1871. N°. 68. Woensdag 7 Junij. 29 Jaargang. De liberalen en de Commnne. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dincsdag-, Donderdag- en Zatubdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 oenl elke regel meer 15 cent. - Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend Woensdng den 14 Junij vertrekt van hier de Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein. Donderdag den 15 Junij vertrekt van hier de'West- Indische inail over Southainpton, per laatsten trein. Vrijdag den ÏO Junij vertrekt van hier de Oost- Indische mail vla Brindisi, per trein van 6.85 's av. Er bestaat een oud gemoedelijk sprookje, dat ons in deze dagen herhaaldelijk in de gedachte komt, het sprookje ran de (.waarheid," die een tehuis zocht, en aan niemand's haard een plaatsje kon vinden. Vrouw waarheid is eene goede kennis van ons allen, die met veel vertoon van genegenheid eene eereplaats krijgt in het salon, als ze een bezoek brengt, maar voor zeer weinigen is zij de vriendin, die in de huiskamer wordt gelaten, en in 't gezin lang vertoeft, zonder dat iemand van heengaan spreekt. En er zijn huizen, waar zij in 't geheel niet meer ontvangen wordt. In het groote gebouw, dat //Politiek» in den gevel draagt, verschijnt zij zelden meer. Het is een treurig, maar niet te miskennen verschijnsel, dat waarheid en waardigheid meer en meer verdwijnen uit onzen politieken strijd; dat de voorname organen van dien strijd met eiken dag meer hevige dan juiste argumenten, meer treffende dan ware feiten bezigen tot bestrijding en kenschetsing van de tegenpartij. Het zou nergens toe dienen, indien wij wilden nagaan aan wien dat verschijnsel in de eerste plaats is te wijten, welke partij van dat stelsel het grofste misbruik maakt de schuldigen mógen zichzelven kennen en hoe bedorven de smaak van het publiek ook tijdelijk moge worden, eens zullen de oogen open gaan, en zal de leugen gevonnisd worden. Inmiddels is het pligt, die tactiek aan te wijzen, zooveel mogelijk te voorkomen, dat er naar do uitspraak van Basilelaster steeds, er blijft altijd wat van hangen, niet te veel worde geloofd door die velen in den lande, die nog altijd hechten aan .hetgeen gedrukt is," en anderen naar hun eigen eerlijk hart beoordeelende, zeggen.men zou 't toch niet schrijven, als 't niet waar was!» Er wordt zeer veel geschreven, dat niet waar is. Het wordt buitendien gedrukt en gelezen en wat het ergste is geloofd, indien het althans niet met kracht van redenen wordt tegengesproken. Maar dat tegenspreken is niet altijd gemakkelijkhet valt moeijelijk te bewijzen, dat de hemel niet groen en liet gras niet rood is. Men ziet het, maar tegenover den willens-blinde valt het zwaar te bewijzen. Demonstreer eens dat tweemaal twee geen vijf isGij kunt zeggen het kan geen vijf zijn, omdat het iets anders is, omdat het vier is. Maar dat betoog geldt niet voor liem, die juist dat: «vier zijn» betwist. Daarin nu ligt juist de magt van den leugen, dat de waarheid niet altijd bewijsbaar is. Daarin ligt vooral het opruijend vermogen van in algcmeene termen gestelde onwaarheden, 't Zal u misschien gelukken aan te toonen, dat de lucht niet rood is, maar 't is een wanhopend pogen om aan te wijzen, dat hij niet .iets anders dan blaauw» is. Dan krijgt uw betoog eene onmogelijke uitgebreidheid, dan moogt ge geen enkele kleur of schakering of combinatie vergeten! Zij, die in 't duister die algemeene, vage beschuldigingen verzinnen, die in ons land de partijen elkander naar het hoofd werpen, zij weten wel wat ze doen, en ze rekenen er op, dat duizenden gedachteloos na zullen praten en over zullen schrijvenzij kennen het kwaad dat zij stichten, van welk geloof of rigting zij zijn mogen, voor hun heiligt het doel: eigen zegenpraal en verzwakking der tegenpartij, ook de ellendigste middelen. Van tijd tot tijd duikt er in de Nederlandsche politiek zulk een nieuwe leugen op. Niemand weet waar die van daan komt, maar in korte dagen vindt men hetzelfde verzinsel overal, te lezen in alle couranten, te hooren in alle koffijhuizen. Weinigen verbreiden het ter kwader trouw, maar honderden praten het gedachteloos naop den duur komt dat feitelijk op 'tzelfde neêr. De laster, de onwaarheid wordt bijna een gemeenplaats. In korte dagen wordt het een vast staand geloofsartikel, een beginsel, waarover niemand meer denkt, dat van zelf spreekt. En als dan de waarheid aanklopt en verzoekt een woord te mogen zeggen, dan is de deur voor haar gesloten, het zijn oude zaken, waarna niemand meer luistert, waarover zij handelt. Toen wij hierboven schreven »de liberalen en de Commune," gevoelden wij wel, dat wij de taak op ons namen van den man die bewijzen zou, dat de hemel »niet iets anders dan blaauw» was, van de waarheid, die over oude zaken, waarnaar men niet meer luistert, komt spreken. Want hoewel de uitvindingdat de uitspattingen der Commune hut uitvloeisel, de gevolgen zijn van de liberale staatsleer, nog niet zoo lang geleden door een meer handig, dan eerlijk man, wie hij zijn moge, is gedaan, heeft men die onwaarheid al zoo dikwerf, op alle manieren klaar gemaakt en gevarieerd, gehoord en gelezen, dat 't velen vreemd voor komt, ,/zoo iets» nog te hooren ontkennen. Toch mogen wij liberalen nog van geluk spreken! Indien men had verkiezen te zeggenhet directe gevolg van het Nederlandsch liberalisme is menscheneterij, en een consequent liberaal is een theoretische menscheneter wat dan? Zooveel erger zou 't niet geweest zijn, de Com mune, dat is moord, brandstichting en plundering, en daarvan beschuldigt men ons wel! Maar hoe hadden wij bewezen, dat wij geen menscheneters waren? Onmogelijk. Wij hadden kunnen zeggen, niemand onzer heeft ooit de antropophagie verdedigd, niemand onzer heeft ooit deel genomen aan een gastmaal, waarop een medemensch als hoofd-schotel fungeerde; wij zouden kunnen vragen of 't eerlijk was, zooveel fatsoenlijke lieden, brave burgers en eerzame huisvaders, van zoo vreeselijke dingen te verdenken? Maar wat zou 't ons hebben geholpen? Het antwoord lag immers voor de hand: gij eet geen menschenvleesch, omdat u de gelegenheid ontbroken heeft, en de brave huisvaders qnder u weten zelve niet, hoe gevaarlijk de leer is, die ze op goed geloof belijden. Dan hadden wij moeten protesteren, en ons beroepen op het gezond ver stand der natie 1 Men zegt ons thans, gij Nederlandsche liberalen zijt de wegbereiders voor de mannen der Commune, wat zij doen, predikt gijHelpt het ons nu veel, als wij er op wijzen, dat geen enkel liberaal ooit de verdeeling van goederen gepredikt heeft, dat nooit een onzer, zelfs de vurigste niet, geplunderd, geroofd of brand heeft gesticht? Och neen! Men zoude zeggen, het is reeds gezegd, de gelegenheid heeft de drijvers ontbroken, en de anderen weten niet, wat ze doen. Zoo zou ons dan ook ditmaal niets anders overschieten dan te protesteren tegen den laster, en een beroep te doen op het eerlijke volk van Nederland. Maar toch wij kunnen iets meer doen, wij kunnen ditmaal gelukkig aanwijzen, langs welken weg deze poli tieke onwaarheid in de wereld is gekomen. Het eerste kunstje, dat daartoe noodig was, is geweest, om de Nederlandsche liberalen verantwoordelijk te stellen voor alles, wat ergens in de wereld gedaan is door eenige partij of ecnig persoon, die denzelfden naam dragen wilde. Liberaal is het algemeen uithangbord van een ieder, die naar verandering verlangthet is eene leuze, die altijd het vermogen heeft velen te lokken. Elk, die geen vreem deling is in de nieuwere historie, weet, dat liet woord liberaal het schild is geweest, waarachter zich de meest verschillende beginselen, zoolang zij in de oppositie waren, verscholen hebben. Zelfs Isabella van Spanje en de graaf van Chamhord noemden zich liberaal!! De beginselen der liberale partij in Nederland vormen een geheel; en alleen kwade trouw kan om den wille van den naam, die partij verantwoordelijk stellen voor de dwaasheden door anderen onder die vlag verkondigd, of de misdaden bedreven onder misbruiking van dat woord. Toch is het noodig geweest een band te zoeken tusschen ons en de roovers in Parijs. Gelukkig noemen zich beiden liberaal, het middel is gevonden, en de boer bedrogen! Echter zijn nog niet alle liberalen Commune-mannen, zelfs niet in Parijs. Ook dat bezwaar kan worden uit den weg geruimd. Daartoe make men misbruik van de gelijkheid van klank tusschen de woorden: Communist en Communalist. 't Is bijna, mits vlug uitgesproken, hetzelfde. Maar dat de Communalist is de ultra-reactionair, de man der middeneeuwen, wiens erkend doel is, losmaking der steden uit het staatsverband, met de herstelling der oude gilden en den onvrijen arbeid binnen de steden, en dus hemelwijd verschil van den Communist, die voor elk indi vidu erkent een regt op arbeid, en aan ieder arbeider een gelijk loon wil verzekeren, en dit laatste doet door ver deeling der maatschappelijken rijkdom, dat beiden politieke tegenvoeters zijn, dat wordt verzwegen! Natuurlijk, want tusschen Communalisten en liberalen, hier of elders, kan zelfs de meest gewetenlooze handigheid geen verband vinden. Wel met de Communisten. Er zijn inderdaad beginselen, die de Communisten gemeen hebben met de liberalen. De grootste schrijver der Communisten had een edel heerlijk beginsel voor oogen: deernis met het lot van den werk man, die arbeidt, en lijdt en soms nog hongert. En de liberalen, die om den werkmanstand te stepnen geen enkel communistisch middel zouden willen gebruiken, komen er voor uit, zijn er trotsch op, dat ook zij, maar op andere wegen, door onderwijs, opvoeding en bevordering van verkeer, den werkman de hand willen reiken. En nu is het kunststuk verrigt. De liberalen zijn Communisten, Communisten zijn Com munalisten, Communalisten plunderden Parijs, dus.... voert de liberale leer tot roof, doodslag en plundering! En de menigte praat het na, de couranten zijn er vol van, en Nederland wordt bedrogen! Arm schoon Nederland, dat aan Nederlandsche begrippen van regt en vrijheid zijn bloei dankt, zijt gij zoo gezonken, miskent gij zoo uwe eigene historie, dat gij ook dat gelooft, wat een slag is in 't gelaat van uwe eigene ontwikkeling? Maar hoezee! weldra komen de verkiezingen, dan snelt de fabel van de Commune en de liberalen over het land. En de verschrikte kiezer ziet in de verbeelding zijn huis branden, en zijn zoon bloedend sterven op het slagveld. Dan doet de onwaarheid haar werking! En als 't dan later blijkt, dat de fabel een verzinsel en de bedreiging een leugen was? Onnoozele die gij zijt, dan is immers 13 Junij achter den rug! BIX NETLAND. HELDER en NIEUWEDIEP, 6 Junij. Van lieverlede zal Parijs weer in normalen toestand geraken, ofschoon men nog verre verwijderd is van den tijd, dat men zal kunnen zeggende wonde aan deze wereldstad geslagen is geheeld. Bijna algemeen is de afkeer van de gruwelen der Commune-mannen en vrouwen. Maar thans breekt ook een storm van verontwaardiging los over de vreeselijke en onregtvaardige wijze, waarop de soldaten van Versailles wraak nemen. Zonder vonnis en soms om de nietigste redenen worden mannen, vrouwen en kinderen gebonden en gedood. Geen wonder, dat deze onwaardige handelwijze allerwege met huivering wordt vernomen en o. a. in Engeland veroorzaakt heeft, dat in een volksvergadering niet slechts sympathie is betuigd voor do ongelukkige slagtoffers dezer nieuwe gruwelen, maar dat men zelfs eene commissie naar twee der ministers heeft afgevaardigd om voor de overwonnenen een goed woord te doen. Men wil dat Engeland als van ouds een toevlugtsoord blijve voor vervolgden en dat van wege de Britsche regering op gematigdheid worde aangedrongen bij 't bewind van Versailles. Het staatkundig nieuws uit het buitenland is niet rijk, althans niet belangwekkend. Dat de Belgische minister van Justitie een wetsontwerp tot afschaffing van den lijfs dwang (gijzeling voor schulden) heeft in gereedheid gehragt dat de Pruissische regering feesten organiseert ter eere van de strijders voor de eer des lands; dat de binneu- landsche toestand in Oostenrijk nog altijd niet van een- dragtige zamenwerking getuigt, deze en dergelijke bijzonderheden kunnen niet onder de zeer belangwekkende tijdingen gerangschikt worden, waarop de aandacht in het bijzonder moet gevestigd worden. Bij Koninkl. besluit van 81 Mei zijn, ter voorkoming van verspreiding der longziekte onder het rundvee, de vol gende bepalingen vastgesteld omtrent het houden van openbare verkoopingen in de provinciën Zuidholland, Noordholland en Utrecht. Art. 1. Het is verboden in de provinciën Zuidholland, Noordholland en Utrecht openbare verkoopingen van rundvee te houden, ten ware door den districtveearts of een zijner plaatsvervangers een schriftelijk bewijs afgegeven en door belanghebbenden aan den burgemeester van de gemeente, waar de verkooping zal plaats hebben, vertoond zij, dat het vee onbesmet eii onverdacht van longziekte bevonden is. Het verbod is niet toepasselijk op de eilanden Goedereede en Overflakkee, Voorne en Putten, IJsselmonde, Hoek- schewaard, Dordrecht en Rozenburg, alsmede op de gemeenten in Utrecht, gelegen ten oosten van Maartensdijk, Achttien hoven, de Bilt, Bunnik, Odijk, Werkhoven en Schalkwijk. Dit besluit, voorkomendein de Staatscourant van 6 Junij, treedt in werking op den vijfden dag na de afkondiging in het Staatsblad en in de Staatscourant. Blijkens een van den gouverneur-generaal van Nederl.- Indië ontvangen telegram van 1 Junij, heerschte aldaar over het algemeen een goede orde, en had de gouvernemeuts- commissaris in de Preanger regentschappen berigt, dat zich tegen de invoering der reorganisatie in dat gewest op 1 Junij geene moeyelijkheden voordeden; dat overal mede werking werd ondervonden dat geen spoor van tegenstand of ontevredenheid was voorgekomen; en dat op sommige plaatsen de eerste koffij, op plegtige wijze, met muziek, was ingeleverd. Aangenomen het beroep naar Leeuwarden, ten derden male op hem uitgebragt, door ds. J. W. A. Notten, pred. bij de Chr. Geref. gemeente te Middelharnis. - De heer J. J. Knap, gedurende 14 jaren geneesheer te Burg op Texel, heeft zich verplaatst naar de gemeente LJlst (Friesland) en ia aldaar benoemd tot stads-geneesheer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1