Marine-Haven Nieuweiliep. Zwoll waari irt; ko een d Onder de andere aangeklaagden, tegen wie beschuldigingen eeft Tan gelijken aard worden ingebragt, wordt Courbet in het :ploitat bijzonder beschuldigd van aan de vernieling van de Vendöme- den, (j (Ujj te hebben deel gehadLullier van troepen voor den 'ten, i opstand te hebben verworven en aangevoerd en van staats eigendommen te hebben geschonden en van militairen te le aar hebben overgehaald om tot de opstandelingen over te gaan Grousset van openlijk tot rebellie tegen de wetten te hebben aangespoord, van hoon tegen de Nationale Vergadering; Verdure, Bellioray en Ferré van willekeurige inbeslag nemingen, van opzettelijke vernieling van particuliere huizen fn openbare monumenten; Jourde van het zegel der staats kas te hebben geschonden en het geld van den Staat te hebben verkwist; Ferrat en Clement van de wapenen tegen Frankrijk te hebben gedragen. De andere rapporten um, zi zijn nog niet openbaar gemaakt. Volgens de Standard liggen te Toulon 3 Fransche oorlogschepen gereed om uit te zeilen, met het oog op mogelijke verwikkelingen in het Oosten. Woensdag jl. zijn twee Duitschers te Poligny in het bestun departement Jura, dood gevonden. De Pruissische troepen kwat doorliepen woedend de straten en kwetsten allen die hen in h( tegenkwamen. Zij wilden den stad in brand steken. Den volgenden dag is de bezetting met 800 man versterkt. Naar luid van tijdingen uit de departementen waar de der e« Duitschers gelegerd zijn, gaan deze met hunne kwellingen -lid di oor de in olgend /lOOt goud aijeeri andei poldei ïtuigj zonde le blij, -) perro dendi doo: steed yoort en verbitteren daardoor de bevolking in hooge mate. Men vreest voor meer conflicten, indien de Pruissen niet ware spoedig aftrekken. De admiraal Cosnier, oud-prefect van Marseille, jl. Vrijdag te Toulouse aangekomen, heeft zich Zaturdag van het leven beroofd in het hotel, waar hij zijn intrek had genomen. Te Versailles is een Communeman öntvlugt bij het transporteren; twintig kogels werden den vlugteling nage zonden, allen mis. Een dagblad van Beauvais meldt, dat dezer dagen or de Pruissen te Compiègne weder een zeer achtens waardige familie in smart is gedompeld om een klein- Ti geestigheid! De soldaten waren aan het exerceren op een rkt lijder pleinen. Een zeer jong student een knaap zou 'pnai men haast zeggen herhaalde de commando's luid en dit nego schokte het eergevoel van den commanderenden officier' »P zij zóózeer, dat hij twee soldaten uit de gelederen zond, om l! di den jongeling met sabelhouwen te mishandelen, zóódat hij n zei nu in ernstig levensgevaar verkeert. ^enn Engeland. Naar luid van een door de Admiraliteit uit Hongkong ontvangen telegram van den 3dezer 11., is het transportschip Megaera in zinkenden toestand, op het St. Pauls-eiland, omstreeks midden tusschen de Kaap de Goede IIoop en zijne bestemming, Australië, gestrand. Al de opvarenden (383 koppen) zijn, naar luid van het berigt, gered. De heer E. J. Reed, de bekende constructeur bij de !8stet Britsche marine, legt in den Times de verklaring af, dat 't ;ome transportschip Megaera sinds jaren door hem als onzeewaardig n (j, was afgekeurd; maar dat hem door den eersten lord van de Admiraliteit het zwijgen was opgelegd. Hij geeft als zijne overtuiging te kennen, dat 't tegenwoordig beheer van 's lands zeemagt ten eenenmale onbestaanbaar is met de veiligheid van officieren en zeelieden, waarvan 't natuur lijk gevolg wezen zal, dat eerlang de manschappen weigeren zullen op Hr. Ms. oorlogsbodems zich in te schepen. Het is, zegt hij, onbegrijpelijk, dat het lot van Engeland's groote marine achtereenvolgens wordt overgelaten in de handen ran personen, die alle kennis van zaken missen. Het Parlement bereidt zoodoende een lange reeks van rampen voor. Jl. Vrijdag namiddag hebben te Dublin de leden der Vereeniging tot het verkrijgen van amnestie voor de Fenians, gevolgd door eene groote menigte, getracht eene meeting te houden in het park Phoenix en wel ondanks het verbod der politie. Eene ernstige botsing was het gevolg. Het schijnt dat de politie zeer streng heeft gehandeld en mannen, vrouwren en kinderen heeft geslagen. Een groot aantal burgersen politie-agenten zijn gewond. De orde is hersteld. Duitse h land. voer ialioi i, va. les li ngea dans in 4i 35i eem n'ten stat lagei ïune jrani voor iden kkei 1 ha •eest raali latei s dt zijn aten, eene het rstel d. wen die iden iden i de sten dig, niet hen iuld van ■bet de me De Keizer en de Keizerin van Duitschland, vergezeld van den Groothertog van Weimar hebben dezer dagen een bezoek gebragt bij den Prins en Prinses von Wied te Neuwied. Van de 2000 Berlijnsche studenten zijn er 700 uit getrokken in-den laatsten oorlog en slechts 28 gesneuveld; ongelukkiger waren de Leipziger studenten; van de 400 üitgetrokkenen sneuvelden er 62. Particuliere berigtèn uit Weenen houden in, dat de aanstaande zamenkomst der Keizers van Duitschland en van Oostenrijk volstrekt geene staatkundige beteekenis hebben zal, maar eenvoudig eene daad van wellevendheid is. 11 a 1 i Uit Caprera wordt berigt, dat de gezondheidstoestand van den generaal Garibaldi ernstige reden,tot bezorgdheid geeft. Hij is meestal bedlegerig; het zitten valt hem hoogst moeijelijk en wanneer hij nog een enkelen keer zijne woning verlaat om de omstreken te bezoeken, dan is het in een rijtuig, want het zou den generaal onmogelijk zijn zelfs een klein eind te voet af te leggen. Volgens de Opinione heeft de Italiaansche regering kennis ontvangen, dat tot scheidsregster in de zaak der Alabama-kwestie benoemd zijn: Koning Victor Emanuel, de Keizer van Brazilië en de president der Zwitsersche republiek. Spanje. De Gaceta maakt de mandaten openbaar, krachtens welke vier nieuwe beschuldigden in zake den moord van Prim voor de regtbank zijn gedaagd. Daaronder noemt men den kolonel Solis, adjudant van den hertog van Montpensier. Als getuige zijn gedaagd de hertog van Montpensier en zijne secretarissen Esquivel en Latour. PLECHTIGE OVEHBHEXGIjVG der stoffelijke overblijfselen van de Nederlandsche officieren, tijdens het beleg der Citadel van Antwerpen in 1832 aldaar begraven. De Staatscourant bevat eene inededeeling van Z. Eic. den minister van Oorlog, ter begeleiding van 't programma betredende bovenbedoelde overbrenging van Antwerpen naar Ginneken, bij Uredn. In afwachting dat de opgraving der gebeenten van de militairen van minderen r.tng later (vermoedelijk in 1873) zal plaats hebben, zullen de stoffelijke overblijfselen thans worden over gebragt van wijlen de kapts. B. van Hoey Schilthouwer van Oosteé, C. D. A. Schutter, L. M. van Onselen en P. Morre, van wijlen den lsten luit. P. A. Lammerts van Bueren en van wijlen den 2den luit. M. Nanfzing, die tijdens het beleg, en van den kolonel C. H. C. Eymael en den lsten luit. J. G. de Haan, die vóór het beleg gesneuveld zijn. Op de begraafplaats te Ginneken zijn in der tijd begraven de generaal Chassó, de luit.-generaal Seelig en de kolonel jhr. de Boer, die allen een roemrijk aandeel in de verdediging gehad hebben. Het programma voor deze plegtigheid, in 3 afdeelingen verdeeld, luidt als volgt: I. De stoffelijke overblijfselen der Nederlandsche officieren, die tijdens het beleg der Citadel van Antwerpen in 1832 aldaar begraven zijn, zullen op den 21sten Aug. 1871 te Antwerpen worden in ontvangst genomen door eene commissie, bestaande uit: den generaal-majoor M. D. graaf van Limburg Stirum en den kolonel der artillerie F. van Exter, beiden tijdens het beleg deel uitgemaakt hebbende van de bezetting der Citadel; mitsgaders den gepensioneerden kapitein ter zee W. A. de Gelder, behoord hebbende tot de bemanning der flottille, gedurende het beleg op de Schelde gestationeerd geweest. Vervolgens zullen die overblijfselen worden overgebragt aan boord van Zr. Ms. raderstoomschip de Valk, ter reede van Antwerpen liggende, waartoe 14 gewezen onderofficieren en soldaten, versierd met de medaille der Citadel van Antwerpen, aan de commissie zullen zijn toegevoegd. De overbrenging naar den Schelde-oever zal op eenvoudige wijze geschieden; van daar naar het stoomschip de Valk zal de over brenging met sloepen plaats hebben. Van het oogenblik dat de overblijfselen in de sloepen zijn geplaatst, tot dat van aankomst op het stoomschip, zullen minuutschoten worden gelost. Het stoomschip de Valk wordt begeleid door Zr. Ms. ramschepen Buffel en Schorpioen en monitors Heiligerlee, Tijger en Krokodil, allen ondcv het bevel van den schout-bij-nacht J. J. Wichers, welke schepen, nadat de stoffelijke overblijfselen aan boord van het eerstgenoemde vaartuig zullen zijn overgebragt, onverwijld gezamenlijk de reis naar Moerdijk aanvaarden. Aan het station Moerdijk van de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen, zal op den 22 Augustus, des voormiddags ten 10 ure, een extra trein gereed staan. De commissie vroeger vermeld, zoomede het ótat-major van Zr. Ms. oorlogschepen, wordt hier ontvangen door eene commissie bestaande uit: den generaal-mpjoor W. H. Doorman, den gepen sioneerden kolonel L. E. Tiesselinek, die tot de bezetting der Citadel, en den gepensioneerden kapitein-luitenant ter zee G. H. Meesman, die tot de bemanning der flottile, hierboven bedoeld, behoord hebben. Bij die ontvangst zal tegenwoordig zijn de generaal-majoor bevel hebber in de 2de militaire afdeeling. De stoffelijke overblijfselen worden vervolgens in den spoortrein geplaatst, en vergezeld van de beide commissiën en eene deputatie van de états-major der oorlogsbodems, overgebragt naar Breda. Van het oogenblik, waarop de stoffelijke overblijfselen Zr. Ms. stoomschip de Valk verlaten, tot dat zij in deu spoortrein geplaatst zijn, zullen minuutschoten worden gelost. Na aankomst van den spoortrein, begeeft de generaal-majoor graaf van Limburg Stirum zich naar den minister van Oorlog, die, ingevolge de van den Koning ontvangen opdragt, Zijne Majesteit bij de plegligc begrafenis zal vertegenwoordigen, en doet verslag van de overbrenging der stoffelijke overblijfselen van Antwerpen naar Breda. Aan het station Breda bevindt zich het garnizoen in groote tenue onder de wapenen. Van af het oogenblik der aankomst van den spoortrein tot dat, waarop de stoet zich in beweging zet, worden van de exercitie- batterij der Koninklijke Militaire Akademie minuutschoten gelost. II. Zooveel mogelijk zal bij aankomst van den spoortrein, de stoet reeds geformeerd zijn. De stoffelijke overblijfselen worden, na bekomen magtiging van den minister van Oorlog, in deu rouwwagen geplaatst. De minister van Oorlog plaatst namens den Koning op het rouwkleed eenen daartoe van Hoogstdenzelve ontvangen lauwer en eenen immortellenkrans, omstrengeld met het lint van de medaille der Citadel van Antwerpen. Vervolgens wordt de stoet geformeerd. De optogt zal zijn als volgt: a. een piket cavalerie, tot opening van deu trein S. een bataillon van het 6de regiment Infanterie met den staf van het regiment en het vaandel; c. de kolonel, plaatselijk commandant van Breda; d. de generaal-majoor graaf van Limburg Stirum met den kolonel van Exter en den gepensioneerden kapitein ter zee de Gelder; e. de rouwwagen; De slippen van het rouwkleed worden gedragen door vier officieren of oud-officieren, versierd met de medaille der Citadel van Antwerpen. Ter zijde, van den rouwwagen gaan voorts de veertien gewezen onderofficieren en manschappen, vroeger vermeld, die bij de over name te Antwerpen zijn tegenwoordig geweest; de bloedverwanten van de gesneuvelde officieren; g. de minister van Oorlog met zijn adjudant; h. de generaal-majoor Doorman met den gepensioneerden kolonel Tiesselinek en den gepensioneerden kapt.-luit. ter zee Meesman i. de hoofd- en verdere officieren, deel uitgemaakt hebbende van de bezetting der Citadel van Antwerpen tijdens het beleg in 1832; j. de militairen en gewezen militairen beneden den rang van officier, deel uitgemaakt hebbende van de bezetting der Citadel of van de flottille op de Schelde tijdens het beleg in 1832; k. de generaal-majoor bevelhebber in de 2de militaire afdeeling; eene deputatie van het Nederlandsche officierscorps, bestaande uit cén hoofd- en één subaltern-officier van elk wapen en van de marine, zoomede van het Nederlandsch-Indisch leger; m. de burgemeester en wethouders der gemeente Breda; n. de oud-militairen versiert met het zilveren kruis o. de militairen en oud-militairen versiert met het metalen kruis p. tot sluiting Tan den trein, een piket cavalerie; De trein zal den volgenden weg nemen De weg naar de Boschpoort. De Boschstraat. De St. Catharina- straat. De Groote markt. De Ridderstraat. De Eindstraat. De Gin- nekenstraat. Naar het kerkhof. Burgemeester en wethouders van Ginneken, uitgenoodigd tot het bijwonen der ter-aardebestelling, voegen zich in den optogt, bij zijne aankomst in de gemeente. Nabij het kerkhof gekomen zullen de troepen zich in orde van bataille opstellen en den stoet voorbij laten trekken. Naar mate de trein aankomt zullen de personen daarvan deel uitgemaakt hebbende, voor zooveel zij in rijtuigen zijn gezeten, daaruit treden en zich in dezelfde orde, waarin zij bij den trein gerangschikt waren, op het kerkhof begeven. De stoffelijke overblijfselen zullen door de daartoe bestemde personen naar het graf worden gedragen. Bij het neerlaten in het graf worden de voorgeschreven eer bewijzen verrigt. III. Er zal worden zorg gedragen voor eene goede circulatie vau den weg van Breda naar Ginnekende klokken zullen aldaar worden geluid, het kerkhof is voor anderen dan die aan den optogt deel nemen gesloten. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). Windrigting en Kracht. Barometer mm. Stand. Weersgesteldheid: 12 wtn. 5k. 12 noto. 0.1„ 8 otz. 0.4„ 12 ono. 0.4„ 766.72 768.66 767.36 Afw. f 6.32 t 8.25 f 0.94 Thermometer C. Stand. Afw. Vochtigh.i procent. Toestand, van de zee. 18.0 - 2.2 0.94 Slechtw. 19.4 - 0.7 0.88 Vlak. 16.7 - 1.5 0.98 20.0 - 0.1 0.92 V 766.85 f 6.43 6Aug.l2 u. Ligtbewolkt, beneveld, mooi. 7Aug.l2 u. Helder, schoonweer. 8Aug. 8 u. Digtbewolkt, mooi. 8Aug.l2 u. Helder, schoon. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 23 Julij. 7 Augustus. H. W. M. A.G.M.Bruijns. Batavia. 3 Aug. 7 Aquarius. A. Altman. Montevideo. 3 8 Bato. H. Kramer. Batavia. 4 7 ii Onderneming. C. L. v. d. Veen. Suriname. 4 7 Java. W. L. Bakker. Batavia. 5 7 Gr.deRouville. F. A. Wolking. Curaqao. 5 8 Pr.v.d.B.MeschJ. A. Vrijman.BataviaviaNwle 6 7 CardenasPaeketC. Ouwehand. Cardenas. 7 ii California. S. Deinum. Padang. 8 i, JacobUoggeveen. J.VosvanMarken. Batavia. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 5 Aug. ProsperinoPalasso. A. della Caca. ZurMühlenkCo. Taganrog 5 WienHohenfelde. C. Schnltzc. Amons Co. 6 I, Colombo. E. Razzetto. ZurMiihlen&Co. 6 ii Schweigaard. M. Koren. van Vliet Co. Rangoon 6 n Vrede. D. van derPlas.Banjoewangiel.v.Suriname Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. SilSchip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Vixen. C. T. Arnesen. Soderhainu. Hout. Amons Co. Europa. H. C. Lorentzen. Helsingfors. Blikman Co. Osterrysoer. M. E. Haraldsen. Svartvick. van Vliet Co. Lucine. E. Ostensen. Krageroe. Amons 8c Co. Libra. II. Jorgensen. Riga. Strommen. E. C. Olsen. Nyland. Cassandra. R. Hughes. Sunderland. Steenk. DuinkerScGoedk. Susan Gray. J. Johnson. Cato. E. Furlong. i, Jane. R. Reece. Lancaster. G. Judson. Seaham. JohnStAliceBrown. J.Seymoore.Newcastle. H. J. Tweehuijs. Een Duitscher vertelt in de Gartenlaube het volgende van een bezoek te Washington: „Aan het ministerie vau Financiën is niet alleen een tal van mannelijke, maar ook vele vrouwelijke beambten aangesteld. In het bureau van den minister zijn al de daar werk zame vrouwen uit denzelfden stand als de heeren, en in kleeding, manieren en opvoeding beschaafde dames. De meesten waren onge huwd, maar er zijn ook vele officiersweduwen. Eene vau deze was de weduwe van den mede-candidaat van Lincoln voor het president schap, en eene andere vrouw van een gesneuvelden generaal; zoodat het wel geen betoog behoeft dat het „fatsoenlijk" is om daar eene aanstelling te hebben. Daar de echte Amerikaansche vrouwen bijna allen „schoon vana angezicht" zijn, waren onder die honderden meisjes tal van allerliefste of bepaald mooije meisjes, die, elegant gekleed, een zeer aangenamen indruk aan alles gaven. In de gangen, voorportalen en wachtkamers is altijd een vrolijke en opwekkende beweging; maar in de werkkamers, die steeds open staan, daar het geheele gebouw 's winters verwarmd wordt, gaat ieder angstig zijn gang. Hier ziju de jonge dames bezig papieren weg te nemen die onderteekend zijn; daar om pakjes van bank noten te tellen; op een derde plaats moeten zij nommers regelen enz. Galanterie komt niet voor; ieder moet zjjn pligt doen, en doet dit ook. Toen er pas dames waren aangesteld, kwamen er allerlei verzoeken; zij wenschten de zaken naar haar hand te zetten, en hadden nu dit, dan dat te vragen, doch er werden streng wetten gemaakt, volgens welke ieder, die er zich niet precies aan hield, haar ontslag kreeg, en dat hielp. „En vraagt men mij nu," zoo gaat de schrijver (geen Amerikaan) voort, „wat mijn gevoelen is over dezen vrouwen-arbeid, zoo aarzel ik niet, die zeer doelmatig en verstandig te noemen. Ik beu zelf twee jaren werkzaam geweest in het bureau, en had vele maanden lang myn plaats tusschen twee mooije jonge meisjes van 1820 jaren, terwijl er nog twaalf anderen waren, waarmede ik geregeld dagelijksche zaken had af te handelen eenige dezer hadden soms sommen tot zes a zeven millioen dollars dagelijks in volgorde te schikken, anderen deden hetzelfde werk als de heeren en ik moet zeggen, het werk ging vlug en geregeld, en de tegenwoordigheid der dames had een goeden invloed op deu toon en de algeraeene stemming. De vingers der dames zijn vooral voor het tellen der banknoten veel meer geschikt dan de onze, en zij zijn ijverig, vlug, en ongeloofelijk naauwkeurig in het ontdekken van namaak. Het is heel natuurlijk, dat er meer dan eene kennis making wordt aangeknoopt, die tot een later huwelijk leidt, maar ik heb nooit gezien dat dit eenige stoornis in den arbeid gaf, en daar toch jonge heeren en jonge dames willen trouwen, is het stellig geen ramp, dat zij deze gelegenheid tot kennismaking vindsn. Het aantal vrouwelijke klerken bedraagt eenige honderden; haar salaris was vroeger van 50 tot 75 dollars maandelijks, doch is nu gebragt op 75 a 100." Aan vele zwaarhoofden hier te lande rijzen de haren reeds te bergen bij de voorstelling, dat men jongens en meisjes gezamenlijk op de schoolbanken wilde zettenwat Zouden zij wel zeggen, als jonge dames met de heeren op bureaux of kantoren werkzaam wilden zijn? Waarschijnlijk zou er vrij wat woorden verspild worden om aan te toonen, dat dit niet kan. Vooral ten hunnen behoeve verhaalden wij het bovenstaande, ofschoon we wel weten dat vele onzer lezers het oorspronkelijke reeds lazen. De Gartenlaube behoort, en teregt, ook bij ons tot de veelgelezen tijdschriften. (Arnh. Crt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 3