1871. N°. 2.
Woensdag 4 Januarij.
29 Jaargang.
Oudejaarsavond-mijmeringen.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
BINNENLAND.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede.,!
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 [regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Woensdag: den 11 Jan. vertrekt van hier de
Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein.
Vrijdag: den 13 Jan. vertrekt van hier de Oost-
Indische inaii via Brindisi, per eersten trein.
Zondag; den 15 Jan. vertrekt van hier de West-
Indische mail over Southampton, per laatsten trein.
1870 is voorbijgegaan, zoo als alles verdwijnt uit deze
wereld. En van dat jaar is niets meer overgebleven, dan
wat de grooten dezer aarde plegen na te laten, de herin
nering aan weinig goeds en veel kwaads. En terwijl wij
het middernachtelijk uur afwachten, dat ons het nieuwe
jaar, en daarmede de altijd met verlangen verwachte,
nooit hare verleidelijke beloften houdende toekomst zal
brengen, dringt zich het verledene aan ons op en vraagt
om een woord van afscheid. Het beeld van den eerbied-
waardigen grijsaard, die kerkvoogd was en wereldlijk vorst
toen 1870 aanbrak, wijst met de vermagerde hand naar
zijne hoofdstad, waar thans een koning heerscht, die hij
eenmaal in den ban deed. Het jaar dat de pracht zag
van het concilie, dat de hoofden der Catholieke kerk ver
gaderd vond binnen Rome, zag ook het leger der Italianen
binnentrekken in de wereldstad. Het jaar, dat eene zekere
rigting in die kerk met de verklaring van 's Pausen on
feilbaarheid haar grootsten triomf deed vieren, was getuige
van eene nederlage dierzelfde overwinnaars, toen de over-
magt den Paus zijn wereldlijk gebied ontnam. Alsof ook
zelfs in het voorbeeld van Pius IX het oude spreekwoord
moest worden bevestigd, dat de Tarpeïsche rots naast het
Kapitool is, en dat van den hoogsten voorspoed ééne
schrede slechts voert tot den diepsten val. Onfeilbaar en
onttroondIn de vereeniging dier beide begrippen ligt
iets weemoedigs, zelfs voor hem, die de jongste gebeurte
nissen in Italië toejuicht. Pius, geplaatst ver boven men-
schelijke grootheid, goddelijke eigenschappen, geen mensch
gegeven, hem toegekend, en toch.... magteloos tegenover
den loop der wereldgeschiedenis, die in haar stroom zich
geen oogwenk doet weêrhouden door ;t plegtig /anathema sit!»
Ruw wapengeweldnog zegeviert gij, waar gij strijdt
met louter zedelijke krachten, met de magt des geloofs,
met de overtuiging der wetenschap; brutale kracht, dit
jaar hebt gij uwe helsche saturnaliën gevierd! Gij hebt
Pruissen de magt gegeven, die nog in deze eeuw boven
regt gaat; gij hebt Duitschland één gemaakt door eene
politiek van bloed en staal, gij hebt Frankrijk vernederd
meer dan zijne ergste vijanden durfden hopen, meer dan
het in zijne ergste uitspattingen verdiende!
Wiens hart was niet met de dappere zonen van het helden
moedig Germanië, toen in de zomermaanden de krachtige
scharen uittogen om de wacht aan den Rijn te betrekken,
om den overmoedigen Franschman terug te slaan binnen
zijne grenzen, om Duitsche landen te behouden voor de
kinderen van Duitschland? Wie juichte niet mede, toen
de wapenen gelukkig waren in de handen van hen, die
de geregte zaak verdedigden Wie geloofde niet in hooger
bestuur, toen de Fransche legers op eene wijze, als nim
mer te voren in de geschiedenis der wereld, die geschie
denis van bloed en tranen! werden omsingeld en gevangen
genomen; toen de uitdager zelf, de man, die een volk
opofferde om eene familie te behouden, vernederd zijn
degen overgaf aan den verwinnaar. Toen erkende geheel
Europa Duitschland's meerderheid, zijn geestkracht, zijn
beleid, zijns voortreffelijke instellingenmen bewonderde
den Duitschen schoolmeester, dien veelhoofdigen overwinnaar,
die men hooger stelde dan Alexander en Caesar! Maar
nog in hetzelfde jaar, dat den gruwelijken oorlog zag aan
vangen, veranderden de aanspraken der partijen. Niet
tevreden met een eerlijk behaalden zege, stapelden de
Duitsche trots, de roembegeerte van de Pruissische kroon,
de op het dwaalspoor gevoerde openbare meening, die
landroof vroeg, en uitbreiding van grondgebied eischte,
lijken op lijkeD, verwoestten te vuur en te zwaard een deel
van Frankrijk's grondgebied, sloegen over tot plundering en
moord, verbrandden dorpen onder de nietigste voorwend
selen, en de Koning van Pruissen toog naar Versailles,
bijgelicht door de brandende vlekken, vervloekt door de
vrouwen en kinderen, wier steun en troost hij had opge
offerd aan zijne roemzucht, toog door laudstreken, die
zijne ruiterij had platgetrapt, over wegen, door zijne
kanonnen stukgereden, naar de residentie van Frankrijk's
oude Koningen, om zich de in bloed gewasschen Keizers
kroon op de grijze lokken te zetten. Ons brengt de
ondejaarsavond in gedachte de beeldtenissen van twee
grijsaards; hoeveel eerbiedwaardiger is de beroofde grijs
aard op het Vaticaan, dan die andere grijsaard te Versailles,
die zijne laatste levensdagen besteed om Fransche provin
ciën tot Duitsche wingewesten te maken!
En Frankrijk? Waar is het jolige luchtige Parijs, dat
het jaar 1870 begroette met uitgelaten spel, met de dolste
tooneelvoorstellingen, met dansmuziek en maskerade? Waar,
het Parijs der cocottes en cocodès, het Parijs der ligtzinnige
literaturen van de Belle Hélène, van Ponson du Terrail
en Offenbach? Verdwenen! in plaats daarvan ziet het ver
baasde Europa de ernstige veste, waar millioenen menschen
strijden tegen erger vijanden dan kruid en lood, tegen den
honger! Waar is het ontzenuwde Frankrijk van Napoleon,
die gedwee meegaande natie, die een slecht regeringsstelsel
steunde en volgde door dik en dun? Ondergegaan op de
slagvelden bij Woerth en bij Sédan, verdwenen met de
oude glorie van ,/Metz la PucelleP Al de kunstmatige
glans en grootheid van het tweede keizerrijk, het gouver
nement van generaals en prefecten, de regering der groote
tractementen en middelmatige talenten, is weggevaagd van
den bodem. En op oudejaarsavond stelt zich voor onze
oogen het beeld eener jeugdige vrouw, door wonden
getroffen, door den vijand vervolgd, die het driekleurige
vaandel hoog houdt in de regterhand, de phrygische muts
op 't donkere haar, met schitterende oogen turende naar
de grenzen van Frankrijk, optrekkende naar den Rijn,
gevolgd door een bonten stoet van mannen en jongelingen,
half soldaten, half slagtoffers, het beeld der Fransche
republiek, die het herboren Frankrijk aanvoert tegen de
legerbenden van den veroveraar. Ja! Het Frankrijk van
1798, het Frankrijk, dat de regten van den mensch vast
stelde, het vaderland van den Encyclopedisten is herboren
en het zal blijven leven, omdat het niet sterven wil!
Ontrukken zal het zich aan het verpletterend gewigt van
Duitschland's overmagt. Nu of later! Zoo thans de
Fransche natie den beker der vernedering uitdrinkt tot
den bodem, eens zal zij opstaan en het glas den pijniger
in het gezigt werpen.
1870 heeft het ons geleerd: //een volk sterft niet, dat
leven wil.'
Terwijl in Frankrijk uit den chaos der verwarring de
politieke vrijheid verrijst en het Fransche volk niettegen
staande alle ellende, niettegenstaande de woelingen der
roode republiek, niettegenstaande de restauratie-plannen der
Bonapartisten, die niet schijnen te willen en te kunnen
leeren, toont dat het bij magte is het eigen lot in eigen
hand te nemen, nu is in Duitschland de vrijheid in ketenen
geslagen. Wie herinnert zich niet hoe in 1866 bijna
geheel Duitschland den krijg tegen Oostenrijk verfoeide,
niet om het doel, maar op de wijze waarop. De Duitsche
eenheid was sinds 1848 den droom van alle patriotten.
Maar zij wilden die door en voor het volk, geen kabinets-
oorlogen, geen uitbreiding van Pruissen, maar een oplossen
van liet Pruissische koningschap in het groote Duitschland.
Maar na de verwonderlijke resultaten van den slag bij
Sadowa, keerden zich de gemoederen tot de opgaande zon,
zij aanbaden Bismarck en zijne geweldspolitiek, vruchteloos
weêrklonken de stemmen van Jacoby, van Ewald, van de
Deensche afgevaardigden, van de democraten van Bebel en
Liebknecht tegen die eerediensten van het succes. En thaus
op oudejaarsavond betreuren wij den ondergang der zelf
regering in Duitschland. Duitschland is onder Pruissen's
overwicht een militaire en feodalen bondsstaat geworden.
Adel en leger zijn de hoofdfactoren van den nieuwen
magt, een gevaar voor Europa, erger dan Frankrijk ooit
was, eene tyrannie naar binnen, die alleen Duitsche
//Unterthanentreue' dragen kan.
Wij willen den toestand niet zwarter schilderen dan hij
is. De Pruissische administratie is voortreffelijk, de econo
mische wetgeving bevredigend, de geldmiddelen op goeden
voet en het overige Duitschland zal er in vele opzigten
bij winnen, maar nog vele jaren zullen er voorbijgaan eer
de Duitscher weêr komt tot zelfregering. En zoo lang zal
de rust en vrede van Europa afhangen van den man, die
niet uit handen van het volk, maar uit die der vorsten de
keizerskroon voor zich en zijne opvolgers ontving. Tot
zoolang zal Nederland weldoen met onafgebroken voor-
zigtigheid de oogen gevestigd te houden op den magtigen
nabuur. De Duitsche natie begeert geen annexatie, zegt
men. 't Is mogelijk, maar de Pruissisch-Duitsche regering?
Die oogen heeft om te zien, en ooren om te hooren
antwoorde
HELDER en NIEUWEDIEP, 3 Januarij.
Is de aanvang des jaars ten allen tijde een tijdstip, waarop
men met gespannen verwachting de toekomst tegenblikt,
meer dan ooit is dit thans het geval. De oorlog duurt
voort en zijne verschrikkingen dreigen eer toe- dan af te
nemen. Langer dan men het aanvankelijk vermoedde,
houdt Parijs het beleg uit en nog wordt de verzekering
vernomen, dat men het daar binnen nog niet minder dan
acht weken zal kunnen volhouden. Ook buiten Parijs
blijft men met groote hardnekkigheid volharden tegen de
Duitschers, aan wie het verblijf op Franschen bodem zoo
lastig mogelijk wordt gemaakt. Onder verwijzing naar
onze laatste berigten, merken we op, dat de toestand
ongeveer dezelfde blijft en liet uitzigt op vrede niet ver
betert. En al mogt dan ook, gelijk de berigten spre
ken van meer aanvallende bewegingen der Duitsehers,
Parijs in hunnen handen vallen, dan is het te vreezen,
dat er ernstiger gebeurtenissen op handen zijn. Voor
Franschen en Duitschers zijn de beste wenscheu thans
wel zeer gepast; moge het pas ingetreden jaar weldra
uitkomst brengen.
De Koning van Italië is zijne nieuwe hoofdstad binnen
getreden, ongeveer gelijktijdig met de intrede zijns zoons
binnen Madrid. Intusschen is de minister Prim van het
aardsch tooneel afgestapt op zeer treurige wijzehij is het
offer van sluipmoord. Spanje lijdt door zijnen dood een
zeer groot verlies; hij was zeker een der getrouwste
patriotten.
Dezer dagen is door de policie alhier in verzekerde
bewaring genomen een persoon, die zich aan verschillende
diefstallen van kleederen alhier moet hebben schuldig
gemaakt. De gearresteerde heeft, naar men ons verzekert,
reeds vroeger wegens dergelijk feit kennis gemaakt met
de regterlijke magt.
Gedurende het jaar 1870 heeft het Nederl. zendeling
genootschap aan giften en legaten ontvangen 29,577.
Het leggen van den straatweg langs den Heerenweg
in de gemeente Egmoifd-Binnen, van de Berger- tot de
Castricummer schei, is aangenomen door den heer Tesselaar,
teAlkmaar, voor 22,322; het beliarden van den Vennewaters-
weg door den heer C. Oldenburg, te Bergen, voor/5646.
Men schrijft ons van Callantsoog, dd. 27 Dec. 1870:
vHeden had alhier in het schoolgebouw het feest plaats,
dat door de zamenwerking van verreweg het grootste deel
der ingezetenen, aan de schooljeugd was bereid. Het
gebouw was smaakvol met Neêrlands driekleur gedrapeerd,
terwijl de voor elk der kinderen bestemde geschenken aan
den zolder, aan daartoe bestemde latten, in bonte mengeling
waren opgehangen. Trok in hooge mate de aandacht de
nieuwsgierigheid, waarmede aller blikken op die begeerde
voorwerpen gerigt waren en was door dien aanblik reeds
de vreugde op ieders gelaat te lezen, zoo moest het aan
den anderen kant op de talrijke volwassene bezoekers eenen
min aangenamen indruk maken, dat de ruimte, der jeugd
niet toeliet, anders dan door zingen van de opgewondenheid
te doen blijken. Hoewel het vrij koud was heeft eene
omwandeling door het dorp (alle kinderen bijna hadden
vlaggen medegebragt) op allen een prettigen indruk gemaakt.
Te twee uur begon de verloting en nu steeg de vreujrde
ten top. Ruimschoots werd gedurende het geheele feest
ook gezorgd voor de magen der kinderen. Brood, krenten
brood en chocolade waren de welkome verkwikkingen, die
uitgedeeld werden. Ongeveer half vijf keerden allen, zoo
ouders als kinderen, in vreugde huiswaarts. Den onderwijzer
komt voor zijne leiding, en een ingezetene voor diens
vioolspel, dat de zang begeleidde, inzonderheid de eer van
den dag toe.»
Te Egmond aan Zee is sedert September een typhus-
epidemie heerschende en nog altijd toenemende; een commissie
met den burgemeester aan het hoofd zamelt liefdegiften in.
De kerkeraad der Hervormde gemeente te Aartswoud
heeft de leden zijner gemeente verzocht, even als het
vorige jaar, hem hunne gewone Nieuwjaarsgiften toe te
vertrouwen, om ze gemeenschappelijk aan de behoeftigen
uit te reiken, hetzij in geld, hetzij in kleedingstukken of
spijzen. De collecte bragt de aanzienlijke som van f 160
op, waarbij men in aanmerking moet nemen, dat de gemeente
naauwelijks 500 zielen telt.
Jl. Vrijdag vierde de heer M. Hanau, geneeskundige
te Hoorn, den zestigsten verjaardag van zijn huwelijk.
Veel blijken van sympathie ondervond het feestvierend echtpaar
op dien dag. Opmerkenswaardig is het, dat de ouders van den
heer Hanau mede het geluk hadden zoolang gehuwd te
ziju geweest.
De Zoölogische tuin te Amsterdam heeft jl. Zaturdag
een verlies geleden, door het sterven van een der drie
oliphanten, die van Sumatra.
Sedert een paar dagen ziet men in de omstreken van
Haarlem weder enkele pestvogels (Ampelis Garrula), door
velen als voorboden van koude beschouwd. Zooals bekend