BUITENLAND.
Kruis en de Citadel-medaille, eenige leden van de beide
Kamers der Staten-Generaal en de voorzitters van de
vereenigingen het Metalen Kruis en het Zilveren Kruis
en van den Nederlandschen Weerbaarheidsbond, hebben
zich in commissievereenigd, ten einde de oprigting van
een gedenkteeken te verzekeren op het graf, waarin de
overblijfselen zullen rusten van de dapperen, die op de
Citadel van Antwerpen hun leven voor het vaderland hebben
gelaten, (D. v. Z. H.)
In het kort overzigt van de handelingen der algemeene
Synode der Nederl. Herv. kerk (in de Kerkelijke Ct.) leest
men o. a. het volgende:
„Ernstige discussie lokten de voorstellen uit tot het
nemen van maatregelen ter verhooging van de predikants-
tractementen. Als een onbetwistbaar feit werd aangenomen,
dat, met uitzondering van die gemeenten, welke in het
bezit van rijke pastoralia zijn, in den regel de tractementen
veel te gering moeten heeten. Overtuigd dat zij niet slechts
geroepen is om alle belangen der Kerk te behartigen, maar
ook verpligt om in dezen handelend op te treden, besloot
de Synode ter verbetering de handen aan het werk te
slaan. Zij ging daarbij uit van het beginsel, dat elke
gemeente, zoo mogelijk, zichzelve helpe, en verwierp den
voorgestelden maatregel om een fonds bijeen te brengen,
waaruit op den duur de tractementen zouden kunnen ver
hoogd worden. In dezen geest zal nu een schrijven aan
eiken kerkeraad en aan ieder collegi* van kerkelijke admi
nistratie gerigt worden, waarin nevens het billijke, pligt-
matige en noodzakelijke eener tractementsverhooging, aan
wijzing gedaan wordt van de middelen, die daartoe aanbe
veling verdienen."
Aan den heer J. Kiet, theol. dr. en pred. te Cocksdorp,
op Texel, is toezegging van beroep verleend naar de Herv.
gemeente te Wijdenes.
Men schrijft ons uit West-Terschelling, dd. 4 Aug.:
„Gisteren had, onder begunstiging van het schoonste
weder, de vroeger aangekondigde harddraverij te Midsland
plaats. Dertien paarden dongen mede. Na een moeijelijken
kamp werd de prijs, zijnde 30 gulden, behaald door de
zwarte bles, toebehoorende aan C. G. Kijkeboer en de
premie, een zilver verguld liorologie, door de zwarte lang
staart, toebehoorende aan T. de Boer, terwijl de tweede
premie werd behaald door de bruine merrie van J. Droeviger,
bereden door den eigenaar. Tot opluistering van het feest
was een te Leeuwarden- tehuis behoorend muziekkorps
geëngageerd, en het feest werd des avonds met een inder
daad fraai vuurwerk besloten.
De bijeenkomst der „vereeniging van hoofd- en
commandeerende officieren der dd. schutterij in Nederland"
is jl. Vrijdag in het lokaal Diligentia te 's Hage geopend
door den voorzitter van het bestuur jhr. D. Bicker, kol.
der dd. schutterij te Amsterdam, die daarna het voorzitter
schap der vergadering opdroeg aan den heer Joh. E. Kniglit.
kol. der dd. schutterij te Rotterdam. Het bestuur werd
alsnu zamengesteld uit voornoemden kolonel Knight, als
waarnemend voorzitter, luit.-kol. Eckhart, uit Nijmegen,
luit.-kol. van Stralen, uit 's Hage, majoor W. A. baron
de Constant de Rebeque, uit Wageningen, majoor J.
Wertheim, uit Amsterdam, (secretaris) en J. F. Tack Hz.
uit Amsterdam (penningmeester.)
In een uitgebreid verslag, uitgebragt door den secretaris
Wertheim, werd mededeeling gedaan van wat de regering
het onbeschaafdste volk van allen 1"
„En Frankrijk," zeide zij verder zonder acht op hem te slaan,
„heeft altijd den treurigen plicht moeten vervullen zich tegen dat
veroveringszuchtige volk te moeten verdedigen en het heeft zijn
bette bloed daarvoor opgeofferd. Er is geen eeuw in onze geschiedenit
waarin wij vrede gehad hebben en niet gedwongen waren tot hevige
oorlogen tegen Duitschland. Welk een tijd zou "de tijd van
Lodewijk XIV voor de -wereld geweest zijn, als zijn beste kracht
niet verlamd en zijn verhevenste plannen niet gedwarsboomd waren
geworden door zijne oorlogen met DuitschlandMaar ik kan niet
aannemen, dat gij de geschiedenis van Frankrijk zóó goed kent om...."
„U te kunneu volgen, mejufvrouw? In die beschouwing
waarlijk niet; u te kunnen volgen in liet denkbeeld den armen
Lodewijk XIV te moeten beklagen, omdat hij genoodzaakt was bij
den onrustigen en veroveringszuchtigen Duitschen nabuur den Paltz
te vernielen, de heerlijke Kijnlnndeu te verwoesten, onze kasteelen
en kerken tc verbranden en ons de oude rijksstad Straatsburg te
ontnemen neen, in dat denkbeeld kan ik u niet volgen. Beklaagt
gij ook den armen kardinaal de Bichelieu, omdat hij in Duitschland
den rampzaligen dertigjarigen burgeroorlog moest aanstoken en
voedsel geven
„Ja voorzeker het kostte hem moeite genoeg het te doen.
Dat hij geen vriend der Protestanten was, heeft hij bij la Itochelle
getoond, hij heeft ze daar zwaar genoeg gestraft; hoe pijnlijk en
hard moet het hem, den man der kerk geweest zijn, door de politiek,
door de altijddurende bedreiging, die Duitschland voor ons was,
gedwongen te zijn de ketters te ondersteunenJa, mijnheer, ik
beklaag den kardinaal de Bichelieu, die groot genoeg was een schuld
op zyn geweten te laden ter wille van zijn vaderland
Miju medgezel begon bij het hooren van deze woorden zachtjes
te lachen. „Het schijnt," zeide hjj, „dat men de geschiedenis
overal voordraagt als een pleidooi voor zijne eigene zaak.... „De
wereldgeschiedenis is het wereldgericht," inoet misschien veranderd
worden in: „de wereldgeschiedenis is de groote rechtbank, waarvoor
de advocaten der volkeu, de geschiedschrijvers, hunne redevoeringen
voor hunne partij houden. De eigenlijke rechter is de: Tijd."
„Wij zijn bij ons huis aangekomen," zeide de jonge dame, een
einde makende aan onze geleerde samenspraak. „Ik dank u, mijne
heereu!" Zij maakte een lichte buiging en ging snel over het terras
heen, om in een deur, die gelijkvloers was, en die naar het scheen
op een kier stond, te verdwijnen.
„Waarachtig," zeide Glauroth haar naziende, „dat schijnt mjj
toe een bekoorlijke jonkvrouw te zijn en-onze ontmoeting met
haar in den maneschijn zou een zeer aardig avontuur geweest zyn,
als zij, helaas I geen zeer geleerde vrouw was."
„Hoe zjjt gij tot die gedachte gekomen Door eenige zeer
wonderbare (pardoxe) voorstellingen van de Fransche geschiedenis?
„Ik bid u, ecne Fransche, die van de politiek van Bichelieu en
Lodewyk XIV weet te spreken!"
„Misschien heeft zjj daarvan wel iets in den „Siècle de Louis
Quatorze" van Alexander Dumas gelezen."
„Ja, dat kan zijn het bevatte ten minste alle kenteekeneu,
ten aanzien van de schutterij verrigt had of voornemens
was te verrigten. Aangaande den schietwedstrijd aan de
Bildt, die ten vorige jare zou plaats hebben doch uitgesteld
is, werd melding gemaakt van ondervonden onaangenaam
heden en onregtvaardigheden, die eindelijk doortussclienkornst
van Z. M. den Koning opgeheven werden. Uit het verslag
bleek nog, dat de vereeniging 109 leden telt, dat zij een
goede toekomst tegemoet gaat en krachtig kan medewerken
om de schutterij te doen strekken tot een krachtigen waar
borg voor de onafhankelijkheid van Nederland.
Een voorstel van het bestuur of de vergadering
wenscht, dat het ontwerp van wijziging der schutterijwet,
zoo als door het comité is vastgesteld, alsnog aan de
regering zal worden aangeboden, werd, na een ingewikkelde
en hevige discussie, met 36 tegen 7 stemmen in toestem
menden zin beslist. In deze vergadering is bij acclamatie
het eere-voorzitterscliap opgedragen aan jhr. Bicker.
Na afloop woonden de leden een concert in den zoölogisch-
botanischen tuin bij.
Den volgenden dag werd de vergadering voortgezet;
daarin is het reglement vastgesteld. Tot leden van het bestuur
werden herkozen of gekozen de hh. Eckhart, Knight, van
Stralen, Wertheim, de Constant de Rebecque, Miiller,
Brumsteede, de Jonge van Swijnsbergen en Knottenbelt.
Ten zes ure des middags vereenigden de leden zich aan
een diner op het groot badhuis te Scheveningen; daarna
werd met een concert en vuurwerk de dag feestelijk
besloten.
Jl. Vrijdag avond kwam de Nederlandsche Nationale
Werkliedenvereeniging te 's Hage bijeen om het reglement
vast te stellen. De vereeniging wilde, volgens den voorzitter,
orde, godsdienst en getrouwheid aan de wetten des lands;
hierin wil zij geacht worden lijnregt te staan tegenover de
Internationale. Het reglement hevat ook de bepaling: „de
vereeniging schaart zich om het stamhuis van Oranje,"
eene bepaling, die sommigen overbodig oordeelden, doch
ten slotte aangenomen werd.
De N. R. Crt. verlangt dat er, met het oog op de
naderende cholera, ook geen gewijzigde kermis, baechanaliën
genoemd, te Rotterdam gehouden zal worden.
Op de paardenmarkt te Utrecht waren gisteren aan-
gebragt 560 paarden met vluggen handel, door Duitsche en
Fransche kooplieden, die hooge prijzen besteedden. De handel
voor het binnenland was van weinig beteekenis. (U. D.)
Jl. Zaturdag is de hulponderwijzer v. R., in de rivier
de Eem nabij Amersfoort zich badende, onbedreven in de
zwemkunst, op jammerlijke wijze verdronken.
Te Harderwijk heeft het volgende treurige ongeluk
plaats gehad. Een reeds hoog bejaard echtpaar kreeg
's morgens twist. Na elkander een geruimen tijd met niet
zeer vriendelijke woorden te hebben toegesproken, gingen
zij te zamen uit, terwijl hun twist nog steeds voortduurde
en beiden zich uitermate driftig maakten; opeens zakte de
vrouw ineen en bleef op de plaats dood. Bij onderzoek
bleek het, dat zij door eene beroerte was getroffen.
Het Zangersfeest te Arnhem is jl. Zaturdag aange
vangen. De uitvoering op den eersten dag beantwoordde
geheel aan de verwachting. Dat van elders een groot aantal
bezoekers gekomen was om èn het muziekfeest èn de heer
lijke omstreken te genieten, behoeft naauwelijks gezegd te
worden.
dat hart geschiedkundige kennis uit zulk een zekere en grondige
bron geput was. Het was toch in allen gevalle vermakelijk te zien,
dat de dingen zoo scheef werden voorgesteld."
Vermakelijk? het heeft mjj zeer ontstemd, innerlijk vertoornd en
te gelijk treurig gemaakt."
„Wat zulk een onzin, zulke door en door belachelijke
opvattingen?'
„Ik kan er niets belachelijks aan vinden. Een onrecht, dat men
niet hopen kan dat uitgewischt zal worden, een dwaling, die
men niet kan wederleggen, doen in mij altijd een smartelijk gevoel
van onmacht ontstaan, dat ik niet kan overwiuueu. En verder:
komt het dan eigenlijk op de oorspronkelijke daadzaken en op de
waarheid aan Met welke gedachten, op welke gronden en met
welk recht Lodewyk XIV zijne verderfelijke oorlogen tegen ons
voerde zijn afgedane, twee honderd jaren achter ons liggende zaken.
Of zijne beweegredenen goed of slecht waren, wat komt dat er
voor de tegenwoordige wereld op aan? l)e tegenwoordig geldende
opvatting, de verklaring der oude gebeurtenissen, dat is het waarop
het aankomt, dat is het praktische» als de Franschen allen zoo
denken als deze dame, moeten zjj in ons den erfvijand zien, en
boe zullen dan twee edele volken van Europa ooit weder tot een
wezenlijken vrede kunnen komen?"
„Ik zie, de woorden van deze dame Kühn noemde de geeste
lijke haar naar ik meen hebben u verschrikkelijk veel te denken
gegevenK.om, zullen wij de verkenning naar den kant der rivier nog
voortzetten, of zullen wij ons, wat ik verreweg zou verkiezen, aan
het genot overgeven om eens in een goed warm bed te gaan slapen?"
„Ik geloof," zeide ik, „dat wij dit laatste zonder gevaar kunnen
doen. Als de jonkvrouw alleen een wandeling door het bosch
maakt, moet zij overtuigd zijn, dat er geen aanval van onze vijanden
te duchten is."
Ik ging met hem naar het nevengebouw om nog eens te zien
hoe paarden en manschappen ilaar onder dak waren en keerde ver
volgens naar het heerenhuis terug, waar mijn oppasser mij in mijn
kwartier afwachtte. Ik beval hem zijne wapenen bij de hand te
houdeu, maar zich overigens rustig in den gezonden slaap te ver
heugen, die hem wachtte.
Het duurde zeer lang eer ik in slaap viel. Ik hoorde nog altijd
de zoet klinkende stem der jonkvrouw in mijn ooren klinkeu, en
ik kou de zonderlinge gewaarwording, waarin dat, wat ze mij
gezegd had, gestort had, maar niet overwinnen. Ik dacht aan datgene,
wat haar van hare kindschheid af door mannen als dezen geestelijke,
die voorzeker een groot aandeel aan hare opvoeding had gehad en
door kloosterzusters wns geleerd, om hare denkbeelden een bepaalde
richting te geven. Welke denkbeelden de geestelijkheid van ons
had en verspreidde, en hoe zij het volk tegen ons ophitste, wisten
wij. Maar dat alles nam, als ik mij zoo eens mag uitdrukken,
den doorn niet weg, die het jonge meisje mij op haar trotsehe
manier in het hart had gedrukt. Het was misschien een dwaze,
jeugdige ijdelheid, die niet kon dulden door een zoo aardig en
lief meisje, dat ons onder zulke romantische omstandigheden ontmoet
was, miskend te zijn geworden. (Wordt vervolgd.J
Or
Tan
In navolging van het voorbeeld, onlangs door een J
voornaamste fabriekanten te Zwolle gegeven, heeft
directie der werkplaatsen van de Maatschappij tot exploitt j,;jzoi
van Staatsspoorwegen, aldaar gevestigd, zes werklieden, 4 zujl
zich bij de beruchte Internationale hadden aangesloten, 0pSta
haar dienst verwijderd. ejger
Door den dauw der laatste nachten heeft de aar
appelziekte in dezen omtrek, zoo schrijft men uit Zwol] ®rou
eene onrustbarende uitbreiding verkregenhet loof, waan aaI1»
's ochtends dauw valt, is reeds vóór den avond zwart; ko
daarna gaat de knol tot rotting over. ncmi
Te Heerenveen overleed dezer dagen in 63jarif
ouderdom mr. A. E1. Jongstra, advocaat en oud-lid d i in
Tweede Kamer.
tcger
Door den landbouwer B. Bruins, onder Winsum, zj zijn i
dezer dagen te Sappemeer verkocht 20 ossen, voor dé
buitengewonen prijs van 200 per stuk, om ze in de oorlc
herfst te leveren.
Dezer dagen heeft zich in Groningen het volgend
geval voorgedaan. De penningmeester van een polderbestui depai
was overleden. Zijn inboedel werd verkocht en zoo kwaï door!
ook het archief van den polder, als scheurpapier, in Mteger
bezit van een koopman in vodden, enz. De koopman va volgt
kocht dat papier later weder aan een collega in Groningei N:
Bij het sorteeren der papieren ontdekte men daaronder ei Duit
zeer groot aantal coupons en certificaten, elk van 100( voor
gezamenlijk een bedrag van ongeveer twee tonnen goud Men
Spoedig bleek, dat die stukken en coupons reeds wart spoei
afgelost en uitbetaald, maar niet vernietigd, noch gerooijeer
De koopman was eerlijk genoeg, alles van onder het andei jl.
scheurpapier uit te zoeken en aan het betrokken poldenvan
bestuur weder ter hand te stellen. Dit laatste betuigd
den koopman zijn besten dank voor die teruggave zondf
voorbehoud, en gaf, door een geldelijk geschenk, mede blij trans
van zijne erkentelijkheid. (N. Rott. Ct.) wn(j
Gevat. Een Israëliet liep dezer dagen op het perro
van een spoorwegstation, zijn waar te koop aanbiedendt door
Hij loopt den tot vertrek gereed staanden trein langs, steel waar
roepende: „Pijpedopjes! Pijpedopjes! voor drie cent!" Ti geest
hoogte van een waggon eerste klasse gekomen, merkt
een jongmensch op, die blijkbaar zijn fabrikaat opnaa
„Meneer ook pijpedoppies, drie cent?" En of onze negi
ciant het den passagier wat lastig maakte of niet, op zij jóóz
vraag kreeg hij bits ten antwoord: „Ga weg, Jood! di dei
maak ik zelf!" De Israëliet, zag hem naïf aan en zei nu
„Meneer ook in Leeuwarden geweest? Aangenaam kenni
te maken."
mog
der
men
scho!
N
ontv
Heg
ziini
(381
Brit
trar
was
de
zijn
Yan
de
lijk
zuil
is,
mai
van
Pai
Ve:
gev
te
der
F r a n k r ij k,
In het regeringsblad van den 3 dezer is een uitvoer
rapport medegedeeld aan den maarschalk Mac Mahoi
omtrent de verrigtingen van het leger van Versailles, va
den llden April, het tijdstip zijner formatie, tot den 28ste
Mei, den dag, waarop het Parijsche oproer als volkome
beteugeld kon worden beschouwd. Aan het slot van da
stuk leest men: „Alzoo is door het leger van Versailles
anderhalve maand tijd het geweldigste oproer bedwongen
hetwelk Frankrijk ooit aanschouwd had. Wij hebben belang
rijke werken van aanval tot stand gebragt; meer dan I
kilometers loopgraven aangelegd, 80 batterijen, met 35)
stukken gewapend, opgerigt. Wij hebben vijf op eem
geduchte wijze gewapende en hardnekkig verdedigde forten,
alsmede talrijke veldwerken, bemagtigd. Na in de stai
doorgedrongen te zijn, heeft het leger, in een acht dagi
lang onverpoosd gevoerden strijd, al de sterkten der commune
al hare schansen, al hare barricaden ingenomen, den bram
der gebouwen gebluscht en geweldige ontploffingen voor
gekomen. Het oproer heeft verbazende verliezen geleden
wij hebben 25,000 gevangenen gemaakt, 1500 stukkei
geschut en ruim 400,000 geweren veroverd; terwijl he
verlies aan onze zijde betrekkelijk zeer gering is geweest scli
dank zij het beleid en de behoedzaamheid onzer generaal vrc
en de onversaagdheid en voortvarendheid van onze soldaten bui
en hunne officieren." De maarschalk geeft vervolgens d(
cijfers van dit verlies op, die reeds door den telegraaf zijn
overgebragt.
De regering heeft onlangs twee Pruissisclie soldaten,
een luitenant en een onderofficier, van wien de een eene
vrouw, de andere een kind met de grootste opoffering het
leven had gered, de Fransche reddingsmedaille, op voorstel
der maires van de plaatsen, waar het voorviel, verleend.
Dezer dagen is een begin gemaakt met het herbouwen
van het huis van Thiers.
Het verhoor der p. m. 33,000 krijgsgevangenen, die
na de onderwerping der Commune in verscheidene steden
zijn verdeeld, is begonnen. Een kapitale regtshandelKonden
de heeren regters nu maar op eene gemakkelijke wijze de
schuld of onschuld der preventive gevangenen te weten
komen!- De Fransche regel: „Houd ieder voor schuldig,
die zijne onschuld niet kan bewijzen," zal men hier niet
te best kunnen volgen; men zal hier zich met een Franschen
slag moeten doorslaan ep ieder laten loopen, wiens schuld
niet zonneklaar blijkt. Het zondenregister (gezegd acte van
beschuldiging) vanAssi, Rochefort, Paschal Grousset, Courbet
en Urbain, de hoofdbescliuldigden, is opgemaakt en de
beminnaars van crimineele regtsgedingen zullen dus eerlang
hun hart kunnen ophalen.
De acte van beschuldiging der opstandelingen is
gisteren publiek gemaakt. Zij bevat eene geschiedenis van
de handelingen der Internationale, die den opstand voorbe
reid hebben. Daarop volgen rapporten omtrent de onder
scheidene beschuldigden. Assi wordt beschuldigd van
aanstoking van burgeroorlog, van usurpatie van burgerlijk
en militair gezag, van zich in de plaats der regering te j
liebbeiï gesteld, van decreten te hebben goedgekeurd en u
ten uitvoer gelegd, waarvan de gevolgen zijn geweest j
verwoesting, plundering, brand en moord. j
on
uit
aa
va
za
v«
P
m
v<
ri
ki
k
A
di
rt