Benoemingen, enz. ST ATE i\-GE X E RAAL. BilT EL A I). Men schrijft ons van Texel, cld. 3 dezer: I „Woensdag avor.d 30 Mei werd men in het dorp de Waal aangenaam verrast, daar zich een menigte nieuwsgierigen in een kring bij elkander verzamelde, om een nieuw uit gevonden hooischudder te beoordeelen en te bezigtigen, vervaardigd door G. Geus en A. de Leeuw, beide alhier woonachtig. Dit werktuig bleek te beantwoorden aan het doel en muntte uit door zijne eenvoudigheid, doel matigheid, ligtlieid en goede werking. Het landbouwbedrijf heeft in dezen een groote stap voorwaarts gedaan ten opzigte van het bereiden van het wintervoedsel voor het vee.» Men schrijft ons van Alkmaar dd. 3 Junij: „In de vergadering van den Gemeenteraad alhier, Woens- dag jl. gehouden, is besloten: het contract met de Alk- maarsche Pijpgas-Compagnie, dat met 1 Januarij 1873 expireert, te verlengen met verschillende wijzigingen, vooral wat de prijs van het gas betreft. Zoo zal b. v. de 1000 kubieke voet na dien datum voor de ingezetenen 3.25 in plaats van zoo als nu 4.60 bedragen, enz. In diezelfde vergadering is besloten tot bestrating van den Frieschen of Hooruschen weg, van de Friesclie draai brug tot aan de brug bij Huiswaard, en van den Munni- kenweg onder Oudorp, met wegneming van de beide in laatstgenoemden weg aanwezige groote bogten.» Naar de Tijd meldt, bedragen de stortingen bij het hoofdcomité voor het feestgeschenk aan Z. H. Paus Pius IX, reeds ruim 170,000. Jl. Woensdag is in de nabijheid van Spaarndam een boot, waarin 5 personen, die zich met peilingen onledig hadden gehouden, omgeslagen. Vier zijn gelukkig gered; de vijfde, een zeer geacht opzigter, de heer de Haan, is er bij omgekomen. In de afgeloopene week zijn te 's Hage slechts 13 gevallen van pokziekte aangegeven, tegen 43 in de daar aan voorafgaande week. De vereeniging tot bescherming der dieren, te 's Hage, heeft jl. Donderdag hare algemeene vergadering gehouden. Aan een 20tal policie-beambten werden belooningen uit gereikt als premie wegens het tegengaan door bekeuring van mishandeling van dieren. In het geheel bedroeg het aantal bekeuringen in het afgeloopen jaar 23. De veree niging zal een adres zenden aan den minister van Binnenl. Zaken ten aanzien van den Franschen tramway, die, over laden, door afgewerkte paarden voortgetrokken wordt. De eerste kersen uit Duitschland zijn jl. Vrijdag te Rotterdam aangebragt en naar Engeland doorgevoerd. Ook uit Duitschland luiden de berigten omtrent het gewas van deze boomvrucht, even als uit het Geldersche, zeer ongunstig; de meeste vruchten zijn door de nachtvorst afgevallen en alzoo verloren. Parijs is verdwenen, zegt de hoogleeraar Quack, in een belangrijk artikel over den toestand van Frankrijk voorkomende in de N. R. Crt. het Parijs van Alfred de Musset, het verlichte en schertsende Parijswaar fan tastisch de weelde zich in bevallige vormen had geplooid; waar het menschelijk leven in zijn rijke verscheidenheid in het klein zich had geconcentreerdde stad der duizend en één nachtende stad waar tegenover het licht het duister het sterkst afstak; doch wéér uit dat donker soms de schoonste gedachten werden gegrepen, zooals men zegt, dat de parelen te vinden zijn, déér, waar de arme duiker zich moet wagen op plekken der zee, vol rotsen en klippen, langs welke het water door al de kolken het zwartst zich toont. Dat Parijs met zijn licht en donker is voor goeden tijd verdwenen. Doch ook het geheele Frankrijk, zooals het zich ontwikkeld had in deze eeuw, is verdwenen, het Frankrijk dat meende, dat het alle traditiën telkens over boord kon werpen en topli aan het hoofd der beschaving kon staan. Neen, bitter is de teleurstelling; dat jiet niet alleen niet langer aan het hoofd der beschaving staat, maar dat eigen bestaan thans wankel blijkt. Een goed deel van het volk heeft in den oorlog tt-gen Pruissen vergeten, wat het aan zijn eer schuldig was. Een ander deel, de Commune in Parijs, beeft er niet aan gedacht, dat het nan het vaderland iet3 verpligt was. En tot overmaat van ramp gaat de staatsman Thiers, van wien het liberale Europa verwachtte, dat hij met kalme hand een stelsel van ru3t en van orde en van vrijheid zou weten te doen eerbiedigen, toegeven aan denkbeelden van wraak en van magt. Dat de nieuwe staat van zaken op een schip breuk uitloopt, en dat de provinciën nu het oog op den telg der Bourbons slaan, onder wie Frankrijk groot is geworden, is te begrijpen. Thans wil de hoogl. slechts uitspreken, dat de zege van Thiers over de Commune niets beslist voor de toekomst; „dat allo vraagteekens blijven bestaan, en dat de overwinning op zulk eene wijze is verkregen, dat, na al het krijgvoeren der laatste jaren, de menschen, die kalm de dingen onder de oogen zien, ook maar hun best zullen doen om aan legers en goede legerorganisatiën te denken. O, beschaving der XIX eeuw In de vorige week zijn te Utrecht 14 personen door pokken aangetast en 3 overleden. Sedert 1 Januarij jl. overleden aldaar 732 personen aan die ziekte. In het geheele jaar 1870 bedroeg de sterfte aan pokken 143. Te Tilburg is iemand tot 10 boete veroordeeld, omdat hij een vogelkooi met een nachtegaal er in bij zich had. Jl. Vrijdag heeft het Pro*. Geregtshof in Zeeland uitspraak gedaan in de zaak van J. Dorst, oud 24 jaren, boerenknecht, laatst woonachtig te St. Annaland; het Hof heeft hem schuldig verklaard aan moedwilligen doodslag met voorbedachten rade gepleegd en hem veroordeeld tot een levenslange tuchthuisstraf. De jl. Vrijdag te Zwolle gehouden paardenmarkt was niet druk bezet met schoone paarden, en men zag er ook weinig vreemde kooplieden; de prijz.-n der werkpaarden waren buitengewoon hoog, het gewone geval wanneer het naar den oogsitüd loopt. Voor het span vette paarden werd tot 800 gevraagd. Er is nog tamelijk veel verkocht. Bij Deventer is in den IJssel een steur gevangen, die 120 kilogrammen woog. Te AVijhe zijn twee personen gearresteerd, die bezig waren een anders vee in de weiden ui: te melken. Bij den winkelier G. J. D., te Dalfsen, is een kieken ter wereld gekomen met vier pooten, twee op de gewone plaats en twee anderen op den rug, achter de vleugels en naar boven gerigt. Een ander viervoetig huisdier, het niet kunnende verdragen, dat ook eens een kipje het waagde vier pooten te hebben, maakte zich meester van liet beestje en behandelde het zóó.... als men dat van eene kat zou verwachten. Te Sneek heeft jl. Vrijdag nacht een kind van vijf weken op eene treurige wijze liet leven verloren. Vader en moeder hadden zich des avonds te buiten gegaan aan sterken drank en waren zeer bedwelmd gaan slapen. Bij het ontwaken vonden zij huil kind doodgedrukt. Du raad der gemeente Bolsvvard heeft besloten voor 100,000 deel te nemen in de leening voor den spoorweg HarlingenIleerenveen. Maandag avond kreeg een werkman te Groningen met zijn wederhelft een zoo lioogloopenden twist, dat zij de woning uitliep, uitroepende: „ik ga mij verdrinken.» Bij den kijk-in-tjatsboog sprong zij werkelijk van den walmuur in de Noorderhaven, na eerst haar oorijzer en een rok in 't water te hebben geworpen. De man, die haar was gevolgd, schoot onmiddelijk toe, en mogt haar en de weggeworpen kleedingstukken weder behouden aan wal brengen. Te Hoogeveen is uit Amerika een 80jarig man aan gekomen, die op zijn 60ste jaar als landverhuizer was uitgetrokken en in die 20 jaar, schoon wel wat laat, be hoorlijk fortuin gemaakt had. Te Assenede is in de kiaam van 11 biggen een zeug overleden, wier zeven in leven gebleven zuigelingen gezoogd worden door een jagthond, die daar niet vetter op wordt. Voor eenige dagen behelsden de bladen een telegram uit Rua. Nadere berigten melden, dat niet Rua, maar Bintang, eene van de Rhio-eilanden in de straat van Malacca, die tot Nederlandsch Indië behooren, door de aardbeving is geteisterd. Op liet eiland ligt eene stad die Rliio heet; in plaats daarvan heeft men Rua gelezen. De stad is voor een groot deel verwoest en 400 menschen zijn omgekomen. Uit Stockholm wordt geschreven„Het drijfijs in de Bothnische Zeegolf is door den aanhoudenden wind uit het noorden en noordwesten losgeraakt en in ontzaggelijke hoeveelheid naar de Oostzee gedreven. Men beschouwt de in Noord-Europa heerscliende koude als een gevolg van die omstandigheid.» Een leerling op het gymnasium te Saarbrücken, Becker genaamd, was wegens zijne voortdurende luiheid en slordigheid herhaaldelijk gestraft, en had liet laatste jaar zoo weinig vorderingen gemaakt, dat hem bij het examen geen prijs kon worden toegekend, terwijl drie andere leerlingen, met hem in dezelfde afdeeling, bekroond werden. Reeds meermalen had hij gezegd, zich daarover te zullen wreken. Hij heeft dit dan ook op eene afschuwelijke wijze gedaan. Den 25 Mei, 's namiddags ten 3 ure, terwijl de leeraar zich een oogenblik uit de leerzaal had verwijderd, haalde hij een revolver met zes loopen uit den zak en schoot dien behendig op zijne drie kameraden af. De een was de oudste zoon van den predikant Eybisch te Liiikweiler, de tweede was een zoon van den heer Braudt, directeur van het gymnasium, en de derde een zoon van den predikant Dormer te St. Johann. Eybisch kreeg twee kogels in het hoofd en verkeert in hoogst gevaarlijken toestand. Brandt werd aan het hoofd en aan de borst gewond, doch gelukkig niet gevaarlijk. Dormer week bij het op liern gerigte schot ter zijde, tengevolge waarvan de kogel hem voorbijvloog en den muur trof. Bij onderzoek is geconstateerd, dat Becker met koel overleg heeft gehandeld, zonder cenig spoor van geestverbijstering. Het geld, waarmede hij den revolver had betaald, had hij, volgens zijn eigen bekentenis, kort te voren van eeu zijner kameraden geleend. De luit. ter zee 2de kl. II. J. F. Mirnndolle, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-lndië, en van daar den 27 Mei jl. in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datun op non activiteit gesteld. De Eerste Kamer heeft gisteren hare werkzaamheden hervat. De wetsontwerpen zijn van de Tweede Kamer ontvangen en naar de afdeelingen verzouden. De lieer Tonckens is toegelaten en heeft zitting genomen. F r a n k r ij k. De Nationale Vergadering heeft jl. Zaturdag met eenparige stemmen een credict van 1,053,000 fr. goedgekeurd voor den wederopbouw van het hotel des heeren Thiers. Met de werkzaamheden tot weder-oprigting der Yerdumc-zuil is begonnen. Darijs is jl. Zaturdag voor het verkeer geheel en al opengesteld. Het publiek is enkel gehouden om de papieren aan de politie te vertoonen. liet aantal personen dat met de spoortreinen te Parijs is aangekomen, is onnoemelijk groot. De militaire autoriteit heeft een aanvraag van de directeuren der schouwburgen om verlof tot het heropenen hunner zalen, gunstig opgenomen. Paschal Grousset, die onder de Commune zoogenaamd met de leiding der buiteuiandsche aangelegenheden was belast, is te Parijs ten huize van mlle Haeard, eene dame met welke hij verscheidene jaren in intieme betrekking had gestaan, gearresteerd. De Figaro zegt, dat er nog 50,000 opstandelingen zijn over gebleven, die aan de militaire regtsprank zullen ontsnappen. Die lieden zijn nog altijd een gevaar voor de maatschappijzij wachten slechts op een gunstig oogenblik, otn nieuwe onlusten teweeg te brengen. Het biad geeft den raad om hen allen naar een der Fransche overzeesche koloniën te brengen. Sedert eenige dagen begeeft een groot aantal personen zich naar het aartsbisschoppelijk paleis otn er het gebalsemde lijk van Mgr. Darboy te zien. De prelaat, op een praalbed uitgestrekt, is gehuld in zijite violetkleurige en geestelijke witte kleederen, bedekt met kanten en zilveren borduursel. Zijn gelaat heeft een kalme en schoone uitdrukking, ondanks de verschrikkelijke wond, ter hoogte van het linkeroog. De aartsbisschop draagt een vollen baard. Hij heeft een zilveren muts op het hoofd en draagt een wit schoeisel. Langzaam en eerbiedig gaat de menigte langs het lijk. Velen doen aan den herderlijken ring, dien de priester aan de linkerhand draagt, kerke lijke juweelen en herinnerings-medaillss hechten. Onder eeu rijk geborduurd flinveelen laken naast het paradebed staat de kist van den abt Surat. Het lijk van den abt Deguerrv is naa'r de kerk de la Madeleine overgebragt. De begrafenis van wijlen msgr. Darboy zal den 7 dezer in de kerk van Nótre Dame plaats hebben. Een ooggetuige verhaalt van 26 Mei: De Eaubourg St. Martin was in zijn geheele breedte versperd door eene barricade voor de rue de Bondy. De barricade was met kanonnen bewapend en een naburig winkelhuis was tot bewaarplaats voor buskruid ingerigt. Mannen in lompen gehuld en halfdronken vrouwen doorliepen den Faubourg St. Martin, de rue de Bondy, die van Chateau d'Eau en de Porte St. Martin loopt. Zij dwongen elk een huis in te gaan en de ramen te sluiten, toen eensklaps een dier benden de huizen, die zich tusschen het theatre de la Porte St. Maltin en het theatre dc 1'Ambigu bevinden, in bezit nam. Zij gingen het eerst naar liet huis van den restaurateur Defieur, wiens kelder zij plunderden; ver volgens maakten zij toebereidselen otn uit de vensters van iedere verdieping op de soldaten te schieten. Al de bewoners, mannen, vrouwen en kinderen, smeekten hen geknield otn dit na te laten. Vergeefs, de chef der troep verwijderde zich, maar om met nog grooter bende terug te keeren, die hij in elke kamer van ieder huis plaatste. Toen begon een geregelde plundering. De meubelen werden uit het venster geworpen, onder voorwendsel,' dat zij voor eene barricade moesten dienen. Gebeden, smeekingen, tranen van vrouwen eii kinderen, alles vruchteloos, de ellendelingen zetten de plundering voort. Een der bewoners, zijne verontwaardiging onge lukkigerwijze niet kunnende bedwingen, gaf een van die nationale garden een klap. Toen begon een ijselijke «lagting, niemand werd gespaard en iedereen, tot zelfs vrouwen en kinderen, vermoord. Daarna staken zij alle verdiepingen in brand, terwijl anderen het zelfde raet de beide schouwburgen deden. De vlammen begonnen de nabijgelegen huizen aan te tasten. Zij, wier woningen bedreigd worden, snellen naar de brandspuiten; daar vliegen eenige pom piers voorbij, die komen ongetwijfeld om te redden! Burgers, de spuiten zijn klaar, komt ons helpen! Maar de chef antwoordt op de grofste wijze: wij malen niet om u of om uwe spuiten, de geheele wijk moet er aan. En die ellendigen ijlden verder om elders hunne vreeselijke zending te vervullen. De Parijsche correspondent van de Times heeft 20 of 30 schoone en welgeklcede meisjes zien vervoeren naar de Place Vendöme, waarheen zij, hoewel haar daar welligt den dood wachtte vrolijk en opgeruimd liepen, den voorbijganger groetende. De ontaarde vrouwen, werkzaam in een modemagazijn hadden er een compagnie soldaten binnengelokt en, al met hen Coquette- rende, de manschappen met gemengden wijn vergiftigd. Uit Parijs meldt de correspondent van de Daily News het volgende: Er is eene barricade dwars voor den ingang van de rue la Roquette, waarvoor vijf lijken in de zon liggen te rotten. Verderop is de gevangenis. De binnenplaats draagt nog de sporen der daar plaats gehad hebbende executiën en ligt vol met weggeworpen wapenen en kleederen. l)e straten zijn sterk door militairen bezet. De winkels worden weder geopend, vooral waar inen lijk kransen en dergelijken verkoopt! Pére Lachaise ziet er treurig uit. De rustplaatsen der dooden zijn geschonden. De monumenten hebben et door het vuur geleden; verscheidene kisten zijn open gebroken. Hier liggen de gesneuvelden bij hoopeu. Er zijn vele vrouwen onder en nu en dan ziet men zulke wreedaardige gezigten, dat eene huivering door de leden vaart. Men had een gat van ruim eeu voet diep gegraven, om er de lieden in te plaatsen, die gefusilleerd moesten worden. Er lagen nog plassen bloed in. Aan een brief van een gevangene van la Roquette worden de volgende bijzonderheden ontleend omtrent den gruwelijken moord op de gijzelaars, die zich in handen der Commune bevonden Woensdag 24 Mei, 's avonds ten 7 ure, kwam de directeur der gevangenis, een zekere Lefrancais, die zes jaar in het bagno heeft doorgebragt, aau het hoofd van 50 gefedereerden, de gevangenis binnen en bezette met zijne trawanten de galerij, waarin de voor naamste gevangenen opgesloten waren. Een der wachters opende de cel van den aartsbisschop en riep hem met zachte stem. De prelaat antwoordde hem: „Present!" Vervolgens trad hij achtereenvolgens de cellen binnen van den heer Bonjean, van den abt Allard en van de paters Ducotulray en Clerc; de laatstgeroepene was de abt Deguerry, pastoor der Madeleine-kerk. Alle gevangenen werden naar beneden gebragt, onder godslaste ringen en scheldwoorden van de nationale garden, die aan weers zijden van de galerij geschaard stonden. Op de binnenplaats stond een peletou voor de executie gereed. Mgr. Darboy trad voorwaarts en zich tot zijne moordenaars rigtende, sprak hij hun eenige woorden van vergiffenis toe; twee van die mannen naderden den prelaat en knielden voor hein neder, zijne vergiffenis afsmeekende, maar de overigen, dit ziende, wierpen zich op hunne kameraden, stieten ze terug en bespotten hen met de grofste beleedigingen. Zelfs de kommandant van het peleton moest het hoofd afwenden, van ontzetting bevangen; met donderende stem legde hij zijne manschappen het stilzwijgen op. De gefedereerden zwegen en op bevel van hun luitenant laadden zij hunne geweren. Pater Allard werd tegen den muur geplaatst en het eerst getroffen; vervolgens viel mgr. Darboy door het moordend lood, en zoo werden achtereenvolgens de zes gevangenen doodgeschoten; zij zagen allen met de grootste kalmte den dood te gemoet en legden een bewonderenswaardigen moed aan den dag. De lijken werden, geheel gekleed, in eeu rijtuig geplaatst, naar het kerkhof Père Lachaise gevoerd en daar in een open graf nevens elkander gelegd, zonder dat men de moeite nam hen met aarde te bedekken. Deze executiën waren slechts het voorspel van hetgeen twee dagen later plaats greep. Vrijdag avond vielen op dezelfde wijze 15 gevangenen, waaronder de heer de Vraisee en de paters Radigne en Ollivier. Zaturdag kwam ons de oppasser Longevin, aan wien ik mijne redding verschuldigd ben, waarschuwen, dat wij ons niet ongerust moesten maken over het leven daarbuiten. Óp hetzelfde oogenblik kwam de gedelegeerde voor de algemeene veiligheid, Ecrré, lid der Commune, in de gevangenis en liet de veroordeelden van het tuchthuis, die op hun overbrenging naar het bagno wachtten, bij zich ontbieden. Hij verklaarde hun dat zij vrij warea. Wapenen en uniformen werden aan die boeveu gegeven en daarop begon de moord op een groot aantal gevangenen, waar onder zich 66 gendarmen bevonden. Aan vijf gendarmen gelukte het aan de slagting te ontkomen. Zy bevonden zich in de infirmerie. Tegen 7 ure waren de wachters van de gevangenis en de bevrijde en gewapende bandieten blijkbaar beschonken, en van dat oogenblik maakte de welwillende oppasser Longevin gebruik om onze cellen te openen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 2