1871. N". 154.
Zondag 24 December.
29 Jaargang.
A. A. BAKKER Cz.
HOLE P L E I X, X°. 1C3.
BINNEN L A X I).
HELDERSCHE
M XIEIIWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede.:
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatukdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever
Bureau:
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN
Naar Oost-Indiê: via Triest Dingsdag 26 Dec. 's av. 6 u. 30m.
i, Brindisi, Vrijdag 29Dec. 's av. 6 u. 30m.
West-lndie: viaSoMt/(am/)to)iZaturdag30Dec.'sm.6u.25m.
de Kust van GuineaWocnsdag27Dec. 's m. 6 u. 25m.
HELDER en NIEUWEDIEP, 23 December.
Zr. Ms. transportschip Java, onder bevel van den kapt.-luit.
ter zee H. G. Bakker, is gisteren naar zee gestoomd.
Omtrent de bestaande plannen tot oprigting eener
algemeene Werklieden-Vereeniging alhier vernemen, we
nog, dat op Vrijdag 5 Januarij e. k. eene vorgadering in
Tivoli zal worden gehouden, waartoe zoowel werkgevers
als werklieden zullen worden uitgenoodigddat onder de
zinspreuk: „door orde en spaarzaamheid tot welvaart," zal
worden gestreefd naar verbetering van den stoffelijken en
zedelijken toestand der werkliedendat dit doel zal worden
gezocht o. a. door het houden van bijeenkomsten en voor
dragten, door besparing van eigen kapitaal en door allerlei
inrigtingen, als ziekenfonds, enz., ten dienste van den
werkman; dat de oprigters de hoop koesteren van de zijde
van werkgevers en andere belangstellende personen te
worden gesteund door raadgeving en voorlichting. Reeds
vroeger hebben wij de oprigting dezer vereeniging met
welgevallen begroet. Zij stelt zich voor tegen de verderfe
lijke beginselen der Internationale te strijden en het wezenlijk
belang van den werkman te bevorderen; in hooge mate
verdient zij dus ieders ondersteuning. Zoowel patroons als
werklieden zullen, zoo wij hopen, door een talrijk bezoek
van de bovenbedoelde bijeenkomst, toonen dat zij het
streven der oprigters willen steunen. Zal deze vereeniging
met den .tijd iets goeds voor den werkman in 't leven
roepen, eene algemeene deelneming is dan noodzakelijk.
Niemand blijve achter, waar bet er op aan komt door zijne
tegenwoordigheid een blijk van belangstelling te geven
DE STOMME SIGNORA
of
HERINNERINGEN UIT HET LEVEN VAN EEN VOORMALIG
LEIPZ1GER STUDENT.
(Vervolg.)
Men behoeft niet tot de vreesaclitigen te behooren om in zulk
een toestand een zekere hartklopping te gevoelen Tusschen mij
en den moordenaar bevond zich alleen de schrijftafel en ik had
geen enkel wapen bij de band. O, wat zou ik er voor gegeven
hebben, één Tan die degens te hebben, die daar aan den muur
hingen en wier klingen zoo helder glinsterden.
Niettemin besloot ik mijn leven zoo duur mogelijk te verkoopen
Be gedachte om hulp te roepen kwam niet bij mij op, ook zou
het vergeefs zijn geweest, als ik zoo laat in den nacht om luilp
geroepen had, daar men mij tocli nergens had kunnen hooren dan
in den afgelegen tuin en in den lecgen gang.
„Gij moet beiden sterven," zeide mijn aanvaller nog eens, terwijl
zijne oogen met bloed doorloopen waren.
Ik wendde een koelheid en gerustheid voor, die ik eigenlijk niet
gevoelde. „Men sterft niet zoo gemakkelijk, Procop Makovetzky
vooral wanneer men met een gemeenen spion te doen heeft." ik
wist dat deze woorden hem verschrikkelijk toornig zouden maken
en hem dus alle menschelijkheid zoude doen terliezen, omdat hij
er uit bemerkte, dat hij ontmaskerd was. Maar ik had daarmede
een ander plan, ik wilde hem ophouden, zijne nieuwsgierigheid
opwekken en aldus tijd winnen.
Zoodra ik den naam Makovetzky noemde, deed hij een slap terug
en zag mij aan nis een spook, terwijl hij met zijn scherpe witte
tanden, die glinsterden als die van een roofdier, op zijn onderlip
beet en zijne oogen voor mijn blik nedersloeg.
„Procop Makovetzky," fluisterde hij eindelijk, „heeft die slang
daar u dat ook verteld?"
Daarbij wees hij op de in onmacht gevallene Signora en voegde
er verder schor lachende bij„gij beiden zult het aan niemand
meer oververtellen, dc stomme Signora zal een stommen Signora
tot gezelschap krijgen."
Ik wierp hem het antwoord der Urwiihler toe. „Gij vergist u,
mijn lieve vriend," zeide ik op een toon zoo bedaard als mij slechts
mogelijk was. „Uw signalement staat reeds in de couranten."
Hij greep begeerig naar het blad en liep de correspondentie uit
Londen in haast door, daarop frommelde hij de courant verachtelijk
in elkander. „U geeft de waarschuwing voor den gevaarlijken
mensch niets meer," zeide hij schor lachende, terwijl hij den bijl
vaster in zijn hand klemde. „Een stomme kan de geschiedenis
van Procop Makovetzky niet verder voortvertellen."
„ik ben nog niet stom," zeide ik, terwijl ik mijn arm in de
hoogte hief om den eersten aanval af te weren.
„Dat zult gij spoedig zijn," zeide hij op doffen toon en drong,
zijn wapen in de hoogte bettende, op mij in terwijl ik hem de
tafel voorhield. Plotseling hoorde ik in den gang een gekuch cn
een oogenblik later sprong Tyras, de op een kier staande deur
opengeduwd hebbende, de kamer binnen.
„Tyras hier!" riep ik moed vattende uit en in één oogenblik
stond liet trouwe, moedige en sterke dier naast nij; het had
mij slechts een wenk te kosten om hem den moordenaar te doen
niemand die bet doel goedkeurt stelle zich tevreden met
de gedachteze zullen bet buiten mij wel kunnen doen.
Zelfs moet ieders eigenbelang in dit geval dringen tot liet
schragen der aan te wenden pogingen tot verbetering van
't lot der werklieden.
Het stoomschip Prins van Oranje, kapt. Braat, zal
volgens ontvangen telegram, beden van Gibraltar vertrekken.
Het ongunstige weder bad eenige vertraging veroorzaakt.
De commissie in zake liet verbranden van de mail
boot Willem III heeft rapport uitgebragt. Blijkbaar beeft
zij moeite noch tijd gespaard, om tot een resultaat te
geraken. De equipage, passagiers en troepen zijn geboord,
do bouw van het schip, de loop der pijpen met zorg nage
gaan, de lantaarns in verband met pijpen voor stoomafvoer
die hitte in de hut bragten waar 't eerst brand uitbarstte,
zijn aan een wetenschappelijk onderzoek onderworpen, in
één woord, de zaak is blijkbaar zoo grondig onderzocht,
als in de gegeven omstandigheden mogelijk was.
Uit den aard der zaak is de commissie tot vele negatieve
resultaten gekomen. Zoo is liet genoegzaam zeker, dat de
brand niet kan ontstaan zijn door broeijing der steenkolen
of door eenig gebrek in de zamenstelling der werktuigen
en daarmede in verband staande pijpen, evenmin als de
uitbreiding van den brand kan geweten worden aan onvol
doende blusehmiddelen.
De commissie acht het 't meest waarschijnlijk dat de
brand in de lading is ontstaan.
Voor bet overige is de lading blijkbaar met overhaasting
geschied en alles droeg de blijken dat men met een nieuwe
zaak te doen had; men was nog niet met alles vertrouwd
en 't komt der commissie voor, dat de ramp niet die uit
breiding zou hebben gekregen, indien de brand een paar
weken later ware uitgebarsten.
Van de 597 vierk. mijlen oppervlakte van ons vader
land liggen nog 127 onbebouwd, dus meer dan een vijfde
deel; een stuk gronds tweemaal zoo groot als de provincie
Overijssel, die op twee na de grootste is van alle.
aanvallen.
Maar Procop Makovetzky was inderdaad een gemeene moordenaar.
Hij wachtte den aanval van den hond niet af. Met bliksemsnelheid
sprong hij terug, de deur uit, terwijl hij de deur achter zicli dicht
wierp en den sleutel omdraaide. Wij zaten dus gevangen en de
moordenaar had tijd om te ontvluchten. Maar dat was mij onver
schillig. Ik zeide bij mij zeiven, dat Procop Makovetzky, al ontkwam
hij nu, de gevangenis of de galg toch niet zou ontloopeu. De
Signora, die nog altijd bewusteloos op den grond lag, had nu miju
hulp noodig. Ik wreef hare slapen met geest van salmouiak. Het
duurde lang voor mijne moeite beloond werd. Eindelijk gaf zij
teekenen van terugkeerend zelfbewustzijn; zij sloeg de oogen open
en trachtte op te staan. Zij ging op een stoel zitten, zij streek
liet lange zwarte haar van haar voorhoofd en uit haar gezicht weg
cn staarde zwijgend voor zich. Van tijd tot tijd voer er eene
rilling door al hare leden.
„Waar is hij?" vroeg ze eindelijk zacht en sidderqnd.
„Hij is weg, hij is gevlucht, maar zeg mij.,., was hij inderdaad
uw echtgenoot
Zij knikte, terwijl zij haar gezicht met hare handen bedekte en
in tranen uitbarstte. Ik zweeg en dacht er over na hoe zulk een
lief schepsel de vrouw van zulk een man kon zijn. Tyras lag
zwijgend aan hare voeten en zag haar met zijne schitterende bruiue
oogen opmerkzaam aan. Op eens spitste hij de ooren cn sloeg
luid aan. Hij had George's stap herkend. Mijn vriend was niet
weinig verbaasd de deur gesloten te vinden, maar hij stond verbluft,
toen hij de Signora bij mij in de kamer zag zitten.
In der haast verhaalde ik hem, wat er gedurende zijne afwezig
heid gebeurd was. Hij luisterde in de grootste spanning naar
mijn verhaal. Tyras had ons gered en met hem onze wakkere
portier, den dorstigen schoenlapper, die dien avond weder zoo
dronken geweest was, dat hij vergeten had de deur te sluiten. Als
deze niet open geweest was, dan had de hond niet in huis kunnen
komen. De Signora was ondertusschen weder zeer onpasselijk
geworden, zoodat wij de vrouw van den eigenaar moesten roepen,
want zij wilde tot geen prijs ter wereld naar de kamer terugkeeren,
die zij met haar man bewoond had. Ik doorzocht die kamer. Zij
was ledig; wanordelijk door elkander liggende kleedingstukken
en andere diugen waren blijken van den spoed, waarmede dc
ellendeling op de vlucht gegaan was.
Ondertusschen waren de eigenaar en de eigenaresse van liet huis
gekomen. Zij sloegen de handen van verwondering in elkander
over dien booswicht. Zij hielden het voor onmogelijk, dat zulke
dingen konden voorvallen in een fatsoenlijk huis van de goede stad
Lcipzig. Het allerverschrikkelijkste voor den braven man was echter,
dat die verschrikkelijke Procop Makovetzky zijne rekening van de
laatste drie dagen niet betaald had.
Hij was echter welwillend genoeg om de zieke jonge vrouw in
zijn eigene woonkamer op te nemen en om een doctor te zenden.
De Signora had de koorts en ijlde.
Eenige dagen van rust waren echter voor hare herstelling voldoende.
Gedurende dien tijd schreef zij ijverig en was zeer dienstvaardig en
dankbaar. Noch George, noch ik hadden iiaar gedurende dien
tijd gezien, omdat wij de herinnering aan den vreeselijken nacht
niet in haar wilden opwekken.
Toen zij echter hersteld was, verzocht zij zelve dat we haar
Te Texel is aangespoeld een wit geschilderd naambord,
waarop met ingesneden gele letters staat: Amanda.
Het stationsgebouw te Anna Paulowna zal eerstdaags
i
vergroot worden.
Gisteren werd te Schagen de jaarlijksche algemeene
vergadering gebonden der onderwijzers in bet 7de district
van Noordholland, onder voorzitterschap van den heer
P. J. Ileijning, schoolopziener. Een 60tal leden waren
daartoe zamengekomen. De voorzitter opende de bijeen
komst met eene toespraak, waarin bij wees op de vriend
schappelijke gezindheid, steeds heerschende tusschen de
onderwijzers, in dit schooldistrict werkzaam. Na afdoening
van eenige administrative aangelegenbeden, werd discussie
gevoerd over een der opgegevene vraagpunten: Welke
vakken van onderwijs zijn noodig in de lagere school?
Ingeleid door den beer van Varik, werd dit onderwerp
door verscheidene leden besproken, terwijl de gehoudene
beraadslaging met zeer veel belangstelling door de talrijke
aanwezigen werd gevolgd. De vergadering werd besloten
o o o o o
met een vriendschappelijken maaltijd, waarbij de aange
naamste toon heerschte, zoodat deze bijeenkomst, als aange
naam en nuttig beide, eene goede herinnering bij allen die
haar bijwoonden zal hebben achtergelaten.
Bij publieken verkoop, jl. Woensdag te Hoogwoud
gehouden, is eene boeten-hofstede, groot 17 hectaren, ver
kocht voor 52,912, behalve de onkosten.
Ook te Aartswoud werd dezer dagen uit de band ver
kocht eene hofstede, groot 16 hectaren, naar men verneemt
voor 58,000.
Bij den burgelijken stand te Zuidland werd eergiste
ren door een arbeider aangifte gedaan van de twintigste
bevalling zijner echtgenoote. Dit echtpaar, gehuwd den 17
April 1851, zag den 29 Maart 1852 zijn eersteling geboren
worden. Onder de twintig kinderen bevond zich een twee
lingpaar. Er zijn nog 9 in leven.
De beer J. II. van Lennep, te Zeist, geeft in over
weging, of het niet eigenaardiger zou zijn, op den 1 April
1872 te Brielle, in plaats van het voorgestelde monument
zouden komen bezoeken. Toen wij binnentraden, zat zij aan het
venster en zag uit op den met sneeuw bedekten Briihl, waarop de
zwarte gestalten der Poolsche Joden zich levendig heen en weêr
bewogen. Toen zij ons zag, werd haar reeds bleek gezicht nog
bleeker. Eij gaf ons de band en dankte er ons zeer aangedaan
voor, dat zij door ons bevrijd was van den verschrikkelijken man,
aan wien zij door een treurig noodlot geketend was geworden.
„Gij hebt mij het leven, ja meer dan het leven gered, want het
leven aan de zijde van dien man was voor mij een foltering der
hel. Hier, uit deze papieren, kunt gij vernemen door welke aaneen
schakeling van omstandigheden ik in de macht van dien man
gekomen ben."
Zij was bij deze woorden zeer bewogen. George, wiens liefde
voor de ongelukkige bij dc incdedeeling, dat zij werkelijk Mako-
vetzky's gemalin was in hartelijke deelneming veranderd was, ver
zekerde haar, dat hij alles wat hij kon doen, zou doen om haar
treurig lot te verzachten. Zij bedankte hem met een onbeschrijfelijk
zacht en treurig lachje.
„Tot «weerzien,.tot een spoedig weerzien," zeide George, toen
hijijliaar bij het afscheid de hand drukte.
Zij zweeg, maar wierp een eigenaardigen blik op George.
Wij hebben haar nimmer weder gezien. Den volgenden dag
vernamen wij van onzen waard, dat de Signora met den eersten
trein naar Drcsden vertrokken was, vele groeten en hartelijke
betuigingen van dank voor ons achterlatende. Dit verwonderde
ons niet. Want na datgene, wat wij in de papieren van de
Signora gevonden hadden, was ons haar vertrek, zonder ons nogmaals
te zien, zeer verklaarbaar. Het zou een smartelijk en pijnlijk
tooneel geworden zijn.
Ik zal de treurige geschiedenis der Signora hier kortelijk medc-
deelen, zooals ik die uit hare papieren vernomen heb.
I)e vader van Laura von 1'etrino, zoo was haar geslachtsnaam,
was een Italiaan; hij had echter een Duitscbe, iemand uitWeeneu,
tot vrouw. Hij woonde in Mailand en had met zijn zoon Guiseppe,
Laura's eenige broeder, aan den opstand tegen de Oostenrijksehe
heerschappij deelgenomen. Beiden werden gevangen genomen en
door den krijgsraad veroordeeld om gefusileerd te worden. Het
gelukte den zoon in den nacht voor de gerechtstelling te ontvluchten;
de vader werd te Mantua doodgeschoten. Guiseppe was een
jongeling van pas zeventien jaar, schoon als een Adonis, met een
bijna meisjesachtige teerheid in zijn uiterlijk, maar moedig en
dapper als een Achilles. De militaire overheden gaven overal zijn
signalement op en zetteden een prijs van 1000 gulden op zijn uit
levering; maar alle nasporingen waren vergeefs. Laura's moeder,
mevrouw von Petrino, was ondertusschen met haar dochter naar
Weenen gegaan, waar zij welgestelde bloedverwanten bad. Maar
de W'eener bloedverwanten, zoogenaamde: Hoog-gelcn, zooals men
toen ter tijd de aanhangers van het Ilahsburgsche huis noemde,
wilde niets weten van de familie van den oproerling. Mevrouw
von Petrino geraakte daardoor in zeer benarde omstandigheden,
daar het weinige geld, dat zij medegenomen had, spoedig verteerd
en liet vermogen van haren man in beslag genomen was. In
weerwil van hare beuarde omstandigheden, deelde zij liet weinige
dat zij bezat met een bloedverwante, een groot bleek meisje, dat,
tengevolge van een ongelukkigen val in hare kindschlieid, een
weinig hinkte. Zij was kort na de aankomst van mevrouw von