Benoeming-en, enz. B u i te n 1 a n d. Frankrijk. Noord-Schar wonde een nieuwe spuit laten vervaardigen, die bij do drie branden, welke te Noord—Seharwoude en •hier te Oudkarspel in dien tijd hebben plaats gehad, bewezen heeft een krachtigen straal water op verren afstand van zich te geven. Meermalen, vooral na een plaats gehad hebbenden brand, is in den gemeenteraad besproken een spuit van gelijke constructie te laten vervaardigen, maar dat weldadige plan stootte telkens af op de groote onkosten. Begrijp het stoote af op de groote onkostenOudkarspel is een gemeente waar geen plaatselijke opcenten op de personeele lasten worden geheven en waar een hoofdelijke omslag een onbekende belasting is; waar de gemeente een inko men, uit landhuren voortkomende, van 4 a 5 mille heeft. Zulk een noodige zaak, als een goede brandspuit, wordt op de lange baan geschoven, omdat men bang is de gemeente met ecnige schulden te bezwaren, of uit vrees voor eenigen hoofdelijken omslag. In den brand van heden nacht heeft de gemeenteraad een ernstige waarschuwing ontvangen. Bij den brand zijn twee spuiten werkzaam geweest, de prul van Oudkarspel en de beste van Noord-Scharwoude. Om negen ure werd die van Oudkarspel op stal gezet, want zij gaf geen water meer; die van Noord-Scharwoude werd aangehouden. Gemeenteraad van Oudkarspelgedenk aan het spreekwoord der vaderen, dat gelukkig nog niet vervuld is heden nacht: Men dempt den put, als het kalf verdronken is. Zorg toch dat dit spreekwoord op u niet van toepassing wordt." Jl. Zondag morgen werd het orgel, in de kerk te Valkoog bij Schagen, vervaardigd door de heeren gebr. Adama, van Amsterdam en Leeuwarden, voor het eerst bespeeld. De ervaren organist, de heer L. van Albada, te Joure, stelde de aanwezigen in de gelegenheid de voor treffelijkheid van het kunststuk te leeren kennen, dat uit muntende door schoonheid van vorm, door krachtige en welluidende toonen, den heeren vervaardigers tot blijvende aanbeveling mag strekken. De predikant, de lieer H. Th. du Saar, aldaar, sprak bij de inwijding een kort woord naar aanleiding van Coloss. 3 16 voor eene talrijke menigte hoorders. De sub-connnissie te Alkmaar voor de oprigting van een monument te Brielle bestaat uit de heerenmr. P. Binkhorst van Oudcarspel en in Koedijk, ds. A. J. P. Oort, mr. D. F. van Leeuwen en mr. A. P. de Lange. Sedert den aanvang der epidemie zijn te Amsterdam aan pokken overleden 741 volwassenen en 1446 kinderen, te zamen 2187, of 1064 mannen en 1123 vrouwen. Dr. L. Mulder vestigt in de Landb. Crt. de aandacht 0]i een besluit, door de algemeene vergadering der Gclder- sche Maatschappij van Landbouw te Tiel in 1871 genomen, om voortaan om de 4 jaren, in plaats van jaarlijks, telkens in een ander gedeelte der provincie, hare algemeene ten toonstelling te doen plaats hebben, en om de Hollandsclie, de Zeeuwsche en de Friesche maatschappijen van landbouw uit te noodigen, respectivelijk ook om de 4 jaren hare algemeene tentoonstellingen te houden, zooveel mogelijk elk in het jaar, waarin de andere maatschappijen dat niet doen. In de verwezenlijking van dat plan ziet de heer Mulder veel heil voor den landbouw. „Zó<5 zou, aldus luidt zijn betoog, als van zelf om de 4 jaren in ons land een min of meer nationale tentoon stelling van landbouw ontstaan en zich ontwikkelen kunnen, die wij tot onze schande en tot onze schade nu niet hebben, en een menigte van provinciale, soms nog niet eens dien naam verdienende tentoonstellingen zijn opgeruimd, waarop met kwistige hand veel te veel medailles, geldprijzen en getuigschriften worden uitgereikt en ettelijke voorwerpen met eerste prijzen worden bekroond, die deze in een groo- Zuid-Amerika waren de eenige, die liet volk koopeu wilde. Er werd algemeen ondersteld, dat liet geheim van hun bestand zijn tegen hitte een gevolg was van te worden berookt met de bladeren van een in Zuiil-Amerika inheemsehen boom, en dat niets anders ter wereld aan het doel kon beantwoorden De f fi,000,G00, door deze Vennootschappen verloren, hadden iutusschen een gevolg dat deze som meervoudig bleek te zijn; het bragt er Charles Goodyear toe, het goin-elastiek aan een naauw- gezet onderzoek te onderwerpen. Het toevallig gesprek met den agent der Roxbury Vennootschap bepaalde zijn volgend lot. Ware hij nog in leven oin deze regels te lezen, hij zou echter protest aanteekenen tegen het gebruik van zoodanig woord als toevallig in 't door ons gebezigd zinverband. Hij schijnt toch werkelijk ren gevoel in zich te hebben bespeurd, ais ware hij van hoogerhand „geroepen" het gom-relastiek te onderzoeken. Hij betuigt zulks althans zelf in volle nederigheid, en zijne vrienden verzekeren, dat hij dit ernstig meende en er zich ook nooit, anders over uitliet. Het waren dan ook werkelijk deze onwankelbare overtuiging van de mogelijkheid, zijn doel te bereiken, en zijne goloovige toewijding aan die taak, welke tot kapitaal voor zijne nieuwe bezigheid strekken moesten. Hij had weiuig keunis van scheikunde, en een afkeer van ingewikkelde berekeningen. Hij was een geruïneerd man, want na eene langdurige worsteling tegen de ongunst der fortuin, had de firma A. Goodyear en Zonen al haar hebben en houden over gegeven aan de schuldeischers en was toch nog f 75,000 schuldig gebleven. Hij had ecu gezin, en zijne gezondheid was verre van sterk. Na zijn gesprek met den agent der Roxbury Vennootschap naar huis terugkeerende, werd hij zelfs voor schulden gegijzeld. Hij smolt dan ook zijn eerste kilo gom-elastiek terwijl hij zich binnen de grenzen der gijzeling bevond en alle zeilen bijzette, om weder in onbelemmerde vrijheid te geraken. Zijne proefnemingen begon hij derhalve in zoo ongunstige om standigheden als slechts denkbaar waren. Er bleven dan ook louter twee omstandigheden in zijn voordeel over: de eene, zijne overtuiging dat gom-elastiek kan worden veredeld en dat hij de man was, bestemd om het te veredelen. De andere was, dat hij, aangezien het gom-elastiek tot zijn ouden prijs gevallen was, zijne proefnemingen kon voortzetten zoolang hij zich in staat zag een kwartje bijéén te brengen en zich den toegang tot een vuur te verschaften. Juist de afkeer, welke destijds alle mannen van zaken jegens het gom elastiek bezielde, plaatste, ofschoon zij tevens geruiinen tijd zijne eindelijke zegepraal vertraagde, een overvloedigen voorraad van onverwerkte grondstof binnen het bereik zelfs van cenen inwoner der gijzeling, waartoe hij zich gedurende den meesten tijd zijner proefnemingen gedoemd zag; van 1835 tot 1841 was hij schaars een vol jaar daarbuiten, en steeds verkeerde hij in gevaar van zijne vrijheid te verliezen. (Wordt vervolgd.) teren wedstrijd bij meer concurrentie zeker en stellig niet behaald zouden hebben. Zó<5 zou dan in ons land gaandeweg ofschoon dan ook op veel kleiner schaal -het voorbeeld van Engeland kunnen gevolgd worden, en het houden van tentoonstel lingen van producten overlatende aan de plaatselijke ver- eenigingen, aan de eene zijde de eigenliefde en de zelf- ztandigheid dier vereenigingen onaangetast blijven voortwerken, maar middelerwijl jaarlijks, mits men daarop niet altijd dezelfde wedstrijden openstelle, een flinke tentoonstelling in het leven geroepen worden, waarop en waarmede in den vollen zin des woords eer zou te behalen zijn." Ten slotte tracht hij aan te toonen, dat een en ander al aanstonds in 1872 uitvoerbaar is. Slechts een weinig opoffering van wat provinciale ijdelheid, de hoofdreden van menige betreurenswaardige versnippering van krachten in ons klein maar gezegend vaderland, is zij daartoe noodig. Voor de arrondissem.-regtbank te Rotterdam stonden jl. Donderdag teregt drie knapen, beklaagd van in den loop der maand Nov. 1871, bepaaldelijk tussclren den llden en 24sten, op verschillende plaatsen, te zamen en in vereeniging, zich te hebben toegeëigend emmers, die zij in hofjes voor de huizen der eigenaren vonden staan en tot het opvangen van regenwater daar waren nedergezet. Bijna elk hofje te dier stede werd door een paar van die jongens met dat doel bezocht. Niet minder dan 14 emmers waren dan ook ter teregtzitting aanwezig. Deze emmers werden bij par tijtjes van 5, 6 of 7 stuks bij een uitdrager aldaar verkocht, onder voorgeven van den lsten beklaagde, dat hij ze voor zijn vader, die blikslager was en oude emmers in naburige dorpen', opkocht, moest verkoopen. Deze uitdrager betaalde voor de emmers 4 centen per stuk, door elkander, welke geringe prijs hem dan ook als medepligtige wegens het helen van gestolen goederen in aanmerking'deed komen, waarom ook hij als beklaagde was gedagvaard. Zoowel de jeugdige dieven als de opkooper erkenden het hun ten laste gelegde. Hoewel een der jongens te kennen gaf, dat de 4de beklaagde (do opkooper) gezegd had„Brengt ze maar, zooveel ge wilt, ik zal ze van u koopen," ontkende de 4de beklaagde dit, en gaf voor te goeder trouw te hebben ge handeld. De subst.-officier van justitie, jhr. mr. de Jonge, requireerde de schuldigverklaring van de twee eerste be klaagden aan 23 en van den eersten en derden beklaagde aan 3 eenvoudige diefstallen en van den 4de beklaagde, dien Z. E. A. den hoofdschuldige noemde, aan medeplig- tigheid, door het gestolene te hebben geheeld, en tot ver oordeeling van den lsten en 4den beklaagde lot één jaar, van den 2den beklaagde tot 6 maanden en van den 3den beklaagde tot drie maanden gevangenisstraf. Mr. van Gigch, die voor den 4den beklaagde, de uitdrager, als verdediger optrad, meende dat het hier alleen aankwam op de vraag, of de zoogenaamde heler, op het oogenblik dat hij emmers kocht, wist dat ze gestolen waren. Hij was het eens met het O' M., dat de teregtstelling van den opkooper een goed voorbeeld voor anderen zou zijn, maar hij kon niet inzien, dat eene ver-oordeeling moe6t worden uitgesproken, daar er toch zoovele aanwijzingen van de goede trouw van dien beklaagde aanwezig waren. Hij concludeerde ten slotte tot vrijspraak van den 4den beklaagde. De regtbank zal Don derdag a. s. uitspraak doen. (N. llott. Crt.) Terwijl de grooten der Haagsche wereld zegt het Vaderland elkander jl. Woensdag avond in de prachtige zalen van het Koninklijk paleis bewonderden, bragten wij een bezoek aan een paar zeer kleine menschjes, het heertje en het juffertje Mouche, uit Gent, die op den Fluweelen Burgwal in het lokaal der Loge audiëntie verleenden. Met minzaamheid ontving ons de vijftienjarige mannelijke vlieg, en met gratie stak het zestienjarige vrouwelijk vliegje ons het lieve handje toe. Mijnheer met een sigaar in den mond, mejufvrouw met een sleepkleed en een chignon tout comme chez nous. Het zijn aardige wezentjes, die dwergjes Mouche. Wel gevormd van leden, niet ongeproportioneerd, gemakkelijk sprekende en zonder moeite zich bewegende, zijn zij, zonder overdrijving gesproken, de fraaiste exemplaren, men vergeve ons de uitdrukking, van het dwergenras, die wij ooit hebben ontmoet. Mr. Stratton (Tom Thumb) is een reus, verge leken bij het heertje, en Minnie Warrin eon reuzin in verhouding tot het dametje. Alleen Jan Hannema zou eenigzins bij vergelijking in aanmerking kunnen komen, doch de toon der stem zou ten zijnen nadeele uitvallen. Wij kunnen iedereen aanraden bij het broertje en het zusje op audiëntie te gaan; men kan zich in het Vlaainsch en Fransch met hen onderhouden en ieder gaat, om een zeer trivialeuitdrukkingtebezigen, ongetwijfeld voldaan huiswaarts. - De Maasbode bevat het volgende verhaal uit Clinge: Vier, om hun woestheid en driestheid, beruchte personen liepen, van den vroegen morgen, kroeg in kroeg uit, om hunne zoogenaamde nieuwjaarwenschen een ieder te brengen. Beschonken geworden, begon hun de weg van de eene herberg naar de andere te lang te vallen; daarom paard en kar ingespannen, en onder vloeken en tieren holde men nu het dorp rond. De aanmerkingen van den veldwachter werden met de sclirikkelijkste godslasteringen beantwoord: niemand kon hun iets doen, niemand kon hen deeren. Op een der hoofdwegen verheft zich een groot steenen kruis beeld op een zwaren, twee trappen hoogen, arduinen voet; daar ging het op los. Hij daar ook! braakte men onder vloeken uit, Hij ook, die daar hangt kan ons nietsrijden we hem omver. Vooruit! vooruit! De dronken voerman zweept het schuimende afgematte ros en in dolle vaart rijdt men op het kruisbeeld af; men nadert; de zweepslag weergalmt in de lucht; het snijdende touw wordt nogmaals met geweld het hollende paard om de lenden geslagen; eene vreeselijke godslastering wordt uitgebraakthet voer tuig stoot terug op het liardsteenen voetstuk; nog een vloek! de godslasterende voerman wordt door den schok over de kar geworpen, met het hoofd tegen den voet van het beeld des gekruisten geslingerd enwas een lijk. De N. Utr. Crt. geeft in hare oudejaarsherinne- ringen van de Utrechtenaars dezen vleijenden karaktertrek „In Utrecht zijn de lui niet kwaad, maar erg conservatief, soms tot in het koppige toe." Uit het in het Utr. Dagblad, voorkomend verslag der commissie, belast met de beoordeeling van de antwoorden op de uitgeschreven prijsvraag van 's lands verdediging, blijkt, dat slechts twee van de 15 ingekomen antwoorden voor bekrooning in aanmerking konden komen en wel No. 4 onder het motto: „Zal Nederland dan zijn God en zijn verleden vergeten?" en No. 11: „Ik wilde mededinger zijn in den edelen wedstrijd waarin het gemis des laauwers mij minder grieven zou, dan het verwijt van dien niet begeerd te hebben. J. H. v. d. Palm, Gedenkschrift. No. 4 is een meesterlijk geschreven stuk, dat getuigt van een volledige studie en van een veel omvattende kennis van ons verdedigingsstelsel. In dat stuk wordt overtuigend bewezen, dat Nederland zeer goed tegen een overmagtigen vijand is te verdedigenen dus beantwoordt het aan het eerste gedeelte van de gestelde prijsvraag. Maar wat het tweede gedeelte der gestelde prijsvraag aangaat „de opgave der middelen, noodig voor de ver dediging" daaromtrent is het antwoord weinig voldoende. No. 11 is een veel minder uitvoerig stuk, en treedt veel minder in bijzonderheden, maar het beveelt, middelen aan, die vermoedelijk spoediger te verwerven zijn; zonder nogtans aan te toonen, dat de lands-defensie daardoor op afdoende wijze zou zijn gebaat. De slotsom van het oordeel der commissie is dus: dat noch No. 4, noch No. 11 der ingekomene antwoorden een volkomen beantwoording is van de uitgeschreven prijsvraag, en dat- dus geen dier beide stukken ter bekrooning kan worden voorgedragen. Yerdi en Dassi geven met hun miniatuurcircus eene voorstelling in den Bosch, met eene tombola, waarin een ge toomd en gezadeld paardje als eersten prijs wordt geschonken. Voor eenigen tijd stierf te Engelen eene vrouw in hoogst zwangeren toestand. Wijl er geene geneeskundige hulp aanwezig was, verloste de pastoor van Engelen de overleden vrouw, voor welk feit hij vóór drie weken voor de regtbank te 's Hertogenbosch teregt stond. Het O. M. rekwireerde tot schuldigverklaring, met veroordeeling tot eene boete van 10. Jl. Donderdag werd de uitspraak gedaan en de beklaagde veroordoeld tot eene boete van 50 cents. Volgens den schrijver der „Amsterdamsche brieven" in de Zutf. Crt. zijn namens een der Zuid-Amerikaansche republieken, aan onze landgenooten, de ingenieurs Zillessen èn Van Reijn, uitlokkende voorstellen tot hunne verplaat sing naar die landen gedaan. De heer Groen van Prinsterer is herstellende van zijn ernstige ziekte. In het bisdom van Haarlem zijn o. a. benoemd de heeren: A. G. Schweitzer tot deken van het district Schagen en pastoor der parochie Schagen P. Slaman, tot pastoor te Noord- zijpe; te Egmond A. H. Hulsker, kapellaan te Kethel. In Perzië sterven tegenwoordig 3000 personen daags, tengevolge van gebrekkig voedsel. Sedert in Japan het leenheerlijk stelsel afgeschaft is en plaats heeft gemaakt voor de centrale autocratische magt van een eenhoofdig bestuur, is dat Rijk met rassche schreden op de baan van den vooruitgang voortgegaan. Een nieuw strafwetboek, dat daar uitgevaardigd is, ver schilt van het tot dusver werkende. De barbaarsche handelingen en pijningen zijn bijna ge heel uit de rij der straffen verdwenen. De stokslagen en de geeseling met bamboerieten zijn wel is waar gehandhaafd, maar in oneindig geringer mate dan tot hiertoe. De dood straf is nog slechts in twee vormen behoudende onthoof ding voor buitengewoon ernstige en de ophanging voor geringere misdaden. Alle overige straffen, zoo als do kruisiging, de vierendeeling, enz-, zijn geheel afgeschaft. Met betrekking tot de strafbaarheid, wordt voor de toerekenbaarheid van den man do leeftijd van 15 tot 70 jaren gesteld. Op hoogeren ouderdom kunnen de grijsaards aan geen ligchamelijke straf worden onderworpen. Voor de vrouwen wordt bedoelde leeftijd gesteld van 13 tot 60jaren. Bij een anderen maatregel heeft het gouvernement de inbeslagneming geëischt van een deel der bonzen en hun tempels behoorende. Voorts is het den bonzen verboden een buitensporig aantal bedienden te houden; maar dat verbod is meer tegen de Baiddhisten dan tegen de Sinto- isten gerigt, die de regering meer begunstigt. Ook in de inrigting des legers zijn belangrijke her vormingen gebragt. O. a. zijn al de uniformen naar het Europeesch model veranderd. In een Beijersche courant leest men de volgende annonceHeden morgen vroeg, bij negenen, riep de Heero uit zijn kantoor, Verwersloot No. 3, den goudsmid Sebald Michael I.... in het 49ste levensjaar naar een beter' stand. De laatste vreugd ten volle bediend te zijn, was hem niet gegund. Aan zijn graf treuren de ondergeteekende weduwe en twee dochters, Hulda en Emma de oudste is reeds verloofd, zoo als spoedig in dit blad zal gelezen worden. De begrafenis is bepaald op Vrijdag den 6den met talrijke deelneming. NB De zaak wordt onverhinderd voortgezet maar met 1 April naar de Zendingstiaat verplaatst; wij hebben onzen huisbaas reeds bij mijn mans leven, wegens opslag, de huur opgezegd. De gemeenteraad van Oudorp heeft in zijne zitting van den 3 dezer benoemd: tot secretaris de heer W. Bos, burgemeester; tot gemeente-ontvanger de heer J. Hoek, te Alkmaar. Het Journal Officiel berigt, dat van 2531 Dcc. 440 der ter zake van den Parijschen opstand in hechtenis genomen personen op vrije voeten zijn gesteld, zoodat het aantal der in vrijheid gestelden thans 11,720 bedraagt. In het departement van de Loire zijn een broeder en zuster (tweelingen) op denzelfden dag en aan dezelfde ziekte gestorven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2