BUITENLAND.
Het Provinciaal Geregtshof van Gelderland heeft
uitspraak gedaan in de duel-kwestie. Het hof heeft den
kapt. C. wegens moedwillige mishandeling met voorbe
dachten rade gepleegd en waaruit een beletsel van te
werken van meer dan 20 dagen ontstaan was, veroordeeld
tot 6 maanden en de 3de, 4de, 5de en 6de beschuldigden
ieder tot drie maanden correctioneele gevangenisstraf, in
eenzame opsluiting te ondergaan, terwijl het den 2den
beschuldigde, baron v. S. heeft vrijgesproken, op grond dat
zijn schuld niet wettig en overtuigend bewezen was. Men
verneemt dat de veroordeelden van het middel van cassatie
zullen gebruik maken.
De boeren in Overijssel beweren, dat, als men ganzen
bij rlo varkens laat rondloopen, deze tegen de varkensziekte
en als men schapen in de wei laat loopen, de koeijen
daardoor tegen de weerwijde veilig zijn.
In het Noorderkwartier van Friesland is de vlasoogst
ver beneden het middelmatige geblevendaar vele handen
bij de bereiding werk zouden kunnen vinden, ziet men met
een donker oog den winter te gemoet.
Tusschen Balk en de Lemmer heeft een dolle koe
een eikenboom en een hulpprediker met zijn zoontje ten
onderste boven geloopen.
Voor de betrekking van administrateur bij het burgerlijk
armbestuur te Meppel, waaraan een tractement van 500
is verbonden, zijn 139 sollicitanten.
Men schrijft uit Meppel van 4 Dec.De ijsbaan
verschafte heden reeds aan een menigte schaatsenrijders
groot genot. Het heerlijkst weder begunstigde dit gelief
koosd wintervermaak, dat ruim baan heeft op de wijd
uitgestrekte geïnundeerde landen.
Aangekomen schepen te Batavia vóór den 24 Nov.:
Friso, Pauline Constance Eleonora en Senior. Ver
trokken Bato, Burgemeester van Middelburg, Catharina
Hlisabeth, Hendrika, Jacob Roggeveen, Nieuwland, Passa-
roeang en Soerabaija Packet.
Blijkens mededeeling van de Belgische administratie,
is de telegrafische gemeenschap met Havre en verder met
geheel zuidelijk Frankrijk afgebroken. Alleen voor het
noordelijk gedeelte van Frankrijk kunnen nog berigten
worden aangenomen.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De scheepsklerk W. A. Ie Rutte, wordt met den lsten Januarij
a. s. geplaatst op het wachtschip te Willemsoord.
F r a n k r ij k.
In een ballon-brief van den 30sten November uit
Parijs leest de N. Rott. Crt. het navolgende:
Gisteren, omstreeks acht ure, liepen er geruchten dat de
Fransche wapenen groote voordeelen hadden behaald. En
ziet, langzamerhand zag men in de winkels van de hande
laars in levensmiddelen, drtikelen uitgestald, die men sedert
weken in Parijs niet meer zag: boter sardines cervelaat-
worst, enz. In een winkel in de rue Neuve des Capucines
werd zelfs ham aangeboden tot den spotprijs van 5 francs
het halve kilo. Een paar uren later luidden de berigten
minder gunstig, en het gevolg daarvan was, dat de gezegde
artikelen langzamerhand weder verdwenen. Des avonds
zwoeren de winkeliers op hun eerewoord, dat zij sedert het
begin van het beleg zulke kostbare zaken niet meer voor
handen hadden gehad.
De strijdkrachten, welke de generaal Trochu den 30sten ontwik
kelde, waren zoo overmagtig talrijk, dat het niet onmogelijk schijnt,
dat hij zich met zijn leger door onze troepen heen wilde slaan,
om zich met het Loire-leger te vereenigen en dan Parijs aan zijn
lot, dat is de overgave, over te laten. Schoon deze poging hem
niet gelukte, was toch de generaal Trochu èn wat de getalsterkte
zijner troepen èn wat het terrein betreft in eene zoo gunstige
positie, dat hij er in slaagde om de genoemde dorpen bij den
eersten aanval te bemagtigen. In weerwil echter van de aange
haalde voordeelen, en ofschoon hij een vol etmaal tijd had om zich
in die positiën te verschansen, vermogt hij toch bij de gevechten
van 2 December zich niet in het bezit daarvan te handhaven. De
vijandelijke aanval werd niet alleen door een sterk vuur nit de
beide forten en uit de verschansingen van Saint-Maur, maar ook
door geweervuur van dat schiereiland en den linker Marne-oever
ondersteund, terwijl aan den anderen kant zelfs gepantserde
spoorweg-rijtuigen, benevens de kanonneerbooten op de rivier aan
den strijd deelnamen.
Terwijl op dit gedeelte der insluitingslijn een belangrijke strijd
plaats had, beproefde de vijand ook op andere punten meer of
min krachtige uitvallen, waarvan die in het noorden tegen Epinay
de belangrijkste was; dit dorp ligt aan de Seine, eene halve mijl
ten westen van de versterkingen van Saint-Denis, en werd aan
vankelijk door den admiraal la Itoncière bemachtigd.
Al de gevechten bij de uitvallen op 30 November gingen voor
de beide partijen met aanzienlijke verliezen gepaard, ten gevolge
waarvan de wapenen op den volgenden dag bleven rusten. Den
2den December echter werden de door den vijand gedurende 24
uren bezet gehouden positiën reeds met het aanbreken van den dag
door de onzen hernomen, met name Champigny en Brie-sur-Marne.
Ten 10 ure des voormiddags op den 2den beproefde de generaal
Trochu andermaal met een overmagt een aanval op onze stellingen
tusschen Seine en Marne, zonder dat het hem in een strijd van
acht uren gelukte aan het 12de en 2de korps en de Wurtem-
bergsche divisie de positiën, welke deze des morgens heroverd
hadden, wederom af te nemen.
Wij hebben dus te constateeren, dat het den generaal Trochu in
weerwil van zijne begunstiging door het terrein en zijne aanzien
lijke strijdkrachten niet gelukt is zich in gemeenschap met het
Loire-leger te stellen; dat veeleer elke met dat doel ondernomen
poging voor hem met de grootste offers gepaard is gegaan zonder
eenig resultaat op te leveren."
De generaals Trochu en Ducrot hebben bij deze uitvallen
gedaan, zegt een correspondent van het Utr. D., wat de hoogst
gespannen verwachting vergen kan, en dikwerf zeiven met den degen
in de vuist hunne jonge troepen ten aanval aangevoerd.
Een oud soldaat sclirijft in de Siècle het volgende
aan zijne landgenooten: //Als oud soldaat, ontsnapt uit de
Duitsche krijgsgevangenschap na de ramp van Sédan, wil
ik aan mijne jeugdige landgenooten het lot doen kennen,
dat hun te wachten staat, wanneer zij zich als krijgs
gevangenen overgeven. Zich over te geven is het vreeselijkste
ongeluk, dat iemand kan overkomen, en men moet al het
mogelijke aanwenden om dit te ontgaan. Men kieze stoutweg
tot leusi/De dood boven de gevangenschap." Laat de
dappere soldaat, die in gevaar verkeert om gevangen te
worden gemaakt, innig overtuigd zijn van deze waarheid,
dat er grooter levensgevaar bestaat in zich over te geven,
dan in eene verdediging tot het uiterste. Als men de
verhouding van de gestorvenen onder onze krijgsgevangenen
nagaat, zal men zien, dat deze 80 pCt. bereikt: dat is,
van de 300,000, welk cijfer door onze vijanden genoemd
wordt, zullen er wel 240,000 uit dat vervloekte land niet
terugkeeren. Zij zullen op weg omkomen van vermoeijenis,
koude, honger. Wie stilstaat, krijgt slagenwie zich verzet,
wordt gedood. Op de plaats hunner bestemming zullen
zij omkomen door harden arbeid, woeste bejegening, onvol
doende en slechte voeding, soms door vergif, want het
brood, dat uitgereikt wordt, is ongezond en de rogge,
waarvan het gemaakt wordt, is steeds de oorzaak van die
gevreesde epidemie, onder onze soldaten te Koningsbergen,
Stettin en elders. Eindelijk zullen zij sterven van heimwee,
onze arme, levenslustige, brave Fransche jongens, wanneer
zij zich gedwongen zien, in dat sombere land te leven,
hunne tranen te bedwingen en hunne gedachten aan haat
en wraak in het hart te smoren. Geeft u dus nimmer over!"
Sedert vier maanden heeft de autoriteit te Parijs er
zich over te beklagen, dat meisjes van de demi-monde door
de Pruissen als spionnen worden gebezigd. De Nouvelles
zegt dienaangaande:
Men verzekert, dat een generaal, die ten westen van
Parijs het bevel voert, zich genoodzaakt heeft gezien twee
of drie meisjes van slechte zeden te doen fusilleeren, omdat
zij er zich toe leenden de Pruissen als spionnen te dienen.
In een der dagbladen van Tours leest men: //Men
deelt ons een op zijn pas gesproken woord mede, hetwelk
bewaard verdient te worden. Bij het binnenrijden der
gemeente Chevannes, in het district Ferrières, ontmoette
een Pruissisch verkennings-piket een grijsaard van 80 jaren
Perrony genaamd. //Waar steekt hier de vijand?" riep de
aanvoerder van het detachement den achtbaren burger op
ruwen toon toe. i/De vijand vroeg de moedige grijsaard
zich omkeerende en den officier driest aanziende, //de vijand?"
Die zijt gij!" Volgens onzen zegsman, heeft de oude
Perrony zijn kordaat antwoord al te zwaar, met den dood,
geboet."
Te Tours is dezer dagen, over Marseille, uit Algerië
aangekomen een goum Arabieren, sterk 295 man, allen
uitnemende ruiters, en 303 paarden. Behalve met de
gewone wapenen der Arabische hulptroepen, een ponjaard,
een dolk, een revolver en een voortreffelijken tirailleur-
chassepot, waren deze ruiters nog met een ander gevaar
lijk verdelgingswerktuig uitgerust, hetwelk den naam van
matraque draagt en uit een korten stok bestaat, aan het
eene einde van een haak voorzien, waarmede hij aan het
zadel des ruiters is bevestigden aan het andere uiteinde
van een langen riem van gevlochten leder, eene soort van
Mexicaansche lazzo, die door de ruiters op een afstand
van vijftien meters wordt uitgeworpen zonder dat zij hun
doel ooit missen. Het slagtoffer, hetwelk door dezen lazzo
omvangen en door het voorthollende paard medegesleept
wordt, is veelal reeds na verloop van een vijftal minuten
een misvormd lijk, dat afgeschud wordt om het werk der
verdelging verder voort te zetten. «Eer er veertien dagen
zullen verloopen zijn (zegt een Fransch blad) zullen er
zich 2000 of 3000 Arabische ruiters in Frankrijk bevinden,
en zullen de Pruissen met het gebruik der matraque bekend
zijn geworden."
De «burger" bisschop van Marseille heeft aan de
geestelijken van zijn bisdom gelast, dat zij de kerkklokkeu
den lande zullen afstaan, opdat er kanonnen van zouden
kunnen worden gegoten.
De Messin, een te Metz verschijnend dagblad, be
helst de volgende niet onaardige huwelijks-aankondiging
De heer Charles Hugues Delaitre, artillerie-kapitein, geboren
en gedomicilieerd te Metz, thans krijgsgevangene te Erfurt
(Pruissen) en mejufvrouw Maria Suvarese, geboren en
gedomicilieerd te Civita-Vecehia (Italië.)" Ziedaar, voegt
het blad er bij, een echtgenoot, die reeds vóór zijn huwelijk
gevangen is, en die dus zeker de ketens van den echt
waardig en gelaten zal weten te dragen.
Eenige dagen geleden zijn te Autun door een detache
ment Garibaldianen twee Franschen, Jean Marie Perragoux
en Jacques Lainé, beiden te Creuzot woonachtig, gefusilleerd,
die door den krijgsraad wegens spionnage ter dood waren
veroordeeld. Het was uit hun proces gebleken, dat zij
hun laaghartig bedrijf reeds van den aanvang van den
oorlog af hadden uitgeoefend. Zij waren te Sédan, te
Straatsburg, te Metz, te Dóle geweest. Te Chadons, bij
Autun, waren zij eindelijk betrapt geworden. De een gaf
zich voor een groenteboer uit, de ander gaf zich het
voorkomen van een voddenraper. Behalve met bespieding,
vonden zij hun bestaan ook in het uitschudden van lijken
op de slagvelden. Lainé, die diep verslagen was, heeft op
de strafplaats geen enkel woord meer geuitmaar Perragoux,
een forsche en drieste knaap, riep het detachement overluid
toe: «Goed mikken, jongens!" en «leve Frankrijk!"
Rijssel, de stad der arbeiders, is een soldaten-stad
geworden; de stad der werktuigen is in een arsenaal her
schapen; de straten zijn donker door het gewoel van
mariniers, linie-soldaten, mobilen en gemobiliseerden; huizen
en kazernen zijn er vol vanhet is eene bonte mengeling
van uniformen en wapens. Zoo staat het noorden van
Frankrijk even als het zuiden op.
In den slag van 1'Hay heeft een Fransch soldaat hat
bewijs geleverd van zijn moed en degelijkheid.
Het signaal der retraite werd gehoord, maar onze soldaat
een van de linietroepen was er over ontstemd dat
men hem van de plaats haalde, waar hij bij elk schot eet
Pruis neêrvelde. Hij bleef er dus en vuurde door. Eet
kameraad, aangewakkerd door zulk een voorbeeld, ging
naar den gelukkigen schutter om «een handje te helpen,'
maar naauwelijks had hij naast dezen plaats genomen o!
een vijandelijke kogel doodde hem.
Juist op dat oogenblik had de schutter zijn laatsten kogel
verschoten. Hij zag naar zijn dooden makker, zuchtte, zag
hem nog eens weemoedig aan en nam zijn patroontascl,
Deze ledigde hij en gebruikte de kogels met hetzelfde goede
gevolgtoen hij gereed was, nam hij zijn geweer op schoudet
en liep, onder een regen van kogels, waarvan niet een hem
bereikte, naar zijne compagnie onder den uitroep: dat is
nog zoo kwaad niet!
E Btelind.
Voor de Engelsche ontbijttafel begint het er treurig
uit te zien. Het gouvernement te Tours heeft de uitvoer
verboden van zout, eijeren en boter, welke twee laatstge
noemde artikelen in ontzettende hoeveelheden uit Frankrijk
naar Engeland werden verscheept. Verleden jaar zoo
berekent de Pall Mali Gazette werd in Engeland voor
7,000,000 p. st. boter ingevoerd, waarvan zeker één derde
gedeelte uit Frankrijk kwam. Bijna al de te Londen ge
consumeerd wordende eijeren (meer dan een millioen dagelijks)
kwamen insgelijks uit Frankrijk.
De gravin de Gasparin doet, uit Valleyres, in het
Zwitsersche kanton Waadtland, in de Times een beroep op
de Fransche vrouwen, ten behoeve der Fransche krijgs
gevangenen in Duitschland. Zij zegt daarin onder anderen:
«Ik zou willen zwijgen, maar mijn hart is brandende in
mij. Een klaagtoon gaat uit de Duitsche vestingen op,
een lange stervenskreet, door de ellende en de smart ver
oorzaakt. Fransche zusters! Hebt gij het gehoord? Zij,
die zoo lijden, het zijn de gevangenon van Woerth, van
Sédan en van Metz, ons vleesch en ons bloed. Duitsch
land verzacht, met al zijne magt, hun lijden; maar, door
zware lasten gedrukt, kan de Duitsche weldadigheid niet
volstaan. Onze broeders zijn verzwakt en zonder deksel;
de koude nijpt hen; zij worden in grooten getale door ziekten
weggemaaid. Zullen wij werkeloos blijven? Zullen wij dat
lijdelijk aanzien? Neen, niet waar. De afstand doet niets
ter zake. Zusters van Frankrijk! Er moeten warme kleederen
en geestrijke dranken zijn.... er moet vooral geld zijn.
Laten de kisten, laten de zilver- en goudstukken komen
bij duizenden, bij honderdduizenden, waarom het groote
woord niet genoemd zendt een millioen
Duitschland.
In Berlijn genieten thans 11,153 vrouwen, echtge-
nooten van landwehrmannen, thans in actieve dienst, en
14,000 kinderen onderstand uit de gemeentekas. Elke
vrouw ontvangt per week 1 thr., en elk kind 15 sgr.,
zoodat de uitgaven per maand de aanzienlijke som van
72,612 thl. beloopen. Aangezien nu ook de laatste ban
der landwehr is opgeroepen, zal het aantal hulpbehoevende
vrouwen nog aanzienlijk vermeerderen.
De heer Krüpp te Essen heeft aan het leger vóór
Parijs twintig stukjes veldgeschut ten geschenke gezonden,
die zullen dienen om de ballons, die Parijs verlaten, te
vernielen. Elk stuk weegt slechts 75 kilogrammen; het
is zeer gemakkelijk te behandelen en te rigten, en draagt
tot op eene hoogte van 2000 voeten. De granaten wegen
3 pond en zijn met ongeveer li pond buskruid opgevuld.
Komt de kogel in aanraking met het schuitje van den
ballon, dan springt hij uit elkander, tengevolge waarvan
het gas van den ballon moet ontbranden.
Naar men meldt, hebben de Duitschers in de laatste
gevechten vóór Parijs 800 gevangenen gemaakt, waaronder
een 20tal officieren. Zij waren voorzien van een brood,
een flesch wijn en 2 pond vleesch of spek, zoodat men er
op gerekend scheen te hebben, dat de troepen eenige dagen
zonder levensmiddelen zouden zijn.
Denemarken.
Uit Kopenhagen ontvangt men thans uitvoerige berigten
over de avontuurlijke reis van de heeren Rolier en Deschamps,
die den 24 November in een luchtballon met een brieven
maal uit Parijs naar Tours vertrokken zijnde, den volgenden
dag bij Lifjeld, in Noorwegen, te land zijn gekomen, na
in vijftien uren tijds een afstand van ruim drie honderd
uren te hebben afgelegd. Zij werden door den wind over
de zee met duizelingwekkende snelheid naar den noordpool
gevoerd zonder het te wetengelukkig kwam de gedachte
bij de luchtreizigers op een van de brievenzakken uit het
schuitje te werpendaarop rees de ballon en kwam in een
oostelijke luchtstroomingtoen zij weder land beneden zich
zagen, daalden zij neder door het uitlaten van gas. Na
een etmaal omzwervens, zonder te weten waar ter wereld
zij zich bevonden, ontdekten zij dat zij in Noorwegen waren;
zij werden door de inwoners menschlievend behandeld en
naar Drammen gebragt, waar alles wat zij in het ballon
schuitje achtergelaten hadden hun terug bezorgd werd. De
ballon is door hen aan de hoogeschool van Christiania
geschonken en zou er aan het publiek te zien gegeven
worden tegen betaling van een kleine som ten voordeele
der Fransche gekwetsten.
Amerika.
In Indiania blijven de echtscheidingen in vollen gang.
Een in dien staat uitgegeven blad zegt: «De prijzen der
advocaten voor de echtscheidingsprocessen zijn door groote
concurrentie gedrukt. Wij noteren gewone echtscheidingen
15 dollar, buitengewone 50500 dollar, van de laatste
waren echter weinig ter markt. Over het geheel staan de
zaken goed.»
Een Amerikaansck blad, the Woman's advocate, oppert
het denkbeeld om de huwelijken slechts voor den tijd van
één tot drie jaren te doen sluiten, den termijn bij weder-
zijdsch goedvinden te bepalen.