Benoeming-en, enz B U 1 T E N L A i\ D. Toen de gewezen majesteit van Frankrijk, Napoleon III te Dover aanlandde, schreeuwden de daar aanwezige Engelschen, wat ze schreeuwen konden, louter uit pret dat ze den fameusen man van Parijs en Sédan zagen. Men heeft in onderscheidene bladen over die toejuichingen een afkeurend oordeel uitgesproken; onzes inziens zeer ten onregte. De Pritten hebben door die kreten meer hun hulde gebragt aan een bijzonder, een avontuurlijk man, dan aan den gevallen Keizer. Wanneer Blondin met een kookkagchel op den rug over de koord loopt, juichen de Engelschen hem toe; als een vuistvechter zijn tegenpartij onkenbaar beukt, schreeuwen ze van pleizier; als Keizer Theodorus, hun Abessinische vijandlevend in hunne handen ware gevallen en in Engeland ontscheept, zouden ze hem „hoerahs" toegeworpen hebben; als er eene groote weddenschap is verloren, hebben ze van ambitie pret; de Kohinoor, de groote diamant der tentoonstelling van 1851, werd buitensporig bewonderd; dikke zuigelingen wekken de belangstelling van geheel Engeland op, evenzeer als groote Durhamsche koeijen en overvette varkens. Waarom zou dan een Keizer Napoleon, een man van zooveel ondervinding, van zoo groote koelzinnige (bijna Engelsclie) driestheid, niet hunne toejuiching opwekken? Deze bewon dering was zuiver platonisch van aard, zij had met de nationaliteiten niets gemeens. Die bewondering voor het buitengewone is het eigendommelijk kenmerk van al wat Engelsch heet. Jl. Zatnrdag heeft ten llaadhuize alhier de openbare aanbesteding plaats gehad vanhet maken van een bazalt- muur langs het Molenplein, ter lengte van 106 meters. Er waren ingekomen 12 inschrijvingsbilletten, als van de heeren: J. van der Kamp, te Leiden, f 8700, W. van der Wooning f 8200, Gebrs. Klein 8100, Gebrs. Moorman f 8050, Gebrs. Korff 8000, J. van der Wonde 7999, P Spruit 7960, A. Vos Rz. 7790, H. J. Janzen ƒ7777, P. Verhey 7777, P. Dekker 7722, 13. Swets 7420. In den loop dezes jaars moeten achtereenvolgens plaats hebben verkiezingen: 1. voor leden der Provinciale Staten, op Dingsdag 9 Mei e. k.2. voor leden van de TweedeKamerder Staten-Generaal,op Dingsdag 13 Junij e.k.; 3. op Dingsdag 11 Julij voor leden der Eerste Kamer (deze verkiezing geschiedt door de Provinciale Staten; en 4. voor leden van den Gemeenteraad op Dingsdag 18 Julij e. k. Zr. Ms. stoomschip Kijkduin wordt in het dok alhier gereed gemaakt voor de aanstaande reis naar de Kust van Guinea. De majoor der artillerie A. II. Mommers, benoemd tot luitenant-kolonel provinciaal-adjudant in Friesland, vertrok gisteren avond van hier, na zijne betrekking als komtnandant der hier garnizoen houdende kompagniên vesting-artillerie te hebben nedergelegd. Was de heer Mommers, toen hij voor drie jaren dat kommando aan vaardde, geen vreemdeling in deze gemeente, hij heeft zich in dit tijdvak op nieuw verzekerd van de achting en de genegenheid der burgerij zoowel als der militairen. In naauwgezette pligtsvervulling was hij steeds velen tot navolgenswaardig voorbeeld. Bij zijn heengaan van hier vergezellen hem voorzeker veler wenschen, dat het hem in zijn nieuwen werkkring en in zijne nieuwe woonplaats met zijne familie, die hem weldra derwaarts volgen zal, voortdurend wél moge gaan. Het kommando over de 4de komp. van liet 3de bat. 7de reg. infanterie is dezer dagen aanvaard door den kapt. J. A. Jochems en over de 12de komp. van het 1ste reg. vesting-artillerie door den kapt. II. A. de Haan. Scheld hem niet, moeder, misschien Zij zweeg en luisterde, want het was haar geweest alsof een smeekende stem haren naam geroepen had. Zij luisterde, alles bleef stil. Slechts de wind ritselde door de hoornen en bewoog de bloemen. Misschien, vervolgde zij, misschien zal voor mij de zon weêr eens schijnen. Gij weet het, ik heb hem beloofd tien jaren op hem te wachten, misschien komt hij dan nanr huis! Zij schrikte, want nu had zij zich zeer duidelijk bij haren naam hooi en noemen. Een klagende stem had geroepenLise, Lise, medelijden! Zij wierp haar werk ter zijde, stond op, snelde naar de deur en opende haar. Een kreet, een luide kreet, van smart of vreugde, men weet het niet; zij wierp zich op de uitgeteerde, in lompen gehulde gestalte, die op den grond lag, sloeg hare armen om den buiten bezinning zijnde Riiily en riep Thomas, word wakker, ge zijt thuis, gij zijt bij mij, nog altijd heb ik jc lief! Hare moeder was van haar stoel opgestaan en was haar, zoo snel het hare stramme leden toelieten, gevolgd. Zij trad nu naar dc opene deur en daar zag zij de zouderlinge groep. Lise riep nog steeds den bedelaar bij zijnen naam, hare handen om zijn hals geslagen; eindelijk sloeg hij de oogen op Lise, ik ben terug, laat mij nu sterven! Neen, ge moogt niet sterven! riep Lise. Gij zult genezen, ge zijt teruggekeerd en God zal u zegenen. Met gesterkte armen nam zij hem op, droeg hem het huisje binnen, bragt hem nanr haar kamer en legde hem te bed. Rust, Thomas, rust, ik waak voor je, ik zal voor je bidden! En zij waakte en bad voor hem, weken lang, want Thomas was ziek, doodziek. Door ijlende koortsen aangegrepen vertelde hij in woeste opgewondenheid aan Lise van ziju leven, zijn triumfen, zijn smart, zijn vrienden en van zijn lijden Daarna lag hij soms uren lang zonder beweging en fluisterde Als Napoleon niet van Elba ontkomen was, dan zou ik een rijk man zijn Na dagen van angst en zorg voor Lise kwam er verandering in den toestand. Thomas genas Als een geknakte man stond hij op van zijn ziekbed, stil en onderworpen naudelde hij, steunende op Lise, in den tuin, om zich in de herfstzon te sterken. Lise zorgde voor alles, zelfs ging zij naar den advokaat, den vroegeren patroon van ltaily. Hij nam den verloren zoon weer aan Raily h:,d genoeg bewijzen dat de liefde van Lise nog even groot was als altijd Lise zelve vergaf hem zijn ligtzinnigheid en hare miskende liefde. De inwoners van Bath waren nog vele jaren getuige van het gelukkige leven, dat beidep te zamea doorbragten. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de hier achter geplaatste aankondiging der beide voorstellingen in het lokaal Tivoli op 13 en 15 dezer. Men verzekert ons, dat die voorstellingen in groote mate belangrijk zullen zijn en wel waardig door een talrijk bezoek te worden vereerd. De Prins von Wied zal heden uit de residentie naar Stockholm vertrekken, om Prins Frederik bij de begrafenis van de Koningin van Zweden en Noorwegen te vertegenwoordigen. De Tweede Kamer der Staten-Generaal is, tot hervatting harer werkzaamheden, bijeengeroepen tegen Dingsdag 18 April, des namiddags te 3 ure. Bedankt voor het beroep naar Dirksland door ds. E. J. van Wisselingh JPz. Het Witte Kruis heeft zijn 2de bulletin uitgegeven. Het blijkt, dat het aantal leden 160 en de ingezamelde gelden 13,000 bedragen, eene som, die waarlijk niet groot kan heeten. Wat aan zaaizaden alleen in de ver schillende door den oorlog geteisterde departementen van Frankrijk noodig is, bedraagt millioenen. Uit Engeland is 6Q,000 reeds afgezonden. Ons comité heeft thans nog slechts 8000 in kas. De gedelegeerde naar de omstreken van Sédan, de heer Hulshoff, geeft treffend verslag van de dankbaarheid der autoriteiten aldaar; en het verdient op merking, dat de in hun handen gestelde zaaizaden wijselijk niét gratis uitgedeeld, maar tegen zeer lagen prijs verkocht worden. Vooral ook in den omtrek van Belfort is het gebrek aan zaaigranen en trekvee ontzettend groot. In deze maand zal tot de liquidatie en ontbinding van het hoofdcomité Het blaauwe kruis worden overgegaan. Jl. Vrijdag is in ruim 64jarigen ouderdom te Leiden overleden de heer mr. H. C. J. Hoog, ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, lid der Provinciale Staten van Zuidholland, dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Rijnland en lid van den gemeenteraad der stad Leiden. Te 's Hage werden in de vorige week door pokken aangetast 84 en overleden 30 personen; respectivelijk waren deze getallen in de daaraan voorafgegane week 67 en 27. In den vroegen ochtend van jl. Donderdag barstte te Maassluis een felle brand uit in het weeshuis der Hervormde gemeente aldaar;'liet voorste gedeelte van het gesticht, aan de Noordvliet gelegen, is geheel afgebrand. Men is er in geslaagd, de nevengebouwen te behouden. Men meldt uit het Westland: De akkerbouw heeft een gunstigen loop en alles ligt gereed in afwachting van groeizaam weêr, waardoor van het veldgewas eene niet minder gunstige uitkomst mag gewacht worden dan in andere jaren. Wel is waar doet eene noordsche koude zich sedert eenige dagen gevoelen en zijn de meeste nachten niet vrij van vorst, maar eene temperatuur, gelijk sedert het laatst van Febr. tbt kort vóór het einde van Maart heeft geheersclit, behoort onder de zeldzaamheden; op 23 Maart toch teekende de thermometer 68 graden, gelijk staande met eene Junij-warmte. De koude en de vorst komen echter nog niet te laat om op den plantengroei schadelijke uitwerking te doen: na vroegtijdige, snello ontwikkeling zou het gure weêr integendeel veel meer schade berokkenen. Da steenvruchten beginnen te bloeijen, over het algemeen is daarvan dit jaar weinig te wachten. Van perziken o. a. stelt men zich een geringen pluk voor, tegen den overvloed des vorigen jaars. Het jonge hout schijnt, door den zeer afwisselenden winter, van schrikbarende nattigheid tot strenge koude plotseling overslaande, geleden te hebben. Appel en pereuboomen daarentegen beloven, naar hunne zwellende bloemknoppen te oordeelen, weder dit jaar het uitzigt op een goeden oogst. Men meldt uit Wagenborgen, dat zich bij A. Lester- huis, aldaar, een schaap bevindt, hetwelk den 21 Maart twee en den 4den April vier lammeren heeft geworpen, dus in den tijd van 14 dagen zes, waarvan nog vijf in leven zijn. Als eene bijzonderheid wordt uit Capelle aan den IJssel berigt, dat den eersten PaasehJag in den hof van den heer W. O. A. Lans aldaar, de eerste nieuwe aard appelen uit den kouden grond gedolven zijn. Als een voorbeeld van voordeeligen groei en ijverige behartiging van het vak, kati dienen, dat de tuinier G. II. Groeneveld, te Delftzijl, reeds de aardappelen, peulen, dop erwten, capucijnders, salade in soorten en wortels, boven den grond heeft staan, zoodat de Delftzijlster burgers zich spoedig hieraan kunnen vergasten. Deze vruchten ziju op den kouden grond gewassen, zonder aanwending van lief- of brocimiddeleu. In de jl. Donderdag te Groningen gehouden buiten gewone vergadering der Maatschappij de landhuishoudkun dige school, is, overeenkomstig het voorstel van het bestuur besloten, do vereeniging de landhuishoudkundige school te ontbinden. Dezer dagen is eene nieuwe verordening betreffende de gouvernements-telegrafen in Oost-Indië afgekondigd. Dientengevolge kan men voortaan voor 25 cent een tele gram van 10 woorden verzenden, terwijl vroeger voor een telegram van 20 of minder woorden 70 centen per kring moest betaald worden. Onder den titelHet Communisme en de Commune bevat de Times eene verklaring van beide woorden: Men verwarrc hier, zegt hij, toch niet en verlieze het hemelsbreed verschil niet uit 't oog, dat, ofschoon commu nisten en comraunalisten voor 't oogenblik band aan hand gaan, tusschen 't strevyn der beide partijen bestaat. De communist beoogt een zuiver maatschappelijk doel; de communalist heeft op een staatkundig wit den blik geves tigd. De communist wenscht niets minder dan do heer schappij van de behoeftigen over de gegoeden, van den weikman over den meester, van arbeid over kapitaal; de communalist strijdt voor een universeele republiek, gebaseerd op vrije, souvereine, geconfedereerde communes (gemeenten). De communist wordt overal gevonden, in Engeland, in Duitschland, in Zwitserland en in Frankrijk heeft zijne partij een bond gevormd, or.der den titel van de Interna tionale, en in Frankrijk onderscheidt het communisme zich hierdoor, dat 't, nevens zijn industriële hoofdtrekken, ook een eenigzins wijsgeerige en politieke kleur zich heeft toegeëigend; de communalist huist slechts in Frankrijk. Verklaren we ons nader. We weten, wat het communisme beteekent. Onderzoeken we thans ook, wat we onder communalisme te verstaan hebben. We doen dit 't best uit de jongste publicatiën van het Centraal Comité zelf. »Parijs door zichzelf Geregeerd", dit was immer de droom van eiken volbloed Parijzenaar; en die droom is nu ver wezenlijkt. Intusschen hebben we hier niet te doen met een zuiver gemeentelijke omwenteling, gelijk de bestaande commune van 1793 die tot stand bragt. Neen, de bewe ging is een veel breedere. De commune van 1871 is souverein en constituerend. Zij stelt een «charter" vast en «beraamt de middelen tot erkenning en tot 't verkrijgen van waarborgen van het centraal gezag, welk dat ook wezen mag.* De commune huldigt derhalve een centraal gezag; en zonderling genoeg, ze dringt er niet op aan, dat dit centraal gezag repnblikeinsch zij;. het mag wezen wat het wil zoo het slechts de rogten, de autonomie en de onafhanke lijkheid van de commune eerbiedigt. Maar dan ook de commune zou, in tegenovergesteld geval, er geen bezwaar in vinden geweld te bezigen tegen het centraal gezag. Volstrekt niet. Evenmin weigert zij haar deel te dragen van de algemeene lasten. De commune wenscht niets te usurpeeren. «Geconfedereerd met de overige communes van het vrijgemaakte Frankrijk, wil zij de bepalingen overwegen van het contract, dat haar met de natie zal verbinden." Het is aldus een nieuwe staat, die de hoogten van Montmartre baarden: een staat, die zijn afzonderlijke regering, zijn afzonderlijk budget en leger zal hebben; die met het overige des lands als met een gelijke zal onder handelen; die, zoo noodig, bij andere communes zich zal aansluiten, tot vorming van een «Fransche federatie." Nog iets. Het ultimatum, dat Parijs aan Frankrijk denkt over te leggen, zal niet enkel moeten strekken om de souve- reiniteit van de commune te verzekeren doch tevens, om vrij spel te laten aan de betrekking tusschen de com mune en de vertegenwoordigers der nationale eenheid. De nationale eenheid wordt dus erkend, maar slechts als bijzaak; de natie heeft zich te schikken naar de commune; en wil zij dit niet, zoo zal de commune haar tot inschikke lijkheid dwingen. ZiediUr dan, zoo besluit de Times-correspondent, het streven der communalisten. Een liefelijke schilderij! Het platteland onderworpen aan de stedende grootere steden geconfedereerd, wetten makende voor Frankrijk, of elkander den oorlog aandoende. Kon men zekerder middel uitdenken om Frankrijk tot een tweede Polen te herscheppen? En welk een zonderlinge luim, aldus vier of vijf eeuwen te willen terugtreden, en de kleine Italiaansche republieken te gaan navolgen! Is dkt niet een teeken van ontbinding en verval? Toch is dit 't, wat de communalisten voor uitgang noemen. De luit. ter zee 2de kl. J. C. de Ruyter de Wildt, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 3 dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dat tijdstip op non-activiteit gesteld. De 1ste luit. der artillerie op non-activiteit W. H. D. Paravciini di Capelli is bij het 2de reg. vesting-artillerie in activiteit hersteld. In afwachting van nadere beschikking, is op non-activiteit gesteld de 1ste luit. J. E. van Gorkum, van het 7de reg. infanterie. België. Aan het Brusselsche dagblad le Nord wordt uit Genève berigt, dat er in Zwitserland een zeker aantal personen, vooral Italianen, aankomen, bestemd om de kern uit te maken van een vrijkorps, hetwelk de wereldlijke magt van den Paus in Rome zou helpen herstellen, hetzij als voor hoede eener buitenlandsche expeditie, hetzij als steun eener volksbeweging in Rome zelf, die de aanleiding tot tusschen- komst des buitenlands zou moeten worden. Dit plan zou op het Yaticaan door den kardinaal Antonelli en de andere gewone raadslieden van den Paus afgekeurd, maar door de Jezuïten aanbevolen worden. Eene Engelsche maatschappij wil den bouw eener brug over de Schelde voor Antwerpen met zooveel kracht aan pakken, dat de brug er vóór 1 October a. s. zou liggen. De bouw zou even stevig als stout en sierlijk zijn. De maatschappij verlangt een subsidie van 750,000 frs., welke de regering geheel voor hare rekening genomeu heeft. De brug zal niet het minste bezwaar voor de scheepvaart opleveren, daar de hoogst getuigde schepen er zelfs bij springvloed onder door zullen kunnen vareu. De voetgan gers zullen 2 centimes, vrachtwagens 10 centimes en rijtuigen van weelde, vigelantes, enz. 20 centimes voor den overgang der brug betalen. F r a b k r ij k. De Commune te Parijs verontschuldigt haar besluit om de huurpenningen der laatste 9 maanden ten voordeele van de bewoners verbeurd te verklaren, met een statistiek, waarin wordt aangetoond, dat de huur van een kamer voor een werkman bedroeg in 1852 70 fr. Dezelfde kamer was in 1860 tot 130 fr. gestegen. De huisheer heeft gedurende dien tijd ongeveer 1700 fr. meer ontvangen; het is dus allezins billijk dat, bij het geheel gebrek aan verdiensten gedurende de laatste 9 maanden, de bewoners niet uitsluitend de schade dragen. Hetzelfde geldt voor kleine winkeliers; de huurprijzen zijn voor dezen sedert 1852 van 1000 fr. tot 3000 fr. gestegen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 2