Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. Burgerlijke Stand. Gemeente Zijpe. Marine-Haven Nieuwediep. SCHAGER MARKT van HEDEN. STATEN-GENERAAL. Le Mot d'Ordre verzekert, dat er officieuse onderhandelingen zijn aangeknoopt om tot eene schikking te geraken. Het Journal Officiel weerspreekt het berigt, volgens hetwelk aan Iiullier het bevel over de flottille op de Seine zou zijn opgedragen. Men meent te weten, dat de maarschalk Mac Mahon zijn hoofd kwartier te Fonenay-aux-Roses heeft gevestigd. Het leger van Versailles is niet verder offensief te werk gegaan, doch houdt de veroverde positiën bezet. Het Isle de la Grande Jatte scheidt de strijdenden. Nog altijd is de brug van Courbevoie in het bezit der troepen; zij maakt het objectief uit van Dombrowsky, die ligt aan den hals gewond is. Niets nieuws omtrent de forten. De insurgenten hebben zware verliezen geleden. Naar de Bien Public mededeelt, begint er groote ontmoediging te heerscheu onder de bataillons van Saint Antoine, Beileville en Montrouge. De Commune berigt de ontdekking te Parijs van 4400 stuks granaten, 90,000 kilogrammen kruid en eene verbazende hoeveelheid patronen. Het volgende behelst nadere bijzonderheden nopens het gevecht, gisteren bij Asnières geleverd: Een krachtige aanval dwong de insurgenten hunne positiën te ontruimen, die evenwel door de troepen niet bezet werden. Des middags hebben de Parijzenaars weder den regteroever der Seine bezet, waar zij eene batterij op wierpen, die het vuur der mitrailleuses te Becon tot zwijgen bragt. De troepen maken thans weder een voorwaartsche beweging op de Seine. Een onophoudelijk geweervuur wordt gewisseld, waarvan de uitslag ongunstig blijkt voor de insurgenten. Met groote moeite houden zij zich tegenover de strijdkrachten van Versailles staande. 19 April, 's ochtends. Gisteren avond hebben de troepen van Versailles de voorposten der gefedereerden te Neuilly aangetast, en dezelve 100 meters teruggedrongen. In een rapport der gefedereerden wordt gezegd, dat de aanvallen op de trancheën voor Issy en het spoorwegstation van Clamart zijn afgeslagen. Het regenachtige weder berokkend de Commune moeijelijkheden ten aanzien van het verzamelen en op hun post houden der nationale garden. Le Mot d'Ordre, la Commune en le Vengeur ondersteunen een programma van conciliatie op den voet van handhaving der republiek, van erkenning van het gemeenteregt voor alle steden van Frankrijk, van autonomie der nationale garden, van ontbinding der Nationale Vergadering en der Commune, van eene nieuwe verkiezing eener nationale en communale vertegenwoordiging te Versailles en te Parijs, en van eene amnestie. Van wege de Commune is het volgende bekend gemaakt: //Ten einde Parijs voor gebrek aan leeftogt te vrijwaren zonder bezwaar voor de kas der Commune en met behulp van de vrije werkzaam heid der kooplieden, wordt het volgende vastgesteld: 1. Er zullen magazijnen van de vereischte ruimte gratis ter beschikking der graan- en meelhandelaren worden gesteld; 2. de daarin te bergen waren zullen den eigendom der kooplieden blijven, en deze zullen daarmede handel drijven even als gewoonlijk; 3. ingeval het tot eene insluiting van Parijs komt, zal er van wege de Commune een maximum prijs voor den verkoop van dat graan of meel worden vastgesteld, die voor de handelaren nog altoos een winst zal af werpen; de marktprijs op het oogenblik van de insluiting der stad zal de grondslag voor de bepaling van dat maximum zijn; 4. de Commune verbindt zich, dat ze zieh niet bij wijze van requisitie in bet bezit dier koopwaren zal stellen, maar zij zal het regt van naasting tegen betaling van het vastgestelde maximum hebben; 5. de kooplieden, die partij willen trekken van dit plan, dat enkel van toepassing zal zijn op het ingevoerde graan, moeten zich schriftelijk tot den minister van koophandel wenden." In' de Mot d'Ordre komt Henri Rochefort op tegen de beschul diging, dat hij hei plunderen van kerken zou afgekeurd hebben. Hij zegt/,Ik heb mijn stem gegeven aan de requisitiën, die in de Nótre Dame gedaan zijn, en als ik een anderen schat kende, die aan de geestelijkheid toebehoorde, zou ik de Commune er onmiddellijk opmerkzaam op maken. Mijn eeuwig geloof is, dat, daar Jezus Christus in een stal geboren is, de eenige schat welke Notre Dame behoorde te bezitten, een bos stroo is. Ik aarzel dan ook niet, al de goederen der kerk tot nationaal eigendom te ver klaren, omdat die schatten meestal bestaan uit de geschenken van hen, aan wie de kerk het Paradijs beloofd heeft, en volgens de wet is de belofte van denkbeeldige gunsten, ten einde geld te verkrijgen, opligting. //Uw beurs of de hel", is het programma der geestelijkheid, en daar de Fransche natie niet langer aan de hel gelooft, heeft zij natuurlijk het regt, om in geval van nood de beurs terug te eischen." Men berigt, dat er een schot op Dombrowsky gelost is. De bladen van de Commune, welke dit mededeelen, vermelden tevens, dat het een krankzinnige gedaan heeft, dien men dadelijk in een gesticht heeft opgesloten. Dezer dagen verzekerde de Ganlois van den generaal Cluseret dat hij, toen hij nog kapitein in het Fransche leger was, 50 dekens gestolen heeft en den sergeant daarvan beschuldigde. De corres pondent van Daily News weet niets van het feit, maar betwijfelt het zeer. Cluseret is afkomstig uit Bretagne en van goede familie, diende eervol in het leger en stelde zich o. a. bij de verdediging der orde in 1848 moedig aan het grootste gevaar bloot. Hij moest, uit het kader treden wegens zijn huwelijk met een cantinière, maar de correspondent had zijn bitterste vijanden hooren verzekeren, dat bij eerlijk man was. Het is volkomen waar, dat Cluseret tijdens den burgeroorlog in Amerika door Lincoln tot generaal in het Noordelijk leger werd benoemd. Hij is een heethoofd, een mauvais coucheur, zoo als men 't noemt, maar gemakkelijk in den omgang niet hen, tegen wie hij geen grieven heeft. Voorts is hij een man van studie en heeft geschriften over zijn vak uitgegeven, welke Trochu zich niet zou behoeven te schamen. Men verhaalt, dat het lid der Commune Billoray, bijgenaamd l'komme a la vielle, iedereen in de gevangenis werpt, die hem indertijd verbodeu heeft, om op de binnenplaats van het huis de lier te bespelen en centen op te halen. Volgens la France, zullen de Pruissen Parijs wederom insluiten en door den honger tot overgave dwingen. De slagters hebben hunne winkels gesloten. Boter kost 5 francs per kilogram. De levens middelen zouden slechts toereikende zijn voor drie weken. 80,000 a 40,000 Pruissen zijn in den omtrek van Sédan gekam peerd, om op 't eerste bevel het leger nabij Parijs te gaan versterken. Er heeft zich te Parijs een Vrouwen-Comité uit den handwerks- stand gevormd, tot het verleenen van bijstand aan gekwetsten, tot het bouwen van barricaden, zoodra het tooneel van den strijd in de straten van Parijs wordt overgebragt en zelfs tot het deelnemen aan dien strijd, in zoover dit gevorderd wordt. Dat Comité heeft aan de Commune de noodige localen voor zijne bijeenkomsten en voor die der Sub-Comité's in de verschillende wijken van Parijs gevraagd, en aan dit aanzoek is bereidwillig voldaan. In eene den 12 April door de barricaden-commissie, onder het voorzitterschap van het hoofd van den generalen staf der Commune Rossel, gehouden bijeenkomst is bepaald, dat de binnen Parijs aanwezige barricaden, voor zooveel zij uit straatsteenen zijn samen gesteld, onverwijld zullen worden afgebroken, dewijl die steenen bij eenen aanval met het gesehut voor de verdedigers der versperringen zeer verderfelijk kunnen zijn, en dat zij door aarden wallen zullen worden vervangen. Men heeft verder den vorm en de afmetingen vastgesteld, 'die zoowel de groote als de kleine barricaden zullen hebben, en o. a. besloten, dat de gracht aan de buitenzijde der versperringen eene jdiepte van twee ellen zal hebben. Tevens is bepaald, dat op een .aantal plaatsen in en nevens de riolen der stad mijnen zullen worden aangelegd. Krijgsberlartcn der regering-. Versaili.es, 17 April. De heer Thiers heeft gisteren eene dépêche gerigt aan de prefecten en andere autoriteiten, waarin hij zegt, dat de regering tot geene krachtige handeling zal overgaan, voordat zij zulk eene belangrijke legermagt vereenigd heeft, dat tegenstand mogelijk is en het dempen van den opstand zoo min mogelijk bloed zal kosten. In de circulaire wordt voorts tegengesproken het beweren dat het gouvernement de republiek wil vernietigen; het eenige doel is een einde te maken aan den burgeroorlog en de orde, het crediet en den arbeid te herstellen en de Duitschers te betalen. Hij her innert er aan dat den opstandelingen gratie zal worden verleend, indien zij de wapenen nederleggen. Nog zegt de heer Thiers, dat als de opstandelingen eenige kanon schoten lossen, zij het willen doen voorkomen, dat er een gevecht geleverd is. De toestand zal gedurende een zeker aantal dagen dezelfde blijven. Bij decreet van den 16 dezer zijn de gemeenteverkiezingen op 20 dezer vastgesteld. Volgens particuliere berigten hebben de gouvernementstroepen na een schitterend gevecht het kasteel Becon bezet, zijnde eene belangrijke positie, die Asnières beheerscht. De minister Picard heeft in de Nationale Vergadering de tijding bevestigd, dat de regeringstroepen Chateau Becon hebben ingenomen. Volgens particuliere berigten, heeft kolonel Davoust zich bij die gelegenheid bijzonder onderscheiden en was het verlies der troepen zeer gering. De batterijen, welke reeds in Becon zijn opgerigt, zullen die der insurgenten te Asnières en Clichy aantasten. De bewering van het Parijsche Journal Officiel, dat de nationale garden te Neuilly een vaandel der Vendeërs veroverd en pauselijke zouaven gevangen gemaakt hebben, is geheel van grond ontbloot. In het gevecht bij Becon zijn door de regeringstroepen 50 man gevangen genomen. In de omgeving van Parijs zijn nog andere opstandelingen gevangen genomen en naar Versailles overgebragt. Een gepantserde spoorwagen der opstandelingen is bij Colombes overmeesterd. Het gerucht, volgens hetwelk de Duitschers gedreigd zouden hebben tusschenbeide te treden, is ongegrond. 18 April. Onze troepen hebben de opstandelingen uit Colombes geworpen, waarbij van hunne zijde dooden en gewonden vielen en door de onzen gevangenen werden gemaakt. Asnières wordt daar door van twee kanten bedreigd en zal vermoedelijk door de insurgenten verlaten worden. De geruchten, als zoude het gouvernement de spoorweg-gemeen schap van Parijs met de provinciën en den aanvoer van levens middelen naar Parijs afgesneden hebben, zijn van grond ontbloot. Indien de levensmiddelen te Parijs schaarsch beginnen te worden, dan is dat alleen daaraan te wijten, dat de importeurs werkeloos blijven, uit vrees dat hetgeen zij te Parijs invoeren, door de insurgenten zal worden gerequireerd. 19 April ('s ochtends). De regeringstroepen hebben, gisteren avon d Asnières bezet, na de insurgenten naar den regter oever der Seine teruggedreven te hebben. Zij hebben eenige gevangenen gemaakt. Het door hen geleden verlies is van weinig beteekenis geweest. De door onze troepen aan het spoorwegstation van Asnières opge worpen batterijen beletten den overtogt over de brug over de Seine. Gisteren hebben de insurgenten te Neuilly eene heftige kanon- nade onderhouden. De zuider forten hebben in den afgeloopen nacht gezwegen. Te Bordeaux hebben gisteren eenige ongeregeldheden gehad. De orde is aldaar op dit oogenblik volkomen hersteld. Van 12 tot 19 April 1871. ONDERTROUWDWillem Lammers en Neeltje Martina van der Kloot. Meijert Bakker en Marretje Witte. Gerrit Witte en Cornelia Hin. Reijer Witte en Dieuwertje Zijm. GETROUWD: Cornelis Smits en Johanna Ocque. GEBOREN: Martje, dochter van Meijert Boon en Dieuwertje Bakker. Niesje, dochter van Jan Dalmeijer en Aafje Molenaar. Pietje Maria, dochter van Paulus Keesman en Reindertje de Roos. Cornelis, zoon van Pieter Witte en Keetje Schraag. Dieuwertje, dochter van Cornelis Bakker en Annaatje Kooiman. Jan, zoon van Cornelis Boon en Frouwtje Krijnen. Jakob Cornelis, zoon van Jaeob Eelman en Cornelia Willemina Flens. Anna, dochter van Reijer Molenaar en Autje Verberne, Jan Nicolaas, zoon van Jan Bruin Dz. en Guurtje Kramer. OVERLEDEN: Levenl. aangegev. 1 kind van het vrouwel. geslacht. Van 1 tot 15 April 1871. ONDERTROUWD Klaas de Vries en Maartje Louwe. Pieter Nieuwland en Trijntje Blaauboer. Arie Blaauboer en Neeltje Schot- vanger, wonende te Sint-Maarten. Jan Smit, wonende te Sint-Maarten en Geertje de Beurs. Willem Marees en Lijsbet Bas. Gerrit Blaau boer en Antje Jimmink, wonende te Callautsoog. GETROUWDGerbrand Bronner en Aaltje Raven. Aldert Breed en Antje Quak. Jacob Harp en Sijbregt Buisman. GEBOREN: Arie, zoon van A. Geel en T. Groet. Adrianus Antonius, zoon van J. de Wit en A. Keet. Grietje, dochter van C. Bommer en G. van Dijk. Cornelis, zoon van J. W. Kooijman en M. Klaver. Teunis, zoon van W. Sohermerhorn en N. Slooten. Teunis, zoon van C. Nielen en M. Hommert. Guurtje, dochter van J. Groot en A. Jonker. Neeltje, dochter van L. Bestevaar en N. Wit. Adriaan, zoon van J. Sinuige en M. Without. Elisabeth, dochter van C. Nobel en T. Nieuwland. Abram, zoon van J. Smit en A. Nottelmau. Jansje, dochter van J. Dekker en T. Groen. Neeltje, dochter van D. Kuiper en A. Jongebloed. OVERLEDENAriaantje Metz, 46 jaren, echtgenoot van A. de Boer. Marinus, 18 jaren, zoon van J. Turelure. Marijtje Kruijsveld, 46 jaren, weduwe van J. Klaver. Trijntje, 2 maanden, dochter van P. van Buuren en G. Geel. Pieter, 8 maanden, zoon van P. v. Buuren en G. Geel. Anna Martina Morsing, 47 jaren, vrouw van Jacob de Zeeuw. Geertje, weken, dochter van W. Hemau en N. Nomes. eerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet) Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor Herkomst. 18 April. Vicenzino. P. Schiano. H. J. 1'weehuijs. Girgenti. 18 St. Antoine. A. Corfmat. Duink. Goedk. Batavia. 19 Mora. W. Laid. 19 n Yarmouth. B.C.Raymond.van Vliet Sz Co. Savannah. 20 Albion. D. Wilson. Duink. Goedk. Soerabaija. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Alexandra. II.Abrahamsen. Krageroe. Hout. Order. Harraton. R. Fowles. Sunderland. Steenk. ZurMülilen&Co. 100 1 Paarden f 40 a Veulens a Stieren - 80 a 90 Vette Koe - a Gelde-Koeijen - 57|a235 Kalf-Koeijen - 120al60 Vaarzen - 90 al20 Gras-Kalveren - 40 a 60 Nucht.Kalveren - 3 a 6£ VetteRammen - a MagereSchapena Vette Schapena 400 Overhouders c 17 a 27 4 Bokk.enGeiten f 21) a 6 1 Zeug - 37 a 25 Magere Varkens- 14 a 18 58 Biggen Konijnen Kippen Eenden Duiven Boter per kop Kaas perK.G. c. 30 a 65 - 50 al40 - 72|a82-} r 32ia42£ Kip-Èijeren per 100 -250 a26Ö Eend-Éijeren -Ï25 a Kieviets-Eijeren p. stuk- a April. d t Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 19 12 zwtz. 0.7k. 743.34 -15.53 13.6 f 3.3 0.96 Slechtw. 20 8 zwt.z. 81, 744.50 -14.31 9.0 f 0.6 0.86 Golvend. 20 12 zwtz. 16/( i 745.28 -13.58 10.2 - 0.2 0.81 Weersgesteldheid: 19 April 12 u. Betrokken, regen, onweder. 20 April 8 u. Losbewolkt, winderig. 20 April 12 u, Losbewolkt, winderig. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 18 April. Het jongstgekozen lid, de heer Arnoldts, neemt zitting. Er zijn ingekomen twee lijsten ter aanbeveling, elk een zestal namen bevattende, voor de vervulling der twee bestaande vacaturen in den Hoogen Raad. De heer de Casembroot heeft verlof gevraagd en bekomen om op een nader te bepalen dag eene vraag te rigten tot den minister van Marine, ter zake van de huwelijken der zee-officieren. Aan de Memorie van Beantwoording van den minister van oorlog, op het verslag der Tweede Kamer over Hoofdstuk VIII (Oorlog), der staatsbegrooting voor 1871, wordt het volgende ontleend: De minister verklaart, dat bij hem bepaalde inzigten bestaan omtrent de middelen tot verzekering van 's lands weerbaarheid. Maar hij heeft gemeend gebruik te moeten maken van het gunstig oogenblik, dat zich thans heeft aangeboden om te onderzoeken, wat zich gedurende den jongsten oorlog als voortreffelijk of wel als minder geschikt heeft doen kennen en aan eenige zaakkundige officieren de taak opgedragen om uit de vele berigten, die openbaar zijn geworden en uit andere gegevens, ter plaatse zooveel doenlijk te onderzoeken, wat daarvan zij en in hoeverre het een en ander bij ons van nut zou kunnen zijn en toegepast zou dienen te worden. Overhaasting moet hier worden vermeden en zoo lang de bedoelde inlichtingen niet zijn ontvangen en tevens de verkenningen van hel terrein, die voor het aan te nemen meer geconcentreerde ver dedigingsstelsel, evenzeer als door andere omstandigheden, nood zakelijk worden geacht, niet zijn afgeloopen, kan het gewijzigd ontwerp tot regeling en voltooijing van het vestingstelsel niet worden ingediend. Met eenige zekerheid meent de minister evenwel te kunnen toezeggen, dat bedoeld wetsontwerp binnen weinige dagen bij den Raad van State aanhangig zal worden gemaakt, terwijl aan dat collegie de ontwerpen tot wijziging der wetten op de inkwartiering en de onteigening, reeds dezer dagen zijn gezonden. De regeling van het vestingstelsel moet de basis uitmaken van de sterkte onzer levende strijdkrachten. De laatste is ondergeschikt aan de eerste; van daar dat ook de voorstellen tot herziening van enkele bepalingen der militiewet nog niet zijn ingediend. De minister is volkomen doordrongen van de noodzakelijkheid van doortastende verbeteringen en van datgene,' wat het meest noodzakelijk is en het meest spoed vereischt. Wat onder de laatste catagorie valt, mag in afwachting van grootere maatregelen, niet worden nagelaten. De meest in het oog vallenden leemten en gebreken, welke zich bij ons krijgswezen hebben doen kennen, aanwijzende, meent de minister, dat men hierbij moet letten op het bijna 4 Ojarig tijdperk van volkomen vrede, welke wij doorloopen hadden, en op het feit, dat eene krachtsontwikkeling, als het vorige jaar ons te aanschouwen heeft gegeven, tot dusver niet mogelijk werd geacht. Maar het blijft een feit, dat het afgeloopen jaar voor ons een bron van leering is geweest en dat wij met de ervaring, toen opgedaan, ons voordeel moeten doen, voor zoover dit mogelijk is. Zonder op latere beslissingen vooruit te loopen, heeft de minister dan ook reeds met de voorgenomen verbeteringen een begin gemaakt. Hij wijst op de voorgestelde aanvulling van het officierskader bij de infanterieop het in dienst houden van meer paarden bij de artillerie en op de voorgenomen aanschaffing van een aanzienlijk grooter getal patroonhulsen, op de aanvulling van de voorraad-magazijnen en op de maatregelen, door hem beraamd, om ten spoedigste in het bezit te geraken van het gewenschte aantal aohterlaadgeweren van klein kaliber en kustgesehut om die op de graad van geoefend heid van het leger te verlioogen. Voorts op de ontwerpen van meer omvang, die in staat van voorbereiding zijn, zooals: de rege ling van het vestingstelsel, de reorganisatie der levende strijd-- krachten, het wegnemen der belemmerende wettelijke bepalingen™ bij de voorbereiding tot den oorlog, de verbetering der artillerie, enz. Tot een oefeningskamp meent de minister zich te blijven bepalen. Dat kamp zal ook voortaan bij Milligen blijven. De minister stelt zich wijders voor, om later de garnizoenen meer te brengen in de nabijheid van geschikte oefeningsplaatsen. Met de indiening van het wetsontwerp betrekkelijk de uitbreiding der oefening van de dd. schutterijen had de minister geen palleatief op het oog en in niets willen praejudicieeren op het wetsontwerp tot regeling van de inrigting der schutterijen. De voorgestelde maatregel beoogt alleen het verkrijgen van meer geoefende manschappen totdat de voor te stellen nieuwe wet op de schutterijen aangenomen en volledig tot stand zal zijn gekomen; zij sluit niets uit, maar stelt daar, wat wij in ieder geval en onverwijld behoeven. De aanhouding van de aanstaande garnizoensverandering is gesteld op het advies van de geneeskundige autoriteiten. Het in het verslag aangehaalde feit,, dat ten bewijze zou moeten strekken, dat de militaire geest en discipline bij ons leger in den laatsten tijd te wenschen overlaten, wordt door den minister tegen gesproken. Uit een enkel feit als het hier bedoelde, aangenomen, dat het werkelijk had plaats gehad, zou evenwel, naar de meening des ministers, nog niet mogen worden afgeleid, dat bij het leger in het algemeen gemis aan militairen geest en discipline zou bestaan. Hoe dit ook zij, de ondervinding in den laatsten tijd, zegt de minister, heeft op nieuw voldingend bewezen, dat ook het best geoefende leger, zonder eene strenge discipline niet in staat is aan zijne roeping te beantwoorden, en niemand meer dan de minister is doordrongen van het besef der noodzakelijkheid, om met alle

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 3