IIEIMIIS (IIK EI MEU WEMEPER COMA NT. 1872. N°. 8. Vrijdag 19 Januarij. 30 Jaargang. A. A. BAKKER Binnenland. ,,W jj huldigen het goed#." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30, franco per post - 1.65, Uitgever Bureau: HOLE 1» I. E I Af, K0. 103. Cz. Prijs der AdvertentiSn:Tao 14 regels 60 ceut, elke regel meer 16 cent. Gro jte letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN Naar Oost-Indië: via Triest 23Januarij, 's avonds 6 u. 25 m. Marseille 1 Febr., 's avonds 6 u. 25 m. nat BrindisiÜJanuarij, 's avonds 6 u. 25 m. West-Indiêvia Southampton 31 Jan. 's rnorg. 6 u. 25 m. Suriname via St. Nazaire 4 Febr. 's avonds 6 u. 25 m. de Kast van Guinea: 21 Januarij 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop: 23 Jan. 's morg. 6 u. 25 m. HELDER en NIEUWEDIEP, 18 Januarij. Gisteren avond werd in liet lokaal Tivoli alhier, de tweede algemeene vergadering der Werklieden-Vereeniging gehouden. De belangstelling in deze zaak bleek, sinds de vorige bijeenkomst niet verminderdeen zeer groot aantal leden was tegenwoordig. Thans bevonden zich gedrukte exemplaren van bet Concept-reglement in aller handen, zoodat nu meer geregeld met de behandeling van dat ont werp kon worden voortgegaan. Het reglement der veree niging is vastgesteld en zal ter goedkeuring aan de Hoogo Regering worden opgezonden. Getrouw aan bet beginsel van liefde voor het vaderland en bet stamhuis van Oranje, in een der bepalingen van het reglement neergelegd, werd de vergadering met het zingen van „Wien Neêrlandsch bloed" besloten. In de volgende bijeenkomst zal het hoofd bestuur worden gekozen. Zeer voldaan keerden we jl. Dingsdag avond uit Tivoli huiswaarts,na de allezins verdienstelijke opvoering van bet drama: „De blinde en zijn arts," door het Rotter- damsch tooneelgezelschap onder directie van den lieer Louis Bouwmeester. Tegen den inhoud van het stuk zijn wel is waar niet geringe aanmerkingen te maken, maar dit geldt volstrekt niet van de opvoering, die ons uitstekend beviel. De verschillende leden des gezelscbaps waren flink in hunne rollen en hebben dus aanspraak op een woord van lof en hulde, maar inzonderheid verdienen de directeur als doctor Darcy en het jeugdige meisje, dat zoo natuurlijk speelde, eene eervolle vermelding. Met genoegen zagen wij de zaal zeer goed gevuld. Gisteren is door de plaatselijke commissie der Noord en Znidhollandsche Reddingmaatschappij alhier, namens het hoofdbestuur, aan de bemanning der reddingboot, voor het mm CHARLES GOODYEAR. EEN STKIJDEB IN *T GEBIED DEtt NIJVEBIIEID. C Vervolg.) Goodyear volgde het nieuwe spoor intussolien met eene geestdrift, welke zijne vrienden in alle billijkheid met razernij haddon kunnen bestempelen, indien de goede uitslag ten slotte hem niet geregt- vaardigd had. Hij overtuigde zich spoedig, dat zijn mengsel bij geenerlei graad van hitte smelten wilde. Vervolgens kwam hij er toe na tè gaan, bij hoe lage temperatuur het ineenschrompelde of wel verkoolde, en of het niet mogelijk was de schroeijing te stuiten op het oogenblik, dat het gom-elastiek nog veerkracht bezat, maar tevens van alle neiging tot aanhechting beroofd was. Eene enkele proefneming deed in dit geval reeds blijken, dat zulks mogelijk was. Na een stuk van zijn mengsel voor een open haard te hebben geroosterd, bevond hij dat, terwijl een gedeelte daarvan verkoold was, eene strook gom-elastiek rondom het verkoold gedeelte nog veerkrachtig was, en zelfs nog veerkrachtiger dan zuiver gom elastiek. Binnen weinige dagen overtuigde hij zich van drie feiten; ten eersten, dat de rand van het gom-elastiek eene temperatuur van 142° C. kon verdragen zonder te verkolen ten tweeden, dat het bij geenerlei hitte smolt of in het minste week werdten derden, dat het, tusschen brokken ijs gelegd en den ganschen nacht in de open lucht gelaten, niet in het minste stijf of hard werd. Hij had gezegevierd, en hij wist het. Hij deelt ons dan ook meê, dat hij nu „zichzelven ruim beloond gevoelde voor liet verledene, en vol komen onverschillig was wegens de beproevingen der toekomst." Het was goed voor hem dat hij dus was gestemd, want de don kerste tijden wachtten hem nog, en hij was zelfs nog zes jaren verwijderd van eene werkelijk pructische uitkomst. Hij had alsnu metterdaad bewezen, dat een mengsel van zwavel en gom-elastiek, in gepaste verhoudingen en onder zekere toestanden, in geval het gedurende een zekeren tijd aan een zekeren graad van hitte onder worpen wordt, eene verandering ondergaat, welke het volkomen geschikt maakt voor alle doeleinden, waarvoor hij het vroeger te vergeefs had willen aanwenden. Er bleef echter nog over na te gaan, welke deze gepaste verhoudingen, welke die toestanden waren, welke die zekere graad van hitte was, wat die zekere tijd was, en door welke middelen de hitte het best kou worden aaugebragt. Welke bezwaren aan dit alles verbonden waren, kan gereedelijk worden beseft,, wanneer wij doen opmerken, dat het tegenwoordig aan een schrander werkman nog een jaar kost om te leeren, hoe met zekerheid in de toerec ding te slagen, al is hij van den beginne af voorzien van de beste gereedschappen en hulpmiddelen, welke eene twintigjarige ondervinding konden verschaffen. l)c arme Goodyear daarentegen was op dit oogenblik niet alleen tot volslagen armoede vervallen, maar stond ook geheel op zichzelven. Geen zijner vrienden kon zijn ongeduld verhelen, zoodra hij hem het woord gom-elastiek hoorde uitspreken. Mannen van zaken krompen louter op het hooren van dien naam van schrik inéén. Hij ver redden der equipage van liet op de Noorderhaaks gestrande en verbrijzelde Amerikaansche fregatschip General Cham- berlaine op 18 Dec. jl., uitgereikt, behalve de reeds vroeger gemelde gratificatie, aan J. Koningstein, schipper, P. van Daalen, H. Gomes, P. Verberne, T. Meeuwenoord, J. van der Wielen, J. Griek, S. Vos, J. Ham, A. Kooger en C. Kok elk een loffelijk getuigschrift voor hunne menscli- lievende hulp; terwijl de maatschappij haren dank heeft betuigd voor het slepen der reddingboot door de stoom sleper Noordzee naar de plaats des onheils en daarvoor een herinnerings-medaille heeft toegewezen aan den gezagvoerder dier boot P. van Vliet, en aan de overige bemanning eene gratificatie van 25. PI. M. de Koningin heeft voor de te houden loterij, ten voordeele van een op te rigten gesticht voor oude lieden te Egmond aan Zee, een prachtig canapé-kussen beschikbaar gesteld. Het contingent militairen, dat dit jaar naar Oost-Indië zal worden uitgezonden, is 1150 man, daaronder zullen wordeil begrepen 165 man voor het wapen der artillerie en 140 voor dat der cavalerie. Dientengevolge is de over gang van onderofficieren, korporaals en soldaten van het leger hier te lande bij dat in Oost-Indië weder opengesteld. Naar West-Indië zullen dit jaar geen suppletie-troepen worden uitgezonden. Beroepen te Middelburg dr. G. J. Vos, pred. te Goes. Drietal te Rotterdam: J. W. Felix, te Utrecht; G. J. v. d. Flier, te Heemstede; J. P. Nonhebei, te Middelburg. Drietal te Groningen: J. P. Nonhebei, te Middelburg; dr. G. J. van der Flier, te Heemstede; W. J. Immink, te Kollum. Zestal te HaarlemMossel, te Renkumv. d. Flier, te Heemstede; Rozenmeyer, te Middelburg; van Ronkel, te Zutphen; Wolf, te Dalfsen; Rademaker, te Sneek. Bedankt voor het beroep naar Leiden door dr. G. J. van der Flier, pred. te Heemstede. Volgens het maandberigt no. 12, 1871, heeft het Nederl. Zendeling-Genootschap aan contributiën, collecten, enz., gestort bij den thesaurier van 1 Jan. tot ultimo Dec. 1871 en verantwoord in de 74ste rekening, ontvangen 78,217.18. De heer mr. Groen van Prinsterer heeft aan al de onderwijzers, die hem onlangs, bij gelegenheid van zijnen haalt ons zelfs, dat er twee volle jaren verliepen nadat hij de ontdekking gemaakt had, alvorens hij een sterfelijk wezen van de waarde daarvan overtuigde. Boveudien, zijne proefnemingen konden nu niet langer bewerk stelligd worden met eenige weinige kilo's gom-elastiek, een paar liters terpentijn, eene flesch sterkwater en een beetje lampzwart. Hem ontbraken echter vooral de middelen om eenen hoogen, eenparigen en regelmatigen graad van hitte voort te brengen, iets, dat veel inoeijelijker bleek dan hij aanvankelijk onderstelde. Laat ons hij deze gelegenheid een paar kijkjes nemen in het procesverbaal der getuigen bij een later regtsgeding: we zien hem alsdan op het oogenblik wachten dat zijne vrouw het brood uit haar oven haalt, om er een ration gom-elastiek in te kunnen laten roosten, waarop hij het den ganschen avond tot laat in den nacht bleef gadeslaan, om te zien welken invloed één, twee, drie, zes uren sohroeijen, roosten of bakken er op uitoefende. Wij zien hem het gom-elastiek koken in de sauspannen zijner vrouw, ze vóór de tuit van haren theeketel ophangende, of wel ze aan liet hengsel in den ketel zeiven tot op een paar duim van het kokend water latende afhangen. Wij zien hem het gom-elastiek roosten onder de asch en onder heet zand, of wel voor een smeulend of een levendig vuur, nu eens het voor één, dan weder voor vier-en- twintig uren achteréén latende doorkoken, telkens de verhoudingen van zijn mengsel wijzigende en de vermenging op verschillende wijzen bewerkstelligende. Hij verkreeg echter geen goede uitkomsten, zoolang hij zich met gewoon huisraad behelpen moest. Nu en dan, wel is waar, bragt hij een klein stnk uitstekend gevulcnniseerd gom-elastiek te voorschijn; maar onderwierp hij daarop andere klompen derzelfde grondstof aan dezelfde behandeling, dan bladderden zij of verkoolden. Alsdan zien we hem de winkels en fabrieken in de nabijheid van Woburn afioopen, ten einde als gunst te verzoeken om na werktijd van een oven te mogen gebruik maken, of een stuk gom elastiek in het „mangat" van den stoomketel te mogen ophangen. He opzieners der fabrieken getuigen dat hij een ware plaag voor hen was, en smeerden hunne toestellen met zijn kleverig mengsel maar, ofschoon ze hem voor weinig minder dan een lastigen dwaas aanzagen, zoo schijnen ze toch zeer bereidwillig geweest te zijn, hem te helpen. Hij betuigt dan ook openhartig, dat hij te dier tijd van giften leefde; want, hoezeer hij het zelfvertrouwen koes terde, dat hij in staat zou zijn eenmaal de kleine sommen terug te betalen, welke hij uit medelijden voor zijn gezin ter leen verkreeg, zoo waren de buren, die hem het geld leenden, er toch verre van af op eenige terugbetaling te rekenen. Ouder voorwendsel van te leenen, meenden ze tc geven. De een nam op zich, zijne komenij- rekeuing of het verschotbriefje zijner melkvrouw te verevenen; een ander zond hem een vaatje meel; een derde nam in betaling eenige artikelen uit zijn ouden voorraad van verwerkt gom-elastiek, en enkele pachters veroorloofden aan zijne kinderen om op hunne akkers hout te sprokkelen, dat hij noodig had ter verhitting van 70sten verjaardag, blijken van hoogachting hebben doen toekomen, een present-exemplaar, met photographisch portret en opdragt van den schrijver, toegezonden van liet in 1848 door hem uitgegeven werkje „Vrijheid, gelijkheid, broeder schap." De opdragt luidt als volgt: „Aandoenlijker blijk van hartelijkheid is mij op mijnen zerentigsten jaardag niet te beurt gevallen dan de aanbieding van het pliotografisch album van 238 onderwijzers der Christelijk-nationale school. Overgatelijk de wijze, waarop het mij door eene commissie uit uw midden, in de toespraak van onzen roortreffelijken Schaberg, werd overgereikt. Verootmoedigend en bemoe digend te gelijk. Indien ook op mijnen veeljarigen arbeid, door menigeen en ook door uwe practische medewerking gesteund, zegen gerust heeft, wij willen (voor dit loon naar genade en niet naar verdiensten) opwaarts zien en voor waarts. Opwaarts naar Hem, die ook den moeden kracht geeft. Voorwaarts om, op dezelfde haan, eendragtig te streven naar hetzelfde doel. In de sfeer eener aan Gods "Woord en Dienst gebonden politiek, om den weg te be reiden naar de volledige gewetensvrijheid, waarop in dit land der martelaren .ook de Christen regt heeft. In de Trije volksschool, om gebruik te maken van den, niet zonder feilen weerstand, reeds veroverden grond. Ter gezamenlijke bestrijding aldus van den revolutiekreet, niet minder gevaarlijk thans, dan toen ik ze, ten jare 1848, in het hiernevens u aangeboden hoekske beschreef. Voor waarts Langs tweederlei weg. Met dezelfde, door ons aller Meester op de veldbanier geschreven zinspreuk: „Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert zeniet."" (H.C.) Bevolkingsstatistiek der gemeente Texel Op 31 Dec. 1870 bedroeg de bevolking 3134 m., 3120 v., te zamen 6254. In 1871 werden geboren 118 m., 129 v., totaal 247, waaronder 3 tweelingen, 4 j. en 2 m. en 2 buiten huwelijk; in de gemeente gevestigd 39 m., 44 v., totaal 83; overl. 68 m., 42 vr., totaal 110; levenl. aange geven 7; de gemeente verlaten 78 in., 85 v., totaal 163; bevolking op 31 Dec. 1871 3145 m., 3166 v., totaal 6311, verdeeld als volgt: 3859 Ned. Herv., 11 Evang. Luth., 1142 Doopsgez., 3 Rem., 78 Afgesch., 1198 R. C., 20 Israëlietengesloten huwelijken 48, 41 jongm. en jonged., 1 jongm. met weduwe, 4 weduwn. met jonged., 2 weduwn. met weduwen; volgens den staat der betrekkelijke sterfte is het overlijden geweest 1 op 57. de hoopen zand, waarin klompen gezwaveld gom-elastiek bevat waren. Bijaldien de bevolking van Nieuw-Engeland, nog prat op hare afstamming van een echt Hollaudsch voorgeslacht, niet de meest gastvrije der wereld geweest ware, dan zou zijn gezin van gebrek hebben moeten omkomen, of hij had zijne proefnemingen moeten laten varen doch ondanks al de meewarigheid zijner buren, waren zijne kinderen toch dikwerf ziek, hongerig en verkleumd, zonder geneesmiddelen, voedsel of brandstof. Een der getuigen verklaarde; „Ik bevond (in 1S39,) dat zij geen brandstof hadden om zich te verwarmen en geen voedsel oin te eten, terwijl zij ook niet wisten waar van den eenen dag op den anderen eene bete broods te krijgen, tenzij liet hun werd toegezonden." Wij kunnen hun vader veroordcelen noch regtvaardigen. Verbeeldt n, Columbus binnen het gezigt der Nieuwe Wereld, en zijne halsstarrige bemanning steeds volhoudende dat het slechts eene luchtspiegeling was, zoodat zij weigerden hem naar land te roeijen. Nooit was een sterfelijk mensch zoo innig overtuigd dat hij een fortuin in zijne hand hield, dan Charles Goodyear was, als hij een stuk verschrompeld en vuil gom-elastiek uit zijn broekzak haalde, en de verwonderlijke eigen schappen daarvan aan eene groep ongeloovige dorpelingen trachtte uit te leggen. Geef hem slechts een oven, en zou hij u niet, even spoedig als een bakker brooden kan afleveren, tegen vuur en koude bestand gom-elastiek voorzetten? Ook was het niet uit sluitend de hoop op verlossing uit zijne geldelijke bekommeringen, welke hem aandreef. In alle verslagen en berigten nopens zijne loopbaan, kunnen we sporen zien van iets edelers van deze drijf veer. Zijne gezondheid was altijd zwak, en hij werd gejaagd door de vrees van te sterven, alvorens hij zijne ontdekkingen gebragt had tot een punt van rijpheid, waarop andere menschen, door gewone beweegredenen gedreven, daarvan een r.uttig gebruik zoudeu kunnen maken. Toen hij het geduld van de opzigters in de fabrieken hij Woburn had uitgeput, kwam hij tot het besluit, dat een oven het geschiktste middel was om zijn mengsel aan hitte bloot te stellen. Hij nam zicli hierop onverwijld voor, een oven te bouwen. Na het vrij gebruik van een hoekje op liet erf eener fabriek te hebben ver kregen, namen zijn bejaarde vader, twee zijner broeders, zijn jeugdige zoon en hij zelf pikhouweelen en spaden in handen, om eenen behoorlijken grondslag voor te bereiden, en toen zij alles hadden gedaan wat van onbedreven werklieden te verwachten was, wist hij een metselaar te overreden het werk te voltooijen, onder voorwaarde dat hij hem zou betalen iu metselaars-voorschoten uit gom-elastiek vervaardigd, dat inét sterkwater was toegereed. Deze eerste oven bleek cvenwehecne ergerlijke mislukking; de hitte was evenmin eenparig als regelbaar. Enkele stukken gom-elastiek kwamen er zoo uitmuntend „gezuiverd" uit, dat men liet nut der ontdekking niet betwijfelen kon; maar andere, op juist dezelfde wijze behandeld, waren geheel bedorven, hetzij door dien ze blad derden of wel verkoold waren. Hij was boven alle mate teleur gesteld en ontmoedigd, en geen enkele stem vertrooste hem of

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 1