~SCHAGER MAK KT van HEDEN.
riap men: „Leve Bara!" Talrijke groepen volks door
kruisten de stad, roepende: „weg met de ministers!" Ook
werd de Brabangonne gezongen, 's Avonds was de stad
weder rustig. De antipathie tegen den heer de Decker
heeft haar ontstaan te danken aan zijne betrekking tot de
beruchte zaak Langrand-Dumonceau.
De moord op de dames van de Poel gepleegd, (een
misdaad waarvan Anthonissen beschuldigd werd, wiens over
lijden in de strafgevangenis te Gent door den Précurseur
wordt tegengesproken) zal, volgens de bladen, tot een
zonderling proces aanleiding geven. Wie werd het eerst
vermoord de moeder of de dochter? Viel de moeder
als het eerste slagtoffer van den moordenaar, dan was de
dochter de erfgenaam en erven hare bloedverwanten. Werd
daarentegen de dochter het eerst vermoord, dan vervalt
de ervenis der dochter en erven de bloedverwanten der
moeder. Hoe zal de justitie dit raadsel kunnen oplossen?
De kwestie heeft zich wel is waar reeds vroeger voorge
daan, maar de lijken der twee vrouwen werden niet dadelijk
ontdekteerst een jaar na den moord kwam men op het
spoor van de misda cl, zoodat het ook destijds schier on
mogelijk was te bewijzen, wie van de twee het eerst den
dood had gevonden.
F r a n k r ij k.
De heeren Gambetta, Quinet, Adam, Louis Blanc,
Victor Ilugo en andere volksafgevaardigden en staatkundigen
van de radicale rigting verlangen eene amnestie voor het
meerendeel der Parijsche opstandelingen; zij hebben dezer
dagen eenen stap gedaan, welke strekt om dat verlangen
zijdelings te ondersteunen. Er is namelijk in liet laatst der
vorige week eene bekendmaking in de dagbladen hunner
partij verschenen, waarin zij giften van het publiek vragen
tot ondersteuning van de huisgezinnen, die door het lang
gerekte regtsgeding tegen de aanhangers der Parijsche
Commune hunne broodwinners missen.
De nog jeugdige schilderes, mlle. Jacquemard, die
zich reeds door hare portretten van Duruy en Csnrobert
grooten naam maakte, heeft thans te Versailles een levens
groot portret van Thiers onder handen, dat zijne vol-
tooijing nadert. -
De Bien Public, het officiële orgaan van Thiers berigt
het een of ander omtrent de voorgenomen verbeteringen in
het vestingstelsel van Frankrijk. De nieuwe ontwerpen der
vestingwerken voor Belfort, Besangon en het geheele gedeelte
der oostelijke grenzen, van den „ballon" Elzas tot aan
Pontalier, zijn thans geheel uitgewerkt. Het voor Belfort
bestemde stelsel van gedetacheerde forten, die door tusschen-
werken aan elkander verbonden en door voorwerken onder
steund zullen worden, zal op Besangon insgelijks worden
toegepast, waardoor deze vesting tweemaal zooveel gewigt
zal hebben als vroeger. Alle bergpassen van den Jura, alle uit
gangen der bergen zullen volgens een algemeen plan, dat „even
vernuftig als formidabel" is, worden beschermd. Voorloo-
pig moeten zich de Franschen er toe bepalen om hunne
even „vernuftige als formidabele versterkingen" op het
papier ten uitvoer te leggen, want Belfort en de bergpas
sen van Jura en Vogesen bevinden zich nog in de handen
der Duitschers en zij kunnen ze niet terug erlangen of
zij moeten drie milliard francs hebben betaald, en of zij,
indien deze milliarden eens zijn betaald, nog gelds genoeg
zullen overhouden om schatten gouds aan de versterking
hunner vestingen en bergpassen uit te gevendat zal
de groote vraag zijn!
Hoe lang het duren zal, eer de gebouwen van het
ministerie van Financiën, de Tuileriën en het Palais-Royal
te Parijs weder hersteld zijn, is eenigermate hieruit af te
leiden, dat de prefect der Seine heeft aangekondigd de
verpachting van het regt tot aanplakken gedurende drie,
zes en negen jaren op de schuttingen en rasterwerken, die
rondom de terreinen geplaatst zijn.
In de rue Saint-Lazare te Parijs wordt een koetsier
aangeroepen door een jongmensch, die met eene smaakvol
gekleede dame wandelt. De koetsier houdt op en beiden
nemen plaats in den fiacre. Op den boulevard des Italiens
verliet de dame het rijtuig om in een winkel iets te koopen
en zegt tot den heer, dat zij straks in de rue de la Banque
komt. De heer rijdt voort naar het aangegeven adres,
waar hij uitstapt en aan den koetsier vijf francs geeft, met
de woorden„gij kunt mij zoo straks terug gevenik kom
dadelijk weêr." Het duurt echter geruimen tijd eer de heer
terugkomt; de koetsier wordt ongeduldig, stijgt af, en ziet
dat het huis twee uitgangen heeft. De fiacre open makende,
vindt hij onder de kussens een meisje van een jaar of drie,
dat hij naar het bureau van politie gebragt heeft.
De Parijsche bloemwinkels hebben hun uitstallingen
verrijkt met een nieuwe bloem: „Het verbrande Parijs"
geheeten. 't Is een half ontloken theeroos, waarvan de
punten tier bladeren zwart zijn, alsof ze in aanraking waren
geweest met vuur.
Volgens een berigt uit Marseille, is Prins Pierre
Bonaparte dezer dagen op zijne reis van Brussel naar
Corsica aldaar doorgekomen, en heeft hij daar ter stede groot
gevaar geloopen van door het gepeupel mishandeld en zelfs
in het water geworpen te worden. De tusschenkomst der
politie zou noodig zijn geweest om hem uit de magt der
verwoede menigte te bevrijden.
De prefecten van eenige zuidelijke departementen van
Frankrijk zijn dezer dagen door den minister van Binnenl.
Zaken aangeschreven om niet langer te gedoogen dat zoo
genaamde toovenaars en waarzeggers hun voordeel met de
ligtgeloovigheid der plattelandsbevolking doen, gelijk hier
en daar nog geschiedt, maar om die bedriegerijen met alle
wettelijke middelen tegen te gaan.
Fransche bladen melden, dat het aantal gezinnen, die
den Elzas en Lotharingen verlaten, steeds aangroeit. Men
meent, dat die zucht tot verhuizen vooral ontstaat uit den
grooten afkeer der jongelieden om in het Duitsclie leger
te dienen. Volgens sommige berigten zal dan ook Elzas-
Lotharingen niet in staat zijn de 15,000 man te leveren,
waartoe het bij besluit van den Rijksdag verpligt is.
Tijdens de belegering van Parijs door de Duitschers
brak op het eiland Martinique een oproer uit, waarvan de
leiders den kreet: „leve de Pruissen!" tot leuze hadden.
Blijkens de bijzonderheden, thans betreffende de gebeurte
nissen in die Fransche overzeesche bezitting bekend ge
worden, heeft de haat van de zwarten tegen de blanken
de hoofdrol daarbij gespeeld. Een neger had zich feitelijk
vergrepen aan een creool, adjunct- commissaris van marine,
en was te dezer zake tot vijf jaren gevangenisstraf ver
oordeeld geworden. De negers morden hierover en meenden
dat een blinke zulk een handeling met hoogstens veertien
dagen zou hebben moeten boeten; de verbittering tegen de
jury steeg, doordien een der gezworenen, die digt bij den
veroordeelde woonde, geruimen tijd een witte vlag op zijn
huis liet wapperen, en een witte vl ig beteekent voor de
negersherstel der slavernij. De ongeregeldh- den, door
een en ander veroorzaakt, werden van ernstiger aard toen
de tijdingen uit Frankrijk den val van Napoleon en het
uitroepen der republiek meldden. De kreet: Leve de Repu
bliek! ging vergezeld van Dood aan Code! (bovenbedoeld
lid van den jury); de negers wapenden zich en trokken op
diens woning aan. De militaire magt bood weerstand
brandstichting was nu het middel waarmede de zwarten
de overmagt trachtten te behouden, toch zij moesten het
onderspit delven, en na twee zeer hardnekkige gevechten
werden 500 negers gevangen genomen. Uit het proces
voor de krijgsraden gevoerd bleek, dat de opstandelingen
voornemens waren Martinique tot een vrije republiek te
verklaren en de bezittingen der blanken te verdeelen. Een
der negers riep, terwijl hij voor den regter stond: „Leve
de Pruissenen de Franschen beweren dat de negers zich
zeer verwonderd hadden, toen zij vernamen dat de „Pruissen"
blanken waren evenals de Franschen. Een der brandstichters
verklaarde voor den krijgsraad: „Indien onze Lieve Heer
een hut op aarde had, dan zou ik ze verbranden, omdat
hij een blanke zijn moet!" De opstand duurde veer
tien dagen, en in dien tijd werden 44 plantaadjen met
al wat er toe behoort in de asch gelegd, nadat de meesten
vooraf geplunderd waren geworden. Port-de-FYance bleef
verschoond, want drie negers, welke van petroleum waren
voorzien, werden in den nacht van 25 Sept. gevat, terwijl
zij begonnen brand te stichten. Gelukkig voor de Franschen
ontbrak het den oproermakers aan goede leiding en aan
eensgezindheid onder de aanvoerders.
Engeland.
„De vrede van Europa was nooit beter verzekerd
dan thans," zegt Gladstone. Bewijs? Volgens de Magdeb.
Zt. is Engeland druk bezig met het fabriceren van... 100,000
Henry Martini-geweren. Frankrijk heeft de levering van
300,000 chassepóts aanbesteed; Rusland hoopt met zijne
drie nieuwe fabrieken in staat te zijn tot eene productie
van 150 a 180,000 Berdange-geweren per jaar en ontvangt
jaarlijks uit Amerika 24,000. In Oostenrijk kunnen per
jaar 120,000 Wendl-geweren gefabriceerd worden, en de
Noord-Duitsche bond, die nu „nog maar" 30 a 40,000
geweren aanmaakt per jaar, zal zijn best doen om veel
meer te krijgen.. Of Gladstone ook gelijk heeft. Men
vertrouwe hem en ieder houde zijn kruid droog.
Tot waarschuwing kan vermeld worden dat onlangs
te Londen een goederentrein tegen een locomotief en
wagon, die zonder machinist op de plek stonden, aanstootte,
met dat gevolg dat de stoomklep der locomotief opensloeg,
zoodat de locomotief vertrok en acht Engelsche mijlen
voortstoomde eer dat men ze meester werd. De schade
aan hekken, seinpalen, telegraafpalen, enz. toegebragt, was
vrij aanzienlijk, doch niemand werd gewond.
Te Bridgewater werd dezer dagen een bakker, die
zich bij de bereiding van brood door zijn zoon had doen
helpen, terwijl deze de pokken had, tot een boete van
10 p. st. veroordeeld en al het brood ter waarde van
5 p. st. verbeurd verklaard.
De Bonapartistische manifestatie, welke ter gelegenheid
van den St. Eugenia-dag op Chislehurst heeft plaats gehad,
heeft de aandacht der Parijsche dagbladpers zeer getrokken
en geeft aan onderscheidene organen der democratie stof
tot anti-imperialistische beschouwingen. Le Siècle vestigt
de aandacht op de toespraak, welke bij die gelegenheid door
een jeugdig lid der Fransche deputatie tot den zoon van
Keizer Napoleon is gerigt en die ongeveer aldus luidde:
„Het hier vertegenwoordigde opkomende geslacht van Frank
rijk biedt Uwe Keizerlijke Hoogheid de betuiging aan van
de grenzenlooze genegenheid en sympathie, die onze vaders
uwen vader toegedragen hebben en die de zonen thans
zweren aan u, den zoon, te zullen wijden." Het blad kan
zich niet verklaren, hoe deze jeugdige gedelegeerde van
het Bonapartismus zich heeft durven verstouten om aldus
uit naam van het opkomend geslacht te spreken. Dat
geslacht kan, meent le. Siècle, onmogelijk Bonapartistisch
zijn, noch worden. „Hoe! (zegt zij) zou het keizerrijk na
zijnen val die adhaesie en die medewerking van het op
komend geslacht verwerven, waarnaar het te vergeefs op
het toppunt zijner grootheid heeft gestreefd! "Wat Magenta
en Solferino niet hebben kunnen uitwerken, zou dat door
Reichshofen, Forbach, Beaumont en Sédan zijn bewerkt?
Dat is niet mogelijk, die jeugdige gedelegeerde is blijkbaar
te ver gegaan. Het opkomend geslacht! Maar zijn dit
dan niet de scharen, die zich daags na den 4den Sep
tember hebben opgedaan om het land te redden, dat het
keizerrijk zijnen ondergang te gemoet had gevoerd
die wij op de slagvelden van het vorige jaar onder Chanzy,
Faidherbe, Bourbaki, Garibaldi, altijd even dapper, maar
schier altijd even rampspoedig, hebben zien strijden, en
die alle ontberingen, alle ellenden en jammeren hebben
doorgestaan, die zich slechts denken laten? En dat alleen
wegens de verbindendheid van een BonaparteHoe kan
men dan gclooven, dat een zoo diep in zijn goed, in zijne
eer en in zijne vaderlandsliefde aangetast geslacht nog den
lust zou behouden hebben om de Bonaparte's te blijven
aanhangen 1"
Onder de vele gevallen van werkstaking, die de
Engelsche bladen dagelijks mededeelen, is er een, dat om
zijn zonderlingheid dient genoemd te worden. Zaturdag jl.
werd namelijk in het werkhuis te Lewisham bij Greenwich
een bedelaar opgenomen en van voedsel en bed voorzien.
Den volgenden morgen echter weigerde hij te helpen aan
het schoonmaken der zalen, op grond dat het onwettig was
op Zondag werk van hem te eischen. Hij werd tot 21 dagen
gevangenisstraf veroordeeld.
Een Anglikaansch geestelijke te Stradsutt, de heer
W. F. Welek, overleed dezer dagen tengevolge van het
gebruik van hetgeen hij paddestoelen geloofde te zijn en
welke voorwerpen inderdaad vergiftige fungi waren.
- De hongersnood in Perzië is, volgens de dagbladen
van Engelsch Indië, nog geenszins geweken. In Sept. was
de ellende binnen de muren van Ispahan reeds groot en
't is te vreezen, dat de toestand vóór Junij van 't volgende
jaar niet verbeteren zal. Te Meschid zijn, volgens die
berigten, op 120,000 inwoners 80,000 van gebrek omgekomen,
20,0 0 zijn uit die stad gevlugt; de overblijvenden werden
meerendeels door horden van Afghanen in slavernij weg
gevoerd. Algemeen is de klagt, dat de hooge staatsbeambten
den alleenhandel hebben in granen. De Schalt begint ge
haat te wordenhij durfde zelfs onlangs niet van eene
jachtpartij in de hoofdstad terugkeeren, waar duizenden,
zich met asch bedekt hebbende, voor zijn paleis hem met
verwenschingen overlaadden. Uit Yezd wordt gemeld van
hongersnood, cholera, stilstand van alle zaken en algemeene
regeringloosheid. In Bushiro wordt aan 4000 mensehen
dagelijks door den Engelschen resident voedsel verstrekt.
Onlangs werd die plaats ook nog door aardbeving geteis
terd. Voortdurend werden vele ongelukkigen uit Perzië
naar Bontbay overgevoerd.
D tl i t s c li 1 a n d.
De pokken-epidemie lieerscht thans ook op alle dorpen
in den omtrek van Berlijn. Velen zijn er reeds aan overleden.
Den Prins von Bismarck, die volgens sommigen thans
feitelijk de absolute alleenheerscher van Duitschland is,
werd dezer dagen weder vorstelijke eer bewezen door de
spoorwegmaatschappijen. Deze hebben nl. een prachtigen
salonwagen laten vervaardigen en ter beschikking van den
Prins en zijne gemalin gesteld. Hij heeft maar te bevelen
op welke lijn de wagen moet geplaatst worden; het prachtige
rijtuig is buiten de controle, zoodat de familie Bismarck
voortaan niets meer op de spoorwegen te betalen heeft.
Te Keulen is een 13jarig kind als dood aangegeven,
maar twee dagen later verlof gevraagd om de begrafenis
te mogen uitstellen, omdat het kind weder roode wangen
kreeg.
Italië.
Victor Emanuel is jl. Dingsdag te Rome aangekomen
en werd met groote plegtigheid aan het spoorweg-station
ontvangen. Er was eene groote volksmenigte op de been,
die Z. M met geestdrift begroette.
De Catholieken in Spanje hebben den Paus een
prachtig massief zilveren beeld van de II. Maagd, ter
waarde van 30,000 francs, gezonden.
Amerika.
Grootvorst Alexis van Rusland is met geestdrift te New-
York ontvangen. 10,000 soldaten waren onder de wapenen.
Generaal Dix heette den Grootvorst welkom als den zoon
van den grooten vorst, die zooveel voor de beschaving heeft
gedaan. Prins Alexis zcide in zijn antwoord, dat de vriend
schap tussclien Rusland en de Vereenigde Staten zóó hecht
en duurzaam is, dat niets haar zal kunnen verstoren. De
Grootvorst is heden naar Washington vertrokken om den
President een bezoek te brengen.
De Mexikaansche dagbladen melden den dood van
den befaamden rooverlioofdman Manuel Lozada, wiens naam
ook in Europa bekend werd, omdat hij eene rol speelde
tijdens het kortstondig bewind van Keizer Maximiliaan.
Manuel Lozada, bijgenaamd de tijger van Elican, was
in zijn jeugd muilezeldrijver. Spoedig echter stuitte hem
dat nederig beroep tegen de hooghartige borst en hij
stelde zich aan het hoofd van een bende roovers, die
onder zijne aanvoering weldra de schrik der bergstreken
van Tepico werd. Twee groote handelshuizen betwisten
elkander destijds het monopolie van den koophandel in
het genoemde district. Onder de zeker zeer zeldzame
middelen om elkanders zaken te benadeelcn en zich de
bovenhand te verschaften, behoorde ook dat iedere firma
een rooverbende in dienst nam, om, zoo mogelijk, elkanders
transporten op te ligten, elkanders reizigers meester te
worden, enz. Er ontstond op die wijze een ware oorlog,
die natuurlijk met plundering der landstreek gepaaid ging.
Eindelijk overwon Lozada; hij doodde tevens den aan
voerder zijner tegenpartij, Ryasseiger, en verklaarde zich
nu chet van het grondgebied Tepico. Zijn bende, men zou
bijna kunnen zeggen, zijn leger, was toen 10,000 man
sterk, meerendeels Indianen. Tepico, door hooge bijna
ontoegankelijke bergen omgeven, is daardoor eigenlijk met
de daad met Mexico afgescheiden, en daar Lozada, eens
meester geworden, niet gedoogde dat een ander roofde of
moordde, was Tepico weldra het rustigste en best bestuurde
gedeelte van Mexico. Men had slechts te zorgen dat het
hem en den zijnen aan niets ontbrak, dat men hem het
noodige ontzag bewees, en alles ging volkomen goed.
Keizer Maximiliaan liet zich dan ook door Bazaine bewegen
om Lodaza te vriend te houdenverleende den roover
lioofdman den titel van graaf, en maakte hem tot zijn
bondgenoot. Lozada nam die eer aan; en vocht dapper
tegen de republieken, maar toen hij zag dat de Franschen
zich terugtrokken, deed hij het ook, liet Maximiliaan aan
zijn lot over, trok zich in het gebergte terug en hand
haafde tot aan zijn dood zijne onafhankelijkheid tegen Juarez
PER TELEGRAAF.
3 Paarden
Ossen
65 Stieren
Gclde-Koeijen
ICalf-Koeijen
Vaarzen -
Hokkelingen
10 Nucht.Kalveren -
Velteltanomen -
780 Schapen
f 30
a 40
a
90 a225
180 a200
70 a 90
40 a 55
6 a 16
a
Lammeren f 14 a 24
1 Bokk. en Geiten - 4 Ja
6 Magere Varkens- 7 a 10
55 Biggen - 2 a 5
180 Eenden c. 50 a 65
25 Kippen - 40 al50
Boter per kop -115 a
KaasperK.G. a
Kip-Eijeren per 100 -400 a450
- 18 a 38 i Eend-Eijeren