1871. N". 141.
Vrijdag 24 November.
29 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
De joiigst-gestorvene,
B I NNENLA N D.
HELDERSCHE
EN NIEUWER1EPER COURANT.
„Wij huldigen het goed e.'!
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
M franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiïn: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAG EN DER BRIEVENMALEN
Naar Oost-Indie: via Triest Dingsdag 28 Nov. 's av. 6 u. 30m.
Brindisi, Vrijdag 24 Nov. 's av. 6 u. 30m.
West-lndie: via-S?.ATa.:<nVe, Dingsdag 5Dec. 'sav.6 u.30m.
So«t/iamp(onWoensd.29Nov.'sm.6u.25m.
de Kust van Guinea: Maandag 27 Nov. 'sm. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop: Donderdag 7Dec. 's m. 6 u. 25m.
over Frankrijk en Vrijdag 7 Dec. 's m. 6 u. 25 m.
Deze jongst-gestorvene, werkelijk niet jong gestorvene,
want zij had zich overleefd, is de Nederlandsche missie
bij het Hof van den Paus. Gestorven als een slagtofter
van partijzucht, onverdraagzaamheid en onwaardige schriel
heid. Zoo zoude men gelooven, indien men sommige
Catholieke organen leest. Volgens dezen, is onze gezant
uit Rome geroepen om eene onbeduidende som van ƒ8000
te besparen, om de Catholieken te ergeren, en om de
kroon te zetten op het alle gezag en godsdienst ondermij
nende liberale beginsel. Die taal noopt ons, tegen onze
gewoonte, terug te komen op eene afgedane zaak, en
eveneens tegen onze gewoonte, schrijvers van gezag, aan
wien wij onze argumenten ontleenen, met name te noemen.
Het is toch wenschelijk en noodig, dat deze zaak ontdaan
worde van de schelle kleuren, waarin men de eenvoudige
waarheid heeft gekleed, omdat de eendragt tusschen de
burgers van verschillende geloofsbelijdenis niet worde gekrenkt.
De vraagbehoort Nederland een gezant bij den Paus
te hebben? kan bet dien hebben, sedert de gebeurtenissen,
die den Paus van zijn wereldlijk gezag hebben beroofd
is door de Tweede Kamer in ontkennenden zin beslist,
tegen de meening en den wensch der Catholieke leden,
bij welke zich de stemmentellende conservativen aansloten.
Is de juistheid van die beslissing onderhevig aan gegronden
twijfel? Wij gelooven het niet.
Het volkenregt houdt rekening met bestaande toestanden
en bekommert zich niet over de middelen, waardoor die
is verkregen. Men kan de inlijving van Rome bij Italië,
en die van Hannover bij Pruissen afkeuren; men kan
daartegen protesteren, een staat kan zich zelfs geroepen
gevoelen om daarom oorlog te voeren, maar men kan geen
tractaten sluiten met, geen krijg voeren tegen, geen afge
zant accrediteren bij een niet meer bestaanden staat. Daar
is geen sprake van besparing, geen sprake van gebrek aan
welwillendheid en verdraagzaamheid, maar eenvoudig van
onmogelijkheid.
Het regt om afgezanten te ontvangen en te zenden is
afhankelijk van de feitelijke uitoefening van de staats-
souvereiniteitdit is zoo waar, dat Bluntschli het verliezen
van de souvereiniteit door een der beide staten in de eerste
plaats noemt, als bet einde van alle diplomatiek verkeer.
(Staatswörterbuch in voce Gesandte, Gesandtschaftsrecht).
Het beginsel, dat Vorsten uit krachte van hun eigen regt
gezanten zenden, is reeds sedert de middeneeuwen veroor
deeld; alleen staten, en namens dezen de werkelijk regerende
Vorsten, zenden gezanten. In liet nieuwste werk, dat ons
over dit onderwerp bekend is, liet: „Handbuch des Euro-
paeischen Gesandscliafts-Reclites" van dr. L. Alt wordt
zeer duidelijk uiteengezet, dat elke staat, als uitvloeisel der
souvereiniteit, zoowel bet active als het passive gezant-
scliapsregt beeft, het keizerrijk niet meer of minder dan de
republiek, maar dat geen persoon dat regt beeft, geen
keizer noch president, uit en voor zichzelf. En wil men
dat gevoelen versterken door het gezag van iemand, die
zeker niet geacht kan worden met liet oog op deze kwestie
te hebben geschreven, men zie wat onze groote Bijnkers-
hoek als grondbeginselen stelde bij de vraag: wie gezanten
kunnen zenden.
Gemakkelijk zoude liet vallen, die onomstootelijke waar
heid met aanhalingen uit meerdere, ja uit alle schrijvers
over volkenregt te bevestigen, wij zouden dan echter het
bestek van een couranten-artikel overschrijden, en hoewel
het in gevallen als dit zijn nut kan hebben om niet ver
dachte schrijvers en denkers te doen spreken, is ook hierin
overdrijving te vermijden. Daarom zij alleen nog vermeld
het gevoelen van de Vattel (Le droit des gens. IV. V. 157):
„Tout Etat souverain est en droit d'envoyer et de recevoir
des ministres publiés."
Indien dus iets in het verkeer tusschen natiën vaststaat,
zal het wel dit beginsel zijn, dat men geen gezant kan
zenden aan een Vorst zonder staat, zonder grondgebied.
Het was dus onbegrijpelijk, dat een Nederlandsche minister
eene post op de begrooting bragt tot behoud eener volken-
regterlijk niet bestaanbare gezantschapspost, en dat Neder
landsche volksafgevaardigden, die toch wel niet allen, zoo
Quaest. jur. pub. IIB. Qui recte Legatos mittaut.
als de beer de Bieberstein, als ridders eener buitenlandselie
orde spraken, zulk eene onmogelijkheid verdedigden. Ver
klaarbaar is dit verschijnsel alleen door aan te nemen,
dat er bij die voorstanders eene verwarring van denk
beelden bestaan heeft, die de heer Bergman niet voldoende
heeft geëxpliceerd door te zeggen, dat hij altijd /raads
heer was geweest, en die door de raadpleging van de
door ons aangehaalde werken, en vele anderen, zoude zijn
opgehelderd.
De Paus zond weleer n. 1. tweeërlei soort van afge
vaardigden. Als vertegenwoordigende de Kerkelijke Staat,
oefende hij het gewone gezantschapsregt uit, als Catholiek
kerkvoogd zond hij buitendien zijne ambtenaren naar
Catholieke staten. Deze zijn geene gezanten in de gewone
beteekenis, maar personen, waarvan Bluntschli zegt:
,/nuntiën met exorbitante volmagten, hun toekomende vol
gens kerkelijk regt, niet volgens volkenregt, en
volgens tractaten" (concordaten) BI. t. a. p.
Volgens het Romeinsch-kerkelijk regt zijn de Pauselijke
gezanten, zoowel de legatiën als de nuntiën, de hoogste
uitoefenaars van het gezag der kerk in het land, waar zij
verblijf houdenzij oefenden die regten in Catholieke landen
werkelijk uit, en hadden o. a. formeele geregtshoven, af
gescheiden van het wereldlijk gezag; zij stonden boven de
bisschoppen, en na de besluiten van het concilie van Trente
maakten zij aanspraak op de hoogste magt in den staat,
als vertegenwoordigende zij de eene algemeene kerk, die
geplaatst was boven alle wereldsche Vorsten.
Na de Reformatie trachtten zich niet alleen de Protes-
tantsche Vorsten, maar zelfs ook de getrouw geblevene zonen
der kerk te ontdoen van een gezag, dat hunne eigene
autoriteit ondermijnde, en op vele punten vernietigde.
Gemakkelijk ging dit verzet tegen den Paus niet, en
het duurde tot den 12 October 1785, voor dat de Duitsche
Keizer zich sterk genoeg rekende om een einde te maken
aan dezen bezwarenden toestand. Dat die toestand, die
inmenging van een vreemden Vorst in 's lands zaken,
ondragelijk moet zijn geweest, volgt wel daaruit, dat de
eersten, die 's Keizers voorbeeld volgden, juist vier rege
rende kerkvorsten warende aartsbisschoppen van Mainz,
Trier, Keulen en Salzburg. Vruchteloos verzette zich
Pius VI tegen deze beperkingen van zijn regt als hoofd
der kerk, op grond van het zoogenaamde //goddelijke
primaatregt."
- Sedert het begin van deze eeuw dus werd de bevoegd
heid der Pauselijke gezanten niet meer aan het kerkregt
ontleend. Tegenover Katholieke staten echter liet de Paus
zijne stellingen niet zoo spoedig vallenliever sloot hij met
de meeste dezer magten concordaten, die allen, hoe ver
schillend ook, hierin overeenkomen, dat de staten het regt
van placet (het verbod om kerkelijke stukken af te kon
digen, die niet van te voren door liet wereldlijk gezag zijn
goedgekeurd) aan zich houden, maar daar tegenover aan
den Paus als kerkvoogd regten toekennen, die geen wereld
lijk Vorst zoude mogen uitoefenen.
Nederland nu is geen Catholieke staat, Nederland heeft
geen concordaat met den Paus. Vooral op aandrang van
do Catholieken zelf Grondwet: art. 170, Aprilbeweging
heeft de staat zich onttrokken aan alle bemoeijenis met
de kerk. De Nederlandsche gezant bij den Paus was dan
ook geen kerkregterlijk gezant, geen nuntius krachtens
concordaat, maar een gezant bij de regering van den
Kerkelijken Staat, en daar deze niet meer aanwezig is,
moest de gezant vervallen.
De afgevaardigden, die dan ook de missie te Rome
wenschen te behouden, stelden zich op een geheel verkeerd
standpunt. Van behouden was geen sprake, wel van invoeren.
Want Nederland bad wel een gezant gehad bij het Hoofd
van den Kerkelijken Staat, maar nooit bij het Hoofd der
Catholieke kerk. Na de opheffing van den Kerkelijken
Staat een gezant te laten bij den Paus, was alleen moge
lijk als Nederland een concordaat had gemaakt met dien
Kerkvoogd, of als Nederland zich, met ter zijde stelling
van het beginsel van godsdienstvrijheid, had verklaard tot
een uitsluitend Catholieken staat.
Wij hebben moeite gedaan deze eenvoudige zaak zoo
duidelijk mogelijk uiteen te zetten, en wij zijn niet zonder
vertrouwen, dat ook onze Catholieke lezers de regtvaar-
digheid zullen erkennen van het besluit, dat de Tweede
Kamer der Staten-Generaal heeft genomen.
HELDER en NIEUWEDIEP, 23 November.
Zoo ergens in ons werelddeel, dan heeft men in Turkije
beboette aan doortastende maatregelen ter hervorming van
het binnenlandsch bestuur. Verschillende takken van dat
bestuur zijn in een toestand, dat allcrwege daarover de
meest gegronde klagten worden geuit. Wel heeft het
tegenwoordige kabinet getracht eenige hervormingen in te
voeren, wel gevoelt de Groote Heer zelve het belang
daarvan voor zijn rijk, maar allerlei omstandigheden houden
de noodige verbeteringen tegen. De meest noodige hervor
mingen betreffen de douane-dienst, de telegrafie en de
posterijen.
Of de aaneensluiting, die tusschen de beide takken der
Bourbons dezer dagen is tot stand gekomen, in Frankrijk
veel belangstelling zal wekken, valt te betwijfelen. De
voorwaarden dezer verzoening zijn althans weinig van
gewigt. De graaf van Chambord wil zich scharen onder
de Fransche driekleur; do graaf van Parijs wil het regt
van zijn neef Ilenry erkennen. Stel tegenover die weinig
interessante kwestiën de groote belangrijke aangelegenheden,
thans in Frankrijk aan de orde, waar zooveel te herstellen,
zooveel wonden te heelen, zooveel verwoeste welvaart op
te beuren is!
Het overbrengen van den zetel der Fransche regering
van Versailles naar Parijs wordt meer en meer waarschijnlijk.
Niet onmogelijk wordt het geacht, dat de regering zelve
een daartoe betrekkelijk voorstel bij de Nationale Verga
dering zal indienen. In ieder geval meent men, dat, komt
uit den boezem dier Vergadering een dusdanig voorstel te
berde, de regering er zich niet tegen zal verzetten.
Men deelt ons mede, dat hier ter plaatse pogingen worden
aangewend tot daarstelling eener werklieden-vereeniging.
Het doel dier rereeniging is lijnregt gerigt tegen het woelen
en streven der Internationale, en alzoo een niet onaan
genaam verschijnsel.
De rei van Apollo's winter-concerten werd Dingsdag
avond jl. met nommer een geopend, onder welwillende
medewerking van den heer H. S. (baryton), uit. 's Hage,
en van den beer Sikemeijer (piano) uit Rotterdam. De
heer S dien we het genoegen hadden vroeger hier te ont
moeten, is nog steeds de talentvolle dilettant met zijn flink
en uitgebreid orgaan, dat vooral in de hooge toonen een
krachtig timbre bezit. Zijne voordragt getuigt van zekl-
zamen tact en smaak. Jammer dat de geachte zanger
dezen avond niet goed gedisponeerd was, hetgeen tengevolge
had dat zijn programma eenigzins veranderd werd. Het
lied van Hol (de Storm), werd met zeer veel succes voor
gedragen. De heer S. wist door dit lied zijne toehoorders
van liet begin tot het einde te boeijen.
Voor de eerste maal hadden wij het genoegen, hier ter
plaatse, kennis te maken met den piano-virtuoos Sikemeijer,
uit Rotterdam. De verwachting was sterk gespannen om
trent den kunstenaar; de uitslag heeft haar verre overtroffen.
Sikemeijer is een volleerd virtuoos op zijn instrument. Zijn
techniek is hoog ontwikkeld, zijn aanslag vast en zeker,
hij bezit een bravour, die bewondering wekt. Men zit niet
te luisteren met een zekere spanning of het den pianist
gelukken zal zijn solo met succes te voleindigenneen,
Sikemeijer weet door zijn voordragt, zijn houding, maar
bovenal door zijn subliem spel ons zoodanig te boeijen, dat
wij, tout a notre aise, zijne soli genieten, ja, muzikaal ver
slinden. Rotterdam, wij benijden u het bezit van een der
gelijk piano-virtuoos! En u, hooggeschatte Sikemeijer,
(wij spreken als den tolk van alle aanwezigen), wij brengen
u onze hulde voor uw hoog te waardeeren talent en wij
roepen u van ganscher harte ,/tot wederziens" toe.
Het orchest, onder leiding van onzen ijverigen en ver
dienstelijken muziekdirecteur, den heer Egbers, heeft in do
uitvoering zijner nominers eene eenigzins veranderde rigting
aangenomen. Hildebrand zal van u, o, orchest! dezen
avond niet kunnen getuigen: „het nam een aanvang en
speelde eene sgmphonie, natuurlijk de zooveelste van Beethoven."
Wij apprecieeren deze veranderde rigting. Symphoniën met
tact en fijnheid voor te dragen zijn goed voor orchesten
van grooten omvang, waar alle partijen goed bezet zijn en
waar de uitvoering is voorafgegaan door tal van repetitiën.
Zoo als ons orchest is zamengesteld, zal eene symphonie,
het hoogere in de orchestmuziek, zelden voldoen. Voor
stukken, als Dingsdag avond ten gehoore werden gebragt, bezit
ons orchest alle mogelijke goede elementen en ze vallen
ook meer in den smaak. Op dien weg dus voortgegaan,
ijverige musici en dilettanten! en gij zult steeds meer en
meer voldoening van uw werk genieten.
Dat het aan het noodige applaudissement op den genot
rijken Dingsdag avond niet ontbroken heeft, laat zich
gemakkelijk denken.
Ten slotte een woord van dank aan het nieuwe Apollo-
bestuur, dat op genoemden avond bewezen heeft berekend
te zijn voor zijne moeijelijke taak en dat ten zeerste de
algemeene ondersteuning verdient van hen, die het voort
durend bestaan van Apollo ter harte gaat.
Ter afwisseling van het overgroot aantal blij- en
kluchtspelen, in den laatsten tijd hier ten tooneele gebragt,
gaf het tooneelgczelschap der heeren Stoete Comp.