1870. N°. 99.
28 Jaargang.
Vrijdag 19 Augustus.
BINNENLAND.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Eivr
HELDERSCHE
JVIEVWEDIEPER COURANT,
,,Wij huldigen het goede.3
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.30.
franco per post - 1.65.
Pér laatsten trein van den Melder vertrekt
Woensdag den 84 dezer over Triest en Donderdag
den 85 dezer over Marset! Ie de Mail naar Oost-Indië,
China en Japan.
HELDER en NIEUWEDIEP, 18 Augustus.
Wij stellen ons voor om onder de Laatste Berigten als
naar gewoonte de meest belangrijke tijdingen omtrent den
oorlog mede te deelen. Intusschen vatten we hier het
volgende te zamen. Parijs wordt met grooten ijver in
staat van tegenweer gebragt. De regering heeft doen
weten, dat men omtrent de verdediging der stad geene
valsche of onrustbarende geruchten verspreiden mag, onder
bedreiging, dat men voor den krijgsraad zal moeten teregt
staan voor zulke feiten. Het Journal des Débats waar
schuwt de Pranschen tegen het opwekken van een volkshaat
tegen de Pruissen. Het blad zegt o. a., dat het denkeu
aan verraad in oorlogstijd, vooral wanneer men het onderspit
delft, zoo oud is als de wereld. Het ordelijk terugtrekken
van het Eransche leger bij de geledene nederlagen wordt
zeer geroemd. Het Wetgevend Ligchaam heeft met
252 stemmen tegen 1 besloten tot vaststelling der wet,
waarbij is uitgemaakt, dat men 30 dagen tijd heeft tot
het instellen eener vervolging tegen een in gebreke blijvend
debiteurdat men binnen dien termijn geen vervolging zal
mogen instellen en ook aan de endossanten geen rembours
zal mogen vragen zoo het wisselbrieven geldt.
De jongste gevechten bij Metz, waarvan in telegra-
phische berigten met zooveel ophef was gewag gemaakt,
schijnen niet van dat belang te zijn, hetwelk men er aan
vankelijk aanhechtte.
De nadere berigten omtrent het voorgevallene tusschen
de vijandelijke legers in de nabijheid van Metz zijn schaars.
De vraagwie der beide partijen is er den 14 dezer over
winnaar geweest? is nog niet voldoende beantwoord door
de berigten die ter onzer kennisse zijn gekomen. De Pruis-
sische berigten, uit 's Konings hoofdkwartier afkomstig,
vermelden, dat de Frauschen in Metz zijn teruggedreven
en dat zij een verlies van 4000 man hebben geleden. De
Fransche minister Palikao heeft daarentegen in het Wet
gevend Ligchaam gezegd, dat, volgens de tijdingen door
hem ontvangen, de Pruissen teruggetrokken zijn en een
nederlaag ontvangen hebben in niet minder dan drie of vier
gevechten.
Wachtende op nadere berigten, meenen wij ons verzekerd
te kunnen houden, dat de bedoelde gevechten niet kunnen
beschouwd worden als te behooren tot den grooten veldslag,
die verwacht wordt en die voor de partijen als beslissend
kan aangemerkt worden. Het voorgevallene moet gerekend
worden tot die kleinere gevechten, die den grooten kamp
strijd voorafgaan en waarop thans Frankrijk en Pruisseri
beiden hunne hoop gevestigd hebben. Van beide zijden
verzekert men, dat de soldaten met den besten geest zijn
bezield. Och, was dat voor een edeler zaak dan voor den
menschonteerenden broedermoord!
Van Fransche zijde wordt met eenig meerder vertrouwen
de toekomst te gemoet gezien. Maarschalk Bazaine neemt,
zoo verzekert men, de meest geschikte maatregelen. Met
ijver wordt er in de arsenalen gewerkt en het vervaardigde
terstond afgezonden naar het tooneel des oorlogs. Met
grooten spoed worden de troepen zooveel mogelijk ver
zameld om weldra een grooten slag te slaan. Maar ook
de Duitschers zitten inmiddels niet stil. Zij oefenen zich
om vlugger te zijn dan de Franschen en eerder dan deze
hunne beschikbare troepen op een bepaald punt bijeen te
hebben. Welhaast dus weder een vijandelijk treffen;
welhaast weder tal van gekwetsten, gesneuvelden, treurende
betrekkingen!
Zat urdag a. s. wordt alhier hot schroefstoomschip 1ste kl.
Zilveren Kruis in dienst gesteld. Het bevel wordt opgedragen
aan den kapitein ter zee W. C. Klis. De luitenant ter zee
lste kl. J. M. L. A. P. Wirix is benoemd tot lsten officier.
Het fregat met stoomvermogen Admiraal van Wasse-
naer, onder bevel van den kapitein ter zee F. L. Gfeerling,
is, volgens een bij het departement van Marine ingekomen
berigt, den 22 Julij jl. te Curafao aangekomen.
Aan J. Krijnen, zeeloods ter standplaats Willemsoord,
is vergunning verleend tot het aannemen en dragen der
gouden medaille voor roemwaardige daden, hem door Z. M.
den Koning van Zweden en Noorwegen geschonken.
Uit Dover wordt gemeld, dat het wrak van het
overzeilde Nederl. schip Maximiliaan, kapt. Schill, van
Suriname naar Amsterdam, nabij Folkestone met de stengen
boven water zit.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
De totale opbrengst van den spoorweg HelderUit
geestZaandam heeft bedragen in Mei jl. 21,7 61.16J en
in Junij jl. 26,171.46|.
Z. M. van den minister van Oorlog met welgevallen
vernomen hebbende, dat nog dagelijks, behalve voormalige
officieren en mindere militairen, ook een tal van burgers,
van onderscheiden rang en stand, zonder tot eenige mili
taire dienst verpligt te zijn, en alleen door vurige en
onbaatzuchtige liefde jegens den Koning en het vaderland
gedreven, zich met het oog op de tijdsomstandigheden ter
beschikking stellen van de Regering.
Heeft goedgevonden, den minister van Oorlog uit te
noodigen, aan allen, van wie tot heden dusdanige dienst
aanbieding werd ontvangen, deswege openlijk, bij aankon
diging in de Staatscourant, Zr. Ms. bijzonderen dank te
betuigen.
Het Dagblad verneemt met genoegen, dat bij de
regering het voornemen bestaat om weldra de gehuwde
miliciens van de verschillende ligtingen met verlof naar
huis te zenden. In België wordt gelijke maatregel ge
nomen hij is daar van meer gewigt dan hier, omdat de
diensttijd 8 jaren is en dus de militie naar verhouding meer
gehuwden zal tellen dan in Nederland.
Volgens het A. D. v. N. wordt dit berigt niet bevestigd.
Wel zullen de gehuwde miliciens //bij verzachtende omstan
digheden" het eerst aan de beurt zijn, maar thans is nog
niets besloten.
In een brief uit 's Hage aan de N. R. Ct. omtrent
de redenen van het ontslag van baron Gevers, wordt ge
zegd, dat genoemde gezant uit eigen beweging eene poging
heeft aangewend, om ons land in het onlangs gesloten
tractaat tusschen Frankrijk, Pruissen en Engeland, betref
fende de neutraliteit van België, te doen opnemen. Onze
regering, niet verlangende, dat Nederland neutraal zal
worden verklaard, op de wijze zooals België, Zwitserland,
Servië, enz., heeft den gezant moeten verloochenen. Van
daar het ontslag.
Te Alkmaar is met een getal van 70 leden eene
afdeeling van het Roode Kruis opgerigt. Bovendien hebben
zich 37 dames vereenigd tot een hulpcomité, met het
zelfde doel.
Jl. Zondag had te Heer-Hugowaard een treffend
ongeluk plaats. Twee vrienden, een hulponderwijzer en de
zoon van een landbouwer, kwamen gezamenlijk ten huize
van den laatste. De eerste nam een geweer, dat in de
kamer aanwezig was, legde dat op den anderen aan, in het
idee dat het niet geladen was, en toen deze zeide: «Ja,
schiet maar toe, het is toch niet geladen," ging het schot
af, en trof den ongelukkige juist in het hoofd, zoodat hij
dood neerviel.
Volgens een berigt uit Oudcarspel dd. 14 Aug. is
men thans bezig de laatste hand te leggen aan de restau
ratie van het kerkgebouw der Hervormde gemeente aldaar,
waaraan reeds gedurende drie jaren gearbeid is. Men be
rekent, dat deze restauratie meer dan het dubbele gekost
heeft van den prijs, waarvoor men een geheel nieuw,
sierlijk en zeker doelmatiger kerkgebouw zou hebben
verkregen.
Een der merkwaardigheden bij dezen kerkbouw is, dat
het den architect gelukt is om den scheefstaanden toren
wederom regt te zetten. Hij heeft zich echter daarvan
geen lof willen toeëigenen, maar heeft, zoodra de toren
regt stond, een groote vlag laten uitwaaijen, prijkende met
de woorden: //God zij de eer!// Toen er kort daarna van
de gerestaureerde, d. i. afgebroken en weer op nieuw op
bouwde zuilen een bezweek, en dientengevolge groote
schade aangerigt werd, vroegen sommige ondeugende lieden
geen wonder bij den jammerlijken godsdienstigen toe
stand, waarin dit gedeelte van Noordholland verkeert vol
gens twee jonge Alkmaarsche predikanten welk op
schrift de architect wel boven de gebroken zuil zou plaatsen.
Ook te Hoorn is een afdeeling van het Roode Kruis
opgerigt.
Bij het plebisciet, te Aalsmeer over de kermis, zijn
van de 152 kiezers 4 opgekomen, waarvan 1 voor en 3
tegen een uitstel van de kermis hebben gestemd. Men
verlangt aldaar een eigen, niet te Uithoorn wonende
burgemeester.
Te 's Hage overleed dezer dagen de heer D. J. Storm
Buysing, oud-hoogleeraar aan de Delfitsche Academie, oud
lid van den Raad van State, ridder der orde van den
Nederl. Leeuw, in bijna 68jarigen ouderdom.
Vrij algemeen heerscht te Alphen aan den Rijn eene
ziekte onder de varkens, waaraan zeer vele dezer dieren
sterven. De ziekte openbaart zich het eerst door afkeer
van den voederbak; zij kenmerkt zich door slaperigheid en
Van
regels 60 cent
Prijs der Advertentiën
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
eindigt meest spoedig met den dood. Ofschoon er boeren
zijn, wier gansche schot is uitgestorven, houdt men tot
heden de ziekte voor niet besmettelijk. Het spek van de
aangetaste en van de aan die ziekte gestorven dieren wordt
voor menschelijk gebruik, tegen veel verlaagde prijzen,
gretig gekocht, en daarom was het wenschelijk, dat het al
of niet schadelijke voor de gezondheid van zoodanig ziek
voedsel spoedig werd geconstateerd.
Door de aard-beziën compagnie te Boskoop zijn in
het afgeloopen saizoen verzonden ruim 450,000 potten
aardbeziën.
In de aanstaande jaarlijksche algemeene vergadering
der maatschappij Tot Nut van den Javaan, welke den 14
Sept. e. k. te Arnhem zal gehouden worden, zal een nieuw
hoofdbestuur moeten verkozen worden, daar de tegen
woordige leden allen besloten hebben hunne betrekking
neder te leggen. Als reden hiervoor wordt in het verslag
vermeld de door die leden opgedane ondervinding, dat
hunne pogingen, vroeger en later in het belang der zaak
bij de regering of de natie in het werk gesteld, meesten
tijds schipbreuk leden, uit gebrek aan ernstige sympathie
voor het doel der maatschappij en hare beginselen. (D.)
Jl. Maandag is de bliksem te Elten in een ouden
eikenstam geslagen. Hij spleet dien door midden, baande
zich onder den grond, door eene arbeiderswoning, een
uitgang, beschadigde daar eene oude klok, zette het rieten
dak in vlam en ontsnapte uit den schoorsteen, dien hij te
pletter wierp. Gelukkig was niemand in de arbeiders
woning, zoodat men geene persoonlijke ongelukken te
betreuren heeft. Opmerkelijk is het, dat een vogelnestje
in den ouden eik door den bliksem werd gespaard, niet
tegenstaande de blaauwe vlam het hooi schroeide.
Tijdens het onweer, dat onlangs te Valkenburg woedde,
is de bliksem in de gelagkamer gedrongen van den herbergier
Claus, wiens woning aan den weg tusschen Valkenburgen
Aalbeek gelegen is en heeft daar eensklaps eenige drinkers
zeer onaangenaam verrast, door hunne glazen, die voor hen
op de tafel stonden, omver te werpen, zonder de personen
evenwel eenigen hinder te doen.
Uit de omstreken van Deventer wordt gemeld, dat
de aardappelziekte sedert eenige dagen op eene onrust
barende wijze is toegenomen. De ziekte is ook reeds in
den knol ontdekt.
De zeeweringen der provincie Friesland, die telken
jare groote sommen vorderen om in voldoenden staat van
tegenweer gehouden te worden, vorderde ook in 1869
weder het aanzienlijke bedrag van 273,207.52|.
Een Engelsch hofkapelaan aan KeizebNapoleon.
Zondag 17 Julij 11. hield ds. Tropford Brocks, kapelaan
der Koningin van Engeland, in de St. Jacobs-kapel eene
leerrede over de Fransche oorlogsverklaring. Aan deze
predikatie worden de volgende regelen ontleend
//Een groote misdaad tegen de menschheid en alzoo tegen
God is gepleegd. Weder zal de mensch zijnen evenmensch
als vijand te gemoet treden, en met welk doel? Om het
standpunt van één enkelen man te verzekeren en de harts-
togtelijke ijdelheid van één enkele natie te bevredigen.
De wereld kent geen tweeden grooten misdadiger gelijk
een heerscher, die, hetgeen door den vrede langzaam en met
moeite verkregen is, bij andere natiën door zijn eigen volk
in één dag weder verwoest, met geen ander doel dan om
zijn ellendigen troon te behouden en om de gedachten zijner
onderdanen van den eisch der nationale vrijheid af te leiden.
Het is gruwelijk dat wij in het midden van Europa ge
dwongen zijn met eene natie te leven, die, tengevolge van
langdurige onderdrukking en stremming, hare edele krachten,
het zwaard van Damocles voor ons werelddeel is geworden.
(Volkomen waar! riepen eenige der hoorders). Nooit heeft
de wereld gruwelijker misdaad aanschouwd. Het is de
pligt van een dienaar der godsdienst van Christus zulk een
wandaad aan den afschuw der menschheid prijs te geven.
Er is schier geen edele eigenschap, geene van die eigen
schappen, op welke de ware eer eener natie berust, welke
niet vernield moet worden door een oorlog, zoo roekeloos
begonnen en met zulk eene ruwe onbeschoftheid aan de
wereld opgedrongen. Voor ons zeiven echter is het een
keerpunt, dat wij ons tegenover zulk eene misdaad gesteld
zien. Deze misdaad had bij ons moeten uitwerken, dat
diplomatiek beleid voor het beleedigde zedelijke gevoel
plaats had gemaakt. Zij, die het Engelsche volk vertegen
woordigen, hadden hunne billijke verontwaardiging, maar
niet hunne vrees moeten te kennen gevenzij hadden kalm,
maar met ernst voor de zaak van het regt, voor de zaak
der beleedigde menschheid moeten opkomen en in naam
van het geweten der Engelsche natie moeten spreken. En
wij hopen dat dit nog geschieden moge. Want wij houden
het niet voor mogelijk, dat het gevoel van regt en waarheid
en het geloof in één God van geregtigheid in Engeland