1871. N°. 45.
Vrijdag 14 April.
29 Jaargang.
Uitgever A/ A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING,
BINNENLAND.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zattjrdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
)t franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden' naar plaatsruimte berekend.
Zaturdag den 15 April vertrekt van hier de West-
Indische mail over Southampton, per laatsten trein.
Woensdag den 19 April vertrekt van hier de
Oost-Indische inail via Triest, per eersten trein.
Vrijdag den 81 April vertrekt van hier de Oost-
Indische inntl via Urindlsi, per eersten trein.
Op Vonderdag den 27sten April 1871, des namiddags ten half
drie ure, zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van
Noordholland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed:
a. De duinbeplanting en het stellen van rietsehut-
tingen op Texel en den vasten wal van Noordholland,
in drie perceelen.
b. Het leveren van zetsteen voor de Heldersehe
zeewering, het opruimen van de provinciale oever-
werken aan het IJ, het vervoeren van de afkomende
steen en brik naar en het bestorten van de Hel
dersehe zeewering, in twee pereeelen.
De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar,
verkrijgbaar aan het lokaal van bet provinciaal bestuur voornoemd,
aan bet bureau voor buitenlandsche paspoorten op bet stadhuis te
Amsterdam en bij den Opzigter van den Waterstaat W. Pu. DE
KKUTJFF, te Helder.
Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd
ingenieur van den Waterstaat te Haarlem, bij den Ingenieur
J. M. F. WELLAN te Allernaar en bij den Opzigter W. Ph. DE
KRUIJFF te Helder.
HELDER en NIEUWEDIEP, 13 April.
De regering te Versaiiles ziet zich gedwongen om,
hoezeer zij bij het onderdrukken van den opstand zoo gering
mogelijk verlies van menschenlevens wil veroorzaken, tot
de wapens en tot den strijd de toevlugt te nemen. Thiers
De Louisa-stichting te 's Gravenhage.
(Ingezonden.)
Eeeds voor meer dan 30 jaar had bij de Orde van Vrijmetselaren,
in Nederland gevestigd, het denkbeeld bestaan, een opvoedings
gesticht daar te stellen voor kinderen van overleden minvermogende
leden der Orde. Het denkbeeld was in werkelijkheid overgegaan
een liefdefonds was in 't leven geroepen en werd jaarlijks versterkt
door de bijdragen der leden, niet liet minst door aanzienlijke giften
van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden.
In 1863 werd een voorstel aangenomen, om de aanwezige fondsen
te bestemmen tot de daarstelling van een opvoedingsgesticht voor
nagelaten kinderen van minvermogende Vrijmetselaren."
Berekeningen, begrootingen, plannen van opbouw en reglementen
werden ontworpen, beoordeeld en aangenomen met eene voorzigtig-
heid en naauwkeurigheid, die treffend bewezen, dat men goede
grondslagen wilde leggen.
In 1867 werd bepaald, dat de plaats waar de stichting geves
tigd zou worden, 's Gravenhage zou wezen. Er was echter één
groot bezwaar. De voorbereidende commissie had het bepaalde
voornemen voorop geplaatst: „uit het Diefdefonds zouden geene
gelden voor den aanleg van een gebouw gebruikt worden; de rente
van bet bestaande kapitaal zoude' alleen strekken om te voorzien
in de jaarlijksohe behoeften der pleegkinderen."
Vanwaar een gebouw? Vanwaar de middelen tot aanbouw of
verbouw van zoodanig gebouw? Het kwam tot stand.
De heer Gosselin, een man, niet tot de Orde van Vrijmetselaren
behoorende; een man, niet gekend onder 's lands edelen en groo-
ten, maar gewaardeerd bij God om zijn vlekkeloozen handel en
wandel, bovenal om zijne reine humaniteit, bad een gedeelte van
fijn vermogen beschikt ten nutte van behoeftige weezen der Vrij
metselaren, en voor dat doel f 20,000 gelegateerd, waarvan de
eene helft moest aangewend worden tot oprigting van een gesticht,
en de andere helft gedurende 50 jaren, rente op rente, op bet
Grootboek der 3 pCt. Nationale Schuld moest ingeschreven worden,
om daarna tot onderhoud van bet gesticht te worden aangewend.
De schenking, hoe groot ook, kon evenwel niet voorzien in
hetgeen gevraagd en geëiseht werd, om in het bezit te geraken
van een gebouw, dat voldoen kon aan de gestelde eischen.
De commissie, bemoedigd door de ondersteuning die zij bereids
had ondervonden, wanhoopte niet, en te midden harer nasporingen
werd haar vertrouwen) verblijdend bevestigd. Z. K. H. Prins Frederik
der Nederlanden, den grootmoedigen beschermheer, behaagde het
der commissie kennis te geven, dat hij in de Nobelstraat had
aangekocht een aanzienlijk gebouw, groot van omvang, en dat
tevens de gelegenheid aanbood tot vergrooting en uitbreiding. Dat
gebouw kon, met aanwending der f 10,000 door den heer Gosselin
geschonken, ingerigt worden voor het gewenschte opvoedings
gesticht. Belangrijk geschenk van den edelen gever!
Dat pand zoo luidde een der drie hoofdbeschikkingen
tou bestemd blijven voor de stichting, zoolang deze zou blijken
aan het doel der oprigting en den geest der Orde te beantwoorden.
Die stichting, gesteld onder het hooge beschermheerschap van
Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, zou den naam dragen
van louisa-stichting, ter eere van Prinses Frederik, de gemalin
van den beschermheer, die liefdevol haren naam had willen
•chenken aan eene Btichting, die zij liefhad en reeds dadelijk door
wil van geene verzoening met de mannen van den opstand
weten. Vroeger mogt men zulke middelen te baat nemen,
ditmaal zal er geen onderhandeling met de oproermakers
plaats hebben. De krijgswet zal in al hare gestrengheid
ook toegepast worden op de soldaten, die, bij het uitbreken
van het oproer, tot de muiteis zijn overgeloopen.
In Oostenrijk doet de regering al haar best om te gemoet
te komen aan de wenschen en verlangens der verschillende
nationaliteiten. Thans heeft zij, ten einde Galicië te
bevredigen, een Pool als minister zonder portefeuille in
haar midden opgenomen.
In Spanje heeft weder een moordaanslag op een der
regeringspersonen plaats gehad. Het zal daar nog heel wat
moeten veranderen, eer men kan zeggen, dat de burgers
er allen doordrongen zijn van het besef, dat rust en orde
de liechtste grondzuilen zijn van het geluk van den staat
en de welvaart des volks.
De geschillen, die reeds geruimen tijd tusschen Engeland
en Amerika hangende waren, schijnen thans hare oplossing
te naderen.
Uit Italië verneemt men gedurig de klagt, dat de
financiën des rijks in een bedroevenden staat verkeeren.
Als de regering van dat land het door generaal Garibaldi
geopperde plan aanneemt, is liet te voorzien dat de
inkomsten des rijks en de welvaart der bevolking daardoor
evenzeer zullen winnen. Garibaldi, voorheen uitsluitend
de man des oorlogs, komt nu met een zeer vredelievend
voorstel voor den dag. Hij wil onvruchtbaar land op
Sardinië, 10,000 hectaren gronds, ontginnen en in vrucht
baren grond herscheppen.
De voordeelen, die hieruit kunnen ontspruiten, zijn zeer
belangrijk te achten, vooral ook door de opbrengst bij
verkoop in kavelingen.
De jaarlijksche indeeling van miliciens voor de ligting
van 1871 zal plaats hebben in het lokaal Tivoli alhier,
op Dingsdag den 2 Mei e. k. Des morgens van dien dag
zal weder een extra-trein rijden om de miliciens uit ver
schillende gemeenten dezer provincie naar hier over te brengen.
stoffelijke middelen krachtig bij den aankoop van huisraad en
meublement had ondersteund!
Eu die stichting kwam tot stand! Een gebouw, eenvoudig, maar
in alle opzigten voldoende aan de gestelde eisclien, ingerigt met
eene zorg en eene naauwkeurigheid, die niet genoeg geroemd,
maar ook niet naar waarheid kan beschreven worden, werd onder
bestuur en toevoorzigt van zeven regenten, door den koninklijken
beschermheer benoemd, in betrekkelijk korten tijd in gereedheid
gebragt en zoodanig voorzien van het benoodigde huisraad, dat de
eerste zeven pleegkinderen opgenomen konden worden. Die opname
had op de treffendste, zelfs zielroerende wijze plaats op Maandag
den 24 Mei 1869, in tegenwoordigheid van Z. K. H. Prins Fre
derik der Nederlanden. Laat ons hooren wat de oirkonde zegt,
die door heeren regenten is opgemaakt, opdat de herinnering aan
deze plegtigheid ook voor de nakomelingschap bewaard zal blijven.
„Ter eere van den Grooien Schepper des Heelals,
„Aan allen, die dezen zullen zien of hooren lezen, Heil! Zegen!
Voorspoed
„Op heden den vier en twintigsten van Bloeimaand van het
jaar 1869, in het gebouw, staande te 's Gravenhage, in de Nobel
straat, N°. 11
op grootmoedige wijze geschonken aan het Nederlandsch Groot-
Oosten door Zijne Koninklijke Hoogheid, den Heere Prins Frederik
der Nederlanden, Grootmeester-Nationaal der Orde van Vrijmetse
laren in het koningrijk der Nederlanden, onderhoorige Koloniën
en Landen;
bestemd tot het vestigen van een opvoedingsgesticht van nagelaten
kinderen van minvermogende Nederlandsche Broederen, overeen
komstig de besluiten, genomen op de Algemeene Vergadering van
1868, en de bepalingen in de Statuten vastgesteld, onder beding
dat die Instelling aldaar zal verblijven, zoolang het overtuigend
blijkt, dat zij aan het doel der oprigting en den geest der Orde
beantwoordt
verbouwd, met bijvoeging van nieuwe lokalen ter voorziening in
de behoeften der volgende tijden, zijnde de kosten bestreden uit
het deel van het legaat van wijlen den heer Gosselin, bij uiterste
wilsbeschikking daartoe aangewezen; ingerigt tot huishouding en
voorzien van het benoodigd huisraad en mobilair, alsmede van de
uitrusting der eerst opgenomen zeven pleegkinderen, wier namen
in de stamboeken zijn opgeteekend.
Gesteld onder het hooge beschermheerschap van Zijne Koninklijke
Hoogheid Prins Frederik en hoogstdeszelfs gemalin, Beschermvrouw,
naar wier naam de Instelling mag worden geheeten:
Louisa-stichting.
Willen wij nu die stichting in de Nobelstraat niet eens in
oogenscbouw gaan nemen? Dat huis, die stichting draagt toch
den naam van een der edelste Vorstinnen, van eene vrouw, die
thans bij God het loon harer deugd geniet, maar wier naam in
eerbiedige vereering zal blijven, den naam van Prinses Frederik
der Nederlanden. Dat huis in de Nobelstraat, wij hebben het
gezien, is een toevlugtsoord voor kinderen, van overleden minver
mogende Vrijmetselaren. Z. K. H., wiens meuschlievend gemoed
hem dreef om met geopende hand en geopend hart hier hulp te
verleenen, is de beschermheer dezer instelling.
Binnengetreden in -de marmeren vestibule, ontmoeten wij het
ieerst de regentenkamer, een ernstig vertrek, en dat zelfs door
De majoor der genie Vaillant zal met 1 Mei a. s.
het kommando in deze stelling aanvaarden, ter vervanging
van den majoor Holtzschue, die met dien datum aan het
ministerie van Oorlog wordt geplaatst.
De majoor L. S. R. Sesseler heeft gisteren het kommando
aanvaard over de hier garnizoen houdende kompagniën
van het eerste regiment vesting-artillerie.
Dingsdag jl. hield het bestuur van ons comité Roode
Kruis eene vergadering, waarin onder anderen werd bepaald,
dat de eerste algemeene jaarlijksche vergadering zal gehouden
worden in Tivoli, Dingsdag den 25 dezer.
Gisteren avond had in Tivoli de jaarvergadering
van het Artillerie-Vrijkorps plaats. De president, de heer
mr. Ch. Bosch Reitz, gaf verslag van het afgeloopen
vereenigingsjaar. Daaruit bleek o. a., dat van de schiet
oefeningen in dat jaar een vrij goed gebruik is gemaakt
dat op 100 passen 530 schoten zijn gedaan, waarvan 334
treffers, op 150 passen 270 schoten, waarvan 157 treffers,
op 200 passen 290 schoten, waarvan 170 treffers, op 250
passen 70 schoten, waarvan 3G treffers, en op 300 passen
130 schoten, waarvan 58 treffers. Op 100, 150 en 200
passen waren 60 pCt., op 250 passen 50 pCt. en op 300
passen 40 pCt. treffers.
De ontvangsten hadden in dat jaar bedragen 318.16,
de uitgaven 297.35; het goed slot bedroeg 20.81. De
behoefte aan meerdere financiële hulp werd niet ontveinsd.
Tot leden van het bestuur werden herkozen de heeren
mr. D. P. H. Aberson, J. H. de Meijer en P. II. Polak,
en in de plaats van den heer P. II. Verberne, die naar
elders is vertrokken, werd gekozen de heer S. Th. Beets.
Tot leden der commissie voor de geschillen werden
herbenoemd de heeren S. P. Marinkelle, P. L. Lammers
en N. D. de Leur en gekozen de heer W. Appel Jr.
De commissie belast met het nazien der rekening en
verantwoording van den penningmeester werd zamengesteld
uit de heeren J. Schuijt, P. L. Lammers en D. Kemp.
Met te wijzen op de lichtpunten, die zich aan de ver-
eeniging voordoen, sloot de voorzitter deze vergadering.
ameublement en inrigting stilzwijgend zegt, dat binnen die muren
de belangen der inrigting ernstig behandeld worden; het boek, dat
op de tafel ligt, vermeldt de aanbiedingen en geschenken, die der
stichting geschonken zijn.
De deur ter regterhand geleidt naar het voorvertrek van den
directeur en zijne vrouw, een gezellig vertrek, waarbij orde en
netheid, eenvoud en gezelligheid toon geven;een geest trouwens,
die door de geheele stichting heerscht. Wij gaan den gang in,
doch voor een oogenblik den trap voorbij, die naar de boven
vertrekken leidt, en treden een groot, licht en luchtig vertrek in
de leerkamer der meisjes. Tegenover die leerkamer is de
mangel- en strijkkamer.
Twee groote meisjes ontmoeten wij bij de directrice, bezig met
de behandeling der wasch (het wassehen zelf geschiedt buiten de
stichting); zij leeren van haar, die ons voorkomt eene wakkere
huisvrouw te zijn, al die zaken, welke op dat punt noodig zijn
tot de vorming eener ferme duchtige huismoeder.
De achterkamer beneden een zeer ruim vertrek is de
gemeenschappelijke eetzaal. Zij ziet uit op den tuin, is luchtig en
vrolijk. Ziet gij daar, in die goed gestoffeerde kasten, al die
tafelbenoodigdheden, onmisbaar bij een netten en burgerlijken disch?
De verschillende maaltijden zijn oordeelkundig verdeeld. Des
morgens vroeg het ontbijt; des namiddags een voedzaam middag
maal: groente, vleesch en aardappelen, afgewisseld door soep en
meelspijzen. Het avondetentweemaal in de week karnemelk
anders evenals het ontbijt en twaalfuurtje een boterham van
wit en bruin brood. Bier wordt veel gebruikt, koffij weinig, thee
dagelijks.'
Laat ons even de tuinen ingaan, want er zijn er twee! een
voor de meisjes, een voor de knapen, daar ziet ge de inrigting
voor de gymnastiek, geschikt voor beiderlei kunne, die het ligchaam
ontwikkelt, kracht geeft aan peezen en spieren en de gezondheid
bevordert; geen wonder, dat de blos der gezondheid, om te
•telen zelfs, op de wangen der kindereu ligt, en kan 't wel
anders? Daar boven op de eerste verdieping vindt gij de uit
muntend ingerigte badkamer, die menige huismoeder der stichting
benijden zou en een waarborg geeft, dat voortdurende reinheid,
zoo onmisbaar voor den mensoh, en vooral voor het kind, hier in
naauw verband met de ontwikkeling van den geest slaat. En nu
gaan wij nog even naar boven, om de slaapzalen te bezigtigen.
Ziet, hoe liefderijk over alles is nagedacht, voor alles is gezorgd.
Voor, het onverhoopt geval dat ziekte de stichting zou binnen
sluipen, vinden wij èn voor knapen en voor meisjes een keurig
ingerigt ziekenvertrek, waar nu reeds geen enkel van die voor
werpen, zelfs van gemak, ontbreekt, die het lijden vaak verzachten
en den zieke verkwikken en aangenaam aandoen.
Op de slaapkamers, waar voor eene uitstekende ventilatie is
'gezorgd, ziet men al wat noodig is om aan de kinderen de noodige
reinheid te verschaffen. De waschtafcl vooral, waarin ieder zijne
lade vindt met alles wat hij daar ter plaatse behoeft, is zoodanig
ingerigt, dat de kinderen vrij zijn in hunne bewegingen en de een
den ander geen oogenblik hindert.
Op de corridors naast de slaapkamer bevindt zich ieders kleeder-
kast. 'Ieder heeft zijne eigene kleedingstukken, tot de kleinste toe.
Geen kind gebruikt tot zelfs doekjes van een ander. Alle kleeding
stukken zijn gemerkt met de letters L. S. en het nummer, dat het