ADVERTJNTI ÊN.
Afloop der publieke veiling-
Weerkundige Waarneming-en te Helder,
ff
Marine-Haven Nieuwediep.
Burg-erlijke Stand. Gemeente Callantsoog-.
PURMERENDER MARKT VAN HEDEN.
De ondergeteekende,
De ondergeteekende
De ondergeteekende,
VERHUISD,
J- DE VRIES.
oei!
ine:
nen
i et
late
t 01
U
'vei
nie
alle
4
doo:
ere:
'OOI.
tent
Icoi
bet
met
üget
Am
fsè
(hi
do«
n et
W
■sloo
ld li
He
sede
oezie
ibet'i
ibbei
eda
pat:
een#
Als
•atit
in
,tlei
slat
eet-
c
t
wori
era;
trliji
tuut
het
ekl
ira«
lUit!
;eril
tie
Lenif
r aii
vos
ist
mof
ppin
egtif
edel
'Wil
;hrj
nik
cta
re
;oite
kt»
r i'
•ijdei
ten;
n»
naai
tbat
tkeo
j„ dit duidelijk geval van //non posaumus", galopperen zij
de Avenue des Champs Elysées af en verdwijnen weldra.
Op aanmerkelijken afstand achter hen nadert een digte
zwarte massa. Wij vernemen het schel geluid der pijpers,
door trommels geaccompagneerd. Het is de voorhoede
vjn de 30,000 veroverende helden, die de stad komen
bezetten, welke de honger hun heeft overgeleverd.
Gedurende het beleg was de ruimte rondom den triomf
boog een geliefkoosde verzamelplaats voor het volk. Van
deze plaats heeft men een fraai gezigt op den Mont-
Valérien en de geheele Avenue de la Grande Armee.
Meestentijds zijn hier dus talrijke groepen verzameld; dit
maal slechts enkele jongens en vrouwen en een vijftigtal
mannen, die er uitzien als ambachtslui, die naar hun
werk gaan.
Geen kreet werd door hen aangeheven, geen gebaar
gemaakt toen de uhlanen verschenen, maar toen dezen een
Weg schenen te zoeken om onder den boog door te komerr,
riep één uit de groepAh, mais fiches vous en, hetwelk
overgezet zijnde beteekende: Als ge er door wilt, probeert
het maar
Daar ik wenschte zooveel mogelijk te zien van de aan
komst der troepen op de Place de la Concorde, en welke
militaire voorzorgen door de Fransche autoriteiten op den
linkeroever der Seine genomen waren, haastte ik mij de
Ckamps Elysées over te steken en over den Pont des
Invalides het plein van denzelfden naam te bereiken.
De linie werd bewaakt door de gendarmerie. Op het
plein voor het Hotel des Invalides stonden marine-soldaten,
linietroepen en mobilen, blijkbaar in afwachting van in-
structiën. De officieren waren verwonderd te vernemen, dat
de Pruissen reeds binnengerukt waren. Wij moesten hun
op ons woord van eer verzekeren, dat het zoo was, om er
hen van te overtuigen.
Wij bleven een minuut of vijf met hem praten over de
mogelijkheid van een botsing. Voor wij hen verlieten, had
bet nieuws, dat door ons het eerst was aangebragt, zich
reeds algemeen verspreid. Wij vonden het ministerie van
Buitenl. Zaken sterk bezet door de gendarmerie, die ook
het voorplein van het gebouw der Kamer en de Pont de
la Concorde bezet hield. Aan het eind dier brug, aan de
Charas Elysées, troffen wij een dubbele barricade aan,
bestaande uit ledige artillerie-caissons, in de dwarste tien
pas van elkander geplaatst. Dwars voor de kade der
Tuileries, bij den hoek met het beeld, Le lion bon enfant
genaamd, was een dergelijke barricade.
Bij het oversteken van het plein de la Concorde merken
wij op dat de hekken der Tuilerien gesloten zijn. Een
dertigtal soldaten kijkt nieuwsgierig tusschen de ijzeren
spijlen door naar mijn uhlanen, die juist op dit oogenblik
aan het eind der Champs Elysées gekomen zijn en hun
standplaats hebben gekozen, drie ter wederzijde, digt onder
de beeldengroepen, bekend onder den naam van Les cheveaux
de Marly. Ik merk op dat het gelaat der beelden, die
de vier voornaamste steden van Frankrijk voorstellen, met
zwart laken, door witte randen omzoomd, zijn omsluijerd.
Dat van Straatsburg is als 't ware overdekt met immor
tellen-kransen. De fraaije groep, die er onlangs voor
geplaatst was, de heldhaftige verdediging der stad door
generaal Uhrich voorstellende, is weggenomen. Aan het
eind der Rue Rivoli bij de rue St. Florentin is er een
dergelijke barricade opgerigt als de zoo straks genoemde.
Dwars aan het eind der rue Royale is er nog een. Voorbij
deze mogen de Pruissen niet gaan.
Op de Place de la Concorde bevindt zich een vijftigtal
personen, die zich in deze enorme ruimte als verliezen.
Een paar uhlanen galoppeerden op en neer om de positie
te verkennen. Zij kijken naar de brug, naar den vriende
lijken leeuw, zien dat de hekken der Tuilerien digt zijn,
dat de rue Rivoli en de rue Royale voor hen zijn afge
sloten. Hun meening is ongetwijfeld dat zij ook de rue
da Faubourg St. Honoré zullen bezetten. Dat dacht ook
iedereen in Parijs, want het was aangekondigd.
Zij bespeuren hunne dwaling nu zij trachten de rue
Bussy d'Anglas in te rijden, waar een cordon van schild
wachten uit de linietroepen is gevormd. De uhlanen
maken regts om keert, om hun vrienden in de Grande
Avenue weder te gaan opzoeken. Terwijl zij voorbijrijden,
nemen eenige straatjongens, die hier in den nevelachtigen
morgen een luchtje schijnen te scheppen, bun eindjes pijp
uit den mond, ten einde den vrijen loop te geven aan een
stroom van alles behalve vriendschappelijke namen voor de
uhlanen, aangevuld door ironisch gelach en kreten van
«leve de republiek!» Die kreet wordt door de weinige
nieuwsgierigen op het plein herhaald.
De uhlanen kijken eens om, maar zonder er verder notitie
van te nemen. De nationale garden aan het eind der rue
Royale schijnen er anders over te denken. Een officier ver-
zamelteenige manschappen als om de plaats te doen ontruimen.
Hij de verschijning der uhlanen beginnen de straatjongens
hun spel op nieuw. Maar een snelle beweging der uhlanen
in de rigting van het plein drijft de 'weinige kijkers op de
vlugt; de straatjongens zijn de eersten om te verdwijnen
onder luid geschreeuw, uitdagende blikken en spottende
gebaren. De uhlanen schijnen er veel pleizier in te hebben.»
Een te Parijs gevestigde correspondent van de
Londensche Times schrijft aan dat blad, dat hij van een
Parijsch burger een geduchte schop heeft ontvangen, omdat
een met hem bevriende Pruissische huzaren-officier, die
hem in het voorbijrijden had herkend, eenige gemeenzame
woorden met hem gewisseld had; en dat een aantal andere
omstanders hem te dezer zake met dreigende gebaren voor
oen Pruis of wel voor een Pruissischen spion hadden uit
gemaakt. ,/Het baatte niet (schrijft hij,) of ik mij veront
schuldigde en het voorgevallene trachtte toe te lichtenen
had de nadering van het 80ste bataillon Pruissen mijn
aanranders niet eenig ontzag ingeboezemd, dan zou het
misschien niet goed met mij zijn afgeloopen.» Een
andere correspondent van het genoemde blad maakt mel
ding van eene gelijke bejegening, die aan een Franschman
was wedervaren. Deze was door een Duitschen soldaat
herkend, en had niet kunnen nalaten de hand, welke de
Germanjer hem trouwhartig had toegereikt te drukken of
althans aan te vatten. Dit was den Parijzenaar op eenige
flinke oorvijgen en schoppen te staan gekomen, en aan
deze behandeling had hij zich slechts met moeite kunnen
onttrekken. Diezelfde correspondent getuigt, dat het
Parijsche volk, hetwelk hier en daar op den weg geschaard
stond, dien de Duitsche troepen langs trokken, zich wel
overal zorgvuldig van feitelijke aanrandingen heeft ont
houden, maar het daarentegen niet aan allerlei andere
bewijzen van zijne vijandige gezindheid en van zijne
moeijelijk verkropte woede heeft laten ontbreken; en dat
vooral de Parijsche gamins zeer vruchtbaar zijn geweest
in honende en kwetsende uitroepen, kwinkslagen, enz., die
echter door de Duitschers, voor zooveel zij ze begrepen,
met koele verachting en eene onverstoorbare kalmte zijn
beantwoord. De eenige regtstreeksche gewelddadigheid,
waarvan deze berigtgever getuige was geweest, was een
slag, door een Parijzenaar op een helm van eenen Duit
schen soldaat toegebragt. Zoodra evenwel de beleedigde
krijgsman en zijne makkers aanstalten hadden gemaakt om
op de groep, waarvan de aanranding was uitgegaan, aan
te leggen, hadden al de omstanders een goed heenkomen
gezocht. Hetgeen aan de Franschen nog eenige voldoening
in hun leed had geschonken, was de teleurstelling, die de
Pruissen en de Beijeren ondervonden, toen zij bespeurden,
dat de zegeboog op het plein de 1'Etoile afgesloten was,
zoodat zij dien niet als in zegepraal konden doortrekken.
Telkens wanneer enkele manschappen eene poging wilden
doen om onder de kettingen, welke vóór dien boog
gespannen waren, door te kruipen, hieven de gamins en
het volk een luid en dreigend geschreeuw aan, hetwelk
de soldaten veelal van de volvoering van hun voornemen
afschrikte.
De Parijsche correspondent van de Indépendance Beige
schrijft onder dagteekening van 3 dezer, dat de Duitschers
met het krieken van den dag Parijs begonnen te ontruimen
Er heerschte daarbij de grootste stilte. Schier geen enkele
Parijzenaar gaf blijken van zijne nieuwsgierigheid; men
nam er geen nota van en zoodoende heeft de Parijsche
bevolking, volgens den verstandigen raad der bladen,
bewijzen gegeven van hare gevoelens die zij jegens den
vijand koestert. Ten 8 ure bevonden zich een tiental
straatjongens op de place de la Concorde om het vertrek
der Duitschers te zien. Gisteren avond ten 8 ure hebben
de Duitschers getracht de menigte naar de Champs
Elysées te lokken door in de groote Avenu muziek te
maken en het zingen van Die wacht am Rhein. Men heeft
hen echter laten zingen en muziek maken zonder zonder
er naar te luisteren. Een enkele restauratie in de Champs
Elysées bleef 's nachts geopend. Het gebouw was zelfs
door bemiddeling van Duitsche officieren geïllumineerd.
Ook was er een café geopend, dat door een Duitscher
wordt gehouden. Men vreest dat er heden vijandelijke
manifestitiën tegen die huizen zullen plaats hebben. De
Duitschers sierden zich, toen zij den tuin der Tuilerien
passeerden om het Caroussel in het binnenplein van het
Louvre te bezoeken, met takjes, die zij van de boomen
sneden. De weinige dagbladen, die heden het licht zagen,
gaven den treurigen indruk te kennen, die was teweeg-
gebragt door de mededeeling van den tekst der vredespre-
liminairen. Het Journal des Débats zegt, sprekende over
het votum der nationale vergadering: //Het is volbragt.
De bittere kelk is tot den bodem geledigd. Het laatste
woord dat Christus opzond tot zijn vader, het wordt heden
door een geheel volk herhaald: Consummatum est.» Het
zelfde blad constateert, dat Frankrijk geheel buiten staat
was om den oorlog voort te zetten. De Gaulois zegt dat
een man gedood is na een Duitschen soldaat te hebben
beleedigd. Dit zou het eenige incident van dien aard zijn
dat men te betreuren zou hebben. De ontruiming der forten
schijnt eenigen tijd te vorderen, tengevolge van de groote
hoeveelheden ammunitie die de Duitschers bijeengebragt
hadden, uit voorzorg voor een mogelijken aanval. Men
heeft een begin gemaakt met het opruimen van eenige
barricaden in Montmartre en Belleville.
LAATSTE BEBICTKI.
Londen, C Maart. Aan de Times wordt uit Versailles
onder dagteekening van gisteren, het volgende gemeld: De
Duitsche troepen ontruimen de, in de vredespreliminairen
aangewezen districten; de volmaaktste orde heeft daarbij
gelieerscht. De Keizer vertrekt deze week naar Ferrières,
en zal daar een revue houden over de Saksische, Beijer-
sclie en Wurtembergsche korpsen, die huiswaarts zullen
keeren. De ontruiming van het fort Valérien zal op 7
Maart, die van Rouaan op 12 Maart, die van den linker
Seine-oever op 19 Maart plaats hebben. Een korps van
40,000 man uit de departementen zal te Parijs de linie
troepen vervangen. Er zijn maatregelen getroffen, ten doel
hebbende om elke ontmoeting der Duitschers met deze
troepen te verhinderen. De mobielen zullen aanstaanden
Maandag een aanvang maken met de ontruiming der
hoofdstad.»
Londen, 6 Maart, De heer Disraëli heeft in het Huis
der Gemeenten aangekondigd, dat hij morgen aan de
regering zal vragen 1. of het gouvernement het wist, dat
in het vorige jaar tusschen Rusland en Pruissen een
taactaat is gesloten, waarin spraak was van een oorlog
tusschen Pruissen en Frankrijk; 2. of de regering dit wist
toen zij den heer Odo Russell gelastte naar Versailles te
gaan om met graaf Bismarck van gedachten te wisselen.
Bordeaux, 6 Maart. Volgens het regeringsblad, zijn
de geruchten, volgens welke te Parijs een opstand zou zijn
uitgebroken, ten eenen male ongegrond.
ven onroerende goederen, gehouden op Maandag 6 Maart 1871,
in het lokaal Tivoli te Helder, ten overstaan van den Notaris
B. WERENDLIJN SMIT.
1. Een Huis en Erf met Schuur, te Huisduinen. Kooper de heer
R. Zwaan, voor f 209.
2. Een perceel Weiland aldaar. Kooper de heer C. Giltjes,
voor f 745.
Landskect)
k-
c;
cï
s
Uren.
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
Vochtigh.
procent.
Toestand
van
de
zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
5
12
zwtz.
7k.
764.23
f 3.99
8.2
t 3.1
0.S9
wein.golv
6
12
z.
5e
758.12
- 2.24
12.9
t 7.8
0.75
7
8
z.
9 ff
756.28
- 4.20
10.0
t 6.8
0.85
Golvend.
7
12
ztw.
12„
757.78
- 2.70
10.0
f 4.8
0.86
Weersgesteldheid: 5 Maart 12 u. Helder, winderig, mooiweer.
6 Maart 12 u. Helder, winderig, goedweer.
7 Maart 8 u. Digtbewolkt, winderig.
7 Maart 12 u. Bewolkt, winderig.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart
Gezagvoerder. Bestemming.
J. G. Lucas. Batavia.
H. Sap. Valparaiso.
H. H. Keraper. Palermo.
JW ,C. V.Muller. Suriname.
G. J. Goedkoop. Batavia.
Aankomst. Vertrek. Schip.
1 Maart. Australië.
3 i, Cornelia&Maria.
4 «Bolus.
5 Lida.
5 Jonge Cornelis.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor Herkomst.
4 Maart. Amore. L. Castello. ZurMühlen&Co. Odessa.
6 Geesina Maria. J. C. RolfF. H. J. Tweehuijs. Tjilatjap.
6 Ant.Hendr.Carol.M.Hoedemaker.Duink.&Goedk. Suriname.
6 den Elshout. R. K. Teppema. Passaroeang
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Brotherly Love. J. Moffat. Newcastle. Steenk. Duink.&Goedk.
Pomona. D. Gibson. C. Berghuijs.
Van 1 tot 28 Februarij 1871.
ONDERTROUWD en GEHUWD: Geene.
GEBOREN: Grietje, dochter van Teunis Mooij en Neeltje Kater.-
OVERLEDENGeene. Ambtehalve ingeschreven 1
Kaas. 49stap.Kleine f 28 a 33J. 2 stap. Middelb. f32a33 per50K.G.
Boter. Laagste prijs f 1,32^, hoogste prijs f 1,50 per K.G.
59 Runderen.
13 Paarden.
57 Vette Kalveren, 80 a 100 Cts. per K. G., handel vlug.
284 Nuchtere dito, f 4 a 8 per stuk, stug.
39 Vette Varkens 44 a 54 Cts. per K.G. vlug.
30 Magere Varkens f 11 a 20, handel vlug.
200 Biggen f 6,a 8,handel vlug.
648 Sehapen en Lammeren.
Die iets te vorderen heeft van of
verschuldigd is aan den boedel en de nalaten
schappen van de Echtelieden RENS ZWAAN
en AAGJE WITSEN, beiden overleden te Huisduinen,
gemeente Helder, gelieve daarvan opgave of betaling
te doen vóór den 1 April 1871, ten kantore van den
Notaris B. WERENDLIJN SMIT, te Helder.
voornemens zijnde deze plaats met der woon te verlaten,
roept bij deze op elk, die nog iets van hem mogt hebben
te vorderen of aan hem schuldig te zijn, daarvan de
rekening in te leveren, of betaling te doen, vóór het
einde dezer week.
P. HAAGSMA.
Nieuwediep, den 7 Maart 1871.
brengt zijnen dank aan alle Vrienden, Bekenden en
Begunstigers zijner zaken en beveelt zijn opvolger, den
Heer J. KUNIS, bij het reizend Publiek en den Handel aan.
Dat de VLAS- EN KORENBEURS aan zijn naam en
bedoeling moge blijven beantwoorden, dit is de opregte
wensch van den naar Beek vertrekkenden
B. BERENDSEN.
Al degenen die van den ondergeteekende iets
te vorderen hebben of verschuldigd mogten zijn,
gelieven daarvan vóór 8 Staart Ol'UV VK
of BETAI/IATC te doen ten huize van J. C.
GEERLIGS Sn.
B. BERENDSEN.
de VLAS- EN KORENBEURS OVEHOEKonM
hebbende, beveelt zich beleefd bij het reizend Publiek en
den Handel aan. Hopende de zaak op denzelfden voet
voort te zetten als zijn voorganger B. BERENDSEN,
zullende trachten zich het vertrouwen waardig te maken.
Anna Paulowna, 6 Maart 1871.
J. KUNIS.
De ondergeteekende berigt, dat hij zijn SCHILDERS
AFFAIRE VERPLAATST heeft van de Spoorstraat
naar de ïl'IDSTBAAT, Blok V. 3, nabij de Nieuwebrug.
Beleefdelijk beveelt hij zijne zaak aan.
De ondergeteekende berigt hiermede, dat
hij met den eersten dev.er zijne schuit,
varende tusschen SCHAGERBRUG en
HELDER, heeft overgedaan aan A. SLIKKER. Voor
het vertrouwen, van zijne begunstigers genoten, betuigt
hij langs dezen weg zijnen dank.
P. DE WAARD.