"Benoeming-en, enz.
BUITENLAND.
Marine-Haven Nieuwediep.
SCHAGER MARKT van HEDEN.
De kiel mag niet met een jas worden verwisseld en evenmin de
boerenmuts met het hoofddeksel van den stedeling.
Dassen en andere bijkomende kleedingstukken worden beschouwd
als kenteekenen van rebellie.
De menschheid doorleeft inderdaad eene treurige crisis, die op
de beschaving der meeste landen van Europa een somberen tint werpt.
Tot dijkgraaf van het Waterschap der 29 gemeenschappelijke
polders op Texel is benoemd de heer S. Keijzer; tot heemraad
van het waterschap de Schermeer de heer W. de Geustot heem
raad van den polder Wieringerwaard de heer J. Kooij Dz.tot
hoogheemraden van het hoogheemraadschap Waterland de lieeren
P. van Keulen en W. Groot.
Tot opzigter 1ste kl. voor het stoomwezen is benoemd de heer
J. G. de Vries Bobbé, te Woerden.
Herbenoemd met 10 Junij 1871 als burgemeester van Otfde Niedorp
A. Wonder, secretaris dier gemeente; als burgemeester van Jispen
Wijdewormer C. Wildschut, als burgemeester van Nieuwe Niedorp
D. van der Stok.
Departement van Marine in Oost-Indië. Benoemd: tot
eersten machinist bij de dienst der gouvernem. marine, de tweede
machinist bij dien tak van dienst W. Lus; tot adm. bij het marine
établissem. te Soerabaija, de boekh. bij de marine-mag. en stapel
plaatsen aldaar 1'. W. Hofland; tot baas bij den stelwinkel van de
fab. voor de mar. en het stoomw. te Soerabaija, machine-opsteller
bij die inrigt. P. Goudswaardtot 2den machin. bij de gouv.-mar.
E. W. Abels, vroeger die betrekking bekleed hebbende.
Ontslagen: op verz., eerv., uit 's lands dienst, met behoud van
regt op pensioen, de gewezen schipper van den stoombaggermolen
No. 1 bij het marine établissem. te Soerabaija J. Mostert, onlangs
van verlof uit Nederland teruggekeerd.
Door den commandant der zeemagt in Nederl. Indië, zijn ont
slagen: op verz., eerv., wegens ziekte, de 1ste stuurm. J. D. Grevelink.
Benoemd: tot lsten stuurman, de 2de stuurman J. G. Krak;
tot 2den stuurman, de 3de stuurman P. D. Schmoll.
F r a n k r ij k.
De Francais geeft een overzigt van de verwoesting van Parijs
op Donderdag avond, waaraan het volgende is ontleend: Het
paleis van het Legioen van Eer ligt geheel in puin. De beelden
om den sierlijken koepel staan nog en door den rook ziet men
hier en daar stukken van de prachtige bas-reliefs. De naastbij-
gelegen huizen zijn ook verbrand. Het archief der rekenkamer
bestaat niet meer. Het paleis van den Raad van State is een
onbluschbare vuurzee. Het hotel de Pommeren is ingestort. Het
hotel van den markies de Villeneuve is slechts een puinhoop.
De kazerne van de kade d'Orsay brandt, zonder dat iemand beproeft,
om haar te blusschen. Aan de overzijde der rivier staat, wat nog
van de Tuilleriën over is. De uitgebrande muren van het oude ge
deelte staan nog en de middenkoepel is omgevallen, zonder de
kolommen en bogen te verpletteren. De gevel aan de rivier heeft
minder geleden, ofschoon het dak weg en binnen als uitgebrand
is. Het Louvre is behoudenhet schoone beeld van Hendrik II is
echter zwaar beschadigd. Van Saint Germain-l'Auxerrois af wordt
het schouwspel nog vreeselijker. Regts staan het paleis van Justitie
en de prefectuur van politie geheel in brand. De nieuwe gevel
van het hof van Cassatie is doortrokken van petroleum. Het geres
taureerde gothische gedeelte, een der oude torens van het paleis
van Lodewijk den Heilige, brandt; de Ste Chapelle blijft onge
deerd. Op de Place du Chatelet zijn beide schouwburgen verbrand.
Hoeveel huizen er van daar tot aan de Place de Greve in brand
staan, is niet te onderscheiden. Het Stadhuis brandt nog. Aan
houdend schenen de muiters het als doel hunner bommen te nemen.
In de rue Rivoli worden links en regts de vlammen door de uit
gestorte petroleum gevoed. Het groote logement hotel du Louvre
is gespaard. De voorgevel van het paleis Royal is zwart. Het
binnengedeelte van het paleis is ingestort. Aan de overzijde is de
gevel van het Louvre door kanonkogels geschonden. De bibliotheek
van het Louvre is verbrand. De gebeele gevel van liet ministerie
van Financiën in de rue Rivoli is omgevallen. De huizen van de
Place Vendome zijn weinig beschadigd. De kerk la Madaleine is
er redelijk goed afgekomen. Slechts hare kolommen hebben veel
geleden. De viersprong, waar de rue St. Honoré en de rue Royale
elkander snijden, is aan alle kanten verbrand. Vele huizen zijn
reeds ingestort, terwijl de bewoners in de kelders gevlugt waren.
Men hoorde hun angstgeschreew, maar eer men tot hen had kun
nen doordringen, waren allen dood. Op de Place de la Concorde
liggen de candelabres in brokken op den grond. Het beeld van
Ryssel is verbrijzeld. De paarden van Marly, de Obelisk en een
fontein zijn behouden. Langs de Seine, waren werklieden bezig de
straatsteenen op te breken om de lijken daar in den grond te stoppen.
Een auder berigt zegtDe muiters wilden geen steen op den
ander laten. Uit de Madaleine verdreven, beproefden zij de rue
Royale in brand te steken, waarin zij maar al te goed slaagden.
Eer zij de Place de la Concorde opgaven, schoten zij verwoed op
de Madaleine. Eeu dikke damp bedekt de stad; de stank is niet
uit te houden. Het geheele blok huizen tusscben de Tuileriën en
het stadhuis, de rue Rivoli en de kade staat in brand.
Ijzingwekkend is de gedachte, dat onder zoovele gloeijende en
rookende puinhoopen zoo veel verkoolde lijken liggen. Het plan,
Parijs door vuur te verteren, heeft bij de oproerlingen reeds vóór
lang bestaan, en men herinnert zich, dat eenige weken geleden Jules
Vallés aau Thiers eene bedreiging deed, die eindigde met de
woorden: „de heer Thiers, die chemist is, zal ons verstaan!"
Reeds in de eerste dagen van April werden uitdrukkingen verno
men, die het ergste moesten doen vreezen, en eindelijk ging Gail-
lard (de vader) aan den arbeid; hij organiseerde het corps des
pciroleurs, waarbij hij vrouwen en straatjongens opnam, aan welke
hij leerde hoe zij gebruik moesten maken van de met petroleum
gevulde spuitslangen en gietkanuen. Gaillard is reeds te Versailles
doodgeschoten. Vele kunstschatten, inzonderheid schilderijen en
beeldhouwwerk, zijn niet door brand, maar op andere wijzen
moedwillig vernieldzoo b. v. is in het hotel du Quay d'Orsay
een prachtig schilderstuk, voorstellende het Parijsche congres, met
kogels doorboord, en men verhaalt zelfs dat Paschal Grousset, in
zijne vrije uren, zich vermaakte met de koppen op die schilderij
tot mikpunten te nemen bij de oefeningen in het schieten met
den revolver.
Men schrijft uit Parijs dd. 26 Mei aan de Times:
„Toen ik huiswaarts keerde, ontmoette ik een aantal gevangenen,
die naar de gevangenis werden overgebragt het meerendeel
hunner waren goedgekleede mannen, voorzien van stokken met
zilveren knoppen. Een groep gevangenen, die ik in de rue de la
Paix ontmoette, wekte mijne bijzondere belangstelling; bet publiek
wierp hun meerdere verwenschingen en scheldwoorden naar het
hoofd dan andere gearresteerden. De groep bestond uit twintig
of dertig meisjes, die er zeer aardig uitzagen en welgekleed waren
het waren winkeldochters van een magazijn van naaimachines, die
beschuldigd werden een compagnie soldaten in de werkplaatsen
te hebben gelokt, en na met hen als ware Judiths geminnekoosd,
hen door middel van wijn vergiftigd te hebben. De jonge meisjes
stapten voort, omringd door een cordon nationale gardes; zij glim
lachten tegenover de menigte die haar vervloekte; vrolijk liepen
zij naar de Place Vendome, waar zij waarschijnlijk zouden worden
gefusilleerd. De Parijsche vrouwen zijn laat ten tooneele verschenen,
maar hare verschijning was onvermijdelijk. Vele harer zijn op
de barricaden gesneuveld, sommige in straatgevechten, maar haar
bijzondere taak was het organiseren der branden, dat baar maar
al te goed gelukt is. Drie honderd vrouwen, gekleed in den
uniform van nationale gardes, zijn gevangen gemaakt op de Seine.
Zij waren in booten gezetenmen zegt dat vele van de matrozen,
die de rue Royale zoo moedig verdedigden, ook verkleede vrouwen
waren. Nabij het Pare Monceau had een treurige gebeurtenis plaats.
Een man en vrouw werden in hechtenis genomenzij kregen bevel
naar de Place Vendome te marcheren een afstand van anderhalve
mijl. Ze waren beiden gebrekkig en niet in staat zoo ver te
loopen de vrouw zette zich op den steenen band van het trottoir
en zij weigerde verder te gaan, niettegenstaande haar man haar
smeekte het te beproeven. Zij volhardde bij hare weigering; beiden
knielden en verzochten de hen begeleidende gendarmes hen onmiddelijk
dood te schieten, als zij toch gefusilleerd moesten worden. Twintig
revolvers werden gelost, maar nog ademden zijeerst na een tweede
salvo zonken man en vrouw dood neder. De gendarmes reden
weg en lieten de lijken liggen. Lijken trouwens vindt men allerwege.
Jl. Maandag werden de barrikaden met een waarlijk verbazende
snelheid opgerigt, schrijft bovengenoemde correspondent. Die
een uur te voren eene straat was doorgegaan, waar zich nog niets
bevond, zag daar bij zijne terugkomst barricaden vau 3 en 4 voet
hoog. Vrouwen en kinderen werkten met denzelfden ijver; opmer
kelijk was het, dat de vrouwen zich in 't algemeen veel verwoeder
tegen die van Versailles betoonden dan de mannen. Ieder werd
geprest om mede te doen, ook de vreemdelingeneen Engelschman
was genoodzaakt 2 uur lang achter eene barricade te schieten
toen hij protesteerde, werd hem geantwoord, dat de Franschen de
Engelschen in de Krim ook wel hadden geholpen. Den volgenden
dag moest de correspondent medewerken aan twee barricaden.
Vrouwen en rustige burgers werden gefusilleerd onder het nietigste
voorwendsel. De straten waren bezaaid met puin, steenen en
vensterglas. Wenschende den toestand der stad te onderzoeken,
was de correspondent met nog iemand, onder het nemen van de
noodige voorzorgen om de bommen en kogels te ontgaan, tot de
rue Saint Florentin genaderddaar hoorde bij eensklaps zoo'n
vreeselijken slag, vergezeld van vallende steenen en glaswerk, dat hij
instinctmatig de oogen sloot; ze weder openende, ziet hjj zijn med-
gezel badende in zijn bloed op den grond liggeneen steen van
den gevel van een horologiemakerswinkel, die door een bom was
getroffen, had hem geraaktvol afschuw verliet hij, het levenloos
ligehaam op eene berrie met zich voerende, de straat en zag nog
verscheidene huizen opengerameid.
Omtrent bet verlies, hetwelk het leger bij het onderdrukken van
het oproer geleden heeft zijn nog geen opgaven bekenddaarentegen
wordt gemeld, dat niet minder dan 50,000 lijken van insurgenten
en van Parijsche burgers, mannen, vrouwen, kinderen, op de straten
en in de huizen gevonden zijn.
De branden is men, dank zij de van alle zijden, niet slechts uit
Fransche steden, maar ook uit Brussel, Mechelen, Antwerpen, en
zelfs uit Londen, aangesnelde brandweer, gelukkig spoediger meester
geworden, dan men aanvankelijk gevreesd had.
Paris Journal verzekert, dat Billioray 500,000 francs in bank-
billetten bij zich had. In Rochefort's kleederen werden, zorgvuldig
verborgen, gevonden 600,000 francs in bankpapier en 20,000 frs.
aan diamanten.
Rochefort zal niet wegens pers-overtreding of wegens opruijing
tot den burgeroorlog, maar als medepligtige aan den opstand
teregtstaan.
Het aantal gevangenen, dat in het kamp van Satory opeenge
hoopt wordt, begint de Versaillanen ernstig te verontrusten.
Te Versailles is jl. Zaturdag een vrouw gearresteerd, die het
paleis der Nationale Vergadering door middel van petroleum in
brand trachtte te steken.
De heer Jules Favre heeft den 26 Mei per telegraaf de volgende
instructie gezonden aan Frankrijk's vertegenwoordigers in het
buitenland:
Het afschuwelijk werk der schurken, die onder de heldhaftige
pogingen van ons leger bezwijken, mag niet verward worden met
staatkundige handelingen. Zij maken zich schuldig aan eene reeks
van misdaden, die bij de wetten van alle beschaafde volken voorzien
zijn en gestraft worden. De moord, de diefstal, de stelselmatige
brandstichtingen, met een helsch overleg voorbereid, zijn van dien
aard, dat de ontwerpers of hunne medepligtigen slechts daar een
wijkplaats mogen vinden, waar zij de wettige straf voor hunne
euveldaden oudergaan. Geene enkele natie kan hen met het schild
der gastvrijheid dekken, en hunne tegenwoordigheid op eiken
vreemden bodem zou èn een schande en een gevaar zijn.
Indien gij dus mogt vernemen, dat iemand, die betrokken is in
den aanslag op Parijs, de grenzen heeft overschreden van de natie,
waarbij gij geaccrediteerd zijt, noodig ik. u uit om van de regering
zijne onverwijlde arrestatie te verzoeken, en mij hiervan berigt te
zenden, opdat ik uw verzoek ondersteune door een regelmatige
vraag om uitlevering.
De berigten dd. 29 Mei luidenParijs is volkomen kalm. De
winkels worden langzamerhand geopend. De straten zijn vol per
sonen die de schade opnemen, lies nachts worden de meest
mogelijke maatregelen van voorzorg genomen. De straten zijn vol
schildwachten en de circulatie is streng verboden. Ieder, die zich
op straat waagt, zonder het wachtwoord te kennen, loopt gevaar
te worden opgebragt. Men is beducht, dat eene epidemie zal
ontstaan, doordien in alle haast zoo menig lijk onder de bestrating
wordt begraven.
Luidens eene proclamatie van Mac Mahon, gedagteekend 30 Mei,
wordt Parijs tot nader order verdeeld in vier militaire comman-
dementenhet eerste onder Vinoy, het tweede onder Ladmirault,
het derde ondér Cissey en het vierde onder Doul. Sedert is de
toegang tot de stad weder vrijaan den kant van Charentou echter
mag niemand haar nog verlaten. Naar inen verzekert is het aan
Félix Pvat gelukt te ontsnappen. Dombrowsky is aan zijn wonden
overleden.
De toegang tot Parijs is sedert gisteren avond 5 uur weder vrij.
Engeland.
Uit Singapore is te Londen van den 25 Mei berigt
ontvangen, dat op het eiland Rua eene vulkanische uit
barsting, door aardbeving vergezeld, beeft plaats gehad,
waardoor 400 personen om bet leven zijn gekomen en de
geheele omtrek verwoest werd.
Nadat de Saturday Review gewezen beeft op bet
toenemend gebruik van sterken drank onder de Engelsche
dames, moet thans de klasse der kooplieden en beurs
mannen van de City die harde waarheid hooren. Meer en
meer, zegt de Review, komt in Londen de Amerikaansche
gewoonte in zwang om telkens gedurende de werkuren een
„hartversterking» te nemen hetzij aan een openbaar
buffet of uit een expresselijk daartoe ingerigt kantoor
keldertje. Sherry drinkt men dan welstaanshalve; doch
wie de zamenstelling van Sherry kent, die weet, dat deze
drank bijna uitsluitend uit cognac of arak (en van de
slechtste soort) bestaat. Een jaarlijksche lijst van het aantal
jonge kooplieden cn handelaars, die aan verlamming sterven,
zou iedereen doen ontzetten. De schuld wordt dan geworpen
op overspanning, al te groote drukte, zorgenen zonder
twijfel slepen die oorzaken velen ten gravemaar de
„borrelflesch" is een veel krachtiger, hoewel een minder
erkende, factor. Het is het onbeteugeld gebruik van
alcohol in den morgen en onder werktijd, dat deff arbeid
zoo afmattend maakt. Dat gebruik, of misbruik, is, zoo
niet te verontschuldigen, toch wel eenigzins te vergoelijken.
In den regel woont de Londensche koopman op eenige
uren afstands van de City; hij moet dus eiken morgen
een reis per spoortrein makennaauwelijks heeft hij, na
het ontwaken, den tijd om, met het eene oog op de klok
en het andere in zijne courant, een haastig ontbijt door te
slikkenwant het missen van den spoortrein zou hem den
ganschen dag bederven. Geen wonder dus, dat hij, eenige
uren in zijn dompig bureau doorgebragt hebbende, iets
looms in hoofd en leden voelt, dat hem met graagte
naar een kunstmatigen prikkel doet grijpen. Wee hem,
zoo hij aan dien trek den vrije teugel laat! Behalve
dat hij zijne gezondheid te gronde rigt, zet hij zijn
goeden naam en soliditeit op het spel, want een koel
hoofd en een kalm overleg zijn-onmisbaar tot handhaving
van het crediet, dat de éénige grondslag is van elke
degelijke handelsonderneming. De Review schrijft de
menigvuldigheid van bankroeten in den laatsten tijd voor
een groot deel toe aan den invloed van „glazen sherry». Het
blad geeft verder den raad, dat de Londensche koopman
zich een woonplaats kieze, op zoodanigen afstand van zijn
kantoor, dat jhij dien te voet kan afleggendat hij zich
alle spiritualiën ontzegge gedurende de werkuren, en dat
hij, zooveel mogelijk, aan zijn ligehaam rust en gezonde
oefening, aan zijn geest ontspanning gunne.
Duitschland.
Niet minder dan 142 krijgsgevangen Fransche offi
cieren hebben, volgens de N. Alg. Zeitung, hun woerd
vau eer verbroken en de plaats alwaar zij geïnterneerd
waren verlaten.
In het Duitsche tijdschrift Erganzungsbliittern wordt
de anthropophagie (het menscheneten) zeer uitvoerig be
handeld. De schrijver komt tot het besluit, dat de beweeg
gronden tot deze afgrijselijke gewoonte van zeer uiteen
loopenden aard zijn. Nevens rein zinnelijk genot, nevens
honger door gebrek aan andere vleeschspijzen veroorzaakt,
spelen een grooter rol tot den hoogsten trap opgevoerde
hartstogtenhaat en wraak, dan godsdienstige begrippen
en een duister bijgeloof. Het menscheneten wordt wel
meer en meer overal verdrongen, zoowel door het uitsterven
der kanibalen als door het voortdringen der „bleekgezigten,»
maar toch schat de schrijver hun aantal nog op 1,943,000,
toch nog altijd een 690ste deel van de gezamenlijke
bevolking der aarde of 0,14 pCt.
Van het dorp Gonzerath zijn Vrijdag door een
onweder 30 huizen afgebrand.
Amerika.
In New-York heeft men onlangs de werkzaamheden der
postbeambten aanmerkelijk verligt door de briefbussen, in
de stad verspreid, door buizen met het postkantoor te
verbinden. Door luchtdrukking worden de brieven, die in
de bussen geworpen worden, met een snelheid van 65 mijlen
in het uur uit de bussen door de buizen naar het post
kantoor vervoerd, zoodat het ledigen der bussen is
vervallen.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
27 Mei. 31 Mei. Johannes. J.E.Kramer. Soerabaija.
31 Mei. Maibit. F.H.Popken. Batavia.
Vertrokken per Johannes de 3 jongeheeren Gilhuijs.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor Herkomst.
30 Mei. Otlolina. W. Ouwehand. Duinker&Goedk. Probolingo.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Neptunui. M.J.Nordholm. BijleggerGefllen.Hull. IJzer. v.Vliet&Co.
Esk. G. J. Meers. Sunderland. Steenk. Duink.&Goedk.
Pero. J. Wilson. Newcastle.
PER TELEGRAAF.
3 Paarden f 30 a 65
1 Ossen -110 a
2 Stieren -120 al 85
20 Gelde-Koeijcn - 80 al 60
10 Kalf-Koeijen - 90 al60
15 Vaarzen - 70 al30
5 Gras-Kalveren - 40 a 70
20 Nucht.Kalveren - 4 a 11
VetteRammena
420 MagereSchapen - 16 M
Vette Schapen -
3340 Lammeren - 4 a 12
14 Bokk.enGeiten - 0.75a 8
18 Magere Varkens f 10 a 20
136 Biggen - 4 a 7
Eenden c. a
50 Kippen - 50 al20
Boter per kop -90 a
Kaas per K.G. - 35 a 45
Kip-Eijeren per 100 -260 a270
Eend-Eijeren -310 a