STATEN-GENIMAAL
Benoemingen, enz.
B U 1 T E X L A t~
te stichten, den eersten steen te leggen Tan een invaliden
huis voor zeelieden, in 's lands dienst ongeschikt geworden
voor de dienst van den Staat, waarbij men niet alleen zou
moeten denken aan zeelieden der marine, maar ook aan de
loodsen, die dag aan dag voor Nederlanders en voor
vreemden hun leven en gezondheid wagen.
Te Rotterdam zijn jl. Donderdag eonige werken aan
besteed ten dienste der drinkwaterleiding, nabij de Oude
Plantage aldaar. Minste inschrijver was de heer P. van
Limburgh, ad 241,500,
Eene veel belangstelling wekkende zaak werd Don
derdag jl. voor de regtbank te 's Bosch behandeld, waarbij
een talrijk publiek aanwezig was. De heer P. F. van der
Meulen, oud 49 jaar, li. O. priester en pastoor, geboren te
's Bosch, wonende te Engelen, stond teregt omdat hij eene
vrouw, die zeven maanden zwanger was en ongeveer een
uur te voren was overleden, met een scheermes de zooge
naamde keizersnede kruiselings had toegebragt.
Eén getuige was er in deze zaak, die verklaarde, dat
het kind had geleefd, terwijl de beklaagde zeide, dat hij
meende dat het leefde.
Wijders de heer R., med. doctor te Empel, die meer
malen was geroepen om het noodige voor de verlossing te
doen, doch die zijne diensten geweigerd heeft, bewerende
dat dit zijn vak niet was. De president deed evenwel hierover
zijn hooge afkeuring ten aanhoore van het publiek blijken.
Het O. M. kreeg daarop het woord en beweerde, dat
de handeling des pastoors, zelfs onder voormelden omstan
digheden, toch groote afkeuring verdiende Z.E.A. wees
speciaal op het gevaar, dat daardoor kon onstaan, om aan
iemand, die schijndood is, het leveu te benemen, waarvan
zoo menige voorbeelden voorhanden zijn, en requireerde
schuldigverklaring en veroordeeling tot 10 gulden boete,
subsidiair een dag gevangenisstraf.
Mr. E. van Zinnicq Bergmann verdedigde den beklaagde
en beweerde, dat de pastoor een edelmoedige daad gedaan
had, die hoogst prijzenswaardig wasdat de heer van der
Meulen niets anders had beoogd dan het leven van een
kind te reddendat, ingevolge de geneeskundige wet, de
verlossing onder de omstandigheden, zoo als die zich in
deze zaak hadden voorgedaan, was geoorloofd, even als
het bij voorbeeld geoorloofd is dat men gaat over eens
anders in oogst staanden grond, wanneer dit strekt om
spoedig een water te genaken waarin iemand dreigt te ver
drinken; ook verbreking van afsluiting om een pand te
genaken, dat door brand dreigt te worden vernieldhij
concludeerde ten slotte tot vrijspraak van den bekl. De regt
bank heeft de uitspraak bepaald op 4 Jan. e. k. (Arnh.Crt.)
Tc Vlissingen heeft men het omtrent de viering van
1 April 1872 nog niet eens kunnen worden, omdat velen
daar 6 April willen vieren, als zijnde de dag waarop
Vlissingen is overgegaan.
Te Oude.Pekela had dezer dagen een treurig voorval
plaats. Een jongeling van 27 jaren, die een bruiloftsfeest
bijwoonde, werd, na te veel gebruik van sterken drank,
door de familie te bed gebragt. Toen de moeder eenige
oogenblikken later ging zien, hoe hot met haar zoon was,
riep zij hem te vergeefs. Hij was reeds een lijk.
In de omstreken van Meppel heeft een snuggere
Fetrino in z.ïekelijken toestand en tot den dood toe uitgeput, te
Wcenen gekomen, daar zij met moeite ontkomen was aan de
gevaren van den oorlog, die in Italië heersohte, en waarin zij
haren vader, haar eeuigen steun, verloren had. Zoo verhaalde ten
minste mevrouw von Fetrino aan de weinige menschen met wie
zij in aanraking kwam, daar Isabella, zoo heette de bloedverwante,
zich zelden liet zien. Dat verhaalde ze ook aan Frocop Makovetzky,
die in het voorste gedeelte van hetzelfde huis woonde, waarvan
mevrouw von Fetrino twee kleine kamertjes, in het achterste
gedeelte gelegen, betrokken had. Zij werd echter zeer verlegen,
toen Makovetzky opmerkte, dat het zonderling was, dat een meisje
met zulk een teer gelaat als Isabella, zulk een groote lengte had.
Omstreeks dezen tijd deed Makovetzky, die voorgaf een betrek
king aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken te hebben en
een gunsteling van den vorst I'Vlix von Schwarzenbcrg te zijn, aan
zoek om de hand van Laura. Maar, in weerwil van hare benarde
omstandigheden en hare onzekere toekomst, wees het jonge meisje
het aanzoek van dien man, van wien ze een onoverwinnelijken
afkeer had, van de hand en hare moeder gaf haar*gelijk. Van
toen af bezocht Makovetzky de familie niet meer, hij verliet eenige
dagen later zelfs dat huis, maar Laura en Isabella zouden bemerkt
hebben, dat hij haar op hare wandelingen bespiedde. Deze wande
lingen waren in den laatsten tijd menigvuldiger geworden, terwijl
Isabella, zooals reeds gezegd is, vroeger zeer zelden uitging. Maar
de oude doctor Giovanni Harletta, een Italiaan uit Modena, die
echter reeds sedert bijna veertig jaren te AVeenen woonde en dien
mevrouw von Fetrino als huisarts genomen had, had bevolen, dat
Isabella, die op een verdachte wijze was begonnen te hoesten,
dagelijks een paar uur frissche lucht zou scheppen.
Op een zekeren sclioonen lentedag in Maart 1S50, zooals er in
dat jaar, waarin de reactie in Europa de schoonste overwinningen
behaalde, zoo velen waren, kwam doctor Barletta ademloos en in
de grootste opgewondenheid bij mevrouw von Fetrino. Zij hadden
een langdurig tweegesprek met elkander, waaraan later ook de van
hare wandeling terugkeerende meisjes, Laura en Isabella, deel
namen. Toen doctor Harletta wegging, waren de oogen van mevrouw
von Fetrino en van Laura rood van het weencn, terwijl Isabella
met doffen blik, maar met oogen waarin geen spoor van tranen
Ie ontdekken was, voor het raam zat, op haar onderlip bijtende en
strak in den tuin starende. Zelfs de oude doctor wisohte een traan
uit zijne oogen en keerde zich, toen hij reeds in de deur stond,
nog eenmaal om, liep op Isabella toe en omarde en kuste haar
zoo hartelijk en innig als een minnaar zijn beminde of als een
vader zijn dochter.
Tegen den avond van den volgenden dag kwam een rijtuig voor
de deur van het huis waarin mevrouw -von Fetrino woonde, en
steeg Laura er met hare nicht Isabella in. Mevrouw' von Fetrino
stond aan het portier en nam nog eenmaal afscheid van de beide
meisjes, die reiskleederen aan hadden en een grooten reiszak met
zich medevoerden. Het afscheid van hare jonge bloedverwante
scheen haar nog meer aan het hart te gaan dan dat van hare
eigene dochter, want telkens sloeg zij op nieuw hare armen om
Isabella's hals en kuste zij haar. Eindelijk ging het rijtuig weg.
Doodsbleek en bijna buiten kennis waggelde mevrouw von Fetrino
het huis weer binnen, nadat zij den wagen, zoolang zij kon, had
nagestaard. (Slot volgt.)
boer een steen voor een klont boter verkocht; de kooper
beeft hem een goede boete laten betalen aan do Meppeler armen.
Te IJborst is een oude jufvrouw overleden en van
schrik daarover ook haar dienstmaagd, die 39 jaar in
dezelfde familie bad gediend.
-- De beer F. llegout, te Maastricht, heeft de talrijke
onderscheidingen, die hem uit alle hoeken der wereld ge
worden zijn, weder met eene vermeerderd gezien. Hij is
kommandeur der orde van het Heilige graf van Jeruzalem
geworden.
Te Maastricht is in den ouderdom van 79 jaren
overleden, de heer G. E. Müller, oud-kolonel van den
gcneralen staf, ridder der Militaire Willemsorde 4de klasse,
kommandeur der Orde van de Eikenkroon en ridder der
Orde van den Nederlandschen Leeuw.
Het Journal de Villefranche berigt het overlijden van
een vier-en-veertigjarig man, die een zeldzaam toonbeeld
van zwaarlijvigheid was. Hij woog namelijk 157 kilogram.
De vriendschap tusschen Keizer Alexander van Rus
land en Keizer Wilhelm van Duitschland begint aandoen
lijk te worden. Een verliefd paartje zou er een lesje van
kunnen nemen. Een dagblad van Petersburg deelt name
lijk mede, dat Keizer Alexander een aantal portretten van
zijn Duitschen broeder heeft verzameld en die in één ver
trek heeft opgehangen. Sedert arbeidt de Keizer bij voor
keur in dat vertrek. Zoelte gaat den storm vooraf. Moge
dit natuurverschijnsel hier niet van toepassing zijn
Nu zes jaren geleden, in 1865, werd in een der voor
naamste salons te Jassy een levendig gesprek over staats-
aangelegenheden gevoerd. Vorst Gregoro Sturdza keurde
in de scherpste bewoordingen Bismarck's politiek af, en
voorspelde dat hij binnen het jaar vallen en de liberale
partij over hem zegevieren zou. Niemand waagde het
Sturdza tegen te spreken; toch namen niet allen zijn
gevoelen gaaf aan. Een Rus, vorst Obolenski, bekend door
zijn bedaardheid, zijn plilegma, kwam kort en bondig voor
zijne tegenovergosteldo meening uit. Hij trad echter in
geen wederlegging, maar zeide eenvoudig„en ik verwed
200 dukaten, dat als Bismarck nog tien jaar leeft, hij in
Duitschland de populairste en in geheel Europa de hoogst
gevierde staatsman zal zijn." Daarbij bleef het. Dezer
dagen nu kwam Obolenski weder te Jassy. Naauwelijks
aan het hotel Gerbel afgestegen, werd hem een brief van
vorst Sturdza overhandigd, van den volgenden inhoud:
„Vorst 1 Gij hebt gewonnen; Bismarck, ik erken het, is
werkelijk niet slechts Duitschland's, maar Europa's grootste
staatsman. Hierbij de som onzer weddenschap, die ik ver
klaar verloren te hebben." Vorst Obolenski heeft nu de
200 dukaten, met vermelding der herkomst, aan Bismarck
opgezonden, met verzoek dat deze daarover naar vrije keuze
ten behoeve van weduwen en weezen beschikken zal.
GtETSTAALFAURIEK VAN KtïUPP, TE ESSEN. In
1870 waren in deze gietstaalfabriek in werking 514 ver
schillende soorten vart smeltovens, 169 smidshaarden, 249
puddel- en andere ovens, 245 coaks-ovens, 120 ovens voor
verschillende doeleinden, 340 draaibanken, 119 schaaf- en
114 boormachines, 90 slijpbanken, 120 machines voor ver
schillende doeleinden, 150 stoomketels, 256 stoomwerk
tuigen met 8377 paardenkrachten en 56 stoomhamers,
wegende te zamen 150.975 kilo. Het aantal arbeiders
bedroeg 7100.
Eerste Kmncr.
Zitting van Donderdag 21 December. De Kamer regelt liare
werkzaamheden en neemt kennis van onderscheidene bij haar inge-
komene rapporten der cominissiën.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 21 December. Het wetsontwerp tot
afkoop en amortisatie van rentegevende nationale schuld, waarvan
in de vorige vergadering de behandeling reeds was aangevangen,
werd heden verder bediscusieërd. Ten slotte is dit ontwerp aan
genomen met 40 tegen 25 stemmen.
De Kamer is daarop lot nadere bijeenroeping uiteengegaan.
Tot viee-consul van Oostenrijk-Hongarije voor deze gemeente is
benoemd de heer C. I). Zur Mühlen, cargadoor en scheeps-agent.
Met ingang van 23 December a. s. is: 1. aan den gen.-majoor
A. Engelvaart, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend uit zijne
betrekking van minister van Oorlog, met dankzegging voor de door
hein den lande bewezen diensten2. het beheer van het depart.
van Oorlog ad interim opgedragen aan den heer L. G. Brocx,
minister van Marine.
De luit. ter zee 1ste kl. D. J. AVeys, laatst behoord hebbende
tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 15 dezer in
Nederland teruggekeerd, wordt met dat tijdstip op non-act. gesteld.
Op hun verzoek is eervol entslag verleend als kapt. bij de dd.
schutterij te Zaandam aan 1'. Langebaerd en aan L. Driescher als
2de luit.; bij die schutterij zijn benoemd tot kapitein F. H. Buys,
thans 1ste luit.; tot lsten luit. P. van Heynsbergen, thans 2de luit.
tot 2de lnits. A. F. G. Avis en F. Lateustein, beiden thans
schutter.
Frit ii k r ij k.
Het gewigtigste voorval in de zitting der Nationale
Vergadering van Dingsdag is geweest het zitting nemen
der Frinsen van Orleans. Zij zijn verschenen korte oogen
blikken nadat de zitting een aanvang had genomen, alleen
begeleid door den hertog de Mornay, en hebben bij dezen,
den markies d'Andelarre en den generaal Chaboud-Latour,
enz. in het regter centrum, vlak tegenover het staatkundig
spreekgestoelte, plaats genomen. Schijnbaar heeft hunne
komst, die trouwens algemeen verwacht werd, weinig
sensatie verwekt. Verscheidene afgevaardigden hebben de
Frinsen begroet, en daarbij heeft alles zich bepaald; reeds
weinige oogenblikken na hunne komst hebben zij aan eene
stemming over de wijziging van een artikel van het Reglement
van Orde, door het opsteken der handen, deelgenomen, en
na omstreeks een uur in de Kamer te hebben vertoefd,
hebben zij zich weder als het ware ongemerkt verwijderd.
Ter zake van het zitting nemen der Prinsen van Orleans
in de Fransche Nationale Vergadering maakt de Times o. a.
de volgende opmerkingen: „De Frinsen van Orleans ge-
looven even als alle Fransche staatslieden, met uit
zondering van eenige weinige leden der uiterste partijen
dat Frankrijk eene nieuwe omwenteling niet doorstaan kan.
Het scheen daarom noodig, dat het binnentreden der Prinsen
in de Nationale Vergadering van alle zijden met grooten
tact werd voorbereid. Die zaak is thans tot een goed einde
gebragt; docb de beteekenis der zaak zal welligt vooreerst
nog niet volkomen begrepen worden. Maar, zoo als teregt
is opgemerkt: „De Vergadering zal, wanneer de Prinsen
van Orleans zitting in haar hebben, niet meer dezelfde zijn."
Zij zullen de Vergadering doen overslaan naar die zijde,
waarheen, sedert hot recès, de schaal zigtbaar overhelt.
De Prinsen van Orleans verklaren, dat zij bereid zijn eene
republiek aan te nemen, maar zij vertegenwoordigen het
koningschap. Indien de republiek in Frankrijk eenige
kans gehad had, zou hun de weg naar hunne zetels nimmer
zijn opengelaten."
Het officiecle dagblad behelst onder dagteekening van
19 Dec. de volgende mededeeling betreffende het regtsgeding
tegen de Parijsche opstandelingen. „Het aantal door de
militaire regtbanken gevelde vonnissen was op den 16 dezer
2022; het aantal personen, in vrijheid gesteld omdat de
instructie geene toereikende gronden tot verdere regtsver-
volging tegen hen had opgeleverd, was toen 12,366.
In het laatste vijftal dagen is het gemiddelde aantal
dagelijks gevelde vonnissen ruim een en veertig geweest.
Het blijkt meer en meer dat het gouvernement het regts
geding op den tegenwoordigen voet wil voortzetten, en
niet gezind is om het door eene amnestie te stuiten of door
veranderingen in de wijze van procederen te bespoedigen.
Sedert eenige dagen is men bij de prefectuur van
politie te Parijs bezig om alle opschriften van winkels, van
de voornaamste tot de geringste, te registreren, aan welken
arbeid meer dan 100 personen arbeiden, en die nogtans
eerst op het laatst van Februarij zal zijn afgeloopen. De
lijst van al de uithangborden enz. zal 15 a. 20 declen in
folio beslaan, elk van 1200 bladzijden. Deze verzameling,
die zeer curieus zal wezen, zal kosteloos ter inzage zijn
van hen, die inlichtingen willen hebben.
De beroemde reiziger Charles Gonthier is te Parijs
overleden; veertienmaal is hij den aardbol omgereisd.
Aan het bureau van den Figaro is binnen tien
dagen voor 180,196 fr. 90 c. ingeschreven, ten behoeve
van de weduwen en weezen der dienaren van de orde, die
als gijzelaars door de Commune gefusilleerd werden.
Een handwerksman van Thionville, die in staat van
dronkenschap huiswaarts keerde met zijn kind, legde zich
even buiten de vestingwerken ter rust, en viel, ondanks
alle pogingen van het kind om hem te bewegen verder te
gaan, in een diepen slaap. De nacht viel in en het kind
hief een angstig geschrei aan, toen het bemerkte, dat het
den nacht zou doorbrengen in het veld. Op dit geschrei
werden, naar het schijnt, wolven gelokt, die in de buurt
loerden op buit. Den volgenden morgen vond men de
beide ongelukkigen geheel verscheurd.
Volgens een berigt uit Nimes was de toegang tot de
openbare begraafplaats aldaar door de regering gesloten,
dewijl sedert eenige dagen volksscharen derwaarts trokken
en lijkkransen op het graf van Rossel (den gefusilleerden
generaal der Commune) neerlegden.
Ziehier de wijze, waarop de Courier de 1'Inde Fran-
«j'.aise, (Fransch Indië) den nieuw benoemden gouverneur
van deze miniatuur-kolonie welkom heet! Het blad heft
aldus aan:
„Hosanna! Onze Gouverneur, de Commissaris-generaal
Farin, is aan wal gestapt. Nieuwe Messias wat brengt
gij ons? Doch, wét ge ons ook brengt gij zijt welkom.
AVij begroeten u. Laat klokken luiden, trommen roffelen,
bazuinen slaanDondert, kanonnenDat wierookgeuren van
de altaren mét onze gebeden ten hemel stijgenGeze
gend zij de naam des Eeuwigen, des Almachtigen Gods
dien alle menschen, de meest wijzen en de meest onweten
den, aanbidden dien alle natiën loven die ons allen
zonder onderscheid lief heeft en dien wij, de bewoners
van Fransch-Indië, dezen dag in't bijzonder gedenken, ten
einde Hem te loven voor de gunst die Hij ons getoond
heeft, door U, mijnheer de Gouverneur, zoomede uwe ge
ëerde familie, behouden in ons midden te doen belanden."
Een curieuse mengeling van Fransche vivaciteit en Oos-
tersclie bloemrijkheid
Rochefort werd jl. Dingsdag van het fort Boyard
naar het gasthuis vervoerd. Hij had tot nu toe geweigerd
zijn kamer te verlaten, onder verzekering, dat hij slechts
een weinig ongesteld was. Maar de koorts was weder op
gekomen en de hoest bleef voortduren, zoodat de doctoren
hem met spoed naar het gasthuis hebben doen voeren. De
chronische ontsteking van de ademhalingsorganen, waardoor
hij sinds eenigen tijd is aangetast, schijnt in hevigheid toe
te nemen en de zwakte van den veroordeelden lijder zou
dus weieens tot ernstige gevolgen kunnen leiden.
Engeland.
Volgens bulletin van gisteren middag had de Prins van
Wallis een minder rustigen nacht doorgebragt, maar over
het geheel is de positie beterende.
In plaats van zich naar Osborn (op het eiland AVight)
te begeven, zoo als de Koningin gewoon was na den afloop
liarer bedevaart naar het graf van Prins Albert te doen,
zal de Koningin de Kerstdagen te Windsor doorbrengen.
De alom en oud vermaarde baron of beef (een runderlijf)
zal dus weder op het koninklijk buffet prijken, in gezelschap
van het welbekende everzwijnshoofd en de wild-pastei;
eene niet te miskennen verbetering, vergeleken bij de tien
verloopen jaren. Vijf-en-twintig jaren geleden zond de
hofslager te Windsor een baron of beef naar de Tuilerien,
en Koning Lodewijk Filips zond uitgezocht Parijsch speel
goed aan Prinses Victoria en de overige kinderen van
Koningin Victoria en Prins Albert.
Naar aanleiding van het gerucht dat de heer de