ADVERTENTI Duitschland. Amerika. ff Marine-Htiven Nieuwediep. keerde zich om en sloeg met een sabel naar den leeuw, waarop hij door vier der leeuwen aangevallen en naar een hoek van het hok gedrongen werd. Massarti bleef kalm, verdedigde zich met zijn sabel, en loste eindelijk drie schoten van zijnen met losse patronen geladen revolver op de woedende dieren. Intusschen heersclite onder de toe schouwers eene zoo groote onstuimigheid, dat de politic agenten in hunne pogingen om den leeuwentemmer te ontzetten grootelijks belemmerd werdenook duurde het eenigen tijd eer men de ijzeren staven gloeijend gemaakt had, waarmede men eindelijk in die pogingen slaagde, nadat de worsteling omstreeks 10 minuten geduurd had. Massarti was vreeselijk verminktvan het achterste gedeelte van zijn schedel was het vel afgerukt en stukken vleesch waren uit zijne dijen gebeten. Hij hief zijn hoofd even op om te toonen dat hij nog leefde en op weg naar de infirmerie zeide hij, „dat het uit was." Aldaar aangekomen stierf hij bijna terstond. De leeuw die hem het eerst had aangevallen, had hem ook verleden Maandag gebeten en hij had dikwijls tot zijne vrouw gezegd, dat hij bang voor het dier was. Wanneer, vragen de dagbladen, zal onze hooggeroemde Christelijke beschaving op de massa genoegzamen invloed hebben uitgeoefend, om haar niet langer behagen te doen vinden in vertooningen, welke slechts aantrekkelijk zijn door 't gevaar dat een medemensch er bij loopt? 't Is een dom, laf, barbaarsch genot, wanneer men zelf veilig is, een ongelukkigen roekelooze, die om den broode er half toe gedwongen wordt, te zien worstelen met verscheurende monsters in een kooi. Is 't minder barbaarsch, laf en dom, pleit 't minder voor gebrek aan humaniteit en beschaving, eene arme vrouw te zien wandelen over een koord, veertig voet boven den grond of te gapen naar de halsbrekende touren van acrobaten? Het aantal vermiste manschappen van het Noordduitsche bondsleger in den laatsten oorlog bedraagt thans 3241. Terwijl het Pruissische oorlogschip de Nymph in de Tafelbaai lag, zijn verscheidene van de opvarenden gedeser teerd en daaronder een adelborst. Te Weenen is dezer dagen voor de eerste maal opge voerd het eerste gedeelte van het reeds lang geleden aan gekondigde oratorium „Christus'' van Fransz Liszt; dit eerste gedeelte van het werk, hetwelk uit drie deelen zal bestaan, is getiteld „Weihnachts-oratorium"herders, engelen en de heilige drie Koningen treden daarin op. De kritiek, die over dit jongste werk van den beroemden virtuoos in de Weener bladen voorkomt, is voor het meerendeel ongunstig. Zekere Stokes heeft, blijkens oen telegram uit New- York dd. 7 dezer, een pistoolschot gelost op Fisk, zoon van den directeur der Erie-spoorweg-maatscliappij. Fisk is daaraan overleden. Uit berigten uit New-York blijkt, dat bij gelegenheid eoner lijkstaatsie, welke de Internationalisten daar ter stede „ter eere van hunne kortelings in Frankrijk ter dood gebragte broeders" op Zondag den 17 Dec. dachten te houden, de slippen van het doodkleed door verscheidene uit Frankrijk ontsnapte Communisten zouden worden ge dragen, en wel door Edm. Mégy, Simon Dereure, Edin. Levraud, Gustave en Elie May en de Marseillaansche Communisten Goletier, vader en zoon. De bekende Parijsche werktuigkundige Edm. Mégy, die het paleis van het Legioen van Eer aan de vlammen heeft prijsgegeven, is door een met hem bevrienden machinist in den tender eener loco motief verborgen en op die wijze uit Parijs geraakt. De machinist boot voor deze vriendschaps-dienst met eene gevangenschap van zes maanden. Levraud was een der voornaamste handlangers van Raoul Rigault en aanvoerder van oen bataillon nationale garde. Dereure, schoenmaker van beroep, heeft de functie van burgerlijk commissaris onder Dombrowski vervuld, en is, na zich eenigen tijd in de woning van een zijner vrienden te Parijs schuil gehouden te hebben, door dazen van de middelen voorzien om naar Amerika te ontsnappen. De gebroeders May waren, onder den Communistischen generaal Eudes, met de taak van de proviandering van Parijs belast. Het is niet geraden voor medici, om onder de Indianen eeno praktijk te aanvaarden. In de Ameri- kaansche bladen wordt namelijk medegedeeld, dat de Pinke— Indianen hun „medicijnenman" hebben gesteenigd, omdat het hem niet gelukt was twee zieken van hun stam te genezen. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). 3 i Windvigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. ZZ O O O r Ui Toestand van de zee. Stand. Afw. •tand. Al'w. 7 12 zzw. Sk. 752.07 - 8.00 4.3 t 1-9 0.95 Hol itneo s 12 6, 740.78 -19.31 4.0 t 1-7 0.95 wein g-olv 9 8 wtz. 71, 743.58 -16.53 4.5 t 3.9 0.89 Golvend. 9 12 0. In 744.82 -15.29 2.0 - 0.2 0.96 Wcersge-tcUlheid7 Jan. 12 u. Digtbewolkt, winderig, buijig. 8 Jan. 12 u. Digtbewolkt, vochtig. 9 Jan. 8 u. Digtbeti okken, regen. 9 Jan. 12 n. Bewolkt, bnijig. West-lTiesclie Correspondentie, Zeilklaar liggende on vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. A'ertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 21 Nov. Johanna.* VY H.E.K.Rösingli. Batavia. 23 Dec. Jason.f H. Ilaack. Midd. Zee. 6 Jan. 7 Jan. Sirius. J. J. Hansen. Lissabon. *llceft in liet Nieuwediep gelost en geladen, t tt it h Bassin Benevens de schepen in No. 2 gemeld. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 4 Jan. Waterlily. IV. Jones. Dninker&Goedk. Zanze. 4 AnnaMaria. N. P. Hook. van Vliet Co. Charleston. 6 ICvik. T. Harera. Galvaston. 6 Julius. K. AVijtsma. DuinkerStGoedk. Suriname. 6 Zuiderzee. C. P. de Jonge. ZurMühlen&Co. 6 u Hercules. N. Zeplien. Amons Co. Taganrog. 7 ii lteickstag. H. Hanschildt. H. J. Tweehuijs. Batavia. 7 MaryAnnStJanes.R.. Barwich. Order. Taganrog. 8 Gratitude. F. II. Kolk. ZurMiiblen&Co. Sivila. 9 ii Webfoot. J. Sturrock. Duinker&Goedk.Passarocang. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Elizabeth. T. Thomson. Sunderland. Steenk. ZurMiihlen&Co. IV. In mijn vorig schrijven heb ik aangetoond, dat er tusschen de verschillende West-Eriesche dorpen groote jaloersheid bestaat om trent het bezit van betere of slechtere wegen. Over het algemeen zijn de wegen evenwel in uitmuntenden staat, de Mac-Adams natuurlijk alleen bij gunstig weder, en geloof ik niet, dat ergens in ons vaderland meer gezorgd is voor gemakke lijk onderling verkeer dan in deze streken. AYat vooral belangrijk genoemd mag worden is, dat men er nagenoeg in het geheel geen tollen aantreft. De voornaamste onzer straatwegen is die van Hoorn naar Enkhuizen, loopeude door de zoogenaamde „Streek", bestaande uit een onafgebroken reeks van zeven dorpen Deze weg is gesticht in het jaar 1571, en is dus in liet afgeloopen jaar 300 jaar oud geworden. Wel te verwonderen is het, dat in dezen tijd van feestvieringen en jubileums gr in het geheel niet aan gedacht schijnt te zijn, dit feit te herdenken. AYat evenwel sterk bij het gemakkelijk verkeer te land afsteekt, is de slechte gelegenheid voor liet verkeer te water. Niet dat er geen water genoeg is in West- Friesland, maar door de menigvuldige polders, waaruit het bestaat, die ieder natuurlijk hunne eigene bedijking hebben en soms enorm in waterstand verscliilleu, is bet niet mogelijk doorloopende vaarten te maken van de eene stad naar de andere. En dit is een groot bezwaar voor onzen handel. Het hout, de steenen, de turf en dergelijke zware handelsartikelen moeten altoos per as vervoerd worden, iets wat zeer kostbaar is en b. v. bij meisel-materiaal van aanmerkelijken invloed op den prijs der grondstoffen. Een wagen met steenen, die, in Hoorn gekocht, b. v. te Hoogwoud moet geleverd norden, kost minstens zes gulden aan transport kosten en arbeidsloon, terwijl de vierdubbele hoeveelheid voor denzelfden prijs per schuit kan vervoerd worden. Zoo kost ook het vervoer van steenkolen, granen, petroleum, kaas en dergelijke in deze streken veel meer, dan op plaatsen waar geschikt verkeer te water bestaat. Wat evenwel nog als het voornaamste kwaad moet beschouwd worden, dat uit dezen toestand voortvloeit, is het isolement waar wij in verkeeren. West-Friesland is door natuurlijke oorzaken een soort schiereiland. Aan drie zijden van het vierkant waaruit het bestaat wordt liet door de Zuiderzee bespoeld, en daar het nu aan de eene landzijde nog zoo slecht van kommunikatie-middelen voorzien is, leren wij bijna op een eiland. Wanneer iemand b. v. van Medemblik naar Rotterdam moet, lieeft hij zeven uren, zegge zeven uren tijds noodig cm eerst te Amsterdam te komen, vanwaar hij dan slechts twee en een half uur meer noodig heeft om den driemaal grooteren afstand tot Rotterdam af te leggen. Ik behoef niet te zeggen welk bezwaar dit oplevert voor onze kooplieden, die er belang bij hebben nu en dun persoonlijk de hoofdplaatsen te bezoeken, en in het algemeen voor het reizend publiek. Een Amsterdammer ziet er veel minder tegen op b. v. naar Brussel te gaan dan naar Enkbuizen, want behalve dat bijj er misschien spoediger en goedkooper komen kan, is het reizen door West- Friosland in oude en slecht ingerichte diligences niet alleen hoogst onaangenaam, maar dikwerf gevaarlijk. West-Friesland hoeft dus behoefte aan een spoor, groote, drin gende behoefte. De Jezer herinnert zieli misschien uit mijn vorig artikel bet meisje, dat weende, niet omdat haar zusje te visite zou gaan, maar omdat zij thuis moest blijven. In analogen toestand bevinden wij ons tegenover de beier bevoorrechte streken onzes vaderlands wat aangaat de spoorwegen. Dc Noordliollandsclie Staatsspoorweg heeft voor ons geen het minste nut, eer is zij een reden te meer tot klagen. Wij kunnen nog spoediger rechtstreeks naar Amsterdam komen, dan via Alk maar of Hugowanrd per spoor. Eer wij te Alkmaar zijn, kunnen we ook bijna te Amsterdam wezen, en voor goederen-vervoer is bet oneindig duurder. Wij ondervinden dit liet best, als b. v. 's winters de Zuiderzee onverwacht en vroegtijdig dichtgevroren en de wintervoorraad nog niet opgeslagen is. Dan moeten de meest courante handelsartikelen, als olie, suiker, lijnkoeken, granen, kaas, enz. over Alkmaar naar Hoorn en verder verzonden worden. Als dan, zooals toch dikwerf het geval is, de wegen slecht of met sneeuw bedekt zijn, gebeurt het niet zelden, dat men voor een wagenvracht van doze artikelen veertig gulden en meer voor vervoer moet betalen, zoodat onze kooplieden genoodzaakt zijn veel hoogere prijzen te bedingen dan hunne collega's die aan het spoor wonen. Daarenboven zijn zij genoodzaakt in het najaar altoos groote inslagen te doen, wat niet alleen belangrijke kapitalen renteloos doet worden, maar bij arti kelen die aan rijzing en daling onderhevig zijn, tot groot verlies aanleiding kan geven. Met een eigenaardige jalousie is liet oog dan op Alkmaar ge richt. Daar is het verkeer nimmer gestremd, daar heeft men een uitmuntenden waterweg in het Noordhollandscli Kanaal en daar enboven nog een spoor. Daar kunnen de winkeliers ten allen tijde hunne artikelen ontvangen en verzenden, en dus voordeeliger zaken doen dan de kooplieden te Hoorn. Daar bloeien de markten, omdat de vreemde kooplieden er gemakkelijk op één dag been en terug kunnen gaan en komen, en bovendien hunne artikelen, vooral vee, onmiddelijk per spoor kunnen vervoeren. Mijn collega, als korrespondent n. 1., uit Kennemerland, blijkbaar een Alkmaarder, beeft ons onlangs een opsomming geleverd van al wat er aldaar zoo al te genieten valt op liet gebied der schoone kunsten; wij zijn ook daarvan verstoken. Slechts zelden zijn wij in de gele genheid een goed concert of een uitvoering van goede tooncelisten bij te wonen. Dat komt, zeggen de West-Friezen, omdat ze te Alkmaar aan bet spoor liggen; als de Hollandsche tooncelisten Haarlem en liet Nieuwediep bezoeken, nemen ze en passant Alk maar mee, dat scheelt hen z.ooveel niet in de kosten, maar als wij ze hier willen hebben, moeten we er veel voor betalen, want de. rnenschen zijn cr twee volle dagen meê kwijt. Zie, dat hindert ons, niet omdat Alkmaar die voorrechten geniet, maar omdat wij er van verstoken zijn. Het meeste, wat ons hindert, is, dat de Staat niet voornemens is, ons in het minst te ondersteunen in onze pogingen om een spoorweg tot stand te brengen. Toen vóór korten tijd een com missie uit Friesland en West-Friesland zich bij den minister bevond, om concessie te vragen voor den aanleg van een spoor door deze streken, in verband inet een sloombootvaart op Friesland, was het eerste woord van den minister, dat hij gaarne alle moge lijke concessiën zou geven, mits (jeene subsidie van den Staat werd gevraagd. Mij dunkt, dat is wel wat kras. West-Friesland is ten der meest vruchtbare en meest welvarende streken van ons vader land cn de drie kantons waaruit het beslaat, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik, brengen jaarlijks een millioen gulden aan Rijks belastingen op. A'oor wat dient wat, en heel aangenaam vinden wij het niet, dat wij als een tiichtige Kuh worden beschouwd, die door het lieve vaderland zoo schoon mogelijk wordt uitgemolken, maar waaraan het zoo weinig mogelijk wil ten koste leggen. Er zijn er, die beweeren, dat een spoorweg door West-Friesland voor deze streken en wel voornamelijk voor Hoorn niet voordeelig zijn zou; die beweeren, dat de bewoners de,er Blrekeu alsdan hunne benoodigdlicdeu rechtstreeks te Amsterdam zouden koópen; dat reizigers, die nu genoodzaakt zijn te Hoorn te overnachten, alsdan 's avonds met den laatsten trein nog vertrekken zouden, enz. Deze argumenten zijn evenwel reeds voorlang wederlegd, docli al waren in werkelijkheid ecnige nadeden van zulken aard te wachten, dan zouden zij zeker bij verre na niet op kunnen wegen tegen de enorme voordeden, die een genlakkelijker verkeer voor den handel oplevert. Zoo als de lezers dezer courant zeker opgemerkt zullen hebben in de nieuwsbladen, bestaat er een commissie tot aanleg van een Friesch-West-Fricschen spoorweg, die in het laatst des vorigen jaars verlenging van den termijn heeft gevraagd, om hare plannen in te dienen. Ik mag thans mededeelen, dat die verlenging ver leend is en de commissie veel kans heeft te zullen slagen, althans als zij eenige geldelijke ondersteuning vindt bij de belanghebbende particulieren. Deze lijn zou loopen van Amsterdam over Purmerend door de Beemster langs Avenhorn naar Hoorn en vandaar in noordoostelijke richting naar Medemblik. Vervolgens met een stoombootdienst in verbinding staan op Hindeloopen, om dan in Frieslaud langs AVorkum, Bolsivard en Sneek te loopen en zich te Akkrum of Grouw bij het Staatsspoor aan te sluiten. A'oorwaar een grootscb plan, dat in een ware behoefte zou voorzien, zoowel voor deze streken als voor Friesland en Groningen. Hopen wij, dat de commissie slagen moge Ik kan hierbij nog vermelden, dat een Engelsclie maatschappij bereid is de zaak te exploiteeren en de noodigc fondsen te ver strekken, mits door een gedeeltelijke deelname van belanghebbende kapitalisten het bewijs wordt gegevendat deze zeiven in de uitvoer baarheid der geprojecteerde lijn gelooven. En hiermeê zou ik mijn artikel kunnen sluiten, als mij daar niet juist te binnen schoot, dat Hoorn bij eene nieuwe rechterlijke in deeling een arrondisseinents-reclitbank zal behouden, omdat de middelen van vervoei4 daar zóó slecht zijn, dat in het belang der justieiabelen aan geeue opheffing kan gedacht worden. Ziet, dat pleit vóór en teg'en de wensohelijkheid van een spoor, want het bewijst 1°. dat de regeering' zelve bewust is van onze kommunikale afzondering, en 2°. dat deze ons althans onze recht bank doet behouden. En dan nog iets. Een Hoorusch mopje. Men zal zich herinneren, dat ik in een vorige correspondentie mij beklaagde over de afbraak onzer fraaie Koepoort, en dit een daad van vandalisme noemde, hoewel ik er mij toch bij neer kon leggen, omdat ik genoeg uti- list ben, om oude gebouwen, al hebben ze historische waarde, weg te sloopen, indien zij in den weg staan. De gemeenteraad schijnt echter op dit punt ganscli bekend te zijn en tot een pië tisme, n. 1. voor antiquiteiten, overgegaan te zijn, die incu haast roerend zou kunnen noemen. De zaak is deze. Het gouvernement was voornemens in Hoorn liet post- en telegraaf kantoor tot één te vereenigen en daartoe een groot, gebouw te willen stichten tegenover de Groote Kerk, op de plaats van het tegenwoordige, kleine telegraafkantoor. Het vroeg daartoe van de gemeente te mogen overnemen een oud gebouw, helend aan dit kantoor, dat vroeger gediend heeft voor gasthuis en nu gebezigd wordt voor wapenmagazijn. Dit gebouw heeft een anlieken gevel en dc raad schijnt zóóveel eerbied le hebben voor dien ouden gevel, dat bij het verzoek der hooge regeering heeft geweigerd. Men zegt, maar hier sta ik niet voor in, dat een der raadsleden gezegd heeft, dat hij liever de Groote Kerk zag wegbreken, dan dat oude gebouw Ik heb dien gevel nooit met aandacht beschouwd, zoodra ik in Hoorn kom, ga ik hem bepaald eens zien. GERAltD. Getrouwd W. APPEL JR. en A. J. TANDEE. Alkmaar, 7 Januarij 1872. Den 24 November 1871 overleed te Soerabaija mijn geliefde Broeder, de Liutenant ter Zee 2de klasse J. AV. ARKENBOUT SCHOKKER. Arnhem, 7 Januarij 1872. A. E. ARKENBOUT SCHOKKER, Luitenant ter Zee 2de klasse. Lenige en algemeens kennisgeving. Dc ondergeteekende betuigt haren hartelijken dank aan Betrekkingen en Vrienden en aan de Leden van liet Gezelschap Leerino en Genoegen in liet bijzonder, voor de vele bewijzen van belangstelling, ondervonden bij het overlijden van haren Zoon WILLEM. Burg op Texel, 5 Januarij 1872. Wed. J. HEMME. Voor de vele blijken van belangstelling en deelneming, gedurende de ziekte en bij liet overlijden van mijne Eclit- genoote CIIRISTINA MARIA BAZERGA, wordt langs dezen weg, ook namens mijne Kinderen, hartelijk dank gezegd. Helder, den 9 Januarij 1872. J. GRAAT. Voor de vele bewijzen van deelneming, betoond gedurende de ziekte en bij liet overlijden van mijn geliefden Echtgenoot, betuig ik bij dezen aan allen mijn hartelijken dank. Nieuwediep, den 9 Januarij 1872. Wed. P. H. VOSKUIL, Thiëuens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 3