1871. N°. 148. Zondag 10 December. 29 Jaargang. AANBESTEDING. Uitgever A A. B A K K E R Cz. BINNENLAND. 13; 2 c. yen ten ader HELDERSCIIE E\ MEl WEDIEPEIt COURANT „Wij huldigen het goed».'1 Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: HOLE IV P L E IIV, M°. 103. Prijs der Ad verten tién: Van 1—4 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plnatsruimts berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN I Naar Oost-Indiévia Triest Dingsdag 12 Dec. 's av. 6 u. 30m. Brindisi, Vrijdag 15Dec. 's av. 6 u. 30m. West-lndie: viaSouthampton Vrijdag 15 Dec.'sm.6u.25m. de Kust van Guinea: Vrijdag 15 Dec. 's m. 6 u. 25 m. Kaap de Goede HoopVrijdag 22 Dec. 's m. 6 u. 25 m. over Frankrijk en Zaturdag 23 Dec. 's m. 6 u. 25 m. Op VBIJ»A« den 15 DECEMBER 1871, des avonds ten zeven ure, zal aan het Raadhuis der gemeente Helder, in het openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed De levering: van SCHOOLBOEKEN en SC1IOOLBEHOEFTEN voor de Openbare Lagere Scholen In 187#. De voorwaarden van aanbesteding liggen, op de gewone kantooruren, ter lezing aan de Secretarie der gemeente. Helder, den 9 December 1871. Burgemeester en Wethouders dier gemeente, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 9 December. „Sint Nicolaas brengt ieder wat," zei Schenkman in een zijner luimige versjes. België heeft, op dit feest van groote en kleine kinderen, een nieuw stel ministers gekregen. De heer de Theux, de formeerder van het kabinet, staat aan het hoofd er van, zonder portefeuille, terwijl de porte feuilles volgenderwijze zijn verdeeld: Malou, Financiën; Delcour, Binnenl. Zaken; d'Aspremont-Lijnden, Buitenl. Zaken; Moncheur, Openbare Werken; de Lantsheere, Justitie; en Guillaume, Oorlog. Bij deze mededeeling is het berigt gevoerd, dat de zittingen der Kamers, wegens den minister-crisis geschorst, op a. s. Dingsdag weder voortgezet zullen worden. De nieuwe titularissen hebben dus niet lang tijd om zich voor te bereiden voor het regeringsprogramma, waarnaar hun door de vertegenwoor digers des volks ligtelijk kan worden gevraagd. Welligt heeft de goede Sint hun wel een bruikbaar concept in ,,'t mandje" gelegd! Eindelijk is de lang verwachte Boodschap door Frankrijk's president jl. Donderdag in de Nationale Vergadering voor gelezen. Hierachter vindt men de voornaamste punten van dit staatsstuk, dat, naauwelijks bekend, reeds scherp gehekeld wordt door de Londensche bladen. Te verwon deren is dit. niet, wanneer men nagaat, dat Thiers daarin aankondigt, dat hij 1 Fehr. a. s. zal overgaan tot de op zegging van het handelstractaat. Berigten uit Rome melden, dat de Afgevaardigden het plan hebben om de Staatsbegrooting voor 1872 in haar geheel goed te keuren. Op zulk een manier is het waarlijk niet moeijelijk als minister een begrooting te verdedigen. Gisteren morgen vond men in het Koegras op den weg in de sneeuw liggen het lijk van eene vrouw. Men vermoedt dat de ongelukkige, die als schoonmaakster bij een boer was werkzaam geweest, op haar terugkeer naar huis uit vermoeidheid eenige rust heeft genomen en zoo het offer van het barre weêr is geworden. Volgens eergisteren ontvangen telegram uit Gibraltar omtrent het stoomschip Prins van Oranje, wordt de kleine reparatie aan de stoomschnifbeweging volbragt. Tevens worden de twee schroefbladen, die in het Suez-Kanaal beschadigd waren, door nieuwe vervangenten dien einde is eenige lading uit het achterruim in ligters gelost. Volgens ontvangen telegram uit Suez, heeft het stoomschip Prins Hendrik de reis door het Suez-Kanaal in 47 uren in de beste orde volbragt. Het schip zou eergisteren de reis van Suez naar Batavia voortzetten. De zeildag van het transportschip Java is bepaald op 17 dezer. Naar men verneemt, is gisteren de vrijpostige indringer in het Loodskantoor, na eerst excuse hij den bewoner gevraagd te hebben voor het afleggen zijner onbetamelijke visite, door de politie op vrije voeten gesteld. De Duitsche brik Johanna (zie vorig nummer) is zonder eenige bekomen schade door de stoomboot Archimedes weder ter reede gebragt. Dat in den boezem van ons departement der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen werkelijk de blik gevestigd wordt gehouden op de groote vraagstukken van den dag, waarbij 't belang van 't algemeen in groote mate betrokken is, dit bleek allerduidelijkst uit de lezing, die op de Nutsvergadering van gisteren avond door den heer J. W. Margadant gehouden werd. Spreker schetste in duidelijke trekken de geschiedenis der Internationale Werklieden-Ver- eeniging, haar aard en strekking; wees op de schromelijke gevolgen, die uit de verwezenlijking van de denkbeelden dier vereeniging zouden voortvloeiien, maar tevens op het ongerijmde, het onmogelijke van den eisch der Commu nisten, en eindigde met het aanwijzen van eenige practische middelen, die door en voor den werkman kunnen aangewend worden om het lot van den arbeidenden stand te verbeteren. Aan het slot herinnerde de spreker er aan, dat dezer dagen ook hier ter plaatse, in navolging van hetgeen elders is geschied, het plan is gevormd om eene vereeniging van werklieden te stichten, met het doel om het wezenlijk belang van den werkman door onderlinge aaneensluiting te bevorderen, en hragt hij' daaraan zijne hulde toe. De heer J. C. Leich droeg in proza voor, zijne reis avonturen op een uitstapje naar Amsterdam. Toen, nu eenige maanden geleden, een geweldige krijg heerschte en iederen dag de couranten ons nieuwe oorlogs rampen kwamen vermelden; toen wij dagelijks vernamen hoe ijselijke tooneolen op de oorlogsvelden plaats vonden en hoevelen onzer natuurgenooten verminkt en in de diepste ellende op de verlaten plekken bleven liggen, waarover pas te voren de oorlogsgod zijn weeën had uitgestort; toen was 't voorwaar geen wonder, dat ons hart bloedde bij 't vernemen van zooveel leed en smarte en dat wij willig onze beurs ontsloten, waar de noodiging tot ons kwam tot het verleenen eener bijdrage tot leniging van den nood der ongelukkigen van het oorlogsveld. Thans liggen die gebeurtenissen weder achter ons en slechts nu en dan herinneren we ons de gruwelen van een zoo verschrikkelijken krijg. Liefst vleijen we ons met de gedachte, dat de ver schrikkingen van den jongsten oorlog niet weder zullen voorkomendat de vorsten en volken, door een zóó afschrikkend voorbeeld geleerd, in 't vervolg zullen zamen- werken om den vrede bestendig te doen voortduren; dat eindelijk de pogingen van vredes-congressen en vredebonden mogen bekroond worden door 't voor goed ophouden van den menschenmoordenden krijg. Maar, helaas! het ideaal van een eeuwigen vrede is nog in de verste verte niet bereikt. Er bestaat nog volstrekt geen zekerheid, dat er. te eeniger tijd niet weder een oorlog zal uitbreken. Ook in 't voorjaar van 1870 dacht niemand aan oorlog en hoe spoedig daarna ontbrandde hij met groote hevigheid! Hoe weinig wordt er nog gedaan om te komen tot eene alge- mèene ontwapening; hoezeer worden de budgetten voor oorlog en marine allerwege opgevoerd; hoe worden, zoo hier te lande als elders, pogingen aangewend om de ligtingen der militie te versterken, het vestingstelsel op goeden grond slag op te trekken; en de oorlogs-materialen, ware het mogelijk, tot de grootst mogelijke volkomenheid te brengen. De toestand van vrede, waarin wij ons thans verheugen, heeft de bescherming van tal van naaldgeweren noodig. Zoolang er dus nog altijd gevaar voor het ontstaan van oorlogen aanwezig is en de overtuiging blijft heerschen, dat in oorlogstijd het verleenen van hulp aan zieken en gewonden op de slagvelden eene noodzakelijke uiting is van het godsdienstig gemoed, dat balsem wil gieten in de geslagene wonden, zoolang verdient de vereeniging, die in dat menschlievend streven zijn grondslag en werkkring vindt, aller ondersteuning en aller sympathie, zoolang behoort de vereeniging „het Roode Kruis" ook in dagen van rust en vrede te worden) geschraagd en gesteund. Eerstdaags zal die vereeniging eene algemeene vergadering houden, de belangen der zaak behandelen en o. a. ook aantoonen wat er in vredestijd dient verrigt te worden om in tijd van oorlog gereed te zijn de noodige hulp te kunnen verleenen. Tevens zal daar een voorstel in beraadslaging komen, waarhij de kring van het streven dier vereeniging verre zou worden uitgebreid en zich ook zou bepalen, even als reeds bij het heerschen van den typhus te Egmond aan Zee is geschied, om bij heerschende epidemieën werkzaam te zijn tot leniging van den nood en in het algemeen te trachten de zieken verpleging te verbeteren en gezonde begrippen omtrent de gezondheidsleer in ruimen kring te verspreiden. Wie zal het wraken, als in dien zin pogingen worden aangewend! Wie zou een zoo edel pogen niet willen ondersteunen! Wie zou, als weder eene bijdrage wordt gevraagd voor 't Roode Kruis, ten antwoord geven„er is nu geen oorlog, er zijn nu geen gewonden te verplegen." Wij hopen, dat het voorstel door het Arnhemsche comité gedaan, worde aangenomen, en twijfelen niet of daardoor zal de sympathie voor de vereeniging allerwege nog belangrijk vermeerderen. Ieder zal het moeten beamen, dat, ondanks de meerdere beschaving en verlichting, waardoor deze eeuw zich kenmerkt, er hij het groote publiek nog weinig kennis omtrent de gezondheidsleer bestaat; dat wij nog weinig voorbereid zijn, als er van tijd tot tijd epidemieën ontstaan, die naar tal van offers grijpen. Daarom, hulde aan de vereeniging, die zich 't lot van zieken en gewonden op de slagvelden aantrekt en die, naar wij hopen en verwachten, weldra bestemd zal zijn, bij voorkomende heerschende ziekten, zich ook het lot van zieken in ons midden aan te trekken en tevens begrippen ter bevordering der gezondheid onder 't volk aan te kwee ken. Dat ter dezer plaatse de leden steeds van hunne belangstelling doen blijken en hun aantal bestendig toeneme! De goede zaak verdient dit ten volle. Met het oog op het bovenstaande is het welligt nuttig het volgende besluit, dat dr. N. Pirogoff, te Petersburg, uit zijne veelzijdige onderzoekingen en rijke ondervinding trekt, mede te deelen„De vereenigingen van het Roode Kruis moeten in den eersten tijd niet al te zeer naar ontwikkeling van het internationale streven trachten, maar veel meer hare krachten vereenigen op liet practische gebied der private ziekenverpleging. Zij moeten eigene beweeglijke wèlingerigte en tijdelijke lazareths in hunne woonplaatsen, een eigen personeel voor ziekenverpleging en met den tijd eenige geneeslieeren aanschaffen. Zij moeten hunne middelen trachten uit te breiden, alle standen opwekken tot nuttige practische bezigheden in vredestijd, en die onder hare leden, naar mate van kennis, aanleg en geschiktheid verdeelen." Ter bevordering der goede zaak herinneren we, dat het bestuur van het plaatselijke comité is zamengesteld als volgtde heeren dr. Bakker, R. Boomsma, Binkes, Dyse- rinck, Jelgersma, dr. Krol, de Lange, van der Meersch, baron Melvill van Carnbée, Oudenhoven, Stakman Bosse, Steenbergen, de Winter en Uurbanus. Ieder der genoemde heeren stelt zich gaarne beschikbaar om door zijne tusschen- komst nieuwe leden der vereeniging te doen in te schrijven hij den penningmeester, den heer Hugenholtz. De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Donderdag den 14 dezer, des avonds ten half acht ure. Graaf Duchatel, Zr. Ms. gerolinagtigde minister bij dgn H. Stoel, heeft aan het Nederlandsche gouvernement aangeboden zijne betrekking kosteloos te blijven waarnemen, ten einde alle voorwendsel tot inmenging der Tweede Kamer op te heften. Do commissie voor de heoordeeling der prijsvraag voor de Nederlandsche verdediging heeft thans hare werk zaamheden geëindigd, doch geen der ingezonden antwoorden der bekrooning waardig gekeurd. Men schrijft ons uit Ilaringcarspel, dd. 7 dezer: „Sinterklaas heeft weder zijne jaarlijksclie geschenken aan oud en jong, aan rijk en arm doen uitreiken. De goede Sint lieeft de algemeene armen dezer gemeente weder niet vergeten. Elk behoeftig gezin ter dezer plaatse ontving 500 turven, toezegging van de ontvangst van 14 roggebrooden (één per week), en eenige kazen. Dit gebeurt hier ieder jaar, en wel uit een vast fonds. Iemand, in zijn leven te Tutjehorn woonachtig, heeft zijne landerijen onder die voor waarden aan de algemeene armen vermaakt, toen hij zonder erfgenamen na te laten overleed. De vermelde uitdeeling wordt bekostigd uit de jaariijksche landhuur. Vroeger werd uitsluitend kaas uitgedeeld, maar men heeft begrepen dat de mensch, en vooral de arme bij kaas alleen niet kan leven en vandaar de toevoeging van turf en brood. Welligt dat later nog eens de kaas door vleesch of spek wordt vervangen. De bedoelde landerijen worden beheerd door één lid van het Hervormde en één van het R. C. kerk bestuur." Het is nu bijna 210 jaren geleden, dat te Amsterdam de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ werd voltooid, en 100 jaren dat het destijds geheel van hout opgetrokken gebouw met steenen bijgebouwen werd vermeerderdhoeveel vreemde lingen hebben daarin gehuisvest, voor hoeveel Amsterdammers was het een verwelkomende baken hij hun terugkeer naar de hoofdstad, en thans nog weinige dagen maar en het gebouw zal uit de omgeving van het IJ zijn verdwenen. Jl. Woensdag is het voor 9500 tot amotie verkocht, om plaats te maken voor het centraal station. Een groot, een eenig feest is jl. Woensdag avond in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam gevierd. Storm noch sneeuwjagt waren in staat de 3500 kinderen terug te houden, aan welke een St. Nicolaasfeest in het Paleis was toegezegd. Onder aanvoering van hoofd- en hulponder wijzers kwamen zij tegen zes ure de goed verwarmde en betooverend verlichte zaal binnen, alwaar zij werden ont vangen door de dames van het comité. Met begeleiding van het orkest werd nu door het koor van de 3500 kinderen aangeheven: „Het uur van vreugd is thans gekomen," enz. Vervolgens begon een togt door de zaal, op de aller aardigste wijze afgewisseld door liederen en het bekende „Tusschen Keulen en Parijs," waarbij vele „manieren" niet weinig bijdroegen om de algemeene vrolijkheid te verhoogen. Nadat allen hun zetels weder hadden ingenomen, begon de uitdeeling van krentebrooden en chocolaad, waarbij de dames van het comité zich ijverig weerden en toen ja,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1