Benoeming-en, enz. STATEN-GENERAAL. B U !H i\U N Marine-Haven JNieuwediep. Ende 't begon te warmen daegs na St. Peter en Pauwelis den 30sten Juny; des daegs scheen de son helder ende klaer ende des nagts regende 't soetelyk, zoodot alle vrugten op 't veld wiessen ende men kogt daema I tarw om 8 groot, J rogge om 6 groot, gerst om 4 groot, i haver om 10 duijten alsmede J guldeling appelen om 1 bras penning, j schyvers om 3 groot, -J gysjans om 8 duyten, i peeren om 2 stuyvers en alle oogst so daerna.» Van harte hopen wij, dat de zomer van 1871 niet alleen door de koude, maar ook door een ruimen oogst, op die van 1435 zal gelijken. Een geleerde heeft, met behulp van liet microscoop ontdekt, dat op het oogenblik, dat men melk in een kopje thee doet, het albumine der melk en het tanninezuur der thee leder vormen of ten minste kleine weefsels van dezelfde zamenstelling als leder. Bedoelde geleerde heeft berekend, dat iemand die dagelijks drie kopjes thee drinkt, jaarlijks genoeg leder verzwelgt, om een paar laarzen van te maken. Zoo meldt de Indépendance Beige. De luitenants ter zee 2de klasse J. A. Vening en W. G. van Nes, worden met den 6den Julij a. s. geplaatst, respectivelijk op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord en ramschip de Schorpioen. Bij den generalen staf is benoemd tot generaal-majoor, de kolonel fi. F. Booms, chef van dien staf; bij het instructie-bataillon, tot kolonel, de luitenant-kolonel ,T. C. J. Kempees, commandant van liet corps. Den lsten luit. F. Dunkier, tijdelijk directeur van de muziek bij het reg. grenadiers en jagers, is den rang toegekend van kapitein. Benoemd zijn tot 2den luit. bij het wapen der infanterie: van het 7de reg. de sergeanten J. H. G. van Spreeken en S. L. Pastor van het 3de reg. A. J. F. van Gorkum. De volgende tot 2de luit. benoemde sergeanten zijn geplaatst bij het 7de reg. M. Schrek, E. T. Hissink, W. C. Gobius, A. van Leeuwen, P. J. Wijmans, P. J. C. van Mourik (serg.-maj.), en A. H. P. T. Brunet de Rochebrnne. ïweede Hamer. Zitting van Zaturdag 24 Junij. De heer Brouwer, nieuw benoemd lid en tot wiens toelating is besloten, legt de vereischte eeden af en neemt zitting. Er hebben diseussiën plaats over de regeling der werkzaamheden en de Kamer ontvangt mededeeling der benoeming van rapporteurs over het wetsontwerp tot ver vanging der artt. 414416 Code Pénal en over dat tot afkoop- baarstelling der tienden. België. In de kamer van afgevaardigde heeft de minister van Buitenl. Zaken Vrijdag, in antwoord op eene interpellatie medegedeeld, dat in Frankrijk, tengevolge van veelvuldige arrestatiën 165 Belgen langs diplomatieken weg de be scherming van hun gouvernement hebben ingeroepen. De noodiga stappen waren hij de Fransche regering gedaan, evenwel zonder gevolg, daar die Belgen gevangen genomen waren met de wapens in de hand, of gekleed in de mon teering van de Parijsche nationale garde. Zij moeten voor den krijgsraad teregt staan. F r a n k r ij k. Jl. Donderdag is te Versailles een buitengewoon nummer van het officiële dagblad uitgegeven, behelzende de wet waarbij de regering wordt gemagtigd tot eene geldleening van 2000 millioen francs in vijf percent rente. De ter aanbeveling dier wet door den heer Thiers ge houden rede heeft eene toenadering tusschen hem en de regterzijde bewerkt; immers hij beleed daarin overtuigingen, welke aan de linkerzijde min of meer gemor veroorzaakten, doch bij de regterzijde kennelijk bijval vonden. Zoo gaf hij in zijne rede, die in de daad een plan van regerings beleid was, te kennen dat hij de belasting op het inkomen voor een zeer slecht middel tot stijving der schatkist hield (lat hij het stelsel van beschermende invoerregten, maar niet dat van verbodsbepalingen voorstond; dat hij de leuze eener goedkoope regering voor een middel tot misleiding des volks hield en niet aan de mogelijkheid van groote en tevens onschadelijke bezuinigingen geloofde; en dat bij bepaaldelijk het beknibbelen van de uitgaven voor hef leger en van de bezoldiging der ambtenaren afkeurde. Op al die punten was de toenadering tot de regterzijde des tenatuur- lijker, dewijl de heer Thiers dienaangaande niets anders deed dan zijne oude gevoelens te herhalen en met de hem eigene consequentie vol te houden. Doch er deed zich één punt in de rede van den heer Thiers voor, waarop hij links meer bijval vond dan reg!s; het was toen hij op spoedige wederopbouwing der openbare gebouwen in Parijs aandrong. Men heeft zeven lijken gevonden onder de puinhoopen van bet huis No. 1 van den faubourg St. Ilonoré. liet zijn de lijken der bedienden van de firma Aurelly, wier magazijn door de Commune-mannen verbrand is. Men heeft veel gesproken van de rampzalige rol, die sommige vrouwen onder het Commune-bewind vervuld hebben en die, onder de bevelen van de Bégè's en Vesi- niers, den brand in de openbare gebouwen hebben gestoken. Velen dier vrouwen, met de petroleum in de hand gear resteerd, werden op staanden voet neergeschoten. Anderen, die door de soldaten slechts met de grootste moeite aan de woede der menigte ontrukt werden, zullen eerstdaags voor de militaire geregtshoven teregt staan. De instructie van 57 dezer ontaarde vrouwen is dezer dagen begonnen; de meesten zijn nog jong en in den bloei der jaren, sommigen zelfs zijn zeer schoon. Zij verklaren, bijna allen zonder beroep te zijn; inen begrijpt dus, tot welke maat schappelijke cathegorie zij behooren. Binnen kort zullen zij voor den 4den krijgsraad verschijnen en de debatten in dat proces beloven zeer interessant te zullen worden. Nog steeds branden de voorraadschuren van La Vilette, ondanks de regens der laatste dagen. Men schrijft dit toe aan den grooten voorraad haver, in die gebouwen geborgen en waarvan niet één zak op do 80,000 is overgebleven. De Parijsche Figaro zegt: Plant een eerlijken repu- blik ein, gij zult een rooden republikein zien uitbotten en de bloesem zal een galeiboef zijn. Figaro meldt omtrent bet lid der Commune Auguste Vacquerie, dat deze voor goed gevestigd is op het badhuis te Scheveningenbij den Haag. Gambetta doet tegenwoordig een reisje in de Middel- landsche Zee. Engeland. Drie bladen, de Times, de Daily News, en de Echo, verhieven kortelings bijna gelijktijdig hunne stemmen tegen zeker laf, dom en wreedaardig spel, dat jaarlijks te Hur- lingham plaats heeft, wanneer de bloem der Britsche arristocratie - voorgegaan door Prinsen van den bloede, en toegejuicht door de rijkste en bekoorlijkste van Enge- land's adellijke dames bijeenkomt om het genoegen te smaken van honderden tamme duiven, expresselijk daartoe opgelaten, in de vlugt neer te schieten. Niet in gematigde, maar in zeer scherpe bewoordingen klinkt het beschamend «foei» over dit voorname tijdverdrijf. De Times bestempelt het als de //lamste, laagste, kinderachtigste vorm vanjagt- liefhebberij," „En vraagt de Daily News indien moedwillige wreedheid jegens het meest onschuldige en weerlooze aller schepselen de f'ashionable uitspanning van den dag is moet er dan niet iets verkeerds in het nationale leven, iets verrots in den Staat zijn?" Het meest verontwaardigst is de kleine Echo, die altoos het zwaard getrokken heeft voor de regten der vrouw en voor de regten der dieren. "Kan men iets meer onvrouwelijks denken" zóó vaart dit blad uit „dan die hoog geboren, allerbevalligste grandes dames, ruischend in satijn, te midden van rozen en lusthoven vreugde scheppend in de verminking en der, doodstrijd van honderden dier vogels, met welke dichters hen zoo vaak vergelijken? Is het door dergelijke ridderspelen, dat de arristocratie van Engeland haar standpunt aan het hoofd der natie denkt te handhaven? Een wapenschild is in onzen tijd niet meer genoegwii behoeven koninklijke Koningen, edele edel lieden en gentle gentleman wil de revolutie ons niet overweldigen. Want waarlijk de mannen van de Com mune zullen juichen, wanneer ze uit Hurlinghatn vernemen, hoe de leiders en wetgevers des volks zich daar vermaken als eene bende luije, wreede schoolknapen Wederom heeft dr. Lankaster verslag uitgebragt aan de commisie uit het Lagerhuis, belast met 't beramen van middelen tot stuiting van het afschuwelijke „baby farming." Ilij verzekerde, dat in zijn district, gedurende het loopende jaar, ongeveer 100 zuigelingen dood waren gevonden, meestal op straat. Kindermoord wordt, volgens zijne meening, voortdurend op grooter schaal bedreven. Hij was verder van gevoelen, dat een jong kind voor niet minder dan 5 sh. wekelijks kan uitbesteed worden waar minder betaald werd, moest de verzoeking bestaan tot misdaad. Den 15 Julij zal te Edimburg, bij gelegenheid van het eeuwfeest van Walter Scott, eene tentoonstelling geo pend worden van een aantal voorwerpen, betrekking hebbende op den beroemden romancier, zooals de hand schriften van verschillende zijner werken, zijne portretten, zijne wies, enz. Italië, Het gebruik van den tunnel door den Mont-Cenis levert groote moeijelijkheden op. Bij den eersten proeftogt zijn twee van de drie machinisten gestikt. Er zijn thans in Engeland locomotieven besteld, die hunnen rook zelf ver teren; maar toch vreest men dat daardoor niet alle gevaar is uit den weg geruimd. Er zal nu een krachtig werkend ventilatie-systeem moeten toegepast worden. Voordat het werk was voltooid, had men voorzorgen moeten nemen, dat de rook onderdoor den tunnel zon worden afgevoerd. De warmtegraad in den tunnel is ongeveer 32° K. Amerika. De laatste pest-epidetnie te Buenos Ayres werd nog belangrijk verderfelijker, doordat te midden daarvan de serenos en vigelantes (politie-dicnaars) het werk staakten en om loonsverhooging dwongen. De doodgravers waarvan niemand gestorven is volgden hun voorbeeld, en vele dagen lang was geen persoon te vinden, die de lijken wilde begraven. De kisten werden daarom maar op bet einde van het kerkhof opeengestapeld. De tooneelen op het kerkhof waren dikwijls gruwelijk om aan te zien en herinneren aan de tooneelen in den tijd van do groote pest te Londen. Men groef slechts een grooten kuil, waarin de lijken, sommige in kisten, velen in doeken gewikkeld, van den doodenwagen afgeworpen en met kalk overdekt werden. Die graven bleven open tot zij geheel vol waren. Dan groef men een nieuw, en het verschrikkelijk werk ging weder zijn gang. Men berekent, dat over de twintig duizend menschen op deze wijze hun laatste rustplaats gevonden hebben. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 22 Junij. 24 Junij. Drie Gezusters. G. C. Fischer. Baltimore. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor Herkomst. 25 Junij. Carolina. J. Stuart. DuinkerStGoedk. Odcssa. 25 CharlesS.Baylis. J. T. Steelle. van Vliet Co. Mobile. 25 Lota. C.B.Sückling. Duinker&Goedk. Ilangoon. 26 Storf.ConstantinC.Stenman. Order. NewOrleans. 26 J. P. Jühl. W. Parrow. ZurMühlen&Co. Galatz. 26 Pepina. G.S.d'Ancona. Sulina. 27 Fanny. J. Eaton. Soerabaija. De staat der schepen om in de Binnenhaven te lossen zal in 't volgend nummer worden opgenomen. AFLOOP DER VEILING gehouden op Maandag 26 Julij 1871, in het lokaal Tivoli, door den Notaris B. WERENDLIJN SMIT te Helder. 1. Een Woon- en Winkelhuis, Hoofdgracht K, No. 14, te Nieuwediep. Kooper de heer .T. P. Lijdsman, voor f 4580. 2. Een Huis en Erf, Dijkstraat H, No. 393, te Helder. Opgehouden. 'c p Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 25 12 ono. 0.7k. 762.90 f 2.14 14.6 - 2.3 0.66 wein.golv 20 12 nnw. 10 764.10 f 3.39 12.4 - 6.5 0.77 Golvend. 27 8 nw. 25„ 760.26 - 0.40 11.5 - 5.5 0.87 Hol in zee 27 12 18„ 759.92 - 0.74 11.7 - 7.2 0.86 ii Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). Weersgesteldheid: 25junij 12 u. Bewolkt, winderig, goedweer. 26Junijl2 u. Digtbewolkt, winderig, goedweer. 27Junij 8 u. Digtbewolkt, wind, koud. 27Junijl2 u. Digtbewolkt, wind, koud. Een kijkje bij de slagtoffers der Parijsche revolutie. De meesten worden gevangen gehouden in de reusachtige galerijen der oranjerie, waarin vroeger soms 1400 oraujeboomen onder dak werden gebragt, die, hoewel voorzien van groote vensters, geenszins voor gevangenissen geheel ongeschikt schijnen te zijn; zij bevatten de duizenden gevangenen, die hun vermoeide loden op den barden, konden grond uitstrekken. Geen stroo om op te slapen, geen bedekking hoegenaamd. Waren wij 'niet in Junij, zegt een oog getuige, de gevangenen zouden zeer van de koude te lijden hebben. Thans kunueu zij, door in groote massa's zamen te liggen, elkaêr wederkeerig nog een weinig verwarmen. De atmosfeer is stoffig door het voortdurend getrappel der onrustigen en half bedorven door de smerigheid der tijdelijke bewoners. Deze zien er meestal ellendig uit. Nachten op den barren grond doorgebragt, en de afwezigheid van water, kam en scheermes, strekken niet om liet menschelijk aanzien te verbeteren: eerder om aan kleedeven, huid en haar dezelfde stoffige, morsige en tuchthuisachtige tint te geven. De kleeding der gevangenen doet zien, dat de meesten tot de laagste klasse behooren. Hier en daar evenwel kan men een man zien, die oogensehijnlijlc beter dagen gekend heeft en die hier, met zijn jas en zwarten hoed, te midden van de overweldigende meer derheid van voyous en gavroc/ies, met hun blouses, zich gevoelt als een kat in een vreemd pakhuis. De gevangenen zijn zonder uit zondering jolige mensehen, sommigen zelfs knapen van 13 tot 16 jaar. Anderen zijn mannen in den avond van hun leven. „Er waren," zegt de berigtgever, „vele grijze en grijsachtige koppen. Velen hadden reeds meegedaan in vroegere revolutiën en op standen." Zijn gids, een Corsicaansch officier der gendarmen, wiens regiment bij de bevechting der Commune grooten roem verworven heeft, verhaalde, dat de zucht, om aan soortgelijke bewegingen deel te nemen, bijkans onsterfelijk mag heeten en overgaat van vader op zoon. Bij den strijd in de Meidagen vond men vele zoons naast vaders vechten en sneuvelen. Volgens zijn gevoelen was het eenige middel, om toekomstige revolutiën te voorkomen, hierin gelegen, dat men de revolutionairen met hunne gezinnen overbrengt naar koloniën. Daar zouden ze spoedig met evenveel geestkracht den bodem ontginnen, als zij te huis barrikadeu ge bouwd haddeu. In een gedeelte, het zoogenaamde „leeuwenhol" worden de gevaavlijksten onder de gearresteerden bewaard. Eenige schild wachten loopen voor de lage deur op en neder. Daarachter zag de correspondent een oud man zitten, met strooken vuil papier op zijn knie. Hij schreef onophoudelijk door. Hij had een woest en ellendig bleek gelaat. Zijn lippen waren onophoudelijk in beweging, lispelende wat zijn pen kraste. Of hij petitiën schreef, dan wel zijn gedenkschriften of zijn testament vermoRt de zegsman niet te ontdekken. Zeker is bet, zegt hij, dat met liet oog op het lot, hetwelk den bewoners van liet „bol" waarsohijnlijk toegedacht blijft, de laatstgenoemde bezigheid (1e meest gepaste wezen zou. In een afzonderlijke galerij der Oranjerie worden de zoogenaamde Interessants bewaardgevangenen, waartegen niets bepaalds kan worden aangevoerd en die lner met vele honderden bijeengebragt zijn. Sommigen hebben een wonderlijke en nog al havelooze kleedij. Zij krijgen gewoonlijk niets meer dan water en brood, doeh soms ook wel wat vleesch. Over het geheel is hun toestand aller ellendigst, en men moet, zegt de berigtgever, de onschuldigen beklagen, die ongetwijfeld bier met de schuldigen vermengd zijn. Er schijnt van den kant der bewakers geen geneigdheid te bestaan, hun gevangenen slecht te behandelen. Doch hoe pijnlijk is het reeds op zich zelf voor onschuldigen, om dan zamen met allerlei misdadigers en schavuiten te moeten huizen in vuilnis en een bedorven atmosfeer. Tiiiers op de tribune. Het traditionele glas water staat naast hemmaar hij geeft aan de bedienden een teeken waaruit deze opmaken dat hij er gaarne wat wijn bij heeft. De wijn wordt gebragt; hij bevochtigt er even zijne lippen mede en drinkt dan een teug water na. Dan brengt bij uit zijn zak te voorschijn een grooten witten zakdoek met rouwrand die hij in zijne geheele uit gestrektheid ontvouwt. Hij wischt er zijn gelaat mede af, vouwt hem weer op en legt hem dan voor zich tot verder gebruik, indien noodig. Dan draait hij een weinig met zijn hoofd een hoofd met kort, dik en sneeuw-wit haar plaatst de beide handen op zijn lessenaar als om zich van de soliditeit van liet meubel te vergewissen, ziet ten paar maal rond om te zien of iedereen wel oplet, totdat bij eindelijk begint: Messieurs! Zijn eerste zinnen spreekt hij gewoonlijk zacht uit; eerst later verheft hij zijn stem. Gaarne doet hij soms alsof hij het geschikte woord niet kan vinden, hij doet als geraakt hij in verlegenheid, maar dan volgt, terwijl hij zijn stem laat dalen, juist het allergeschikste en allerkeurigste woord dat een sterveling zou kunnen uitdenken en dat ook gewoonlijk luide toejuiching of algemeene hilariteit uitlokt. Een schoolmeester, die zijn pleizier wel op kon. Als een bewijs, dat er in ouden tijd ondeugende jongens en onhandige onderwijzers gevonden werden, kan dienen de volucnde brief, ten jare 1650 door E. A. Brösman, rector te Joachimsthal, aan zijn deken geschreven. Weleerwaarde, Hooggeleerde, bijzonder Zeergccerde Heer Deken. Uw weleerwaarden supplicando te molesteereu. Kan ik klagende en uit dringenden nood niet nalaten, in zoover afgeloopen jaar spoedig na het boog heilig Paaschfeest de schoolknapen alhier, (zonder twijfel opzettelijk door gewetcnlooze lieden misleid) van mijne collega's, een bijzonderen, grooten verschrikkelijken moedwil getoond hebben, daar zij eerst alle tegelijk, zonder eenige oorzaak, mijn tafel hebben verlaten, daarna in de school tot mijn bijzondere hoon en trotsering, ruim J jaar hebben geschreeuwd, gejuicht, ge trommeld, gefloten, gebalkt, gemiauwd als de katten, gekeft als de jonge honden, gebulkt en geblaat als liet wilde vee, ja, als de helsche draak zelf; met beide voeten, als de volboeren, de deur van de school en het koor uitgeklotst; dan weder eens allen tegelijk gefloten om het hardst en zelfs onder het heilige gebed, sit bona venia verbo, onkiesche mannetjes en vrouwtjes op mijn stoel en tafel met krijt uitgeteekend; de Tekentafel met slik besmeerd, zoodat er geen krijt meer op afgeven wil; in mijn afwezigheid de exempels van de rekentafel vervalsohtonder het tafelblad een stuk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 3