1870. N°. 127. Zondag 23 October. 28 Jaargang. BEKENDMAKING. Onze Candidaat. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Episodes uit den Fransch-Duitschen oorlog-. ie HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, ,,W ij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: NOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertontiën: Van 14 regels 60 cent elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend Per eersten trein van den Helder vertrekt Woensdag den >6 dcaer over Haraeille de inail naar Oost-Indië, China en Japan. Haandag den 31 dezer vertrekt, per laatsten trein van den Helder, de West-Indische mail over Southampton. Het GEMEENTEBESTUUR van DEN HELDER brengt ter kennis van de daarbij belanghebbende ingezetenen, dat op Vrijdag dm 25 November 1870, des voormiddags tusschen elf en twaalf ure, aan het Raadhuis der gemeente eene vergadering van kiesge- regtigden zal worden gehouden, om de plaatsen aan te vullen van de twee leden der alhier gevestigde Kamer van Koophandel en Fabrieken, die met het einde van dit jaar aan de beurt van aftre ding zijn. De lijst der kiezers is van heden af op de gewone kantooruren ter Secretarie der gemeente ter inzage nedergelegd. Bezwaren tegen die lijst kunnen gedurende de eerstvolgende acht dagen hij het Gemeentebestuur worden ingeleverd. Van deze vergadering worden geene afzonderlijke verzonden. Voorts wordt in herinnering gebragt dat men om kiezer te zijn: 1. Nederlander, meerderjarig, ingezeten der gemeente en in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsregten moet zijn. 2. Ter zake van eenig bedrijf van handel of fabriekwezen in het patentregt moet zijn aangeslagen tot een bedrag van minstens zeven Het Gemeentebestuur voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. Helder, den 22 October 1870. De Centrale Kiesvereeniging heeft in hare Vergadering van 19 October jl. tot haren candidaat gesteld den heer Jhr. Mr. H. G_C. L. JANSSENS, te 's Gravenhage. De kiezer, die dit korte berigt in de een of andere courant aantreft, moet, dunkt ons, meer verlangen te weten, dan deze enkele regels hem geven, 't Kan zijn, dat hij den heer JANSSENS, hoewel waarlijk niet onbekend bij hen, die zich met administratief regt en finantie-zaken bezig houden, nimmer of zelden heeft hooren noemen, 't Kan zijn, dat hij zich afvraagt, waarom de Centrale Kies vereeniging juist dezen candidaat voor liet lidmaatschap der Tweede Kamer aanbeveelt? Wij nu meeneu, dat de kiezers regt hebben om zoo volledig mogelijk te worden ingelicht, en zullen daartoe de gegevens bijeenstellen, die zoowel het bestuur der Centrale Kiesvereeniging, als het onderling debat in de gehoudene vergadering hebben verschaft. Het bedanken van den heer generaal KNOOP was voor de liberale kiezers eene teleurstelling, des te gevoeliger, omdat velen meenden, dat er geenszins bij deze vacature mogt worden gedacht aan eene wisseling van galanterie en beleefdheden tusschen de heeren KNOOP en VAN FOREEST, dat hier niet in het spel was de keuze, de De talentvolle correspondent van de Daily News bij het leger voor Metz geeft eene beschrijving van de jongste en waarschijnlijk laatste poging van Bazaine, om zich door den vijand heen tesiaan. Jammer dat wij den brief niet in zijn geheet kunnen opnemen. Aan het schilderachtig verhaal ontleenen wij het volgende: De aanval op Ladonchamps was een afleiding. Plotseling werden de dorpen Grandes en Petites Tapes, St. Rémy en Maxe door een stortvloed van Franschen overstroomd. Het 59ste regiment der landweer in St. Rémy wilde .niet wijken, zooals het voorzigtigheids- halve had moeten doen, maar bleef in de straat staan tot dat de Franschen hun geschutvuur tegen hen rigtten en hen met een kogelregen uit chassepots en mitrailleuses teisterden. Ten slotte trok het overschot op de chaussée terug. Het bataillon fuseliers van het 58ste had Grandes Tapes bezet en het bezet het nog, maar met dooden en gewonden. Het bataillon wilde niet wijken en werd als het ware vernietigd op de plaats waar het stond, de manschappen met den rug tegen den muur en het gelaat naar den vjjandHet oogenblik was kritiek; de geheele landwehr was tegen de dorpen opgerukt met uitzondering van één reserve brigade. Maar het 10de armeekorps was over de pontonbrug heengekomen en masseerde zich tusschen de rivier en Amelange. Hun generaal von Voights, die dien dag liet bevel voerde, gaf order aan verscheidene regimenten om vooruit te rukken. Het was een gezigt om nooit te vergeten. Eerst kwamen de fuseliers, zich en tirailleur over de geheele vlakte verspreidend. Vervolgens de digte kolonnes der grenadier compagniën, onder het spelen der muziek-korpsen en met ontplooide vaandels. De infanterie werd door de artillerie gesteund, die de dorpen ongemoeid liet, maar haar vuur concentreerde op de langs den Moezel oprukkende Fransche kolonnesDeze bogen en braken in het eind en door mijn verrekijker zag ik een onafgebroken tauve qui peut tot in het dorp Maxe. Maar als zij eens steen en kalk tusschen zich en de Pruissen hadden, waven de Franschen hard nekkig en wilden niet verder. Te vergeefs vuurde de Pruissisch: wil van den heer KNOOP, maar alleen sprake kon zijn van een regt van de kiezers uit dit district. De beweegredenen van den heer KNOOP, al kunnen wij ze niet deelen, behooren echter te worden gerespecteerd. De tijd om andere candidaten te zoeken, hen die in aanmerking konden komen te polsen, de tijd tot onderlinge raadpleging was kort genoeg, maar gelukkig is de liberale partij nog rijk aan namen, die op aller lippen zweven, en zelfs daar, waar slechts eene week tijd tot voorbereiding is gelaten, beschikt zij over uitstekende persoonlijkheden. Deze qualificatie, aan den heer JANSSENS gegeven, is verdiend door een werkzaam leven in het publiek belang; geen oppervlakkige beleefdheid. Hij is de eer, met alge- meene stemmen te worden verkozen tot candidaat der Centrale Kiesvereeniging, waardig. Jhr. JANSSENS, de zoon van den in de Nederlandsclie krijgsgeschiedenis bekenden generaal Janssens, is door zijn onafhankelijk vermogen in staat gesteld al zijn tijd en ijver te wijden aan het algemeen welzijn. Als wethouder der gemeente 's Gravenhage gaf hij afdoende bewijzen van groote bekwaamheid; voornamelijk legde hij zich toe op armenzaken en finantiewezen. Zijne liberale gezindheid is niet alleen boven allen twijfel verzekerd, hij is daarvan in zekeren zin zelfs het slagtoffer geworden, toen hij als lid van den Gemeenteraad niet werd herkozen, omdat hij liet groote vrijzinnige beginsel van publiciteit der gemoente- finantiën ook wilde toepassen op de fondsen, bestemd tot publieke armverzorging, 't Was in den tijd toen het «Dagblad" den Haag begon te terroriseren en de heer JANSSENS bezweek onder den haat van dit waarheids- lievende blad „qui s'attaque au plus pur, qui frappe les plus nobles", zoo als de dichter van den dood zegt. Dat echter zijne verdiensten door de Hoogere Regering niet werden miskend, toont de Nederlandsche Leeuw, welke orde hem zijne kunde, zijn ijver in de Staats-commissie voor de emancipatie-wetten deden verwerven. Eene finantiële specialiteit, kan hij juist in dezen tijd, nu de periode der overwinsten schijnt te eindigen en eene leening, zij het ook voor den productiven aanleg van spoorwegen, verwacht wordt, gewigtige diensten bewijzen in de Staten-Generaal. Thans, nu eene niet te ontkennen socialistische beweging in Nederland zich doet gevoelen, kan er niet te groote waarde worden gehecht aan de ad viezen van een man, die sinds jaren naar vermogen heeft bijgedragen tot de practische oplossing dezer groote maat schappelijke vraagstukken; die, even afkeerig van holle theoriën, als hij gevoelig is voor werkelijk lijden onder de lagere volksklassen, veel heeft gedaan om in de residentie goedkoope en gezonde woningen te verschaffen aan den arbeidenden stand, overtuigd dat eene „betere" woning bijna steeds voor den arbeider medebrengt: meerdere ge zondheid, moreele verheffing, krachtiger ontwikkeling op elk gebied. Zoo noodigt dan de Centrale Kiesvereeniging de kiezers artillerie op de dorpen, al digter en digter naderende, waarbij de batterijen elkander met bewonderenswaardige juistheid en snelheid afwisselden. Een hardnekkige batterij vóór Grandes Tapes wilde niet zwijgen. Steeds bleven de Fransche tirailleurs langs den grooten weg voor het dorp vuren. Het was omstreeks 4 uur.,.. De bommen van het fort St. Julien vlogen kruiselings met de kogels der chassepots over het slagveld. Daar galoppeerde een stafofficier langs het front met bevel tot een algemeene voorwaartscbe beweging en om de dorpen stormenderhand te nemen. De beweging moest uitgevoerd worden door vier brigaden der landweer, door twee brigaden van liet 10de armeecorps gesteund. Binnen weinige minuten weerklonk het bevel langs de geheele linie; de manschappen sprongen op uit de bedekking waarin zij stonden, en gingen voorwaarts met den vasten vluggen stap, die het marcheeren der Pruissen zoo eigenaardig karakteriseert. De bommen der batterij vóór de Grandes Tapes doorboorden haar linie, de mitrailleuses en chassepots spreidden hun looden hagel over haar uit, maar steeds marcheerde de landweer stil en ernstig voorwaarts. Menigmaal ben ik in het vuur geweest, maar nooit zag ik een woedender vuur dan waaraan het centrum dezer linie was bloot gesteld. Generaal Brandenstein, die de derde brigade der landweer aanvoerde, werd neergeschoten, terwijl hij digt langs mij heenreed verscheidene officieren van zijn staf werden gekwetst. Eindelijk waren de verschansingen bereikt, waarachter de gedunde rijen der 58ste en 59ste regimenten landweer lagen. Onder het aanheffen van een luid 1lurrah Preimen en Vorwart» immer vorwdrts sloot men zich bij elkander aan en ging het in den stormpas vooruit. De kanonniers der batterij .dappere, flinke kerels, hadden naauwelijks den tijd, den hoek om te loopen, vóórdat de landweer hen op het lijf viel. De stukken werden per force achter gelaten. In de dorpen hielden de Eranschen voor het laatst stand; maar het ware beter voor hen geweest dat zij in eens door waren gegaan. De landwehr die minder van den conventioneelen soldaat heeft dan de linie-troepen, geeft niet zoo gemakkelijk kwartier. Menige laatste biecht van een Franschman bestond dezen namiddag in een bajonetstoot. Zij vochten als duivels in de naauwe dorpswegen en uit liunne stemmen uit te brengen op een man, die in geen enkel opzigt behoeft onder te doen voor den candi daat der tegenpartij. Wijst zij op den onbesmetten naam des heeren FOREEST, ook de heer JANSSENS beroept zich op zijn verleden, consequent en ridderlijk. Beiden zijn mannen van talent en karakter, maar Jhr. JANSSENS vertegenwoordigt den komenden dag, zijn tegenstander de dagen van het onher roepelijk verleden. De keuze is zuiver gesteld, zoo weinig mogelijk eene vraag van personen, moge het beginsel alleen beslissen. Wat men ook beweren moge, er zijn inderdaad gewigtige onderwerpen van staatsbeleid, waar over thans de kiezers moeten beslissen. Hun is, kiezende tusschen liberaal en conservatief, de beslissing gelaten tusschen de voortduring van het exploitatie-stelsel in Indië en het stelsel van vrijheid „onder alle hemelstreken het beste*. Voor ons is dit: de keuze tusschen belasting en oorlogsschatting. Wij, overwinnaars, brandschatteden den onderworpen Javaan, daaruit groeide het cultuurstelsel. Die toestand achten wij onhoudbaar: 's Konings Javaan- sche onderdanen kennen wij gelijke economische regten toe, als aan den bewoner van het oude moederland. Wij achten het cultuurstelsel nog slechter, dan het in Ierland gevolgde landbouw-systeemwij willen uit Ierland's ram pen leeren. Wij verkoopen oud-Holland's eerlijkheid niet voor het geld van het „batig slot". Zoo al niet tusschen ons en de conservativen, voor de regtbank van ons geweten is de vraag geen andere dan deze: Wilt gij eerlijk zijn, ook in Indië? Na dezen oorlog zal stellig aan de orde worden gesteld de groote levensvraaghoe Nederland te verdedigen? Geef geld, en veel geld voor legers, vloot, vestingwerken en kanonnen, en Oranje zal Neêriand's onafhankelijkheid ver dedigen, zegt de conservative leer. De liberaal zegt: niet Oranje zal ons verdedigen; met Oranje aan 't hoofd zullen wij zelf den aan 't water ontwoekerden grond vrijhouden van vreemd geweld. Maar zegt ons, wat wij doen moeten. Overweegt eerst de finantiële en materiële krachten des Rijks, kiest dan een ligt begrijpelijk stelsel van verdedi ging, wijst in tijd van vrede ieder man zijne plaats, geeft ons eene defensiewet, opdat niet de eene minister af breke, wat de andere opbouwde met ons geld. Wij vragenontslaat den landbouwer van het tiendregt, dat middeneeuwsche overblijfsel zijner onmondigheid, schaft de patentwet af, die onbillijker werkt dan eenige andere wet in Nederland, geeft ons eene andere regterlijke organi satie dat isgoedkooper en sneller regt. Wij vragen,.... maar wie der kiezers kent niet de eischen der liberale partij, die allen kunnen worden zaamgevat in dit ééne: eenvoudig beheer, billijke verdeeling van lasten. Zij, die ons doel en onze middelen willen, mogen zich inspannen om den heer Jhr. Mr. JANSSENS eene plaats in 's lands Raadzaal te verschaffen. Dan heeft ons district het zijne gedaan, en zich verdienstelijk gemaakt voor 't vaderland maakten van de mitrailleuses een zeldzaam bekwaam en vreeselijk gebruik. Maar dan kwam daar met gestadigen onrerbiddelijken stap de landwehr voorwaarts; de stevige dijen en de gewèlfde rug, die de Pruissiscbe athleten kenmerkt, zetten een ontzettende kracht bij aan de bajonet en weldra waren alle dorpen schoongeveegd, behalve van overwinnaars, dooden en gewonden. Niets was zoo opmerkelijk als de bedaardheid, waarmede de gekwetsten, voor zoover ze nog konden loopen, alle ondersteuning van de hand wijzende, zich achter het front begaven. En geen ligte wonden waren het waarmede de dapperen terugkeerden. Ik ontmoette er een die door de long geschoten was en bij wien de adem reutelend door de wonde drong. Een vreeselijk gezigt voor hem die den dapperen ziet sterven. De soldaat der landwehr kan niet zoo ligthartig ten strijde trekken als de linie-soldaat, die veelal niemand in armoede achterlaat als hij op het slagveld blijft. Op iedere twee soldalen der landwehr die vallen, blijft in het vaderland eene weduwe over, en bij de gedachte aan mijne eigene kinderen, wordt ik tot schreijens toe bewogen, als ik denk aan bet tal van weezen in de vriendelijke dorpen en vlakten van Duitsch- land, die nog niet weten dat de dag van gisteren hun een vader ontroofde. Niet dat de landwehr-mannen lieten blijken dat hunne gedachten bij vrouw en kroost vertoefden. Neen, de koene kerel, in wiens baard reeds enkele witte haren zich vertoonden, en die, wie weet hoeveel, jonge vogeltjes in het nest achterlaat, stormde even moedig op den vijand los, als de vrolijke jeugdige vrijwilliger, die alleen een liefste betreurt als hij valt. Maar de Duitschers bidden gaarne, en het scheen mij toe dat menigeen onder het voortrukken het hoofd boog, alsof hij in de kerk was. En wat de godsdienst betreft, wie, denkt gij wel, kwam daar midden in het gevecht gestort, met dat witte haar en vliegende rokspanden Dat was de divisie-geestelijke, met een gebedenboek in de hand. De goede man, die te midden van den kogelregen snelde, was geheel buiten adem, kuchend vertelde hij mij dat hem zyn paard onder het lijf was doodgeschoten. Toen ik hem later nog eens zag, zat hij achter een muur onder een groep verslagen krijgslieden en zond, onder het donderen van het gesehut, zijne gebeden op tot God."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1