Marine-Haven Nieuwecliep. SCHAGER MARKT van HEDEN. zege in den reusachtigen strijd tegen Frankrijk te danken gehad. De minister was van meening, dat de commissie inzonderheid hare aandacht behoorde te bepalen bij de omstandigheden, welke bewerken, dat de effective getal sterkte door een aantal kleine verliezen, die te zamen een aanzienlijk aantal soldaten uitmaken, altijd blijft beneden de door de Belgische wet beoogde en tot regel gestelde getalsterkte; en bij de daarmede in verband staande vraag, of er niet eene algeheele wijziging noodig is van de beginselen, volgens welke inen zich in België de man schappen voor de krijgsdienst verschaft. Naar bet inzien des ministers, zou aan de thans beerschende begrippen omtrent gelijkheid en billijkheid tegemoet gekomen dienen te worden, door de verpligting tot de militaire dienst meer algemeen te makenzoodat aan de hoogere standen minder gelegenheid overbleef om zich aan den pligt der ver dediging van den vaderlandschen grond te onttrekken; iets, hetwelk ook hierom aanbevelenswaardig scheen, omdat de tegenwoordige wijze van krijgvoeren verstandelijk ont wikkelde soldaten eischt. De minister deed ten slotte uit komen, dat, al is België een kleine en betrekkelijk zwakke staat, het niet slechts verpligt is, alles te doen wat strekken kan om zijne vrijheid en onafhankelijkheid te handhaven, maar ook om te beantwoorden aan de bestemming van vestingmuur, waartoe de groote mogendheden het door zijne onzijdigverklaring hebben gemaakt. Er zijn dezer dagen ongunstige geruchten omtrent den gezondheidstoestand van den Paus verspreid. Volgens een correspondent van het Journal de Bruxelles, die dik werf in het Vaticaan komt, zijn die geruchten door revo lutionairedagbladen uitgestrooid met het doel om te bewerken, dat de Heilige Vader zich tot wederlegging derzelve buiten het Vaticaan begeven en aan het publiek vertoonen zou, ten einde het te overtuigen dat hij geenszins zieltogend is. z/De waarheid is zegt de correspondent in een schrijven uit Rome van 24 April dat Pius IX zeer welvarend is en binnen het Vaticaan zal blijven, ofschoon de Italiaansche overheden en troepen in Rome zijn. Brussel heeft tegenwoordig bijna het voorkomen eener Fransche stad. Men schat het getal Franschen, die er een toevlugtsoord hebben gezocht, op meer dan 60,000. Bere kend op een gemiddelde vertering per hoofd van 10 francs (circa 5 's daags), daar zeer velen tot den rijken stand behooren, brengen de uitgewekenen meer dan 300,000 per dag in Brussel in omloop. Hieruit kan opgemaakt worden, hoe groote schade Frankrijk, en hoofdzakelijk Parijs, lijdt door het oproer, en die schade komt voor het meerendeel ten laste der arbeidende klasse. F r a h k r ij k. De heer John Lemoinne, de bekende publicist en medearbeider van het Journal des Débats, heeft aan de Indépendance Beige zijne gedachten omtrent de Commune medegedeeld. Niet Parijs, zegt hij, doet Frankrijk den oorlog aan. Neen; een zwerm van roofvogels, een hoop wilde dieren uit alle oorden 'heeft zich op de hoofdstad der wereld geworpen. Let slechts op hunne namenhet zijn zelfs geen vreemde, het zijn allerzonderlingste namen, die tot geen enkele natie, tot geen enkele taal behooren. Men zou zeggen, dat de hokken in den Jardin des Plantes geopend zijn om hunne bewoners op straat los te laten.- De kolonel Rossel, een oud-leerling der polytechni sche school, was kapitein der genie te Metz, onder Bazaine, ontsnapte van daar bij de overgave der vesting, werd door Gambetta tot kolonel benoemd en wierp zich sinds in de Parijsche beweging. Hij was nog pas chef van den generalen staf des bevelhebbers, dien hij thans is opgevolgd. Engeland. De eerste eener voorgenomen reeks van jaarlijksche internationale tentoonstellingen wordt heden in South-Ken- sington door HH. KK. HH. den Prins van Wales en de Prinses Christiaan van Sleeswijk-Holstein, in tegenwoordig heid van een talrijk publiek, geopend. HH. KK. HH. zijn te half twaalf ure van het paleis van Buckinghau) afgereden, zich naar de gebouwen van de tentoonstelling begevende; zij zijn op hunnen weg door eeno zeer talrijke volksmenigte met geestdrift toegejuicht. De gebouwen der tentoonstelling strekken zich langs de oostelijke en langs de westelijke grens der Horticultura- Gardens uit. Zij zijn twee verdiepingen hoog, iri rooden baksteen opgetrokken en met ornamenten van terre-cotta opgeluisterd. Elk der twee gebouwen kan gezegd worden te bestaan uit ééne zaal op elk der twee verdiepingen, die 28 voeten breed en 530 voeten lang is. Deze zalen zijn echter door beschotten in afdeelingen afgedeeld. Breede en gemakkelijke trappen leiden tot de eerste verdieping. De westelijke benedenzaal is geheel voor werkende machi- neriën ingeruimd. De bovenzaal van dit gedeelte behelst voortbrengselen van Britsche schilder- en beeldbouwkunst. De oostelijke zalen zijn voor kunstvoortbrengselen van alle natiën bestemd. Daarenboven zijn ter wederszijden eenige nevengebouwen opgerigt. De nieuw gebouwde Albert-Idall, alwaar, na den afloop der plegtige ope ning van de tentoonstelling, een groot concert gegeven werd, staat met de lokalen der tentoonstelling in regtstreek- sche gemeenschap. Gelijk men weet, zullen op de jaarlijksche tentoonstel lingen, waarvan heden de eerste geopend wordt, slechts voorwerpen toegelaten worden, welke door bevoegde beoor deelaars die eer worden waardig gekeurd. De aangeboden voorwerpen worden in drie klassen verdeeld: aangenomene, twijfelachtige en verworpene, en alleen dan, wanneer voor al de aangenomen voorwerpen plaats gevonden wezen zal, zullen de aanspraken der klasse van „twijfelachtige" voor werpen op niéuw overwogen worden. De catalogus der afdeeling Schoone Kunsten behelst 4078, die der afdeeling Industrie telt 4673 nummers. Duitgchland. Een Duitsch blad verhaalt, dat in den Franschen minis terraad, van 14 Julij 1870, waarin tot den oorlog werd besloten, drie ministers tegen stemden. Grammont en Leboeuf moeten vooral tot den krijg hebben aangehitst. Laatstbedoelde was van oordeel, dat voor Frankrijk de kansen om te winnen stonden als 4 tegen 1. Na den slag van Woerth zou Keizer Napoleon aan zijne gemalin reeds hebben geschreven: //Geloof mij, Eugenie, alles is verloren.» De rapporten van baron Stoffel, militair gemagtigde van Frankrijk bij het hof van Pruissen, zouden in den minister raad allen zijn voorgelezen, maar zij vonden geen geloof, omdat men hem verdacht hield met graaf von Bismarck in naauwe welwillende verstandhouding te staan. Alles was er op aangelegd, om aan Frankrijk de eerste overwinning te verzekeren, waarna men dan hoopte, dat Italië en Oostenrijk zich bij Frankrijk zouden aansluiten. Ongeregeldheden te Parijs, enz. Bcrlgten der insurgenten. Parijs, 1 Mei. Gisteren avond beeft een verschrikkelijk geweer- en kanonvuur langs de geheele linie plaats gehad van de poort Maillot tot aan Montmartre. Al de batterijen der insurgenten bulderden er zonder ophouden op los. Iets dergelijks is sinds het begin van den burgeroorlog niet beleefd. Men verzekert dat de troepen van Versailles een algemeenen aanval doen en dat ontsteltenis zich van de insurgenten meester maakt. 3 Mei. Yan de zijde der Commune wordt berigt, dat de Jaquet in den afgeloopen nacht een hevigen aanval te verduren beeft gehad, maar dat de regerings-troepen terug zijn geslagen. In bet dorp Issy beeft een infanterie-gevecht plaats gehad De regerings-troepen zijn tot aan de mairie voortgedrongen en vervolgens teruggeslagen aan beide zijden zijn zware verliezen geleden. Te Neuilly hebben sedert gisteren avond verscheidene infanterie-gevechten plaats gehad. De twee partijen blijven elk hare respective liniën bezetten. Men zegt, dat het afbreken der Kolom-Vendome dan 8 Mei zal aanvangen. De leden der Commune en een bataillon nationale garde zullen daarbij tegenwoordig zijn. Het Journal Officiel van de Commune maakt, zonder eenige toelichting de Commune trouwens is geen rekenschap schuldig volgenderwijze het besluit openbaar betreflende de gevangen neming van Cluseret, die den eernaam van „burger" nog niet verloren heeft. „De burger Cluseret is ontslagen uit zijne betrekking als ge magtigde voor de oorlogsaangelegenheden. ZijDe arrestatie, door de uitvoerende commissie bevolen, wordt door de Commune goedgekeurd." Het dagblad la Commune zegt het volgende omtrent dit besluit: „De Commune is eindelijk tot het inzigt gekomen, dat de burger Cluseret de grootste nulliteit is, die men zich kan voorstellen. Deze generaal zou alles in drie dagen reorganiseren, en hij heeft drie weken tijd genomen om alles te desorganiseren. Hij is ont slagen en, wat nog meer zegt, gearresteerd. Waarom toch neemt men de generaals gevangen, die ontslagen worden?" Naar men verzekert, zou Cluseret gevangen genomen en ontslagen zijn wegens de onverantwoordelijke wijze, waarop hij het fort Issy aan zijn lot heeft overgelaten. Blijkens een correspondentie van Daily News bedragen de dage- lijksche uitgaven der Commune 7 a 800,000 francs. De ontvangsten van accijnsen, zegels, belasting op den tabak, enz. bedragen per dag 5 a 600,000 fr., zoodat er een tekort is van 200,000 fr. per dag, zoo dit niet door vrijwillige of gedwongen leeningen, door wissels of loopende rekeningen, die niet betaald worden, kortom, door schulden, wordt gedekt. Tengevolge van het besluit der Commune tot wering van alle geestelijk onderrigt op de lagere school, zijn in verscheidene wijken de geestelijke onderwijzeressen op de congreganistische scholen door wereldlijke onderwijzeressen vervangen. Daar deze laatsten echter geenszins allen voor hare taak berekend zijn, komen de nonnen, op uitnoodiging harer opvolgsters, toch in vele scholen nog dagelijks hare kweekelingen les geven. In de scliool van Saint-Jacques-du- Haut-Pas hebben de wereldlijke onderwijzeressen haren werkkring aangevangen met het afschaffe» van het gebed, waarmede de school uren geopend werden, op grond „dat er toeh geen God bestond," en hebben zij het zingen der Marseillaise daarvoor in de plaats gesteld. De drie honderd meisjes, welke die school bezoeken, zijn tegen deze hervorming in opstand gekomen, en hebben hare boeken, schriften, leijen, inktkokers en lessenaars de nieuwe onderwijzeressen naar het hoofd geworpen. Thans, berigt een der Parijsche bladen, „is de orde in de school van Saint-Jacques-du-Haut-Pas hersteld." Het schijnt echter, dat dit herstel verkregen is door het wegblijven van alle of nagenoeg al de leerlingen. Men schrijft uit Parijs aan de Daily Telegraph: „De ontzagge lijke barricaden in de rue Rivoli en de rue Castiglione zijn kinderspeelgoed, vergeleken met de versterkingen op Montmartre. Dit zou doen gelooveu, dat de Commune, na van straat tot straat teruggedreven te zijn, Parijs werkelijk in brand steken en zich op Montmartre terugtrekken wil. Er zijn reeds proeven genomen met Grieksch vuur, waarover de heeren van de Commune zeer voldaan waren. Op Montmartre zijn de muren allen voorzien van schiet gaten. De straten zijn opgegraven, aardwerken opgeworpen. Het collége Rollin, op den hoek van de Boulevard Rochechouard en de avenue Trudaine is geheel kogelvrij gemaakt. Waarschijnlijk zal dat het laatste toevlugtsoord der Commune zijn, want op de binnenplaats zijn alle luchtballons, die men in handen kou krijgen, bijeengebragt en, gelijk men weet, is er een compagnie luchtvaarders opgerigt om ze in order te brengen. Als alles verloren is, zal de westenwind, die om dezen tijd van het jaar meestal waait, de Commune naar Duitschland voeren, waar zij natuurlijk met open armen zal ontvangen worden.» Het berigt, dat de aartsbisschop van Parijs op vrije voeten is gesteld, wordt tegengesproken. Hoezeer zijn deod door het gepeupel verlangd wordt, kan, als men 't nog niet wist of vermoeden kon, o. a. daaruit blijken, dat in een club, die hare zittingen in de St. Nicolaas-kerk houdt, met groote meerderheid is uitgemaakt, dat de prelaat sterven moet. Een der leden van de Commune, die de zitting met zijne tegenwoordigheid „vereerde", of wien de club de „eer" der toelating gunde, gaf den aanwezigen in overweging, om ten deze niet met overhaasting te werk te gaan; maar het mogt niet baten. Of de zitting ook door „gamins" werd bijgewoond want deze mogen tegenwoordig in geen bijeenkomst van dien aard ontbreken zegt het berigt niet. Maar wat doet er dit toe? 't Is de club of het ligchaam dat vonnis velt, en is 't eens zoover gekomen, dan maken de duizenden en duizenden van 't janhagel, dat thans den toon te Parijs aangeeft, al ligt chorus met de uitspraak van den geïmproviseerden Areopagus in de Seine-stad. Berigten der regering. Circulaire van Thiers. Yersailles, 28 April. Onze troepen zetten hunne werken om het fort Issy te naderen voort. De batterijen links hebben krachtig gewerkt op het park van Issy, dat onbewoonbaar is geworden voor hen, die het bezet bielden. Het fort Issy schiet bijna niet meer. Regts heeft onze cavalerie, die het veld doorkruist, een bende oproerlingen ontmoet. De verkenners van het 70ste reg., gekommandeerd door kapitein Santolini, hebben deze bende, die een compagnie sterk was, op de vlugt gejaagd en den kapitein, den luitenant, den fourier en 10 man gevangen genomen; 30 of 40 man zijn gevallen, gesneuveld of gewond. De rest der muiters is tot bij les Ilautes-Bruyères nagezet. In weerwil van het hevige geweervuur hebben wij van onzen kant geen enkel verlies te betreuren. Versailles, 2 Mei morgens 8 ure). Het spoorwegstation van Clamart is op de opstandelingen veroverd, die bij die gelegenheid 300 man aan dooden verloren. Het kasteel van Issy werd door twee regimenten aangetast en genomen, die 300 opstandelingen gevangen namen. De uitslag der verkiezingen is bevredigend; zij vallen in repu- blikeinseh behoudenden zin uit en zijn derhalve gunstig voor het gouvernement. 3 Mei ('j ochtends). Behalve eene hevige kanonnade, heeft gedurende den nacht niets belangrijks plaats gehad. De Parijsche bladen maken de opeisching van het fort Issy en het daarop door Hossel gegeven antwoord openbaar, dat hij, indien nogmaals op eene zoo onbeschofte wijze eene opeisching geschiedt, de parlemen tairen zal doen fusilleren. LAATSTE BEBIOXElIf De beroemde reiziger Livingstone Bombay, 3 Mei. leeft en is welvarende. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. Jan van Brakel. D. de Roever. Padang. Aurora. H. Visser. Soerabaija. 2 Mei. Maria Elise. T.D.van Deursen. Batavia. 3 Christine. M.II.Visser. Batavia. Louise. U. Bonjer. Batavia. Elizabeth. Y. Feenstra. Samarang. Insulinde. J.H.J.Jollie. Batavia. Kanagawa. W.l'.Carst. Batavia via Newc. Albatros. II. H. Koch. Suriname. 27 April. 28 28 29 29 30 30 3 3 Mei. Vertrokken per Ckristina: de heeren O. K. van der Meer Molir, echtgenoot en kind en T. Luijtjes. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor Herkomst. 4 Mei. Olaff. C. Andersen. van Vliet Co. New-York. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Merchant. J. Parsons. Newcastle. Omer Pa'cha. R. Meason. Sunderland. Cityof the Sultan. J. Lobb. Newcastele. Lebanon. J. Phillips. Sunderland. Steenk. Amons Co. Duinker&Goedk. C. Berghuijs. Duinker&Goedk. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). '5 Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh.1 procent. 1 Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 3 12 zzo. Bk. 762.86 t 3.01 13.2 f 0.6 0.53 wein.golv 4 8 wtz. 8„ 755.66 - 4.30 8.6 - 2.0 0.72 Golvend. 4 12 zwtz. 20„ 755.91 - 4.05 8.4 - 4.2 0.78 f Weersgesteldheid: 3 Mei 12 u. Ligtbewolkt, beneveld, mooi. 4 Mei 8 u. Zwaarbewolkt, winderig, koel. 4 Mei 12 u. Digtbewolkt, windbuijig, koud. 376 990 6 Paarden Veulens Stieren Ossen - Gelde-Koeijen - Kalf-Koeijen - Vaarzen - Gras-Kalveren - Nucht.Kalveren - VetteRammen - MagereSchapcn - Vette Schapen - Lammeren - f 40 alOO - 70 a 80 a220 95 al60 70 al20 40 a 60 4Ja 8 a 16 a 27 21 a 26 6 a 9 Bokk. enGeiten f la Zeug a 35 Magere Varkens- 12 a 100 Biggen Konijnen Kippen Eenden Duiven Boter per kop Kaas perK.G. - 5 c. 15 a - 35 al25 - 50 a 70 76 - 77Ja - 25 a42$ Kip-Eijeren per 100 -240 a250 Eend-Eijeren -300 a315 Kieviets-Eijerenp.stuk- a Het dagblad le Mont Blanc deelt een brief mede van een harer correspondenten, die dezer dagen, uit Italië terugkomende, den tunnel door den Mont-Cenis is doorgekomen bij welke gelegenheid hij, in een materialen-trein, den afstand tusschen Bardonnèche en bet punt, waar de twee galarijen (die, welke aan de westzijde en die, welke aan de oostzijde is aangevangen) in elkander loopen, minder dan een kwartier tijd heeft afgelegd. „De galarij of tunnel (leest men verder in dat schrijven) heeft nog niet overal de gevorderde breedte. In het midden moeten nog, over eene uit gestrektheid van honderd ellen, de rotswanden, door middel van ontploffingen, weggeruimd en door bekleedingsmuren vervangen worden. Tot op dat punt echter is de' weg gereed en behoeven de tijdelijke rails slechts tegen defiuitive verwisseld te worden. Aan de zijde van Mentana zijn de werken nagenoeg even ver gevorderd. De tunnel in het midden is ongeveer 250 ellen hooger dan aan zijne beide uiteinden, ten einde het wegloopen van het water te bevorderen. De temperatuur is nog zeer hoog. Ofschoon wij ons van jas en vest hadden ontdaan, gudste het zweet ons nog van het ligchaam. Dit moet hieraan worden toegeschreven, dat op het punt der vereeniging van de beide sectiën zich eene ijzeren deur bevindt, ten einde de gemeenschap tusschen de werk lieden van de eene met die der andere afdeeling te beletten. Wordt die deur nu en dan, om den kruiddamp na ontploffingen te doen wegtrekken opengezet, dan herstelt de luclitstrooming zich terstond (altijd in de rigting van Frankrijk naar Italië of van het westen naar het oosten) en ondergaat de atmosfeer eene merkbare bekoeling. Van Modana tot Saint-Michel vordert het werk met spoed, ondanks het oponthoud, hetwelk de buitengemeen strenge en lange winter heeft veroorzaakt. Men berekent, dat de arbeid tegen het einde van Junij geheel gereed zal zijn, en dat de inwijding van den tunnel in den loop van Julij zal kunnen plaats hebben. Tegen lastige indringers. De trein staat tot vertrek gereed. Het tweede gelui heeft reeds plaats gehad. Daar neemt in een reeds goed bezette coupé een lang, mager man met een hoogen hoed op het hoofd plaats, die de attentie trekt van het geheele reisgezelschap, te meer daar hij een houten been heeft. De vreemdeling had, na met een zonderling accent, kort zijne medereizigers gegroet te hebben, stil plaats*genomen, maar werd belangstellend door het geheele gezelschap opgenomen, uit wier nieuwsgierige blikken men kon opmaken, dat ze gaarne wilden weten wie die vreemdeling

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 3