Te Meppel werden binnen een maand tiids p. m. 2000 vette varkens gcslagt of naar Holland getransporteerd. Het spek wordt aldaar bij duizenden ponden voor rekening van Pruissische handelaren tegen 50 a 55 ets. per pond opgekocht. Uit berigten van Oost-Indiê loopende tot 19 Aug. blijkt dat er geen belangrijk nieuws is. Stilstand van den handel en spanning omtrent hetgeen in Europa gebeurt. Ziedaar den toestand, zegt bet N. Bat. Handelsblad. Aan de zaak van den vredebond heeft het N. v. d. D. een paar artikels gewijd. Het wenscht zulk een verbond van de zwakken en kleinen om te protesteeren tegen het geweld, Een verbond van de geweldigen om groot te zijn door zelfbeheersching en majestueus door het breidelen van den dollen oorlogsgod. Heeft niet de wereld regt op vrede? Is niet vrede de eerste behoefte van onze vinding rijke eeuw? Hoe kan zij rustig nederzitten met passer en liniaal, de godinne van de industrie, als het gekletter der wapenen onder hare vensters wordt gehoord, als nacht en dag de zware kanonnen door do straten rollen, dat de vensterglazen rammelen en de dikste muren trillen Hoe is het denkbaar, dat zij hare taak afwerkt en aan de staag vermeerderende aanvragen voldoet, als haar aambeelden in beslag genomen worden om zwaarden op te smeden, hare ovens gloeijend moeten gehouden worden voor het gieten van mortieren, die op hun beurt nog ontzettender vuurzeeën zullen braken dan die, waarin zij zeiven gevormd zijn? Dus, zonder twijfel een vredeverbondOf zal de landman nog langer de prooi van den soldaat wezen, zal de vreed zame hoeve nog langer blootstaan aan het gevaar van als een fakkel te worden aangestoken, om het pad te ver lichten van een vlugtend leger, of uren in het rond den omtrek te helpen illumineeren na een bloedige zegepraal? Zal het blijven, zooals het was en helaas! nog op den huidigen dag is, dat hij die plant en zaait, in zijne droomen verontrust wordt door de mannen des verderfs; dat hij opschrikt, zoodra hij hoefgetrappel waant te liooren, alsof de furiën aanstormen, om hem in één uur tijds tot een bedelaar te maken. Is bet niet eene schreeuwende onge rijmdheid op maatschappelijk en zedelijk gebied, dat de volken elkaar trachten te overtreffen in het verbeteren van de middelen hunner gemeenschap, terwijl elk van die werken des vredes slechts dient om een korter baan te bereiden voor den engel der verschrikking, die ondanks al onze wijsheid en wetenschap blijft rondwaren aan de grenzen? Kijdt die booze geest niet mee met onze ratelende spoor treinen, zit hij niet vóór op den locomotief, wanneer zo gillend steden en dorpen voorbij vliegt, als een onheil spellende komeet, die een bloedrood spoor achterlaat op de velden en de vlammende banier ontplooit in de ijle lucht. Zie, hij klemt zich vast aan den schoorsteen en blaast in de rookkolommen, die met pijnlijk korte ademhalingen ontsnappen.... Eigenhandig werpt hij kruid en zwavel op den gloeijenden haard.... met een vloek op de lippen en menschenhaat in het hart. Bij al wat heilig, is broeders! sluit een verbond des vredes! Een kippenslagter te Chicago doodde en plukte in 511 minuut 65 kippen, 't Was een weddingschap. De gevangenen te Cambridge in Massachusels hebben een opera-gezelschap gevormd, dat vrij goed zingt. Het is geen reizend gezelschap! B 11 T E N L A i\ 1). F r a n k r ij k. Iets over Jules Fjlvri. Van de oude steunpilaren, die in Frankrijk weder de regering schragen, is Jules Favre zeker de sterkste, de meest beduidende. Zijne beroemde verdedigings-rede iu het April-proces van 1834 begon hij met de stoutmoedige woorden: „Ik ben republikein!" Wel hem, die heden, bijna veertig jaren later, het regt heeft om te zeggen„Ik ben en was steeds repu blikein!" Zijne politieke loopbaan is rijk aan feilen en zwakheden, want Favre heeft een sentimentele natnur en de sentimentaliteit is een gevaarlijke raadgeefster op staatkundig terrein. Deze fouten en zwakheden hebben hem ook nog in den jongsten tijd bittere wel verdiende verwijten berokkend. Favre is ijverig catholiek en gaat eiken Zondag met het gebedenboek onder den arm ter mis. Hij heeft het noodig gevonden zijn spiritualisme door zijne intreerede in de Fransche akademie en zijne veel besproken rede in het Wet gevend Ligchaam behoorlijk te documenteren. Deze geestesrigting van den nieuwen minister moet men niet als onbeduidend voorbij zien; indien de republiek blijft bestaan, kon zij voor de oplossing der religieuse vraagstukken dienen, welke later door de jonge republikeinen en materialisten uit de school van Vogt en Molenschot aan de orde konden gesteld worden, om een scherp contrast te maken. Als redenaar is Favre, in tegenstelling met Gambetta, een zorgvuldige kunstenaar. Zijne stem is niet zwaar, maar doordringend en helder, duidelijk door eene voortreffelijke uitspraak. Voeg daarbij zijn voorkomenTot op zijn vijftigste jaar leelijker dan de zwarte nacht, is de zestigjarige Favre van onzen tijd, met zijne digte, witachtige haren, welker wortels tot op het voorhoofd uitschieten, met het beenige, door een sneeuw witten baard omringde gelaat, een prachtige Jupiterskop, waarvoor reeds menige beroemde Parijschc schoonheid hare raorgenrust opofferde, om een der voorste zitplaatsen op de tribune, tegenover de linkerzijde van het Wetgevend Ligchaam niet te ontgaan. Favre is vrijmetselaar met hart en ziel. STATEi\-(iE\ERAAL. Tweede Kamer. In de afdeelingen der Kanier is gisteren een aanvang gemaakt met het onderzoek der ontwerpen, uitmakende de staatsbegrooting voor 1871. In het dezer dagen op nieuw ingediend wetsontwerp betreffende de schutterijen zijn, sedert de vorige indiening, nog eenige wijzigingen aangebragt. Er is o. a. in voorzien omtrent omstandigheden zooals die in den laatsten tijd, van gewapende neutraliteit. Het ontwerp bevat bepalingen, waaruit de regering de magt ontleent om, zonder mobili satie der schutterijen, noodig te achten buitengewone oefeningen en dienstverrigtingen te doen plaats hebben. Ook wordt daarin gesproken van schadeloosstellingen, aan schutters voor buitengewone dienstverrigtingen uit te keeren. Men leest in de Elect Libre omtrent de liefdeshistorie van Napoleon met zekere dame, dezer dagen bekend geworden, het volgendeDe dame was Marguerite Bellanger, de slotvoogdes van het kasteel de Monchy. Zij hield veel van den Keizer, noemde hem steeds inon doux seigneur en kondigde hem op zekeren dag aan, dat het doorluchtige geslacht der Napoleons niet zou uitsterven. Wat met dit kind aan te vangen? Hoe vooral zou men de moeder het zwijgen opleggen? De verlegenheid was groot. De minnares toonde zich handig, stijfhoofdig, werd indiscreet de Keizerin kreeg lucht van de ontrouw van haren echt genoot. Er moest dus gehandeld worden en men ging bij het geval te werk als bij een staatszaak. De president van het hof van cassatie, de heer Devienne, werd met het sluiten der preliminairen belast. Met veel moeite slaagde hijer werd een contract gesloten, waarin wettelijk gecon stateerd werd, dat de Keizer geen schuld had aan die geboorte, terwijl bij een ander contract de jonge moeder eigenares werd verklaard van het prachtige landgoed de Monchy. Parijs was dezer dagen getuige van een schouwspel, dat nooit uit het geheugen zal worden gewischt Lafhartige soldaten werden door de straten gesleept met de handen op den rug gebonden, passeerden zij tusschen twee rijen troepen, en droegen de volgende ver nederende inscriptie op de borst: «Heen ellendige lafaard, die zijn post voor den vijand verlaten heeft." 0Alle brave lieden worden uitgenoodigd hem in het gezigt te spuwen." De heer Laboulaye, zoon van den beroemden hoog leeraar, secretaris van de Fransche legatie, heeft een beroep gedaan op zijne vroegere mede-studenten aan de akademie te Heidelberg. Zijn brief eindigt met deze woorden: „En nu, mede-studenten, als de strijd voortgezet wordt, als Parijs er toe gebragt is om zich onder het puin te laten begraven, als geheel Frankrijk onder het juk van den vreemdeling opstaat, dan rigt ik tot den Hemel slechts een vurige bede: d. i. mij in een gevecht van aangezigt tot aangezigt tegenover een uwer te mogen bevinden, zelfs tegenover hem die mij het dierbaarst was en door zijne hand te sneven, als het mij niet gelukt hem door de mijne om te brengen." Een reusachtig stuk geschut heeft de groote werk plaatsen van den heer Voruz te Nantes verlaten. De chef van dit uitgestrekte industriële etablissement heeft dit ontzaggelijke kanon voor de verdediging van Parijs aange boden. Geladen met 35 kilos kruid werpt het 240,000 kogels op een afstand van 8 kilometers. Het wordt gehouden voor een geperfectioneerd fabriekaat, dat zijne weergade niet heeft en kost dan ook slechts 120,000 frs. Het kanon was bestemd voor de verdediging van het fort Ivry. Engeland. De Standard levert een schets van den toestand in Europa en ziet overal spookgestalten rondwaren. De ver nietiging der Fransche magt, waarover de Engelsche staats lieden zoo dwaselijk lagchen, heeft, zoo laat het blad zich uit, tengevolge, dat de zoo duur gekochte overwinningen in de Krim tot nul worden gereduceerd. Rusland doet zich weder even als vóór den Krimoorlog geldenterwijl het nu den steun en de sympathie van Pruissen heeft, welke staat thans in Europa domineert. Frankrijk dat, vereenigd met Engeland, na een harden strijd Rusland tot onderwerping bragt, ligt thans zieltogend aan de voeten van Pruissen. Oostenrijk durft zich niet bewegen, en Engeland dank zij der staatkunde van Gladstone, moet Rusland, en Duitschland alléén uitdagen als het zijne eer redden en zijne eigene belangen beschermen wil. Engeland, zonder geallieerde en zonder een politiek programma, ziet het met gehuichelde onverschilligheid waardoor het zich de verachting van Europa op den hals haalt, omdat de verdragen te niet worden gedaan, welke nog slechts weinige jaren geleden met Rusland werden gesloten.» Duitschland. Te Berlijn wordt een adres geteekend aan Koning Wilhelm, waarbij Z. M. wordt verzocht zich minder aan de gevaren en vermoeijenissen van den oorlog bloot te stellen. Geruchten van een aanslag op het leven van leden der koninklijk Pruissische familie doen veel handteekeningeu verwachten. Onder de te Dresden biunengebragte gevangenen was er één, die Dresden op geheel andere wijze verlaten had, dan hij het nu weerzag. Het was de jonge markies de Polignac, die, vóór den oorlog attaché bij de Fransche ambassade, thans als gevangene zijn 10 grosschen daags ontvangt. De pastoor van Glogau, thans veldpriester bij het Duitsche leger, is gedecoreerd met het IJzeren Kruis, wegens zijn manmoedig gedrag in den slag bij Noisseville, waar hij onder een kogelregen de landweer aanmoedigde tot den strijd. Er is in verschillende bladen en berigten sprake van een koninklijk-Pruissische wagen, waarin een zwaar ziek of gewond hoog personage, onder eskorte met groote geheimhouding werd vervoerd. Niemand is er achter kunnen komen, wie in den wageu werd vervoerd, die op den weg van Rethel naar Rheims is ontmoet. Sommigen beweerden, dat er een lijk werd vervoerd. De geheimzinnig heid, die bij de zaak werd in acht genomen, heeft tot velerlei praatjes aanleiding gegeven. De Gaz. de Cambrai meldt als toelichting daarop, het volgende: «De hofrijtuigen reden, van een regiment witte huzaren begeleid, door een bosch bij Rheims. Op eens werd van beide zijden een hevig vuur geopend, door vrijwillige scherpschutters. Een der rijtuigen, waarin, zooals men zegt, 4 hooggeplaatste personen gezeten waren, werd door kogels doorboord. Een der vorstelijke reizigers werd gedood en de anderen ernstig gewond.» Op de reede van Brunshausen is een oorlogschip voor anker gekomen van den Sultan van Zanzibar; de 100 zwarten hebben met hun nationaal costuum veel bekijk; op het dek staan 8 kanonnen, waarvan 4 achterladers. De kommandaut van het schip is een Hamburger oud-kapitein ook het grootste gedeelte van de officieren bestaat uit blanken. De stoel waarop Napoleon zat tijdens het eerste onderhoud met graaf von Bismarck, voor het huisje bij Donchery, is aangekocht om naar Keulen verzonden te worden Het monster-kanon uit de fabriek van Krüpp, dat op de tentoonstelling van Parijs in 1867 zoo de aandacht trok, en van daar naar Sleeswijk-Holstein werd vervoerd ter verdediging van de kust, wordt ten tweeden male naar Parijs vervoerd, thans om dienst te doen. Naar aanleiding van een artikel over nieuwe mode voorkomende in het Fremdenblatt, waarin men ter vervanging van den Fransehen rok of jas, den üuitschen wapenrok als kleed der toekomst aanbeval, beantwoordt de Berlijnsche Monats-Zeitung, die de hervorming niet radikaal genoeg vindt, den militairgezinden schrijver op de volgende wijze «De Pruissische wapenrok als burger groot-tenue, dat is iets, maar in lange na niet genoeg. In de eerste plaats dient men den zoo gemakkelijken infanteriehelm, den pickelhauer, zij het dan ook van vilt, te gaan dragen, en eiken Parijschen hoed, vooral den chapeau claque, af te zwerenmen kieze de zoo ligte laarzen der Duitsche gardes boven de fraaiste Fransche, gelakte bottines. Weg met die vodderigej inode-dasjes! Voortaan siere op zijn minst een zesduims breede, stijve zwarte das den hals van den jongeling! De pince nez worde vervangen door een stevigen ijzeren bril, het belagchelijke rottingje door een stok, model kavalerie-sabelEn ook gij, Duitsche jonk vrouwen, werpt van u de kokette Fransch spiegelwaaijertjes; in den schouwburg, op bals en concerten zult gij met een bataljonsvaandel in miniatuur, u frissche lucht toewaaijen. Geen erbarmelijk onnoozele, belagchelijk-bevallige flacons tusschen de tengere, rooskleurige, Duitsche vingers; neen, een flink hennepkoord, of practische lederen band, met een omvlochten veldflesch, omsluite uw nimfen-taille! Geen portemounaie vooral ontsiere ons meer: een om het middel gegespte patroontasch, berge ons dagelijksch tractement!» Volgens Duitsche bladen is den 16 Sept. des avonds in het bed van graaf von Bismarck te Meaux een ongeveer vier weken oud kind gevonden. Zijne kamer in het aarts bisschoppelijk paleis zag uit in den tuin, en door dezen moet het eene persoon gelukt zijn, in 's graven verblijf te komen. Von Bismarck, die om tien uur van eene conferentie met den Koning terug kwam, wilde, daar hij zeer vermoeid was, naar bed gaan, toen hij eenig gedruisch daarbinnen hoorde. Hij sloeg de gordijnen op en vond een kind, dat een briefje in de hand had, waarop geschreven was«Mijn man viel bij Sédan, ik heb geen brood en de wanhoop drijft mij aan om van mijn eenigst kind te scheiden. Het heet Viccent.» Later vond men ook de moeder, die zich opgehangen had. De kleine is naar Berlijn opgezonden. De correspondent van de Frankforter Zeitung geeft eene kleine beschrijving van zijne bevinding te Straatsburg na de overgave dier vesting. De ruïne is hem zeer mee gevallen zegt hijhij had zich erger voorgesteld Zie hier wat hij er zelf van verhaalt: 't Is verschrikkelijk om ingestorte inuren en balken den doorgang te zien versperren als 't teeken der verwoesting. De reuk en rook van den brand vult de straten nog en ligte stoom wolkjes stijgen uit den kolengloed op. De inwoners, die voor 't eerst weder de heldere hemel en de zon aanschouwen, wonen dat schouwspel stil en ter neder geslagen bij en zoeken weenend hun verwoeste haarden weder op. Men zou zeggen, dat een ontzettende brand alles ver slonden had en in al zijn wee over de geheele nabuurschap zich had verspreid. Ontelbare kogels, die de woningen hebben doorboord, hebben overal hunne sporen nagelaten. De cathedraal is ongetwijfeld beschadigd, maar niet op belangrijke plaatsen. Overblijfselen van torentjes en orna menten liggen overal om het gebouw heen verspreid. De citadel heeft afschrikkend veel geleden; hier is het vernielingswerk volmaakt. Er staat geen muur meer overeind. Toen onze troepen hun intogt binnen Straatsburg deden, werden twee onzer grenadiers ernstig gewond door het gepeupel. Men vatte de daders van die moordaanslagen dadelijk, formeerde een kring, en na een korte regtspraak werden ze, als voorbeeld, gefusilleerd. Z. M. de Keizer van Rusland heeft den generaal von Moltke het kruis 2de kl. der orde van St. George, de hoogste Russische ridderorde, verleend. Kerkelijke Staat. Uit een brief van den Paus aan den generaal der pauselijke troepen, Kanzier, van 19 Sept. blijkt, dat de Paus bevel gegeven had, dat zoodra een bres geschoten was. en der halve geconstateerd dat er geweld gepleegd was, de der- dediging van Rome moest gestaakt worden. «Op een oogenblik, (zoo luidde het slot van den brief), dat geheel Europa de ontzettende offers beklaagt, die in den strijd tusschen twee groote natiën vallen, moet men niet kunnen zeggen, dat de plaatsvervanger van Jezus Christus, ofschoon onregtvaardig aangevallen, zijn toestemming heeft gegeven tot bloedvergieten. Onze zaak is Gods zaak, en wij stellen onze verdediging geheel in zijn handen.» Afrika. Onder de schatdelvers in de Zuid-Afrikaansche diamantvelden doet het volgende verhaal de rondte: Een paar gelukzoekers zaten ergens op een ossenwagen met elkaar te spreken. En derde kwam er bij, en ging op een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2