtende de woudzoom bereikt en vandaar de
Franschen in de flank beschoten, zoodat het verder door
tastend te werk had kunnen gaan. Het slagveld lag nog
vol bloedige lijken en vol wapens. Deze laatste waren
meest van de Pruissen, want de Fransche wapens waren
voor het grootste gedeelte door onze manschappen mede
genomen, althans door nieuwsgierigen en lief hebbers inge
palmd. Op een der hoogten was een ronde grafheuvel,
waarop een bordje met het opschrift: //Twaalf Pruissen en
96 Franschen." Van het 12de regiment zijn 7 gesneuvelde
officieren in een afzonderlijken grafkuil bijeen gelegd. De
stoet waarmede zij ten grave werden gebragt, kwam mij
voorbij. De muziek deed, bij wijze van doodenmarsch,
een koraalgezang hooren, en toen alles afgeloopen was
marcheerde men als gewoonlijk ondei* de levendige toonen
van een vrolijken marsch terug. Zóó gaat het op het
slagveld. Men gedenkt in weemoed de dooden, maar als
hun de laatste eer is bewezen, dan moet de soldaat het
hoofd niet laten hangen. Vooruit dan maar weer! Voor
waarts, welligt om zelf ter dood te gaan
's Avonds zag ik de Prinses van Salm-Salm in gezel
schap van een Johanniter-ridder over het slagveld rijden,
alwaar wij ons bivak hadden opgeslagen. Den volgenden
morgen trokken wij over de grenzen en plaatsten daar ter
gedachtenis een witten steen van 3 a 4 voet hoogte. Wij
vonden de tolbureaux verlaten, enkelen geheel neergeschoten.
Den volgenden avond werd het bivak opgeslagen tijdens
een zwaren stortregen, maar dat zijn van die lastige dingen
waaraan men langzamerhand gewoon raakt. Heeft men
dan weer een oogenblik van rust, dan smaakt een stuk
brood met spek toch meestal veel beter dan menig diner.
Een stout waagstuk werd de vorige week door den
Beijersehen luitenant van de dragonders von Münchhausen
ondernomen. Men wilde zich overtuigen van de sterkte
van het Fransche legercorps bij Bitche, en hij ontving bevel
om met een afdeeling van zijn regement op verkenning uit
te gaan. Beschermd door de duisternis, trok hij 's nachts
uit en posteerde zijn ruiters in een bosch bij Bitche. Met
een soldaat reed hij verder; deze werd op een heuvel digt
bij het Fransche kamp geplaatst, en moest naauwkeurig de
sterkte van het leger opnemen, wanneer de luitenant zelf
het kamp binnenreed en alarm maakte. Gehuld in zijn
regenmantel, met den kap over het hoofd reed hij bedaard
door de voorposten heen en kwam in het kamp, waar alles
in rust scheen. Hier slaat hij zijn mantel los en roept dat
het davert: //Leve de Koning van PruissenMeteen geeft
hij het paard de sporen en rijdt in galop het kamp uit,
terwijl de kogels van de chassepóts hem om de ooren fluiten.
Door het schieten kwam het geheele kamp in beweging,
en stonden spoedig 3 bataillons, 1 batterij en 1 afdeeling
cavallerie gereed om uit te rukken. Dit werd waargenomen
door den ruiter die op den heuvel de wacht had en deze
keerde met den moedigen luitenant terug.
Een schip, hetwelk, in weerwil van het uitgevaar
digde verbod, de Jahde wilde binnenzeilen, is met een
torpedo in aanraking gekomen en in de lucht gevlogen.
De bemanning schijnt gered te zijn'.
De Berlijnsche Montag-Zeitung bevat het volgende
telegram St. Helena, 7 Aug. Men is bezig met
schoonmaken.
LAATSTE BERI6TEA.
De lieer J. C. baron Gevers is, op zijn verzoek, eervol
teruggeroepen uit zijne betrekking van Zr. Ms. gezant bij
het hof van Groot-Brittannië en onder dankbetuiging voor
de diensten, door hem aan den lande bewezen, buiten
activiteit gesteld.
Overgeplaatst zijn: de heer mr. J. L. H. A. baron
Gericke van Herwijnen, thans Zr. Ms. gezant te Brussel,
naar het hof van Groot-Brittannië en de heer mr. W. F.
Rochussen, thans Zr. Ms. min.-resident te Stockholm, naar
het hof van België, in hoedanigheid van buitengewoon
gezant en gevolmagtigd minister.
Berlijn, 14 Aug. (Officieel berigt uit Herny, het hoofd
kwartier der Duitsche legers, van gisteren avond 10 u. 30 m.)
Een vijandelijk bataillon, dat over den spoorweg van Metz
naar Pont-a-Mousson was gekomen, maakte zich, met achter
lating zijner bagage, ijlings uit de voeten, toen onze infanterie
heden ochtend vroeg die stad bezette.
Nancy is door den vijand ontruimd. Onze cavallerie
heeft ten noorden van die stad den spoorweg naar Frouard
vernield. Andere cavallerie-afdeelingen hebben in de voor
posten van de Franscbe troepen, die zich nog op het glacis
van Metz bevinden, een transport fourage buit gemaakt.
(Herny, een dorp aan den Nied, met 900 inwoners, twee
mijlen van Metz, aan den spoorweg).
Berlijn, 15 Aug. De Koningin heeft zoo even het
volgende berigt van den Koning uit Herny ontvangen:
Gen luisterrijk gevecht is bij Metz door de
troepen van het zevende en eerste armeekorps
geleverd.
Andere bijzonderheden ontbreken. Ik ga dadelijk
naar het slagveld.
Keulen, 13 Aug. Heden zijn hier 400 Duitsche familiën
aangekomen, die tot dusver te Parijs gevestigd waren maar,
tengevolge van het in staat van beleg stellen dier stad,
vandaar verwijderd zijn.
Cuxhaven, 13 Aug. De bevelhebber van het voor
Helgoland liggende Fransche escader heeft den Engelschen
gouverneur van dat eiland en den Britschen consul alhier
eene officiële kennisgeving doen toekomen, waarbij de n. w.
kust van Duitschland, van Baltrum af zuidwaarts, te rekenen
van morgen, in staat van blokkade verklaard wordt. Aan
de onzijdige schepen is een tijdsruimte van 10 dagen toe
gestaan om uit te loopen.
Londen, 14 Aug. Prins Achille Murat is uit Londen
naar Parijs teruggekeerd. Hij heeft verzekerd dat aan de
Fransche troepen, die bij Woerth gestreden hebben, gedu
rende 24 uren lang geen voedsel was uitgereikt.
Londen, 15 Aug. Naar men wil zijn de Prinsen van
Orleans weêr te Londen teruggekeerd, tengevolge der
weigering van het Fransche kabinet om de aangeboden
diensten aan te nemen.
Ilit I/uxemburg wordt gemeld, dat de Keizer
Metz heeft verlaten en in de rigting van ChAlons
ia vertrokken.
Parijs, 13 Aug. De president-minister Palikao heeft in
de vergadering medegedeeld, dat nu de generaal Bazaine
alléén het opperbevel over het geheele leger voert; als
mede, dat de verdedigings-werken van Parijs weldra vol
tooid zullen zijn.
Parijs, 14 Aug. Eene officiëele mededeeling berigt,
dat Nancy door een detachement Pruissische cavallerie
is bezet.
Parijs, 14 Aug. Het regeringsblad verklaart, dat het
diplomatieke plan van graaf von Bismarck, om Engeland,
Rusland, Italië en Spanje van Frankrijk te vervreemden,
overal schipbreuk heeft geleden, en voegt er bij, dat Dene
marken eene levendige sympathie voor Frankrijk betoont.
Hetzelfde blad meldt: «Ons escader is voor Kiel; in dat
oord worden belangrijke gebeurtenissen voorbereid. Van
vredes-onderhandelingen kan geen oogenblik sprake zijn.
Het denkbeeld eener betooning van zwakheid kan bij geen
enkelen Franschman opkomen."
Parijs, 15 Aug. (Off.) De Keizer heeft gisteren namiddag
te 2 ure Metz verlaten met den keizerlijken Prins, en zich
naar Verdun begeven. De volgende proclamatie is uit
gevaardigd //Terwijl ik u verlaat om den inval te gaan
bestrijden, vertrouw ik de verdediging van Metz aan uwe
vaderlandsliefde toe."
Parijs, 15 Aug. Het Journal Officiel maakt bijzonder
heden bekend over eene poging om onlusten te verwekken
in de Parijsche wijk la Villette. Tachtig personen, gewapend
met dolken en revolvers, tastten den wachtpost aan de
kazerne der pompiers aan, twee pompiers werden zwaar
gewond benevens 3 sergeants de villeeen sergeant de ville
werd gedood.
De onlusten werden onderdrukt met de ijverige hulp
van de bevolking. Vijftig personen werden gearresteerd,
de bevolking wilde hen bevrijden. Men gelooft dat de
onlusten door de Pruissen zijn aangestookt.
Parijs, 15 Aug. Eene Officiële dépêche uit Toul van
Zondag avond ten half zeven ure meldt: //Heden middag
tegen 2 ure werd berigt, dat de vijand zich op 1500
meters van deze stad vertoonde. Een detachement kuras
siers en gendarmes, op verkenning uitgezonden, ontmoette
200 vijandelijke uhlanenin het gevecht werd een gendarme
gedood. Een parlementair sommeerde de stad om zich over
te geven, hetgeen met nadruk geweigerd werd. De houding
der bevolking is uitmuntend. De mobiele en de nationale
garde snelden naar de wallen.
Metz, 15 Aug. Eene depeche van den prefect van het
depart. de la Meuse deelt mede, datde vijand zich te Vigneulle
vertoond heeft. Eene depeche van den prefect der Vogezen
zegt, dat de vijanden naar de Moezel zijn voortgerukt. De
Fransche genie heeft twee bruggeD doen springen. Eene
depêche van den Keizer uit Longueville, gedateerd 10 uur
's avonds, luidt: Het leger begint naar den linker oever
van den Moezel te trekken. In den morgen maakten wij
uit onze verkenningen op, dat geen vijandelijk corps in de
nabijheid was, maar toen de helft van het leger de rivier
overgetrokken was, tastten de Pruissen met eene groote
magt ons aan. Na een strijd van 4 uren werden zij met
groote verliezen teruggedreven.
Verkiezing. Heden zijn alhier uitgebragt 171 stemmen.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
13 Aug. 15 Aug. Kosmopoliet. II. Dienske. Batavia.
Passagiers per Kosmopoliet, de heerenE. van Hengel, echtge
noot, 2 kinderen en Jav. bediende; B. L. Agerbeek, eehtg., kind
en baboeJ. W. E. Schade van der Does en eehtg.A. C. H. Ahn,
eehtg. en 4 kinderen; H. C. Bogaerdt, eehtg. en 3 kinderen; C. J.
van Coevorden en eehtg.; mevr. S. C. van Duren geb. Kloeth met
2 kinderen; twee dames Grim; mejn. M. Epp en Bogaerdt.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
14 Aug. Libra. G. Koster. v.d.Brugh&Co.Eraybentes.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Binnenhaven te lossen.
Schip.
Langley.
Proven.
Hedevig.
Nautilus.
Elisabeth.
Hart.
Sarah Jane.
Thirteen.
Sicily.
Helena.
Gezagvoerder.
E. Edwards.
B. Berger.
H.C.Torgersen.
G. Bell.
E. Ward.
J. Malleburn.
G. Painter.
W. Lesley.
J. T. Watts.
C. Daling.
J. T. Teensma.
Herkomst. Lading. Cargadoor.
Sunderland. Steenk. C. Berghuijs.
Sundswall. Hout. Amons Co.
Soderhavn.
Newcastle. Steenk. Duinker &Goedk.
Sunderland.
Newcastle. ZiirMuhlen&Co.
Seaham. Duinker &Goedk.
Newcastle.
Lovisa. Hout.
Blikman Se Co.
Kaas. 265 stap.Kleine f 21 a28,50.1 stap. Middelb. f 20,per50K.G.
Boter. Laagste prijs f 1,10, hoogste prijs f 1,35 per K. G.
264 Bunderen.
10 Paarden. Veulens.
113 Vette Kalveren, 65 a 85 Cts. per K. G., handel vlug.
34 Nuchtere dito, f 8 a 17 per stuk,
68 Vette Varkens 41 a 52 Cts. per K.G. matig.
17 Magere Varkens f 12 a 16, handel stug.
215 Biggen f 4,50 a 7,handel stug.
1025 Schapen en Lammeren.
Ganzen f -,a -,Zwanen f -,a -,per stuk.
73 H.L. Appelenf4,-a-,en 63 H.L. Perenf3,a -,p.H. L.
Kip-Eijeren f2,90, Eend-Eijeren f3,10, Kievits-Eijeren f-,perlOO.
TJITTB.EKSEL uit het verslag van den toestanp
der provincie Noordholland, gedaan aan de Provin
ciale Staten van dat gewest, door de Gedeputeerde
Staten, in de zomervergadering van het jaar 1870.
YI.
Wij zijn genaderd tot Hoofdstuk IX van het verslag,
waarboven het opschrift Armwezen geplaatst is. Wat
den algemeenen toestand betreft, deelt het verslag ons
mede, dat de berigten omtrent den toestand van het arm
wezen over 1869 over het geheel gunstiger luiden dan
die van het jaar te voren. De winter was zacht geweest,
de aardappeloogst op de meeste plaatsen goed uitgevallen
en waren ook de eerste levensmiddelen vrij duur er
was bijna overal .werk te vinden. Te Hilversum echter
en in de Zaanstreek werd over gebrek aan werk geklaagd
te Hilversum lieten de meeste fabriekanten het voor de
tapijten benoodigde koehaar gesponnen uit Engeland over
komen, in plaats van het als vroeger door Hilversumsche
ingezetenen, meest vrouwen, te laten spinnen. In de
Zaanstreek stonden enkele fabrieken stil.
Vervolgens levert het verslag bijzonderheden omtrent de
verschillende in deze provincie bestaande inrigtingen tot
armenverzorging, om daarna over te gaan tot de mede
deeling van opgaven betreffende de instellingen ter voor
koming van armoede, als daar zijn: Banken van leening,
spaarbanken, spaarkassen, zieken- en begrafenis-bussen,
hulpbanken en vereenigingen tot het verschaffen van betere
woningen aan de arbeidende klasse. Laatstgenoemde ver
eenigingen werken in onderscheidene gemeenten op hoogst
nuttige wijze, zoowel in het stoffelijk belang der volks
klasse als ter bevordering der volksgezondheid.
Een breede lijst van opgaven besluit dit hoofdstuk. Die
lijst toont aan welke makingen en schenkingen er zijn
gedaan aan armbesturen en andere liefdadige instellingen
in deze provincie. Belangrijke sommen zijn in die lijst
vermeld. De gemeente Helder en de gemeenten in dezen
omtrek vinden daarin echter geene plaats.
Hoofdstuk X (Rijksmiddelen) sluit met deze niet onbe
langrijke opgave, die tot maatstaf dienen kan van de toe
nemende welvaart in deze provincie:
De geheele opbrengst der rijksmiddelen in deze provincie
is in de laatste vijf jaren geweest als volgt:
in 1865 14,562,642.71
1866 - 15,603,907.15
1867 - 16,757,669.19
u 1868 - 16,427,491.875
1869 - 17,351,105 575
Hoofdstuk XI bevat opgaven omtrent de Waterstaats
werken. Betreffende het Noordhollandsch kanaal lezen wij: