1871. N°. 42.
Vrijdag 7 April.
29 Jaargang.
Arni Frankrijk!
De Kaarten- Koning.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
HELDERSOHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede.'
Verschijut Dingsdag-, Donderdag» en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Biireau: NOLENPLEIN, N°. 163. -
Prijs der Advertentiën: Vau 1regels CO cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Vrijdag: den April vertrekt van hier de Oost-
Indisclic mail via Brindisi, per eersten trein.
Zaturdag: den 15 April vertrekt van hier de West-
Indisclie mail over Southainpton, per laatsten trein.
Woensdng: den 19 April vertrekt van hier de
Oost Indische mail via Triest, per eersten trein.
Er is veel te doen binnen onze grenzen. Duizende
zaken, van meer of minder belang, meer of minder
apoedeischend, roepen onze belangstelling in. Maar toch,
hoe gewigtig ze zijn mogen, zij verzinken in bet niet, bij
betgeen wij zien gebeuren over onze grenzen. Het schouw
spel aan de Seine houdt onze oogen en harten bezig. In
de dagbladen zoeken wij eerst naar de laatste telegrammen
uit Parijs, vóór wij een blik werpen op het gewone over-
zigt der handelingen van onze Tweede Kamer. En niet
geheel ten onregtewat thans te Parijs gebeurt, is eene
les voor geheel Europa. Maar tevens een feit, welks
materieele gevolgen niet te overzien zijn! Frankrijk heeft
de lessen, die het der wereld gaf: de groote revolutie, de
burgerregering, het zuiver autocratische, en het democra
tische Napoleonismus, telken keere met zijn bloed betaald,
en zich daardoor minstens het regt verworven, dat Europa
naar hetzelve luistere, en zijn voordeel trachte te doen met
de duur verkregene ondervinding. Daarom zij het ons
rergund, de oorzaken van het thans in Parijs uitgebrokene
oproer na te gaan. Dat onderzoek is noodzakelijkerwijze
onvolledig. Niet thans, nu liet oproer meester is van het
stadhuis en de wettige regering zich tijdelijk heeft terug
getrokken naar Versailles, bezitten wij daartoe de noodige
kalmte en gegevens. Alleen de hoofdoorzaken kunnen
raden aangewezen, en die zijn merkwaardig genoeg.
Het is algemeen bekend, dat het geheele regeringsbeleid
van Napoleon III uitging van de gedachte, de illusie
zouden wij beter zeggen, dut de voordeelen van een
antocratisch bewind te vereenigen zijn met de eischen van
de uiterste democratie. Zeker indien aan liet lioofd van
Historische Novelle door L. Mühi.bacii.
Vervolg.)
V.
Gespeeld moet er worden, zoowel op liet congres als in alle
andere steden van Europa. Dat is tegenwoordig de hartstogt van
alle edellieden eu rijke heerenMen speelt niet alleen om kroonen
ra landen, maar om millioenen, zoowel op de beurs als in de
talon, en millioenen worden omgezet, en verdwijnen aan de groene
tafel!
Thomas Eaily kan u daarvan vertellen. De duizenden die hem
toestroomden zijn reeds verslonden door de weelde en pracht,
waarmee hij zich omgeeft. Maar wat scheelt het?
De rijke edellieden, die in zijn salon komen spelen, vullen steeds
zijn beurs en Portuna blijft hem getrouw, ofschoon hij het haar
niet meer is. Zijn hart staat in vlam voor de schoone Leonore
vou Morgenstern. De aanzienlijkste edellieden dingen naar haar
gunst. Eu Itaily, de groote speler, staat ter zijde, haar met blikken,
»ol bewondering eu liefde, beglurende, maar zij let niet op hem
ra heeft geen blik voor hem!
11 at helpen nu rijkdom en pracht? Wat geeft het, dat heel Weenen
'au hem spreekt, van zijn geluk, van zijn edelmoedigheid? Thomas
haily voelt nu eerst dat er iets is dat zich niet koopen laatde
liefde van een edele, schoone vrouw
bise, ge hebt gelijk! De speler heeft bemerkt dat hij een hart
beeftEn dat hart gloeit en verlangt naar een glimlach van de
schoone gravin Leonore.
Hij had hem nog nooit opgemerkt; zij slaat geen acht op hem,
ofschoon hij op alle mogelijke wijze het beproefde hare opmerk
zaamheid tot zich te trekken. Overal waar zij verscheen, was
bij ook.
Alle heeren, die werk van haar maakten, wisten het wel en
vertelden het haar. Maar zij haalde verachtelijk de schouders op.'
Hoe durft hij het te wagen zijn blikken naar mij op te heffen!
b'j. een speler!
En altijd vloog haar trotsehe blik hem voorbij, als ware hij niet
kgenn-oordig.
Maar ik zal haar dwingen om mij aan te zienzeide hij tot
'ichzelven. Ik zal haar dwingen om naar mij te zien en aan mij
'e denken! Zij is verloofd met graaf Zibin en men zegt dat zij
bun bemint. Hoe kan zij hem liefhebben? Hij is leelijk, dom
""beschaafdEen speler even als ik.
Ja, zij moet aan mij deukenIk wil mij wreken op Zibin, den
«ussischen graaf, den speler, die niet waard is de hand der gravin
te raken! Geduld slechts, het uur der wrake komt! Ik ken
niensclien en zal op hun zwakheden mijn plannen bouwen!
a' 'k mij te Bath heb voorgesteld, toen ik van Lise afscheid
Iam, dat zal heden ter voldoening komen. Eaily heeft koningen
e" vorsten uitgenoodigd zij hebben zijn uitnoodiging aangenomen,
een sterk gecentraliseerden staat, eene uitstekende persoon
lijkheid is geplaatst, met de uitgebreidste magt bekleed om
bet goede te doen overal en ten allen tijde, zonder te
worden gehinderd door de tegenwerking van andersdenkenden,
dan is zulk een staatsvorm bij uitstek geschikt om de
noodige en gewenschte verbeteringen spoedig aan te brengen,
en rust en orde te handhaven. Jammer maar, dat een
autocraat niet onfeilbaar is, evenmin als andere menschen,
en dat bij diezelfde magt ten kwade kan gebruiken, en
soms gebruikt. Wij Nederlanders, die nog zuchten onder
de finantieële gevolgen der vaderlijke regering van onzen
eersten Koning en zelfs zijne tegenstanders zullen
erkennen dat Willem I geen gewoon man is geweest en
met de beste bedoelingen heeft gehandeld weten zulks
bij ondervinding. Het is echter natuurlijk, dat iemand,
die gelooft in zijne roeping, zeker deed Napoleon dat,
geen twijfel bij zich voelt opkomen, of wel hetgeen hij
goed en wenschelijk acht, werkelijk dien naam verdient.
Overtuigend dat hij het goede zoekt, is hem elke tegen
werking, elke tegenspraak hinderlijk. Ja! elk verzet schijnt
misdaad, het is het goede vernietigen om het slechte daar
voor in plaats te zetten. Zij, die zijn gevoelen niet deelen,
moeten hem of ondankbaar en kwaadwillig, of onwetend
en ontoerekenbaar schijnen. Aan het hoofd van den staat
geplaatst, is het zijn eerste pligt die kwaadwilligen ter
neder te werpen, en die onwetenden, tot hun eigen bestwil,
te dwingen. Geeft men eenmaal dit beginsel toe, dan
wordt elke oppositie afkeurenswaardzij kan toch nergens
toe leiden, dan om het goede tegen te houden, en ver
beteringen te verhinderen. Oordeelende naar alles wat een
twintigjarige regering van Napoleon III leerde, moeten
wij aannemen, dat hij de hoogste magt in dien staat
hierom heeft begeerd en daartoe heeft gebruikt. Hij wilde
de handen vrij hebben, hij wilde de oppositie vernietigen,
orde en rust handhaven, niet om zijne eigene lusten te
bevredigen, maar om zijne theorie van de volkswelvaart
toe te passen. Die theorie was een wonderlijk mengelmoes
van juiste staathuishoudkundige beginselen en onmogelijke
socialistische utopiën. Toen hij door het handelstractaat
met Engeland zijne natie gedwongen tot den vrijen handel
bekeerde, begeerde hij aan de groote massa des volks
en lieden zullen aan zijn tafel gekroonde hoofden aanzitten
Dit is de dag van zijn triumf! Lise, ik heb toeh gelijk gehad
om van de stoffige kantoorkamer en de nederige bruid afstand
te doen! Koningen en vorsten zullen aan mijn tafel komen, er
zal een dag komen, waarop de schoone trotsehe gravin Leonore
Morgenstern mij de hand zal reiken en de mijne worden zal!
Hij heeft vergeten dat Nash, de Koning van Bath, eenmaal tot
hem gezegd heeft: Pas op voor een hartstogtelijke liefde, Thomas
EailyEen speler die bemint vervalt in het ongelukHij heeft
het vergeten en staat nu trotsch in het midden van de prachtige
zaal en wacht zijne koninklijke gasten af.
De rijtuigen rollen voort naar zijn hotel. Het nieuwsgierige
volk dringt bijéén in de straat om de vorsten te zien binnengaan.
Ieder weet dat daar Thomas Eaily, de Engelsehe speler, woont.
Vorsten en graven gaan naar hem toe en schudden hem de hand.
Nu het grootste gedeelte der gasten aanwezig is, ziet Thomas
Eaily, stralende van genoegen, het gezelschap rond en zijn gemoed
zwelt van trots als hij zijn grootsten wensch vervuld ziet.
Ik heb bereikt, wat ik mij ten doel gesteld heb, slechts ééne
nog ontbreekt, zij alleen laat zich nog wachten: de trotsehe
Leonore.
En juist toen hij dat denkt, terwijl lach en scherts door de zaal
weêrklinken, verheft zich een der aanwezige vorsten en neemt het
glas vol geurigen wijn in de hand.
Mijnheeren! Waar het bestaan van zoovelelanden erkend wordt,
waar republikeinen vallen en Koningen opstaan, daar wil ook ik
een nieuw land uitroepen: het land Pharao en zijn Koning heet
EailyIk hef mijn glas omhoog en drink op de gezondheid van
den kaartenkoning Eaily!
Naauwelijks is het gezegd, of een vrolijk lagchen gaat door de
zaal en allen staan op en roepenDe kaartenkoning Eaily leve
De muzikanten vallen in en het geheele hotel dreunt door de
fanfares ter eere van den kaartenkoning. Eaily neemt zijn glas
op om te klinken met dengene die het sein gaf. In hetzelfde
oogenblik hoort men een schril geluid, het glas valt en nog voor
dat het dat van den anderen aangeraakt heeft, valt het, wordt
verbrijzeld op het witte tafelkleed en de wijn stort als een straal
bloed zieh er over.
Eaily beefde en fluisterde in zichzelven: Dat is een slecht
voorteeken.
Maar niemand let er op, men lacht voort. En voor de derde
maal viel de muziek in en galmde het: de kaartenkoning leve!
door de zalen.
Na den maaltijd begaf men zich naar de aangrenzende kamers
om daar de koffij te gebruiken. Daar was ook een tafel vol
kleine sieraden en Thomas Eaily verzocht zijn gasten om toch
iets van deze kleinodiën tot aandenken meê te nemen.
Zoodra de hooge vorstelijke gasten zich verwijderd hadden, begon
het spel. Aan de verschillende tafels speelde men, wat ieder wilde,
hier Whist en L'hombre, ginds Pharao en Piquet. Met een
glimlach op het gelaat zocht Thomas Eaily den graaf Zibin op.
Graal', ik weet dat gij altijd met geluk speelt en dat gij een
goedkoope kleederen
Engelsehe producten,
Epgelsch kapitaal in
«vrije handel»' zeker
door de autocratische
duizende fabrikanten
tegenwoordiging werd
en voedsel te verschaffen, door de
en daarmede de concurreritie van
Frankrijk te roepen. Daartoe was
het juiste en eenige middel, maar
wijze, waarop het, de belangen van
kwetsend, tegen den wil der ver-
ingevoerd, verlamde het in zijn
werking. In die wijze van invoering vertoont zich ook
reeds de socialistische strekking van sommige Napoleontische
theoriën, het opofferen der gezetene klassen aan den arbeid-
stand. Zeker, zijn tractaat verschafte duizenden besparingen
op eerste levensbehoeften, maar ruïneerde de eigenaars van
fabrieken en industrieële ondernemingen, zonder een behoor
lijken tijd van overgang te verschaffen.
Datzelfde beginsèl sprak zich duidelijker uit in de reus
achtige en kostbare bouwwerken van het tweede Keizerrijk
Napoleon was wederom staathuishoudkundig genoeg om
in te zien, dat de spreuk: «zonder arbeid zult gij niet
eten 1» waarheid bevat, maar hij verviel tegelijkertijd in de
socialistische dwaling, die een regt op arbeid erkent, die
de arbeid zoekt om den arbeid, zonder te vragen naar het
nut, dat daardoor wordt teweeggebragt. De herscheppingen
van Parijs en andere groote steden waren in den aanvang
nuttige werken, zij verbeterden den gezondheidstoestand en
de verkeerswegen. Maar de latere doorzetting was hoogstens
een werk van verfraaijing, de daaraan bestede millioenen
leverden uit het oogpunt van maatschappelijk nut, oneven
redig weinig op. Maar Napoleon was met zijn Staats-
werkverschaffing op een hellend vlak geraakt, eens begonnen
kon hij niet eindigen. De groote publieke werken moesten
noodzakelijkerwijze worden daargesteld in groote steden,
men kan toch moeijelijk boulevards en opera's bouwen
ergens in een dorpje aan de grenzen, en zoó kwam het,
dat, terwijl overal in Frankrijk tijden van stilte op drukke
perioden, zooals overal in de wereld, volgden, alleen de
groote steden daarvan eene uitzondering vormden, daar
zorgde de regering voor overvloedig en goed betaald werk.
De kosten voor dat alles werden gevonden door het
aangaan van kolossale leeningen, het maken van schulden,
het verhoogen van belasting, die toch allen eindelijk op
de vermogenden neerkwamen. Zoo vertoonde zich in
buitengemeen knap speler zijt. Ik vraag u als een bijzondere eer
en gunst om met den besten en knapsten speler een partij Piquet
te mogen spelen.
De graaf glimlachte en zette zich met Eaily aan de speeltafel cu
rond hen schaarde zich een rij van toeschouwers. Het was een
lange, hardnekkige strijd; duizende goudstukken gingen over en
weêr. Eerst toen de morgen daagde was het afgeloopenl
Bleek en bevende stond graaf Zibin op en met medelijden zag
men hem aan.
Ilij had twee millioen in wissels aan Thomas Eaily verloren!
Zwijgende en somber ging hij heen en even somber volgden hem
de andere gasten.
Eaily zag hem met vlammenden blik na en een triomflachje
speelde om zijn lippen.
Nu zal zij aan mij denkenNu zal zij weten, dat ik in de
wereld benMisschien zal zij nu hier komen om voor haren
verloofde genade te smeeken! Maar ik zal geen genade geven, ik
zal niet te verbidden zijn
Eenige uren later kwamen de vrienden van den graaf om Thomas
Eaily te bepraten, dat hij met een kleinere som tevreden zou zijn.
Dit spel is slechts een scherts geweest, zeiden de graven La Gade
en Eaznwowsky, zijne vrienden.
Het is niet mogelijk, dat gij een dergenen die met u aan tafel
hebben gezeten tot bedelaar wilt maken. Het zal uwen goeden
naam schade doen 1
Men heeft u tot nog toe voor een edel, ridderlijk man gehouden!
En men zal zeggen, dat gij gasten bij u noodigt om hun later
het geld af te winnen
Weet dat, als deze zaak ruchtbaar wordt, gij u de ongenade
van Keizer Alexander en van «He vorsten op den hals zult halen 1
Keizer Alexander is een oude vijand van het spel.
Maar hij heeft mij toeh dank gezegd voor mijn spel, antwoordde
Eaily glimlagchend. Daarenboven geniet ik niet de eer een
onderdaan van den Eussisehen Keizer te zijnIk ben een vrq
man en gij zelf hebt mij gisteren tot Koning uitgeroepenIk ben
kaartenkoning en een kaartenkoning heeft dan eerst regt, waDneer
hij wint!
Welaan dan, antwoordden de heeren, behoud wat ge gewonnen
hej)t, maar pas op dat gij het niet weer verliest en gij tot de
nietigheid terugkeert waaruit gij voortgekomen zijt
Zij keerden zich om en verlieten hem zonder groet. Met een
trotschen glimlach om de lippen zag Thomas Eaily hen heengaan.
Het zal noodig zijn dat ik mijn kas weder vul, zij hebben
gelijk, het geluk van den speler, is afwisselend. Ik was bijna aan
het einde vau mijn schatten, nu ben ik weer rijkEn zij, zij
zal aan mij denken!
Ja, als zij komt, de schoone trotsehe gravin Leonore, dan heb
ik misschien medelijden!
De whaak.
Zoo dacht de speler, toen zijn lakkei kwam zeggen dat buiten
voor de deur een oude man stond, die zich niet wilde laten af-