1871. N°. 149. Woensdag 13 December. 29 Jaargang. Wat wij wenschen. II. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: M O L E 1* P L E I ft', K°. 163. BINNENLAND. HELDERSCHE EV NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goed 9.': Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. franco per post - 1.65. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels CO cent* elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN Naar Oost-Indiëvia Triest Dingsdag 26 Dec. 's av. 6 u. 30m. n u Brindisi, Vrijdag 15 Dec. 's av. 6 u. 30m. West-lndie: \ia,Southampton Vrijdag 15 Dec. 'sm.6u.25m. de Kust van Gninea: Vrijdag 15- Dec. 's m. 6 u. 25m. Kaap de Goede HoopVrijdag 22 Dec. 's m. 6 u. 25 m. over Frankrijk en Zaturdag 23 Dec. 's m. 6 u. 25 m. Onze burgerlijke regtsbedeeling. I. Die pleit om eene koe, geeft er eene toe. Als iemand mij onder bedreiging met een proces om mijn hemd vraagt, begin ik maar vast mijn jas uit te trekken. Ziedaar een paar volksspreekwoorden, die wij gemakkelijk zouden kunnen vermeerderen, en die niet aantoonen, dat het volk een groot vertrouwen heeft op de Nederlandsche procedure. Het volk vindt de processen te kostbaar en te langdurig en getroost zich in zaken van minder belang liever onregt te lijden, dan den bijstand in te roepen van den burgerlijken regter. Deskundigen zullen die beide grieven tot op zekere hoogte toegeven en er veelal eene nog ernstiger grieve bijvoegen: de onzekerheid onzer regtsgedingen, waardoor het beste proces verloren en het ellendigste gewonnen kan worden. Goed en snel regt in burgerlijke en handelszaken is een der eerste volksbelangen en door dit in het programma onzer partij te schrijven, door dit te noemen onder de reeds vroeger aangekondigde rubriek „Wat wij wenschen," doen wij nieti anders dan aan deze zeer gewigtige zaak de plaats geven, die haar toekomt. De vraag is echter, waarom is bij ons een proces eene veelal gevaarlijke speculatie, eene kostbare onderneming, waarvan zich 't einde soms jaren laat wachten? 't Publiek vindt het gemakkelijk de schuld te werpen op de advocaten. In de oogen van 't groote publiek is de regtsgeleerde, die het proces wint, altijd knapper dan zijn tegenpartij; zijne verdienste heeft het geding doen winnen, zoo als de zorge loosheid of onkunde van de tegenpartij dat heeft doen ver liezen. Consequent is die redenering niet. Ook de groote kosten en de lange duur worden op hunne rekening geschoven. Van de ware schuldige heeft echter geen tiende deel van hen die klagen, en daaronder zijn er die teregt klagen, eenig begrip, eenig vermoeden zelfs. Gelukkig schrijven zeer weinigen de gebreken van ons regtswezen toe aan den regter; dat bewijst, dat ons regt, al is 't duur en langzaam, toch gewezen wordt door bekwame en eer lijke mannen. Ook daar schuilt het kwaad niet. Hooger, bij het hoogste gezag in Nederland, in de wet, of liever in eene reeks van wetten, vindt men de oorzaken, die ons proces maken tot wat het is en dat is niet veel moois of benijdenswaardigs. Er is bijna geen wet, die betrekking heeft op ons burgerlijk procesregt, die niet dringend wijziging behoeft. Waarom zijn onze processen zoo kostbaar? Omdat de staat eene in vele gevallen zeer zware, maar in elk geval drukkende, belasting legt op het verkrijgen van regt. De staat verkoopt de zegels, waarop al de stukken tot eenig geding behoorende moeten worden geschreven. Door de vernuftige, maar niet weinig parasitische ontwikkeling van het regt van registratie doet de staat procederende partijen herhaaldelijk in hun beurs gevóélen, dat het regt niet om de burgers, maar om den staat is. Niet alleen dat de staat belasting heft van elke deurwaardersacte, van het vonnis en van de afschriften der vonnissen, maar ook voor elk stuk papier, dat als bewijsmiddel in 't geding wordt gebragt, laat de staat zich betalenin sommige gevallen eischt hij voor zich zooveel, dat men zich genoodzaakt ziet stukken en bescheiden achter te houden, die eigenlijk in 't geding behoorden. En dat alles zonder den minsten regel. Nu eens vraagt de[staat veel, dan weêr weinig, soms maar dit gebeurt zeer zelden niets, 't Laatste geschiedt even willekeurig als 't eerste. Vervolg bijv. in regten iemand voor eene accep tatie of orderbriefje, de staat eischt een niet onbelangrijke belasting van u, alvorens gij u van deze promesse als bewijs moogt bedienen in regten; vervolg iemand voor eenen ge- accepteerden wissel, wat feitelijk juist hetzelfde is en de staat stelt u vrij van belasting. Was deze belasting nu nog maar alleen willekeurig! Maar zij is in hooge mate immoreel. De eerste plïgt, sommige staatkundigen beweren zelfs de eenige pligt, van den staat is de handhaving van het regt en eene belasting op het verkrijgen van regt druischt tegen het wezen van den staat in, weerhoudt den burger de bescherming van den staat in te roepen, als hem onregt wordt aangedaan. Wat toch is onzedelijker dan dat hij belasting betaalt die onregt lijdt. Het gevolg van die ongelukkige belasting is, dat elk proces duur wordt en dat sommigen zoo duur zouden worden, dat zij onmogelijk kunnen worden begonnen, althans niet worden doorgezet, als door ontkentenis van de tegen partij de overlegging van geschrevene bewijzen wordt gevorderd. Een eerste antwoord dus op de vraagwaarom zijn onze processen zoo duur, is dit: omdat de Nederlandsche schat kist de eenige is, die bij alle procedures wint. Maar dit is niet het eenige antwoordook die instelling, die men genoemd heeft: „de dubbelde regtsbijstand," die voortvloeit uit ons Wetboek van burgerlijke Regtsvordering is een van de voornaamste bronnen van dit kwaad. Hier mede is het gegaan als;met de registratie, ook deze was in den aanvang eene uitstekende instelling, totdat zij ont aardde in eene belasting; zoo ook was aanvankelijk de invoering van „avoués" (procureurs) als vaste ambtenaren bij de regtbanken een nuttige maatregel, die én aan de regters èn aan de partijen de verzekering gaf, dat ook de niet-juridische bemoeijingen, het bloot vormelijke gedeelte der processen, behoorlijk werden behandeld. De werkkring dier eerste procureurs was echter geheel ondergeschikt. Hun ambt dankte zijn ontstaan aan een maatregel van orde en van bezuiniging. Het werd minder kostbaar geacht, het formeele deel van de procedure, dat slechts weinig regtswetenschap, maar meer naauwlettendheid, orde en eenige kennis van formulieren vraagt, op te dragen aan eene klasse van mindere ambtenaren, dan ook die te doen waarnemen door de ruimer bezoldigde advocaten. Twee redenen hebben voornamelijk er toe geleid om deze voorgestelde bezuiniging te doen groeijen tot wat het thans is, eene aanmerkelijke uitbreiding en verzwaring van de kosten van alle processen met uitzondering van die voor den kantonregter. De eerste reden ligt in het monopolie, dat de procureurs, waarvan bij elke regtbank slechts een beperkt aantal werden benoemd, verkregen. Daardoor werd hun ambt op vele plaatsen zeer winstgevend, en daar de procureursplaatsen (charges d'avoué) in Frankrijk, even als notariaten, verkoopbaar waren, bragten zij weldra veel geld op. Daardoor kwamen zij in handen van eene andere klasse van personen, men moest vermogend zijn om de betrekking te kunnen koopen, en dat waren bijna alleen personen van geheel anderen stand en opvoeding dan de eerste avoués, weldra waren het meest regtsgeleerden. Zoo werd de instelling in Nederland ingevoerd en daar verder bedorven, vooral door de in de laatste jaren gevolgde gewoonte om bij voorkeur meesters in de regten tot dat ambt te benoemen. Daarmede verviel echter de reden van bestaan voor de betrekking, want nu kregen partijen in den volsten zin des woords „dubbelden regtsbijstand." Tusschen opvoeding, kunde en stand van advocaten en procureurs bestaat thans feitelijk geen verschil. Men heeft nu in elk geding, en dat is het eenige gevolg, twee regtsgeleerden in plaats van een, tusschen welke de wet een zeer willekeurig onderscheid maakt, door aan den een bevoegdheden te geven, die zij den ander ont houdt, zóó echter, dat geen van beiden alle bevoegdheden heeft, noodig om het geding tot een einde te brengen. En nu moge het oude spreekwoord: twee zien meer dan één, waar zijn, dit zal dan toch wel alleen gelden voor die enkele, gewigtige, moeijelijke processen, die als uitzonde ringen voorkomen. In negen en negentig van de honderd gevallen is één regtsgeleerde, hetzij hij advocaat heet of procureur, voldoende om het werk te doen, en dient de tweede nergens voor, dan om.... de kosten te verdubbelen en het proces te rekken. De ^Nederlandsche Juristenvereeniging had ten gevolge van deze en dergelijke overwegingen dan ook op het programma der in de vergadering van dit jaar te behandelen onderwerpen, de afschaffing der procureurs eene plaats gegeventijdsgebrek is oorzaak geweest, dat dit hoogst gewigtige punt is uitgesteld geworden. Te wenschen is het, dat die vereeniging deze zaak met kracht ter harte neme. Men geve als overgangsmaatregel de fungerende procureurs alle regten der advocaten, het personeel thans bij de Nederlandsche regtbanken aangesteld, is zoo, dat daaruit geen het minste nadeel voor de regtzoekenden zal ontstaan, en men ontsla dan tevens de advocaten van de verpligting om al hunne communicatien met den regter te bewerkstelligen door middel dier ambtenaren. Daardoor zullen de kosten der proceduren belangrijk ver minderd worden, ja, wij aarzelen niet als ons gevoelen uit te spreken, dat als de instelling der procureurs wordt op geheven en de staat afstand doet van de zegel- en registratie-belasting, die zij thans heft van alle regtzoekenden, die kosten zullen dalen tot op de helft van hetgeen zij thans bedragen! Waarlijk eene niet geringe bezuiniging. HELDER en NIEUWEDIEP, 12 December. Het zamenkomen der Nationale Vergadering te Versailles heeft reeds vrij wat stof ter vermelding van staatkundige berigten geleverd. Reeds is de Boodschap, waarmede de heer Thiers de EYansche wetgevers heeft verrast het voor werp van velerlei beschouwingen. Het ontbreekt der Engelsche bladen niet aan afkeurende beoordeelingen, vooral ten aanzien van het handelstelsel. Een aantal nieuwe onder werpen is nu reeds weêr bij de Hooge Vergadering aan de orde. De minister van Financiën brengt niet slechts de staats- begrooting ter tafel, maar heeft ook een ontwerp van wet ingediend, de strekking hebbende om de indertijd in beslag genomene goederen van de familie Orleans aan hare leden terug te geven. Uit den boezem der leden zijn voorstellen in het midden gebragt tot verplaatsing van den zetel der legering naar Parijs; tot het doen houden eener volks stemming over de vraag: of Frankrijk een republiek dan wel een monarchie zal zijntot opheffing van den staat van beleg in het departement der lthóne en te Marseille. In Pruissen is de regering, blijkens hare verklaring in 't Huis der Afgevaardigden, er ijverig op bedacht om het belastingstelsel te hervormenbij het ingediend wetsvoorstel heeft zij getracht den druk der belastingen voor de mindere volksklassen te verligten. De Keizer van Rusland heeft dezer dagen bij eene feest viering der militaire orde van St. George een toast uitge- bragt op Keizer Wilhelm, en daarbij gesproken van innige vriendschap, die beide potentaten vereenigt en ten waarborg moet verstrekken voor den vrede en de wettelijke orde van Europa. De liberale partij in België is over het geheel tevreden over de zamenstelling van het nieuwe kabinet. De bladen dier rigting noemen den heer de Theux het hoofd, den heer Malou de ziel van het nieuwe kabinet. Enkele heftige organen dier partij zien in het nieuwe ministerie een bewind van bepaalden teruggang. Zij dringen bij de vrijzinnige leden der Kamer op naauwe aaneensluiting aan. Dat er op het Rijks telegraafkantoor alhier nog al wat omgaat, kan blijken uit het volgende, alles behalve aange naam geval, ons jl. Zaturdag overkomen. We boden nl. te 2 u. 45 m. 's namiddags een telegram aan, met antwoord betaald, dat eerst te 4 u. 30 m. werd verzonden. Een uur en drie hoartier heeft ons berigt aldus moeten wachten. Op onze informatie ontvingen wij ten antwoord, dat de toevloed van berigten ter verzending een oogenblik te voren zoo groot was geweest, dat men niet vóór dien tijd (half vijf) het onze had kunnen overseinen. We vonden ons niet weinig teleur gesteld daar we vóór 4 uur uit Amsterdam antwoord hadden gevraagd en het telegram eerst te 5 ure aldaar aan zijn adres was bezorgd. Door de mededeeling hiervan hopen we, dat de directie maatregelen zal nemen om het publiek voor dergelijke teleurstellingen te vrijwaren. We gelooven b. v. dat met succes nog één lijn naar Amsterdam zou kunnen worden aangebragt en dan natuurlijk vermeerdering van dienstpersoneel, van wier krachten in de tegenwoordige omstandigheden, naar men ons verzekert, meer wordt ge vergd, dan op eenig ander kantoor. Naar men verzekert, zullen de passagiers van de te Gibraltar binnengeloopen mailboot Prins van Oranje, met een ander stoomschip naar hier worden overgebragt. Gisteren heeft bij de Directie der Marine alhier de herbesteding plaats gehad voor de levering van versch rund- vleesch, ten behoeve der equipagiën van Zr. Ms. schepen, minste inschrijver de heer W. S. J. Beek, voor 67 per 100 kilogram; en de levering van versch vleesch ten behoeve van het Hospitaal, minste inschrijver de heer A. L. van Gelder, voor 59,60 per 100 kilogram. Muziek! Gij edelste der kunsten, gij die zoo bij uit nemendheid geschikt zijt vriendschapsbanden hechter en vaster zaam te snoeren, gij die de gave bezit in uren van angst, smart en droefgeestigheid den gevoeligen sterveling in het practische leven terug te voeren, gij die zoo menig maal het droeve lot der lijdende menschheid hebt opgebeurd en den horizon van een ongelukkige door lichtende stralen van hoop hebt opgehelderd en door dit alles op onze drie- vuldige dankbaarheid moogt aanspraak maken, ook thans gevoelen wij ons gedrongen u onze hulde te brengen, nu vier uwer zonen niet geaarzeld hebben zich het lot eener arme weduwe aan te trekken en door het doen hooren hunner talenten getracht hebben iets bij te dragen tot ver zachting eener lijdende zuster. Uwe namen verdienden aan de vergetelheid ontrukt te worden, doch, noblesse obligé. Dat uw concert van jl. Zaturdag avond goed geslaagd is en dat uwe talenten, op uwen jongen leeftijd reeds zoo degelijk ontwikkeld, door de aanwezige toehoorders volko men geappreciëerd zijn, dit moge met de edele zelfvoldoe ning van welgedaan te hebben, uwe belooning zijn voor uwe niet te waardeeren moeite en een spoorslag tot voort zetting uwer muziekaal-philantropische concerten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1