1871. N°. 20. Woensdag 15 Februarij. 29 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BINNENLAND. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, ,,W ij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatubdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. tt franco per post - 1.65. Bureau: M O LE N 1» L EIX, N°. 161. Prijs (l.r A drert e ut icu: Van 1A regtla 00 cot, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden mar plaatsruimte berekend. Woensdag den 15 Febr. vertrekt van kier de West- Indische mail over Southampton, per laatsten trein. Woensdag den SS Fekr. vertrekt van hier de •ost-Indlsehe mail via Triest, per eersten trein. Vrijdag den S4 Febr. vertrekt van hier de Oost- Indische inail via Brlndisi, per eersten trein. HELDER en NIEUWEDIEP, 14 Februarij. De nationale vergadering te Bordeaux is thans reeds bijeengekomen en met reikhalzend verlangen wordt de uit komst tegemoet gezien van het besluit, waartoe deze geheel nieuwe vertegenwoordiging van het Fransche volk zal komen. De omstandigheid, dat de groote meerderheid der gekozenen tot de gematigden behoort, zal, naar wij ver trouwen aan het tot stand komen des vredes bevorderlijk zijn. Op het oogenblik, waarop wij dit schrijven en waarop ons nog geene mededeelingen omtrent de verrigtingen dier vergadering bekend zijn, verwachten wij do benoeming van een president, vervolgens van eene commissie belast met bet voeren der onderhandelingen met von Bismarck; daarna zal de vergadering te beslissen hebben over de aanneming der vredes-voorwaarden. Blijkt het, dat de vergadering niet ongeneigd is tot het sluiten des vredes over te gaan, dan zal het bewind van Koning Wilhelm er in toestemmen om den wapenstilstand te verlengen. Voltallig is de nationale vergadering niet. Onderscheidene leden zijn op meer dan eene plaats gekozen en tot her stemming is geen tijd meer. Merkwaardig is overigens de uitslag der verkiezing, daar zelfs te Bordeaux de gematigde partij, die des behouds, verreweg de meerderheid heeft gehad. Ook te Lyon is men blijkbaar meer tot vrede geneigd, dan men aanvankelijk had durven verwachten. De roode republikeinen moeten zelfs niet ongeneigd zijn geweest om den vrede te zien sluiten, als de voorwaarden maar eenigzins aannemelijk zouden zijn. Van volharding in den strijd schijnt nergens meer sprake, en schoon men van het zuiden weinig of niets verneemt, zou men er zeker meer van te weten komen als daar nog steeds een geest van verzet bleef heerschen. Gedurende de maand Januarij van dit jaar zijn alhier voor de ligting der nationale militie van 1872 ingeschreven 176 personen. Wij vernemen dat door ons comité van liet «Roode Kruis" eenig verband materiaal naar Egmond aan Zee gezonden is. AVij vernemen, dat, even als in vorige jaren, op den avond van den verjaardag des Konings, Zondag 19 Febr. a. s. een vrijkorps-bal in het lokaal Tivoli alhier zal plaats hebben. Ditmaal zal die feestviering worden opgeluisterd door een tooneelmatige voorstelling door lilt. onderofficieren van het Vrijkorps. Tot bijwoning dezer feestelijkheid zullen militaire autoriteiten ter dezer plaatse, de officieren der Schutterij en de leden der Sociëteit Mars worden uitgenoodigd. Volgens berigten, onder dagteekening van 15 Jan. jl. bij bet departement van Koloniën ontvangen, is ter Kuste van Guinea in den bekenden toestand geen noemens waardige verandering gekomen. De gezondheidstoestand was nog hoogst ongunstig. In de laatste dagen waren er drie Europesche landsdienaren overleden., Men verzekert, dat Z. M. het besluit heeft geteekend, waarbij het gebruik van burgerkleeding den officieren geheel verboden wordt. (U. D.) Naar men verzekert, zal aan den luit.-kol. jhr. H. G. F. Leysius, van het dep.-bat. 3. reg. infanterie te Middelburg, het kommandement over het 2. reg. infanterie te Maastricht worden opgedragen. Beroepen te Arasterdam de heer J. W. Jorissen, pred. te Rotterdam. Jl. Donderdag is voor het Prov. geregtshof van Zuidholland de zaak behandeld van R. O. de Groot, welke door het hof van Utrecht ter dood veroordeeld was, wegens het moedwillig doodschieten van een hem vervolgenden veldwachter in een drooge sloot op een nitcrwaard bij Rhenen, waar hij aan het stroopen was; van welk vonnis de veroordeelde in cassatie was gekomen bij den Hoogen Raad, die de zaak naar het hof van Zuidholland had ver wezen. De advocaat-generaal, mr. Terpstra, heeft het opzettelijke van de daad als bewezen volgehouden. Advo caat Du Mosch, uit Utrecht, heeft het ontbreken van wettig bewijs betoogd. Het hof heeft, in eene volgende zitting, de schuld van den beklaagde als overtuigend gebleken beschouwd, en hem veroordeeld tot 15 jaren tuchthuisstraf. Aan den heer J. van der Kamp, te Leiden, is gis teren uitbesteed voor ƒ2876 het bouwen van een wachters woning nabij post No. 43 van den Noordholl. Spoorweg. Men schrijft ons van den Hoorn op Texel, dd. 8 Febr «Het zanggezelschap alhier onder de leiding van G. Kikkert, liet zich Zondag avond jl. in het logement van D. Lap hooren voor het publiek, tegen een entree die voor dergelijke gelegenheden vrij hoog gesteld, mogt genoemd worden. Ofschoon twee der leden, J. van Grouw en P. de Jager, door het aanbieden van eene inteekeningslijst aan de huizen der ingezetenen eene talrijke opkomst vooraf reeds verzekerd hadden, bleek de uitkomst de verwachting nog verre te overtreffen. Maar de opbrengst, zonder eenige korting hoegenaamd, zou ook voor eenige van de meest behoeftige ingezetenen zijn en voor zulk een doel wordt, waar ook in Nederland, altijd belangstelling getoond. Verschafte het gezelschap door twee- en driestemmige koralen den aanwezigen een genoeglijken avond, de armen, waaronder de opbrengst verdeeld is, hebben zij nog meer aan zich verpligt, niet alleen door de geldelijke ondersteuning, maar vooral ook door de in hun lot betoonde belangstelling. Zij die door het zanggezelschap met de uitdeeling belast waren, brengen allen die tot deze zaak medegewerkt hebben, inzonderheid den boven met namé genoemde leden, namens de bebeelden daarvoor bij dezen warmen dank.* Eene dienstbode te Nieuwe-Niedorp viel jl. Zaturdag avond in een bijt en verdronk jammerlijk. Spoedig uit het water gehaald, mogt het den geneesheer Swartsenburg niet baten om de levensgeesten op te wekken. Dit is de derde persoon aldaar in zes weken tijds die den dood in het ijs vond. Bij de benoeming van mej. Sepp tot hoofdonderwijzeres te Alkmaar, was in de voorafgaande beraadslaging door B. en W. aan den Raad medegedeeld «dat bij het examen bij cenigen der examinatoren van kennelijke vooringeno menheid met eene der sollicitanten gebleken is.« De heer Luymes, schoolopziener en een der examinatoren, eischen bij ingezonden stuk in de Alkm. Ct. mededeeling van de gronden, die aanleiding gaven tot het bezigen van die woorden, ook voorkomende in het schrijven van B. en W. aan den minister van Binnenl. Zaken. In navolging van hetgeen elders geschiedt, besloten HH. kerkvoogden en notabelen te Grootebroek het pre- dikants-tractement aldaar te verbeteren, en bestemden daartoe telken jare met Kerstmis eene personeele toelage van 250 voor den tegenwoordigen predikant. Hun voorbeeld vinde bij de kerkelijke administratiën navolging. Te Amsterdam heeft zich een comité gevormd, waarvan de zamenstelling weldra bekend zal worden gemaakt en dat zich met alle deelen des lands in verbinding zal stellen, tot waardige herdenking van den dag (21 Junij dezes jaars), waarop Z. II. Pius IX den 25sten verjaardag van zijn Pausschap hoopt te vieren. (Dagblad.) Blijkens de officiëele opgave, zijn in de afgeloopene week als overledenen aan de pokken bij den burgerlijken stand te 's Hage aangegeven 103 personen, terwijl 270 nieuwe ziektegevallen aangegeven werden. In de afgeloopen week zijn te Utrecht 53 personen aan de pokken overleden. Dezer dagen overleed te 's Bosch de heer mr. F. J. Jespers, geboren te Breda den 2den Februarij 1790, sedert 1838 raadsheer in het Prov. Geregtshof van Noordbrabant, oud lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Tilburg. Naar men uit 's Hertogenbosch meldt, is het water aldaar zoodanig gerezen, dat de drukkerij der Katholieke Illustratie, van den heer Henri Pogaerts, onder water is geloopen. In de Zutph. Crt. leest men: Er zijn plaatsen in Nederland, waar bij gladheid der straten ten 8 ure 's morgens of op welken tijd het bestuur dit noodig oordeelt, de klok wordt geluid, ten einde de inwoners te waarschuwen om zand of asch te strooijen. Een uur daarna gaan alsdan de politie-agenten de stad doorkruisen, ten einde nalatigen op te sporen, en deze in casu te beboeten met 1 dadelijk te betalen, voor het strooijen van gemeentewege door den mail, die hen met eene kar met zand vergezelt. Te Berlicum, overleed op den hnize Vredendaal, dezer dagen de gepensioneerde kapitein ter zee J. H. Sterk, ridder der Militaire Willemsorde 4de klasse en van de Belgische Leopoldsorde. Jl. Vrijdag avond was de vorst zoo sterk dat het water in de pijpen der locomotieven bevroor, die de treinen van Leeuwarden en Utrecht naar Zwolle voerden. In plaats van 9,40 en 10,15 kwamen zij eerst des nachts te 1| aan. (U. D.) Aan de N. Rott. Ct. worden uit Dordrecht belang rijke en gunstige resultaten medegedeeld, door het klein detachement der torpedo-compagnie uit Brielle, aan de Nieuwe Merwede gestationeerd, met het doen springen van mijnen verkregen. De vernieling in het ijs, door de grootste mijn teweeg gebragt, was geweldig. Geduchte scheuren waren zigtbaar, kolossale ijsklompen werden ellen hoog in de lucht geslin gerd en kwamen met vervaarlijk gedruisch neder. Terstond was het doel bereikt, want kort na het springen was er op de verstopte plaats een zware stroom merkbaar en hoorde men, onder de bovenkorst door, het andere ijs doorgaan. Geen enkele mijn zou mislukt zijn. Men wacht voor het vervolg nog veel wenschelijks van dergelijke proefnemingen. Omtrent de breuk tusschen Favre en Gambetta zegt de hoogleeraar Quack in de N. Rott. Crt., na eene korte herinnering aan hetgeen in de laatste dagen in Frankrijk voorviel, het volgende: «Wie heeft gelijk? Droevige vraag, die men niet kan beantwoorden, zoolang men niet weet, welke de vredesvoorwaarden van von Bismarck zijn. Eerst dan, als von Bismarck spreekt, zal het blijken waar de ware wijsheid was: bij den eerlijken maar gemoedelijken Favre, die allereerst onder den geleden rouw van het land gebukt gaat, of bij den vurigen gloeijenden Gambetta, wiens oog alléén op de toekomst ziet. Voorshands kan slechts van sympathie of antipathie sprake zijn. En wij ontveinzen ons niet, dat wij in den laatsten tijd voorliefde koesteren voor den held van Bordeaux. Zijn uitsluitings-decreet is een politieke fout, maar een politieke fout, die breed zal uit gemeten worden door de loyale zielen, die gewoonlijk von Bismarck's gruwelijke vertrapping van alle regt en wet als een vergefelijke misstap beschouwen. En tochwij betwisten hun het regt thans laag op Gambetta neer te zien. Zij die dezen ganschen oorlog door zich bevlijtigd hebben om ons aan te toonen, hoe Frankrijk onder de marteling der Pruissen vooreerst moest bezwijken, die dus met zeker ongenoegen nog soms constateerden, dat het gemarteld insect toch nog spartelde, die met boekhoudersnaauw- keurigheid narekenden of niet soms in den wanhoopskreet, waarmede een volk nog tot verzet werd aangevuurd, een overdreven toon voorkwam zij hebben immers nu gelijk gekregen. De goden van den dag zijn op hun hand. Maar ons zij het vergund een blik van sympathie nog over te hebben voor Gambetta. Die blik benadeelt niemand. Gambetta is waarlijk niet in alle opzigten ons ideaal, maar God geve, dat ons eigen land zoo het ooit in zulke droeve omstandigheden komt als waarin Frankrijk nu is mannen bezitte als Gambetta, [die den strijd durven uithouden, zelfs als de beker der ellende t»t den rand gevuld schijnt; mannen die niet van wankelen weten; die voor ongewone omstandigheden ongewoon geest- en krachts vermogen ten toon spreiden, en die, zelfs als zij eindelijk moeten wijken, toch tegenover den magtigeren het woord op de lippen kunnen nemen, dat Carnot voor hen allen tegen zijne vijanden sprak: Vous êtes les plus forts, mais je suis le plus fier." Ten slotte behandelt de hoogl. de bijeenkomst van de vergadering die, over het lot van Frankrijk zal te beslissen hebben: hij schrijft daarover: «Wat zal uit dien Macbeth- ketel, gestookt door von Bismarck, te voorschijn komen? Niemand kan het voorspellen. Alle gegevens ter beoor deeling ontbreken. Republiek en monarchie: vrede en oorlogen daartusschen de valsche smetstof van het Bona- partisme: dit zijn de strijdende elementen, die in het kokend schuim beurtelings zullen opborrelen, Wij voor ons gelooven, dat de republiek het zal winnen, omdat zij volgens de uitspraak van Thiers de kwestie is, die Frankrijk het minst verdeelt. Wij hopen op die republiek, omdat zulk een republiek in Frankrijk toch nog altijd het beste tegen- wigt zal zijn voor het sombere feodale rijk, dat thans in Duitscliland wordt opgerigt. Maar wat ook voortkome uit dien reusachtigen ketel van Frankrijk, dit is zeker: Bismarck heeft thans slechts oogen voor het vuur dat daar onder wordt gelegd. Hij zelf draagt ijverig de brandstoffen aan. De vlammen stijgen en stijgenzij zengen alle koelte doen knetterend alles in vuur vergaande hitte klimt angstwekkend klinken de kermende klagten van het gefolterd Frankrijk.... En Bismarck kan in zijne handen wrijven.* «Eenige officieren* verklaren zich in de N. Rott. Ct. geenzins ingenomen met het dreigende besluit dat bun de vergunning om 's namiddags wanneer zij geen dienst hebben, burgerkleeding te dragen zou ontnemen. Zij wenscheti als burgers van den Staat zooveel mogelijk hunne vrijheid als individu's te behouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1