INGEZONDEN.
Marine-Haven Nieuwediep.
hechtenis genomen, waaronder zich verscheidene kleeder-
makers-gezellen bevinden, die lid zijn der ..Internationale.»
F r a n k r ij k.
De wapenschouwing, welke tegen Zondag IS Junij was aange
kondigd, heeft geen voortgang gehad. Nadat eerst bepaald was
dat zij in plaats van op het Champ de Mars, in het Bois van
Boulogne, op het veld der wedrennen, zou worden gehouden, is
zij Zaturdag avond, wegens de aanhoudende en zware regens, die
in de laatste dagen gevallen zijn, tot een nader te bepalen dag
uitgesteld.
Een pleglige mis zal heden in de Nêtre Dame gevierd worden
voor de zielerust der slagtoffere van den burgerkrijg.
Dl organen van de Commune doen opgeld. Zij zijn zeer in trek.
Een nomnier van het Journal Officiel wordt met 150 a 200 francs
betaald. De Petit Officiel 50 francs, de Vengeur 100 francs, de
Réveil 60 francs, de Cri du Peuple 40 francs, de Mot d'Ordre
50 francs. De Père Duchêne is slechts 15 francs per nommer
waard aangezien er een groote voorraad van is.
Bij het wegruimen der puinhoopen van een in de groot rue de
Neuilly ingestort huis, heeft men de opeengestapelde lijken gevonden
van 73 gefedereerden. De plotselinge val van de muren der woning
schijnt de muitelingen verrast te hebben; anders kan men zich
moeijelijk die ontzaggelijke hoeveelheid doodeu opéén punt verklaren.
Op een naamlijst van arrestatiën van Communalisten komen
o. a. drie namen voor, die de opmerking verdienen wegens hun
voedend karakter Avoine, Blé en Pain (Haver, Koorn en Brood.)
Het Centrale Comité der gefedereerden heeft zich op nieuw ge
constitueerd. Voorzitter is Domicroft', een Rus.
II n 11 s c h I a u tl.
Op het Koninklijk kasteel heeft jl. Zaturdag een gala
diner van 700 couverts plaats gehad. De Keizer sprak
het volgende: .De gedenkdag, waarop aan de nakomeling
schap het standbeeld van mijn Koninklijken vader, die zijn
volk tot onvergankelijken roem en nooit gekende welvaart
voerde, zou worden geschonken, was bestemd om te midden
van den vrede gevierd te worden. Door de Voorzienigheid
was anders besloten. Andermaal werd Pruissen, als destijds,
geroepen met zijne Duitsche bondgenooten den vijand, die
ons ten strijde had gedaagd, te bedwingen. Het leger werd
van de eene groote zegepraal naar de andere gevoerd en
daarom siert het IJzeren Kruis wederom als toen de borst
van de dapperen. In liet vaderland hebben bijna alle
klassen beider kunne met vreugde offers gebragt. Het
Duitsche volk en leger staan als de voortreffelijkste dei-
wereld bekend. Daarom wijd ik dezen feestdronk aan de
gedachtenis aan den heldenkoning, met dank aan volk
en leger.»
De Keizer nam weldra weder het woord en sprak.Ik
wijd dit glas met dankbaarheid aan het welzijn van het
vereedigde Duitschland en aan dat van zijne vorsten, zoowel
die afwezig als die hier tegenwoordig zijn.»
Von Moltke heeft naar aanleiding van den oorlog
niet minder dan 10 vreemde ridderorden ontvangen.
Feestelijke intogt der troepen te Berlijn.
De stad is, in den volstrekten zin des woords, in feestdosch
gehuld; in haar gansche uitgestrektheid viert zij feest en alle
huizen zijn met banieren, vlaggen en wimpels versierd, terwijl de
meesten, met name langs den zegeweg of in den omtrek der kazernen
van de terugkeerende troepen, op den koop toe een rijke versiering
van bloemen, kransen en tapijten hebben aangebragt. Sommige
huizenzijn allerprachtigst met vanenwapenen en groote
schilderijen versierd. Over vele straten zijn guirlandesgewijs
groote slingers van groen gespannen, die rijkelijk met kransen en
banieren prijken.
Daar klinkt en schalt van alle kanten muziek; de schilden en
corporatiën, de studenten en scholieren trekken met hun vanen en
blazoenen door de stad om de voor ben bestemde plaatsen in
te nemen.
's Morgens ten 10 uur begon men het buitengewoon raoeijelijke
werk om de straten af te zetten; de krachten der politie schoten
bijna te kort om die onafzienbare menigte meester te worden.
Natuurlijk waren alle tribunes tot overladens toe bezet en men
berekent dat alleen de tribunes langs den openbaren weg 40,000
bevat hebben. Vooral de Pariscr Plats maakte een treffende indruk;
slechts één buis maakte een schril contrast met dat algemeene,
schitterende feestkleed, nl. het gebouw van de Pransohe ambassade,
welks vensters en deuren gesloten waven en welks onversierde
voorgevel getuige moest zijn van een feest ter eere van Duitschland's
wapengeluk.
Alle vensters van de buizen langs den weg, dien de troepen
zouden volgen, waren digt bezet met nieuwsgierigen en zelfs de
(laken en alle punten, waar slechts de mogelijkheid bestond om
den stoet te zien, strekten tot tijdelijk verblijf van duizenden en
duizenden.
De revue op het Tempelhofer-Felf liep in de beste orde af. De
Keizer en de Prinsen, reeds op bun weg daarheen met luid gejubel
begroet, werden door de troepen met onbeschrijfelijke geestdrift
ontvangen. De Keizer, die de uniform van het 1ste garde-regiment
cn het lint der orde van den Zwarten Adelaar droeg, steeg kwart
over tienen voor zijn paleis te paard; hem volgde een schitterend
gevolg en vervolgens in een lange reeks open hofrijtuigen H. M.
de Keizerin met de Hertoginnen van Baden en Saksen-Weimar,
de Groothertogin-moeder van Mecklenburg-Schwerin, de Prinsessen
Kavl, Friedrich Karl en Louise en een groot aantal hofdames.
De meeste vorstelijke dames waren in het wit en blaanw, de
lievelingskleuren van den Keizer, gekleed.
Toen de revue was afgeloopen nam de optogt een aanvang, welke
geopend werd door de niet-gemobiliseerde genevaals en stafofficieren,
aangevoerd door den grijzen veldmaarschalk von Wrangel; daarop
volgden de officieren van het ministerie van Oorlog, van den grooten
generalen staf en van de staven der legers, aangevoerd door de
generaals von Blumenthal, von Podbielski, von Stoscli en von Stiehle.
Vervolgens kwamen de te Berlijn aanwezige mobiel geweest zijnde
generaals en stafofficieren daarna de gouverneurs-generaal Herwartb
von Bittenfeld, Vogel von Valckenstein, von Bonin, von Rosenberg-
Gruszczynski en von Fabrice. Deze werden gevolgd door de bekende
aanvoerders der verschillende legerkorpsen: Prins George van Saksen,
de generaals von Hindersin, von Alvenslebeu II, von Voigts-Rhetz,
von Tiimpling, von Zastrow, von Monstein, von Hartmann, von
der Tann, von Fransecky, von Kirchbacb, von Werder, Ilann von
Weyhern, von Bose, von Alvensleben I cn von Kamccke; voorts
door de te Berlijn aanwezige opperbevelhebbers der in den vcldtogt
gevormde legers, den Groothertog van Mecklenburg-Schwerin, den
Kroonprins van Saksen, den veldmaarschalk von Steinmetz en den
generaal von Manteuffel.
Na deze veldoversten, die allerwege door de volksmenigte en
door de op ontelbare tribunes zamongepakte toeschouwers levendig
werden toegejuicht, zag men den Keizer, onmiddelijk 'voorafgegaan
door den rijks-kanselier, Prins von Bismarck, den generaal von
Molkte, chef van den generalen staf des legers en door den minister
van Oorlog, den generaal von Roon, eu gevolgd door de Prinsen
van den bloede, 's Keizers vorstelijke gasten, aan wier hoofd zich,
onmiddelijk achter den Keizer, de twee Prinsen-veldmaarschalken,
de Kroonprins des Duitschen Rijks en van Pruissen en Prins
Frederik Karei, bevonden.
Achter deze schitterende en indrukwekkende groep sloten zich
onmiddelijk de troepen aan ten getale van omstreeks 42,000 man,
aangevoerd door Prins August von Wurtemberg, bevelvoerend
generaal van het corps der garde. Het eerste regiment infanterie
der garde werd voorafgegaan door SI ondcr-olficieren waarvan 69
der garde en 12 van liet uit alle corpsen des Duitschen legers
gecombineerde bataillon, die even zoovele buitgemaakte Fransche
adelaars, vaandels en standaarden droegen.
Bij de feestelijke versiering van den weg, dien de troepen volgden
had men ten doel gesteld de herinneringen aan den glorierijksten
tijd uit de geschiedenis van Duitschland te verheerlijken. Beeld
houwers, schilders en bouwmeesters hadden met elkander gewedijverd
om bet geheel te maken tot een kunstwerk, de grootsche krijgs-
verrigtingen van het Duitsche volk waardig. Woord en beeld
beiden moesten de krijgers tot in de kleinste bijzonderheden
herinneren, wat zij beleefd en geleden hadden, en tevens doen zien
de vreugde van het geheele vaderland? over hun terugkeer. Het
werk was hoofdzakelijk opgedragen aan Friedrich Eggers, Martin
Gropius en Lucii.
Omtrent de onthulling van het ruiterstandbeeld Van wijlen Koning
Frederik WilhelmlII,den vader des tegenwoordigen Keizers, meldt men
het volgende: Het monument van den beeldhouwer Wolff wordt
een vrij middelmatig product genoemd, het is op bet slotplein
tusschen het Museum en het keizerlijk paleis opgerigt. Het front
is naar laatstgenoemd gebouw gekeerd. De vorst is in een mantel
gehuld en draagt een zoogenaamden steek, hetgeen welligt het
meest tot het stijve van het geheel bijdraagt. Bij de geestdrift der
troepen en van het publiek, die om het gedenkteeken geschaard
stonden, maakte het monument zelf slechts een onderdeel der
plegtigheid uit.
De Keizer, die, niettegenstaande zijn 74jarigen leeftijd, sedert
10 uur des ochtends onophoudelijk in den zadel had gezeten,
verscheen ook hier te paard, omgeven door denzelfden schitterenden
staf, voor welken bij den intogt de troepen waren voorbijgetrokken.
Kort daarop kwamen de overige leden van het vorstelijk Huis.
Rondom het gedenkteeken zag men de zegetrophëen, die in den
stoet bij den intogt der troepen waren gedragen. Tot nogtoe
ruischte het nog altijd onophoudelijk onder de menigte voort,
totdat eindelijk de trom werd geroerd, ten teeken dat het gebed
zou aanvangen.
De Keizer heeft, bij de onthulling van het gedenkteeken voor
Frederik Willem III, de volgende woorden tot de hem omringende
deputatiën gerigt„Wat wij in een tijd van volkomen vrede hadden
begonnen en voltooid; wat wij hoopten onder het genot van den
diepsten vrede te kunnen onthullen, dit standbeeld is thans het
gedenkteeken geworden van het einde van een der roemrijkste, zij
liet ook een der bloedigste oorlogen' van den lateren tijd. Kon
de Koning ons thans met eigen oogen gadeslaan, hij zou over zijn
volk, over zijn leger tevreden zijn. Moge de vrede, ten koste van
zoovele offers tot stand gebragt, duurzaam zijn! Het is ons aller
pligt daartoe zooveel mogelijk mede te werken. Dat geve God!»
Toen heerschte er eene volkomen stilte; de veldprediker riep den
zegen des Allerhoogsten in over het land, dat thans den rang had inge
nomen, dien het onder de Europesche staten behoorde te bekleeden. Dit
zou, naar hij verder zeide, door de onthulling van liet standbeeld
worden uitgedrukt. Koning Frederik Wilhelm III toch, sprak hij
voorts, had den weg voor den staatkundigen toestand van Duitschland
gebaand. Daarop volgde liet gebed dat in dezelfde stilte blootshoofds
door geheel de verzamelde menigte uitgesproken werd; een
grootsch schouwspel! De Keizer gaf een teeken en de sluijer, die
het monument verborgen had gehouden, viel. De menigte jubelde,
de Keizer, wiens eerbied voor de nagedachtenis van zijn vader tot
een spreekwoord is geworden, zag klaarblijkelijk geroerd naar het
gedenkteeken op. De troepen presenteerden het geweer, het kanon
bulderde, de klokken luidden en dat gedeelte van het feestprogramma
was afgeloopen.
Wij besluiten dit feestverslag met de volgende beschouwingen
en opmerkingen van een ooggetuige;
Niet alleen de groote menigte meer nieuwsgierig dan deelne
mend, houdt de dag van heden in spanning: menig harte herdenkt
hem ook in diepe ontroering of met hijgend verlangen. Tegenover
mij, zoo meldt men van daar, in dat groote mcoije huis, woont
op de eerste verdieping een man in de kracht van 't leven. Ge
zoudt 't niet gelooven wanneer ge hem zaagt: gij meent, 't is een
oudachtig heer. Omstreeks vijftien jaren geleden heeft hij een zaak
opgerigt, die spoedig ongemeen bloeide, hem elk jaar duizenden
guldens opleverde en in weinig tijds tot een gefortuneerd man
maakte. Met den oorlog zijn zijne drie zonen, de hope van zijn
ouderdom, uitgetrokken en geen daarvan zal terugkeerenna
weinige maanden waren ze allen gevallen. Sedert de ongelukkige
vader kinderloos werd, heeft hij zich van zijne zaken ontdaanzijn
haar is vergrijsd, zijn hoofd is gebogen, zijn kracht is gebroken;
hij heeft geen lust meer in het leven, sinds de dood hem 't dier
baarste ontnam. Voor hem is het feest niet veel anders dan een
rondedans over de lijken der gevallenenhet gejuich en gejubel
zal hem pijn doen en zijn oor treffen als een schaterlach van
hooze geesten.
Zouden er wel eenigen onder de Duitscheis, dat volk van den
kers en filosofen, aan de oplossing dezer vraag gedacht hebben, in
hoeverre 't geoorloofd is zulk een feest te houden na een oorlog,
die zooveel duizenden offers eischte, zooveel familiën van hun
dierbaarste leden beroofde eu tallooze gezinnen in diepen rouw
dompelde. Nog zijn de verlieslijsten van het Pruissische leger niet
afgesloten, nog ontvangen we bijna elke week de droevige officiële
opgaven van gewonden en dooden. Voorzeker is 't wel een
bewijs van het sterke militaire element in liet Duitsche volk (waar
't wel het kleinste gedeelte is, dat nooit de wapens heeft gedragen),
nu 't op zulk eene uitbundige wijze het militairisme verheerlijkt:
naar de opvatting van velen toch is 't militairisme slechts de kracht
van 't ruwe geweld, dat alles voor zichzelf eischt en naar wille
keur over ieder beschikt.
Ziet ge daar eene verdieping hooger die nog jeugdige dame voor
't venster staan, met dat gelaat, stralend van geluk? Hoe geheel
anders dan nu elf maanden geleden, toen haar echtgenoot werd
opgeroepen; we kunnen ons allen voorstellen, hoe dat afscheid
de harten verscheurde. De krachtige man trok in 't veld, de jonge
vrouw bleef met haar kindje in de woning, die zoo eenzaam werd;
met moê geweende oogen volgde zij de rigting, waarin heur man
haar verlaten hadrusteloos wandelde zij door die kamers, waarin
zij zoo gelukkig geweest was, en uren lang kon zij soms zitten in
diep nadenken. Nog meer steeg het verlangen naar den echtgenoot,
toen na eenige weken het berigt aankwam, dat hij gewond was.
Hoe de smart haar overweldigde en heete tranen over de bleeke
wangen vloeiden, hoe zij de handen wrong in hartstogtelijk ver
langen naar den dierbare! Maar het leed werd verzacht; de wond
was spoedig genezen; verder heeft haar man den veldtogt mede
gemaakt en maanden voor Parijs gelegen. En nu nu drukt
zij het lieve kindje in de armen, en ze kan zich niet genoeg ver
lustigen in die hlaauwe kinderoogen, die haar in de eenzaamheid
zooveel troost schonkenheur harte beeft van verlangen en van
blijdschap: 't lang geweuschte oogenhlik des wederziens was daar!
den 24'sten dezer zal het 50 jaar geleden zijn, dat onze
en zeemagt, onder het opperbevel van den generaal-majoor
Op
land
de Koek, in Nederl. Oost-Indië eene belangrijke zegepraal behaalde
Dndr-Eddin, Sultan van Palembang, op Sumatra, had in 1819 uit
zijn versterkt paleis een aanval gedaan op het Nederlandsohe fort,
en de Europeanen genoodzaakt de aldaar gevestigde factory te
verlaten. Eenige onder den schout-bij-nacht Wolterbeek derwaarts
gezonden schepen hadden vruchteloos beproefd de rivier, aan welke
Palembang is gelegen, op te zeilenhet was hun onmogelijk het
paalwerk te vernielen, waarmede de mond des strooms was bezet,
die bovendien door sterke batterijen verdedigd werd. Men moest
zich dus vergenoegen met een blokkade, en inmiddels de noodige
magt bijeenbrengen om den geleden hoon te wrekep, het gezag
der Nederlanders op Sumatra te herstellen en te voorkomen dat
het gedrag des Sultans navolgers vond. Een jaar verliep met de
toebereidselen. De magt, die nu tegen Palembang werd aangevoerd
bestoud uit 1 linieschip, 1 fregat, 2 oorlogsbrikken en een aantal
kleinere schepen. Aan den mond der rivier gekomen (20 Junij
1821) vond men die nog versterkt, maar men had de noodige
werktuigen medegebragt om het ingeheide paalwerk uit den grond
te hakken, terwijl de ter verstoring van dit werk door den Sultan
afgezonden branders door de sloepen van ons escader werden ver
wijderd. De aanval der onzen werd door den vijand moedig
wederstaal)reeds den eersten dag waren aan boord van de Dageraad
niet minder dan 60 dooden en gekwetsten. De aan wal gezonden
troepen werden teruggeslagen; eene door het paalwerk gedrongen
kanonneerboot viel den vijand in handen en eene andere werd in
den grond geboord. Des avonds van den genoemden dag was de
Sultan nog in 't bezit van al zijne posten. Den 24sten werd de
aanval moedig hervat. Het eilandje Gombora en de verschansingen
te Peladjoe werden door de onzen bemagtigd; het paalwerk werd
vernield, onze schepen zeilden, na 't vernielen der waterbatterijen
des vijands tot de stad op en de Sultan moest zich overgeven. Hij
werd gevangen naar Batavia gevoerd en zijn neef in zijne plaats
aangesteld.
In deze gemeente bevindt zich nog in leven een oud-strijder
uit de jareu 18131815, begiftigd met het zilveren kruis en die
de hierboven beschreven krijgsverrigtingen heeft bijgewoond; hij
was toen marinier 2de klasse aan boord van Zr. Ms. fregat de
Dageraad. Het is A. F. Henke, thans 84 jaren oud, en in behoeftige
omstandigheden verkeerende. Stellers doel met de korte beschrijving
van het wapenfeit van voor 50 jaren is, zoowel om de herinnering
aan het toen gebeurde levendig te houden, als om hen, die daartoe in
staat zijn, op te wekken tot het leveren eener bijdrage, waardoor
voor den oud-strijder Zaturdag 24 dezer tot een feestdag gemaakt
en zijn lot eenigzins verzacht worde
Helder, 20 Junij 1871. Y.
De bedoelde persoon woontSmidstraat E No. 315.
Verantwoording van de gehouden Volksvoordragt op Zondag
18 Junij 1871:
Ontvangen voor 425 kaartjes f 106.25
Uitgegeven
Voor advertentiën en kaartjes f 5.95
Suppoosten, bureau cn rondgaan metde lijst - 7.50 f 13.45
Helder, 20 Junij 1871.
Zuivere opbrengst f 92.80
A. B. WEBER.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet).
'3
p
Uren.
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
V ochtigh
procent.
Toestand
van
de
zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
18
12
zwtz. 15k.
753.25
- 7.93
16.2
- 1.8
0.86
Hol in zee
19
12
wzw. 1.2 h
751.96
- 9.16
16.8
- 1.2
0.83
Slechtw.
20
8
zw.
750.99
-10.07
15.0
- 1.1
0.89
Ir
20
12
zw. 1.4„
750.81
-10.25
16.4
- 1.7
0.86
Vlak.
Weersgesteldheid: 1Sjunij 12 u. Ligtbewolkt, winderig.
19Juuijl2 u. Ligtbewolkt, mooiweer.
20Junij 8 u. Digtbewolkt, beneveld, goed.
20Junijl2 u. Ligtbeneveld, bewolkt, mooi.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
8 Junij. Gijsb. Hermanus. T.J.Nieufeld. Batavia.
13 18 Junij. Ariadne. J. Bakker. Middel. Zee.
15 ii Ortelius. J. S. Schol. Batavia.
16 ii A. M. E. H. I'. Kluit. Bat. viaNewc.
17 i, Julius. K. Wijtsma. Suriname.
17 ii Maria AnnaCath. Elis. H. Reeders.Macasser.
17 17 Junij. Cycloop. G. J. Boon. Middel. Zee.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor Herkomst.
17 Junij. Levant. A.C Sangstcr. H. J. Tweehuijs. Banjoewangie
Eluisa. G. Cafiero. ZurMühlen&Co. Napels.
Viee-Adm May. N.O.deGr.Stiffry. Duinkcr&Goedk.Banjoew.
PadangPacket. J. Mondt. Soerabaija.
Prof.v.d.B.Mesch.J.A. Vrijman. Tjilatjap.
Espiegle. J. VVay. New-York.
Janl'ietersz Koeu.P.Ouweliand. ZurMiihlen&Co.Passaroeang.
Bestevacr.
Hollandia.
Europa.
P. C. ltosier.
H. Nieuwenhuijs.
Banjoewangie
Macasser.
J. Griffilhs Duink.StGoedk. Soerabaija.
AnnieFleming. P. Mc. Pherson. Samarang
W. W. Smith. R. Crisp. Passaroeang.
Kennemerland. F. II. Groote. ILJ.Tweehuijs. Banjoewangie
Calliste. J.Winchester. Duink.&Goedk. Batavia.
Waalstroom. K. Drijver. 11.J.Tweehuijs. Padang.
Surian Star. F. Corning, van Vliet Co. Cliarlestown.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Binnenhaven te lossen. J
Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
W. Ashton. Newcastle. Steenk. C. Berghuijs.
Sealiam. Duinker&Goedk.
Schip.
Sisters.
Seaham.
Hector.
Carbon.
Gleneve.
R. Dodds.
G. Hu me.
G. lteston.
H. Shillets.
Noord-Holland. T. B. Bloos.
Newcastle. Zur Miihlen &Co.
Sunderland. Order.
Hudichswall. Hout. Blikinan Co.