1871. N°. 134.
Woensdag 8 November.
29 Jaargang.
KENNISGEVING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N". 163.
VERKOOP VAN ERVEN TER BEBOUWING.
Yoor mensclien die speculeren,
111 E L A V
HELDERSCÏIE
EN NIEUWEDIEPEÏI COURANT.
„Wij huldigen het goede."
iMBfin r rrmiWiTrrTigiraeaara sHDnacrcssroosssai
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groots letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN
j Naar Oost-Indië: via Triest Dingsdag 14 Nov. 's av. 6 u. 30 m.
S. I Brindisi, Vrijdag 10 Nov. 's av. 6 u. 30 m.
West-lndie: via.St.Nazaire,Dmgsdag5 Dec. 'sav.G u.30m.
SoufAampfonVVoensd.l5Nov.'sm.6u.25m.
de Kust van Guinea: Donderdag 9 Nov. 'sm. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoojt?/YVoensdag22Nov. 's m. 6 u. 25 m.
over Frankrijk en Woensdag 8 Nov. 's m. 6 u. 25 m.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter openbare kennis, dat, overeenkomstig de verordening op
het bouwen, ter verkrijging van rooijing, aan hunne goedkeuring
j lijn onderworpen:
a. Een plan tot verdeeling van 46 erven in de Nieuwstad,
waarvan de openbare verkooping is aangekondigd op den
13 November a. s., ten overstaan van den Notaris J. W.
HATTINGA RAVEN.
Een pian tot verdeeling van ruim 100 Erven in de nabijheid
van bet Station van den Staatsspoorweg alhier, waarvan de
openbare verkooping is aangekondigd op den 21 November a. s.,
ten overstaan van den Notaris B. WERENDLIJN SMIT.
Dat beide plannen, voor zooveel de verdeeling der gronden voor
het aanleggen van straten betreft, zijn goedgekeurd, met deze wijzi
ging: dat geene brandstegen zullen worden aangelegd, omdat zoo
danige stegen later door de gemeente niet worden aanvaard en voor
de publieke passage moeten zijn afgesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 6 November 1871. L. VERHEY, Secretaris.
Artikel Een. Menschcn die speculeren worden nooit wijs.
Artikel Twee. De lust om spoedig en zonder moeite rijk
te worden is magtiger dan de beste argumenten.
Met deze twee artikelen uit liet wetboek van den beurs-
speler zouden wij kunnen eindigen, hoewel wij ter naauwer-
nood een begin hebben gemaakt. Want wat helpt strijden
tegen eene kwaal die ongeneeslijk is? Niet veel, maar
het mag worden betwijfeld, of in die woorden: „'t helpt
toch niet," eene verontschuldiging ligt voor „niets doen."
Mijnheer Isenthal, mijnbeer du Mosch, en boe dergelijke
iearsspeculanten ('t is geen woordspeling!) meer heeten
mogen, zouden u kunnen vertellen, hoe boog in Nederland
de ziekte is gestegen. Hoe 't publiek bereidvaardig hooge
sommen betaalt voor stukjes papier met den naam van
loten of aandeelen versierd, die geene andere waarde
hebben, dan die welke zij ontleenen aan de handteekening
der genoemde heeren. Misschien zijn deze en dergelijke
firma's onbegrijpelijk solide, hunne winsten zijn althans
groot genoeg, maar wij voor ons hadden, indien we nu
eenmaal mede moesten doen aan 't spel, liever een schuld
bewijs van Oostenrijk, Hamburg of welken staat ook, dan
eene vordering op een van die kantoren, die in 't laatste
jaar uit den grond zijn gekomen als paddestoelen, niemand
weet van waar. Vooral, omdat die verwisseling van eene
staats-schuldbekentenis in eene schuldvordering op eene
onbekende grootheid, alles behalve gratis geschiedt. Wederom,
indien wij medespeelden, wat wij gelukkig niet doen, gaven
wij liever een makelaar last een oorspronkelijk lot of aan
deel te koopen of te buren aan de beurs, dan de dubbele
som, en meer, te betalen voor een bewijsje van een der
bedoelde-achtige kantoren. Vooral, omdat men behalve
geld, er ook nog gevaar mede uitspaart. Want op het
origineele lot betaalt de betrokkene staat de gevallene prijs,
maar op het zoogenaamde lot, dat mijnheer Lcvyson, of
Benjaminson, of Israelson en Cie., of mijnbeer Taschen
inspector und Cie uit Hamburg wel zoo vriendelijk zijn te
verkoopen voor den dubbelen prijs, betaalt niemand als de
heeren son's; en 't geval is altijd mogelijk, dat een van
de heeren son in tijdelijke verlegenheid geraakt. De
booze wereld zegt, dat dat wel eens voorkomt. Het schijnt
nl., dat er ergens, in Perzië bijv., of in China, wel eens
son's gevonden worden, wier opvoeding eenigzins ge
negligeerd is ten opzigte van de allereerste beginselen der
rekenkunde. In Perzië schijnt het wel eens te zijn voor
gekomen, dat sommige son's het geheel lieten bestaan
uit vijf kwarten, waardoor zij aan vijf verschillende personen
een vierde verkochten in hetzelfde lot. Die vergissing
kwam niet altijd uit. Want als er op het verkochte lot
een niet viel, wat met negen-en-negentig van de honderd
welopgevoede loten het geval is, dan bleef er bij denson
in Perzië een te veel in kas, dat juist gelijk was aan den
prijs van een kwart lot, en dat te veel werd, dankbaar
voor den lioogeren zegen van Ormudz, opgestreken. Maar
een enkele keer viel er een hooge prijs op. Soms trok
zulk een lot zelfs den hoogsten prijs: bijv. 100,000 francs,
gulden, thalers of marken. Dan werd de fout ontdekt,
want het wisselkantoor had f van 100,000 francs enz. te
betalen. Zegge 25,000 alweer francs of thalers
meer dan het ontvangen bad. In China staakte zulk een
kantoor dan zijne betalingen, in Perzië is het wel eens
voorgekomen, dat de directie met de 100,000 verdween.
Vermoedelijk per luchtbol. Maar zoo iets is in Nederland
niet voorgekomen? Neen, dat niet; maar kan bet niet
voorkomen, daar 't publiek zijn geld ligtzinnig geeft op
brommende advertentiën en lawaaimakende reclames, zonder
eenigen waarborg van soliditeit te eiscben, zelfs zonder eenig
onderzoek? Is dat niet eene dagelijksche verzoeking voor
minder naauwgezette gewetens, die dan toch ook wel in
Nederland gevonden worden? Een paar honderd gulden
om de eerste advertentiekosten te betalen en crediet genoeg
om ergens in Amsterdam of Rotterdam een kamertje als
kantoor te huren, ziedaar alles, wat men noodig heeft, 't
publiek doet in zijne hebzuchtige domheid de rest. En zoo
kan bet gebeuren, en zoo is het gebeurd, dat naast kantoren,
die in staat zijn aan hunne verpligtingen te voldoen, er
anderen verrijzen, wier soliditeit en eerlijkheid ver onder nul is.
't Ergste is, dat daar de beschaafdere klassen der maat
schappij niet gediend believen te zijn van de tusschenkomst
dier kantoren, maar als zij willen spelen, spelen aan de
beurs, waar men althans niet meer dan de waarde voor
zijn lot of aandeel betaalt, alleen de werkman en de min
dere burger, die zijne besparingen nog veel minder missen
kan, van de altijd dure, en soms gevaarlijke tusschenkomst
familie.... soms gebruik maakt.
Want deze weten niet, wat zij doen in den letterlijken
zin des woords. Zij gelooven de brommende advertentiën,
en zij verbeelden zich, dat die waarheid spreken, ook al
doen ze dat niet. Hier behoeven wij niet naar China of
naar Perzië le gaan om voorbeelden. Ook de Nederlandsche
„heeren" adverteeren op eene wijze, die het publiek moet
brengen in de gedachte, dat zij loten koopen, terwijl zij
slechts ontvangen een bewijs van deelgeregtigheid in een
voor eene trekking gehuurd lot. -En zoo wordt de wereld
bedrogen, maar reeds de oude Romeinen zeiden immers:
dat de wereld bedrogen wil zijn, en sommigen maken
helaas! een onwaardig gebruik van het: decipiatur ergo!
Deze vorm van speculatie is thans eene der meest gelief
koosde. Maar niet de eenige. Hoeveel Nederlandsche
huisvaders fronsen niet het voorhoofd bij bet be'rigt, dat
de Spaansche minister van Finantiën zich voorstelt eene
belasting te heffen op de buitenlandsclie schuld, hoevolen
niet, die zuchten om Oostenrijk, Turkije om van Grieken
land en dergelijke finantiëele goochelaars niet te spreken!
Wij bedoelen natuurlijk niet ben, die hun overgelegde
spaarpenningen hebben belegd in publieke fondsen. Hun
kan men hoogstens eenige onvoorzigtigheid verwijten, daar
zij hun geld zoo geheel buiten hun toezigt en bereik hebben
geplaatst, maar dat verwijt verliest veel van zijne kracht,
bij de overweging, hoe treurig bet lot was van vele Neder
landsche ondernemingen binnen bun bereik. Deze steunen
de kapitaalmarkt, voor dezen is de beurs geen speelbal,
maar eene marktplaats, waar zij bun artikel „kapitaal" zoo
voordeelig mogelijk trachten te plaatsen. Zij vermijden de
slechtste kansen van het spel, dat hun dan ook niet kan
rijk maken.
Maar wij bedoelen die anderen, in onzen tijd telkens
meerderen, die speculeren met geld, dat het hunne niet
is, die beleening op beleening stapelen, die met duizend
gulden geld, vijf duizend gulden effecten koopen, die han
delen om hun voordeel te doen met eene mogelijke rijzing,
die zicli zelve zoo vast zetten, dat zij bij elke daling der
beurskoersen moeten verkoopen met verlies.
Deden dezen alleen zich zeiven kwaad, wij mogten niet
klagen. Maar zij benadeelen de maatschappij, aan bun is,
al geven zij er geen rekenschap van, een goed deel van de
sociale kwestie te wijten. Het beursspel belooft hooge
renten; met behulp van beleeningen en dergelijken maakt
men 10 a 20 pCt. van zijn geld. Als 't niet goed gaat
maakt men niets, maar daar denkt men niet aan. Dat
verhoogt den rente-standaard, de belooning die gevorderd
wordt voor beschikbaar kapitaal. De solide nijverheid,
die kapitaal noodig heeft, moet het duurder betalen, of gaat
gebukt onder „gebrek aan geld."
Om aan 't kapitaal meer te geven, beknibbelt de nijver
heid, en zij kan niet anders, de loonen. En als bij die
loon trekt, dan nog bovendien zoo onverstandig is om een
deel af te zonderen voor mijnheer „....son en Cie," dan
komt een goed deel maatschappelijk kapitaal in verkeerde
handen, wordt winst genoten, door die niet verdiend hebben,
wordt met geld gespeeld in plaats van gewerkt, enz. En
bovendien.... En bovendien, geachte lezer! zijn wij vol
komen overtuigd, dat onze preek niet zal helpen, maar wij
hebben 't toch willen zeggen, misschien denkt gij er eens
over, als gij eens een slapeloozen nacht hebt.
„Zij zij dan bedrogen!"
HELDER en NIEUWEDIEP, 7 November.
De keuze van nieuwe ministers is in Oostenrijk thans een
zaak, waarover druk wordt gesproken. Naar allen schijn zal
persoonlijke invloed niet weinig invloed hebben uitgeoefend
op de keuze der nieuwe regeringspersonen. In de hoogere
kringen toch gelden in den regel personen boven zaken,
en de grondwettige crisis ontaardt meer en meer in eene
ministeriële. Duitschers en Czecben staan inmiddels tegen-
i over elkander met eiscben, die met elkaar in lijnregten
strijd zijn. Bij het heftiger worden van den strijd beginnen
ook de overige niet-Duitsche volksstammen zich tegen den
Duitschen invloed te verzetten. Men spreekt van de wen-
schelijkheid om algemeene verkiezingen tc doen plaats
hebben, dewijl thans eene onzekerheid haersebt, die aan
de nieuwe ministers bet regoren lastig, zoo niet onmogelijk
zou kunnen maken.
De Spaansche minister van Financiën beeft eene belasting
op de rente der staatsschuld voorgesteld, die in 't buitenland
een grooten tegenstand verwekt. Van onderscheidene kanten
worden bezwaren tegen die nieuwe belasting in het midden
gebragt. Er wordt gewezen op gebrek aan goede trouw,
waarvan dit plan 't uitvloeisel is. Spanje wordt van ver
schillende zijden gewaarschuwd voor dit middel der wanhoop,
omdat liet daardoor zijne reputatie op de geldmarkt ten
eencnmale zou verliezen. Reeds staan de Spaansche financiën
in geen zeer gunstig blaadje, door den beraamden maatregel
zou het crediet nog meer dalen dan dat des Prinsen van
Lippe-Detmold.
Te Dublin heerseht eene opmerkenswaardige gisting ter
zake van 't proces van Kelly, den moordenaar van den
hoofdcommissaris van politie in Ierland's hoofdstad, 't Volk
jouwt de politie uit en juicht den moordenaar toe. Die
toestand is niet benijdbaarrust, vrede en welvaart kunnen
onmogelijk bestendig daar wonen, waar bij 't publiek meer
sympathie wordt gekoesterd voor de verstoorders dan voor
de handhavers der goede orde.
Blijkens ontvangen telegram uit Falmoutli, is het stoom
schip Admiraal van Wassenaer, kommkaptter zee de Ilaas, op
zijne reis van Batavia naar Nederland, na don 16 Sept. St.
Helena verlaten te hebben, den 3 dezer te Falmouth aangekomen
De uitslag der verkiezing van 10 gemagtigden in het
kiescollegie, gisteren gehouden, is geweest als volgt: Uit-
gebragt 690 geldige stemmen, welke verdeeld waren als volgt:
1.A. BOOMSMA 354, 11. P. KOEVER 338,
2. II.DAARNHOUWER356,12. J. JUCH 336,
3.J. DRIJVER 349, 13. J.C.DEBUISONJÉ341,
4. L. JELGERSMA 354, 14. A. GOVERS 337,
5. A. J. LEIJER 354, 15. L. J. KASSIES 333,
6. W. J. MAALSTEED 353,16. K. VAN VLIET 333,
7. C. MEIJERS 352, 17. J. DAMMAN 336,
8. G. SCHOLTEN 349, 18. K. PRONK 332,
9. II. SMIDS 352, 19.A. P. MEIJNEKE 329,
10. J. VENSTER 351, 20. W. C. HENKES 327.
Alzoo zijn gekozen de tien eerstgenoemde candidaten.
Bij de op jl. Zondag gehouden verkiezing van vier
notabelen der Hervormde gemeente alhier zijn de aftredenden,
de heeren S. Braaksma, W. J. Maalsteed, II. Daarnhouwer
en J. Venster herkozen. Aan de stemming werd door
104 gemeenteleden deelgenomen.
Te Rotterdam is met goed gevolg als derde stuurman
geëxamineerd de heer M. List, van Vlieland, leerling van
den beer A. J. Leijer alhier.
Omtrent bet verblijf van H. M. de Koningin tc Rome
verneemt men, dat II. M. een bezoek heeft gebragt aan
den Paus en verschillende personen bij zich ten gehoore
beeft ontvangen, o. a. den minister van buitenlandsclie zaken
en eene deputatie uit het gemeentebestuur van Rome, die
H. M. namens Rome's burgerij heeft gecomplimenteerd.
H. M. bezoekt dagelijks eenige der merkwaardigheden van
Rome en zou, zegt men, jl. Zondag over Florence de terug
reis aanvaarden.
De minister van Oorlog heeft een wetsontwerp inge
diend tot wijziging der wet op de bevordering, het ontslag
en het pensioneren van officieren. In dit ontwerp wordt
de strafbepaling op bet aangaan van een huwelijk door
een officier buiten toestemming des Konings ingetrokken.
De rangen van officier van gezondheid 3do klasse en van
apotheker 3de klasse vervallen.
Tot hulponderwijzer te Vogelenzang is benoemd, de
heer J. Spaans, kweekeling van de Normaalschool te Helder.
Ter teregtzitting van bet Prov. Geregsthof in Noord
holland van Vrijdag en Zaturdag werd behandeld bet appél
in zake van K. d. W., A. d. V., G. d. V. en W., door
de regtbank te Hoorn veroordeeld, de eerste ter zake van
als magazijnmeester in de gevangenis aldaar, daaruit onder-
onderscheidene goederen te hebben ontvreemd, tot 2 jaren
cellulaire gevangenisstraf, de tweede en derde ter zake van