STATEX-GEXfiltAAl;
Benoeming-en, enz.
BUSTE L A X B.
Alkmaar, dezer dagen opgemaakt ter voorziening in do
bestaande vacature van kantonregter aldaar, zijn ge
plaatst de hoeren: 1°. mr. W. van der Kaay, 2°. mr. M. A.
Kluppel, en 3°. mr. L. G. F. Aberson.
Bij het slechten van een klein duintje achter do school
te Egmond aan Zee, vond men dezer dagen het geraamte
van oen forscli gebouwd persoon. In een lederen beursje
met wol gevoerd doch een en ander reeds vergaan
vond men eenige Spaansclie matten.
Zonderling zijn de spelingen in de natuur; ziet men
soms met verbazing mensehen van enorme ligchaamsgrootte
ware reuzen, men vindt de tegenstelling in Tom Pouce
Aan deze echter bespeurt men meermalen eenige wanvor-
ming, hetzij door ongeëvenredigd hoofd als anderzins. De
broeder en zuster Mouclie, thans in het Paleis voor Volks
vlijt tot een bezoek uitnoodigende, onderscheiden zich juist
door regelmatigen vorm en waarlijk bevallig voorkomen.
Zij wekken tercgt de bewondering. Mr. Mouclie is 15 jaar
oud, lang 77 centimeter en weegt 7 kilo. MUe Mouclie
is iets grooter; zij is 16 jaren oud, lang 83 centimeter en
weegt 10 kilo. Naast elkander op het canapétje gezeten,
bedekt een opengevouwen Ilaarlemsche Courant het paar
geheel, terwijl dezelfde courant toegeslagen mr. Mouche
aan liet oog onttrekt als hij ze vóór zich houdt om te
lezen. De ouders van deze natuurmenschcn zijn beiden
groot van gestalte. (Ainst. Crt
Men verneemt, dat do Amsterdamsche Vereeniging
tot veredeling van het Volksvermaak het plan heeft ge
vormd om in 't laatst van Mei een lentefeest te organiseren.
Zooveel mogelijk in alle deelcn der stad zullen wedstrijden,
kinderspelen, muziek-uitvoeringen, bals, enz. plaats hebben.
Jl. Dingsdag werd te 's Hage de tweede algemeene
vergadering der vereeniging het „Roode Kruis" gehouden.
De voorzitter, dr. J. Bosscha, wees op het verblijdend ver
schijnsel, dat de vereeniging in het begin slechts 14 comité's
telde, terwijl op deze vergadering thans 100 (110) afge
vaardigden even zoovele comité's vertegenwoordigden.
Daarna bragt de secretaris, dr. Verwey, verslag uit omtrent
het verrigtte gedurende den oorlog en den toestand der
vereeniging. Uit dit verslag blijkt, dat zij op 1 Julij 1870
21 afdeelingen met 1585 leden telde, en spoedig na het
uitbreken van den oorlog 152 afdeelingen met 21,387 leden.
Zwolle was de eenige provinciale hoofdplaats waar geen
comité gevestigd is.
Na oen langdurige, meer dan geanimeerde beraadslaging
werd eene voorgestelde conclusie van het hoofdbestuur
aangenomen, aldus luidende„De vergadering neemt als
beginsel aan, dat uit de inkomsten der comité's ook in
vredestijd uitgaven niet! mogen gedaan worden, die niet in
redelijk verband staaq; tot de zorg voor de zieke en ge
kwetste krijgslieden in tijden van oorlog."
Deze conclusie is het gevolg van het voorstel van sommige
comité's, om in vredestijd hulp te verleenen bij ziekte of
bij algemeene of plaatselijke rampen in Nederland.
Als een bijzonderheid deelt men mede, dat door de
vroedvrouw E. A. HL; te Delft, tusschen jl. Zondag avond
9 ure en Dingsdag namiddag 4 ure, dus binnen 67 uren,
bij drie geboorten van tweelingen bijstand is verleend en
wel bij twee paren ,fneisjcs en een paar jongens.
In de laatste week van de vorige maand was de tijd
daar, dat de burgemeester van Ilellevoetsluis weer moest
worden herbenoentd de horbenoeming kwam nietde bur
gemeester legde zijn betrekking neder, en de wethouders
namen de loopende zaken waar. Den 8 Dec. kwam eindelijk
de herbenoeming, en de wethouders namen daarop hun
ontslag als lellen van den raad.
De procureur-generaal bij het hof te Utrecht heeft
eene gevangenisstraf van 12 jaren geëischt tegen de wed.
Jongenburger, die, zoo als bekend is, haren man met een
messteek om het leven bragt. De uitspraak is bepaald op
Woensdag 20 dezer.
De Middelb. Crt. verneemt met zekerheid, dat de
Maatschappij tot exploitatie der Staatsspoorwegen is aange
schreven, om de dienst op Middelburg op 1 Maart e. k.
te openen.
Zooals waarschijnlijk aan velen bekend is, bestaat
op de Veluwe en mogelijk ook wel in andere streken
van ons vaderland een volksgeloof, dat brand, door
bliksemvuur ontstaan, alleen gebluscht kan worden door
zoete melk. De oorsprong van dit geloof, dat wij altijd
aan bijgeloof hebben toegeschreven, moet hoogst waarschijn
lijk in de grijze oudheid gezocht worden, toen, zoo wij ons
niet vergissen, de Germanen gewoon waren hunne offervuren,
na den afloop der offeranden aan de goden, niet met water,
maar met melk uit te blusschen. IIoo het zij, bijgeloof of
niet, de schrijver der landbouwkundige mengelingen in de
L. Crt. acht het niet ongepast den landman opmerkzaam
te maken op dit blusehmicldel, dat hij meestal in zijn kelder
voorhanden heeft. Als voorbeeld van de voortreffelijkheid
der zoetemelk daartoe, haalt hij het volgendo voorval aan:
Een watermolen werd bij hevig onweder door den bliksem
getroffen en raakte in brand, juist toen een 30tal koeijen
op eene nabij gelegen weide waren uitgemolken. Men
komt op de gedachte, die melk in de uitbrekende vlammen
te werpen. Gaarne staat de eigenaar ze tot dat einde af,
en zie, de brand werd in de geboorte gestuit. Huisvrouwen
zullen zeker kunnen bevestigen, dat overkokende melk een
sterk brandend vuur schielijk uitdooft, en dat er geen krach
tiger middel is om spoedig doove kolen te bekomen.
Het Prov. Gerogtshof van Gelderland heeft jl.
Donderdag veroordeeld tot eene tuchthuisstraf van vijf jaar
en zes geldboeten van 50 elk, den agent der Levens
verzekering-maatschappij Prudentia, II. K. II.; wegens liet
maken van drie valscliheden in onderhandsch geschrift en
het des bewust gebruik maken dier valsehe stukken.
Te Arnhem heefr. een adres aan den gemeenteraad
gecirculeerd, inhoudende het verzoek om eene politie-ver-
ordening, waarbij strafbepaling wordt voorgesteld tegen hel
zir.h in kennelijke» staat van dronkenschap bevinden op straat.
Te Arnhem is overleden in den ouderdom van 68
jaren, de luitenant-generaal C. II. Ilappé.
Naar aanleiding van de geestdrift, waarmede de
Grootvorst Alexis, zoon van den Kussischen Keizer, in het
republikeinsche Amerika ontvangen is, merkt de Arnh. Crt.
aan, dat die geestdrift, hoe overdreven ook, bewijst, dat
vorstenhaat goene noodzakelijke eigenschap van den repu
blikein is. Zoo kan men ook een ijverig voorstander zijn
van den monarchalen regeringsvorm zonder de personen,
die hem vertegenwoordigen, te vergoden. De Arnh. Crt.
is niet republikeinscligezind, maar zij keurt het af, dat
iemand, zoodra hij een oordeel velt over de monarchie, dat
niet onbepaald gunstig is, met allerlei scheldnamen wordt
begroet.
In de afgeioopen week zijn op de spoorlijn Meppel
Groningen driemaal zooveel steenkolen gebruikt als
anders gewoonlijk het geval is, dewijl men tengevolge van
de sneeuwversperring en de sterke vorst zooveel meer
stoomkracht noodig had.
De uitgestrektheid der boschgronden in Nederland
was in 1870, volgens raming, 225,000 hectaren, waarvan
in de provincie Gelderland 71,560; Noordbrabant 60,000;
Limburg 24,253; Overijssel 15,600; Utrecht 15,000; Zuid
holland 15,000; Noordholland 7000; Friesland 6100; Drenthe
5500; Zeeland 4300 en Groningen 650 hectaren.
I NVLOED VAN DE MAAN OF HET WEDKlt. Zoo
staat aan het hoofd van een opstel in het 1 Cents-Volks-
blad van 16 Nov. 1871, en wordt, met beroep op eene ver
handeling in de Annalen der Physik und Chemie, enz.
beweerd, dat de maan geen invloed, uitoefent op het weder.
Ik herinner mij, voor eenige jaren in een almanak voor
tuinbouw als eersten hoofdregel aangewezen te zien„Kijk
niet naar de maan bij het zaaijen en planten, want de maan
oefent geen invloed uit op onzen dampkring."
Dwaalbegrippen op het gebied der natuur te bestrijden
acht ik een eersten pligt van de beoefenaars der natuur
wetenschap, en ben hen bij dat streven zeer dankbaar,
omdat een opgeklaard begrip van de verschijnselen in de
natuur een bolwerk is tegen het indringen van velerlei
dwalingen op het godsdienstig gebied en het leven.
Maar er behoort toch meer toe, om volksvooroordeelen
te bestrijden, dan geleerde betoogen te leveren, die niet
door het volk kunnen gevolgd worden, vooral wanneer men
aan het gebied der ervaring zoo veel ontleenen kan,
om het volksgeloof te stijven. En zoo is het met den in
vloed van den stand der maan. Het redeneerend volk zegt
't is toch wel zeker, dat door tusschenkomit van de maan
ons halfrond des nachts verlicht wordt. En welk een in
vloed het licht uitoefent op de verschijnselen der natuur
op onzen aardbol, dat kunt ge zien aan de verwelkende
plant, die ge in het duister wilt opkweken. Dat kunt ge
zien aan den bloemkelk, die zich tegen den avond gesloten
heeft; breng dien (sommigen althans) bij het lamplicht in
een woonvertrek, en hij zal zich weder ontluiken. Gebrek
aan licht is voor al wat leeft blijkbaar gemis van eene der
hoofdbestanddeelen van het leven (licht, lucht en warmte)
der natuur.
Maar er is meer. Het redeneerend volk zegt: ik heb
wel eens hooren beweren, dat de eb en vloed zich regelt
naar den stand der maan. Hoe is het daarmede? Ik kan
daar niet bij. Maar waar ik bij kan is dit, dat waterzuchtige
menschen bij het wassen der maan opzwellen. Maar verder.
Ik zie, dat als ik saprijke boomen, bijv. den wijngaard,
met wassende maan snoei, dat ze dan ontzettend veel sap
doen vloeijen. De tuinman zegtje moet enten en omteren
tegen wassende maan, dan is het hout veel saprijker, en
geneest de wond het beste tot vereeniging der sappen en
vezelen. Ik weet het niet. Maar dit weet ik, dat als
mijne vrouw zuurkool in de ton maakt met afgaande maan,
ze dan geen sap verkrijgt, maar doet ze het met wassende
maan, dan vloeit nog denzelfden nacht de ton over.
Ook dit weet ik, dat als ik de doperwten in het voorjaar
leg met wassende maan, ze dan zoo ongemanierd welig
opgroeijen en doorgroeijen, dat er geen gelegenheid geboren
wordt, om ze als rijpe zaadbedden tijdig weg te nemen.
Ze groeijen en bloeijen steeds door. Leg ik die vrucht met
afgaande maan, dan klimt en bloeit de stengel tot op
zekeren tijd en eindigt dan gelijkmatig. En zoo is het met
meer andere gewassen, die boven den grond vrucht dragen.
Redenen waarom men zegt: de plant, waarvan ge zaad
wilt trekken, moet ge met afgaande maan zaaijen. Ook
als ik de appelen of peren pluk, ondervind ik, dat de
gekneusden bij den val met afgaande maan niet tot verrot
ting overslaan; de kneusing droogt op. Gebeurt dit bij
wassende maan, dan gaat de kneuzing in verrotting over.
Als deze en dergelijke verschijnselen niet opgelost kunnen
worden in anderen, aanneembaren zin, dan zal het volk
blijven beweren, dat de maan veel invloed uitoefent op
onzen dampkring. J. B.
Kerstc Hamer.
Zitting van Donderdag 14 December. Ingekomen zijn de be-
grootingsontwerpen en verdere wetsvoorstellen, die door de Tweede
Kamer zijn aangenomen. Zij zijn verzonden naar de afdeelingen.
Tweede limner.
Zitting van Donderdag 14 December. Aan de orde is de
behandeling van de motie van den heer Lenting, betreffende het
frankeergeld van kleine couranten beneden de 25 grammen, luidende
aldus: De Kamer, na den minister van Financiën gehoord te
hebben, is van oo deel, dat aan art. 17 der wet van 7 Julij 1870
eene toepassing behoort te worden gegeven, meer strookende met
den geest, waarin dit artikel is vastgesteld. De voorsteller ver
dedigt do motie, die door onderscheidene leden wordt ondersteund.
De minister van Financiën verzekert, dat, wordt de motie aange
nomen, de postwet in dien zin zal worden gewijzigd. In stemming
gebragt, wordt de motie aangenomen met 35 tegen 31 stemmen.
Daarna komt in behandeling een voorstel tot herziening van het
Reglement van Orde. Dit voorstel wordt, na eenige discussie, ver
worpen met 36 tegen 30 stemmen.
Zitting van Vrijdag 15 December. liet tractaat met Engeland
betreffende Sumatra is na langdurige discussiëu aangenomen met
54 tegen 13 stemmen. Nog is aangenomen het tractaat nopens
aanvoer van vrije arbeiders in Suriname met GO tegen 7 stemmen.
De Tiendewet zal nog vóór het reces behandeld worden.
Tot luit.-kolonel is bij het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs
benoemd de majoor F. A. Vaillant, van het corps.
De luit. ter zee 2de kl. L. A. Dittlof Tjassens, laatst behoord
hebbende tot het escader in Oost-Indië, en van daar den 8 dezci
in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datum op uon-activi.
tcit gesteld.
Tot hoofdonderwijzer te Bovencarspel is benoemd de heer P.
Fransen, van Opmeer.
De heer J. A. Bollée van llazepolder Zijpe is benoemd tot
surnumerair bij den staatsspoorweg en geplaatst aan het station Akkrum.
II e 1 g i c.
Onder do agenten en beambten van politie, de pompiers
de tamboers der burgerwacht, enz., te Brussel, is namens
het gemeentebestuur eene som van 25,000 francs rondge
deeld, als belooning voor de goede diensten gedurende da
manifestatiën bewezen.
F r n 11 k r ij k.
Het voorgedragen budget van het ministerie van Marine
en Koloniën voor het dienstjaar 1872 is in totaal dertig
millioen francs, of omstreeks een vijfde minder dan de
gewone begrootingen der vorige jaren.
Die bezuiniging zal grootendeel» door inkrimping van
het personeel en van het materieel der Franschc zeemagt
verkregen warden.
Het Fransche Journal Officiël meldt, dat de Société
des Agriculteurs in Frankrijk van graaf van Bylandt, voor
zitter der Nederlandsche Maatschappij van het Witte Kruis,
„die aan de slagtoffers van den Duitsch-Franschen oorlog
zulk een edelmoedigen bijstand heeft verleend", de kennis
geving ontvangen heeft, dat die Maatschappij, alvorens zich
te ontbinden, besloten heeft om het overschot, eener inschrij
ving, ten bedrage van 14,845 fr., ter beschikking van het
genoemde ETansche genootschap te stellen.
Figaro opende eenige dagen geleden eene inschrijving
voor de weduwen en weezen der gendarmen, gardes de
Paris en gardiens de la paix, die als gijzelaars van de
Commune gefusilleerd werden. Na drie dagen smaakt het
blad de voldoening reeds eene som van 43,799.90 francs
voor dat edele doel te ontvangen, voorwaar een bewijs,
dat zelfs in het uitgeputte en berooide Frankrijk nog een
penningske gevonden wordt, waar een beroep wordt gedaan
op het liefdadigheidsgevoel.
Maarschalk Canrobert werd jl. Dingsdag door de
commissie van enquête gehoord over alle gebeurtenissen,
waaraan hij sedert de formatie van het legercorps van
Chfilojis tot aan het einde van het beleg van Metz heeft
deelgenomen.
Jl. Donderdag is maarschalk Leboeuf gehoord. Hij
verklaarde zich bereid het bewijs te leveren, dat bij het
begin der vijandelijkheden 567,000 man onder de wapenen
waren.
Een der deze week gehouden zittingen van de Nati
onale Vergadering te Versailles heeft zich gekenmerkt door
een curieus incident, dat door den Siècle verhaald wordt
als volgt: „De heer Jozon en eenige zijner medeleden
hadden verlangd, dat bij de hefHng der nieuwe belastingen
men op de aanslagbilletten zoude aanwijzen het aandeel in die
nieuwe belastingen, dat een gevolg is van den oorlog
187071. Zij wilden, dat ieder belastingpligtige zou weten
hoeveel hij opbragt voor de behoeften des lands, en hoe
veel hij betaalde voor de likwidatie noodig door het fail
lissement van het keizerrijk; dat hij zou weten hoeveel
aan Frankrijk het ja van het plebiscit gekost heeft. Twee
maal werd hierover gestemd door opstaan en zitten blijven
en tweemaal werd de uitslag door het bureau twijfelachtig
verklaard. De leden waren verdeeld in twee bijna gelijko
helften, en dus moest, volgens het reglement, tot een hoof
delijke stemming overgegaan worden. O wonder! nu bleek
dat 407 stemmen voor en slechts 184 tegen het voorstel
Jozon waren; een verschil dus van 223 stemmen.
-- Jl. Maandag heeft men te Parijs een beruchten En-
gelschen dief en zakkenroller, zekeren Baroud, gearresteerd,
die het hoofd eener bende schijnt te zijn, welke, om zoo te
zeggen, met den tros van het leger van Versailles, in
Mei jl. in Parijs is binnengetrokken en aldaar allesbehalve
stil gezeten heeft. De laatste welgeslaagde operatie van
Baroud is geweest een diefstal van diamanten ter waarde
van 150,000 fr. Nadat de Parijsche politie-agenten zijn
spoor reeds eenigen tijd ijverig volgden, hebben zij hem in
hechtenis genomen op het oogenblik, dat hij in den hoek
van de zaal van een groot koffijhuis, zich onder het talrijke
publiek onbespied achtende, zijne zakken ledigde. Wel ver
echter van onbespied, had de hem rusteloos volgende politie
agent tegenover hem plaats genomen, en deze betrapte den
gaauwdief thans nagenoeg op heeter daad. Het ontbrak
den agent bij de arrestatie niet aan bijstand onder het
aanwezige publiek.
Nadat te Marseille de demonstratiën ter zake van do
executie van Gaston Crémieux een drietal dagen hadden
geduurd, heeft de prefect de Kératry gemeend tusschen-
beide te moeten komen. Hij heeft, ten huize van den be-
huwdvader van den geëxecuteerde, den heer Molina, het
register in beslag doen nemen, waarin de Marseillanen hunne
namen kwamen inschrijven, dewijl daarin door hem een hoon
van den krijgsraad en de Commissie van Gratie werd ge
zien, en den heer Molina uitgenoodigd zijnen winkel weder
te openen. Tegelijkertijd is aan de zamenscholingen voor
dien winkel een einde gemaakt. De weduwe van Gaston
Crémieux, eene 25jarige en zeer schoone vrouw, diegeene
poging heeft nagelaten om haren ongelukkigen echtgenoot
te redden, heeft in het dagblad 1'Egalité het publiek voor
de haar betoonde sympathie dank gezegd in een brief,
waarin zij verklaart, er „fier op te zijn, zich de weduwe
van Crémieux te kunnen noemen, die gestorven is gelijk
de republikeinen weten te sterven en tot in zijnen jongstèn
stond de steeds door hem verkondigde beginselen getrouw