ADVERTENTIËN.
Benoemingen, enz.
Buitenland.
Frankrijk.
Engeland.
Daitschland en Oostenrijk.
Japan.
Beweging-en van Zr. Ms. schepen in Nederl.
Üost-Indië, dato 15 Dec. 1871.
Burgerlijke Stand. Gemeente Callantsoog-.
Marine-Haven JNieuwediep.
fi
Berigten uit Batavia dd. 27 Dec. bevatten het volgende
Alles wordt hier gereed gehouden voor de ontvangst van
den nieuwen gouverneur-generaal. De tijding dat Z. Exc.
inr. Loudon aan boord der Soerabaija van Singapore ver
trokken is, kan elk oogenblik ontvangen worden. Z. Exc.
mr. P. Mijer zal niet, gelijk aanvankelijk het plan was,
met de Fransche mailboot van 6 Januarij naar Singapore
vertrekken, maar derwaarts worden overgebragt in den
avond van den dag zeiven, waarop de heer Loudon zijnen
intogt gehouden en de heer Mijer hem het bestuur over
gedragen zal hebben.
Op nader te bepalen dagen in April 1872 zal te
Soeracarta een landbouw-congres, het eerste van dien
aard in Indië gehouden worden.
De Tijd geeft de volgende schets van een boek, dat
onder den titel van „Ginx Baby" in Engeland veel opgang
maakte en als „Murk's twaalfde" ook in het Hollandsch is
verschenen„Een zeer treurige geschiedenis, toch zeer
alledaagsch. Het kind van den werkman is het dertiende
en laatste in de reeks. Beeds vóór de geboorte heeft de
vader het gevloekt. Meer dan twaalf kan zijn arm er niet
onderhouden. Hij heeft het gezegd: „als het dertiende
komt dan gaat het over de brug." Het dertiende komt -
en de vader neemt het wicht om het te verdrinken. De
politie mengt zich in de zaak. „Dat mag niet, dat is
moord." „Kunt gij het kind voor den dood behoeden,"
zegt de vader. „Thuis wacht het de honger; ik zal het
korter doen, naar de rivier!" Maar de man der wet
blijkt het sterkste; hij ontvangt hulp van een leerling van
Malthus. „Gij zijt een misdadiger," zegt de wijsgeer tot
den vader van No. 13; „waarom hebt gij zooveel kinderen
voortgebragt?" „Ik ben getrouwd als eerlijk man,"
zegt de ongeletterde. „Dat trouwen was uw eerste mis
daad,dogmatiseert de Malthusiaan. „Niet trouwen zoo
gij geen vrouw onderhouden, geen kinderen zoo ge ze niet
voeden kunt!" „Naar de rivier," roept de vader en hij
gaat. Maar een zuster van liefde houdt hem tegen en ver
overt het kind op den honger en den dood. De vader
de geschiedenis speelt te Londen, al is ze 'een wereld
geschiedenis de vader en de moeder zijn protestant.
Het kind zal nu roomsch worden. Dat ontdekt de
Protestantsclie vereeniging en na proces op proces geven
de zusters het kind terug.
Een reusachtige meeting wordt ten koste van No. 13
belegd. Het kind zal aan de zorgen eener vereeniging voor
weduwen en weezen worden toevertrouwd. Maar deze ver
eeniging is Anglikaansch. Het kind is eene verovering
van het protestantisme, het worde dus protestant, zuiver
protestant. Een comité uit de verschillende protestantsclie
belijdenissen wordt gevormd. Ten eerste is ook dit comité
verpligt het kind op te gevenvan de duizend pond
sterling ten voordeele van het kind geofferd, bleef, na aftrek
der meeting en andere kosten, bijna niets over; de vrouw,
bij wie No. 13 besteed was, ontvangt geen toelage meer
en legt haar pand ten vondeling. De vondeling wordt ont
dekt, liggende juist op de grensscheiding tusschen twee
parochiën. Weer proces op proces. De parochie, die No. 13
behoudt, wreekt de geregtelijke uitspraak op het ellendige
ding. Daar ontdekt men eindelijk zijn ouders, de ouders
van No. 13! en de bewaarder van het werkhuis brengt
hem in de schoot zijner familie terug. Noch vader noch
moeder weten iets van hem; geen, die hem erkent. De
vader neemt het onverwachte geschenk op en legt het op
de trappen van den radicalen club. Daar wordt hij ge
vonden en opgenomen door sir Charles Sterling. Veel.
wordt nu over No. 13 gesproken, veel beginselen worden
nu opgezet, verklaard, bestreden, verdedigd. Als de radicale
club No. 13 nu dreigt te vergeten, trekt de conservatieve
zich zijner aan. Tot in het Hoogerhuis toe wordt, naar
aanleiding van het geval, het vraagstuk van het prole
tariaat besproken. Waar zooveel over hem gesproken
wordt, daar acht No. 13 het tijd voor zich zei ven te zorgen.
Als dief, met gestolen kleeren en zilver beladen, verlaat
hij den club. Op een mistigen avond zag een voorbij
ganger hoe, over de balie van een der bruggen over de
Theems, een menschenvorm zich bewoog. Een plof een
weinig schuim boven 't drabbige wateren 't was gedaan.
En de toeschouwer zegt„Ik wist niet, wie op dat oogen
blik in den donkeren stroom verdween. Had ik geweten
dat het No. 13 was, ik had misschien gedacht: De maat
schappij, die bij de heilige namen van wet en liefde den
vader verbood om zijn kind over de Yauxhallbrug te werpen,
toen dat kind nog evenmin dood kende als leven, heeft
nu datzelfde kind over de balie in 't vuile water gezweept.
Gij wijsgeeren, filantropen, staatsmannen, papisten en
protestanten, ministers belast met de armunwet en bestuurders
der parochiën, wat terwijl gij staat te theoretiseeren en
discussieeren, te proeedeeren en te twisten, terwijl gij wetten
maaktet en administreerdet, wat, mijne heeren, wat, in
den naam van God, hebt gij, gij met u allen gedaan, waar
is No. 13 gebleven?"
De heer L. G. Brocx is, onder dankbetuiging, eervol ontheven
van het tijdelijk beheer van het Departement van Oorlog.
Jhr. mr, L. G. J. F. de Paul Duchastel, is, op de meest eervolle
wijze, ontheven van zijne betrekking van Zr. Ms. buitengewoon gezant
en geVolmagtigd minister bij den Pauselijken Stoel, en onder dank
betuiging voor de goede diensten, door hem den lande bewezen,
voor 's hands buiten activiteit gesteld, in te gaan 1 Mei 1872.
Jhr. mr. L. G. J. F. de Paul Duchastel is bevorderd tot com
mandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw.
De 2de luits. bij het corps Mariniers J. J. Eeeringh en II. J.
Romenij, commandeerende de detachem. Mariniers ingescheept op
de wachtschepen te Willemsoord en Hellevoetsluis, worden met den
laatsteu dezer maand ter beschikking gesteld van den commandant
van het corps en met den 1 Maart daaraanvolgende vervangen door
den lsten luit. J. H. Zaal en den 2den luit. J. B. Verheij.
Aan dr. Joh. G. Mezger, arts, wonende te Amsterdam, is ver
gunning verleend tot het aanuemen en dragen der versierselen van
ridder der orde van de Poolster, hem door Z. M. den Koning van
Zweden en Noorwegen geschonken.
Tot gemeente-secretaris te Edam is benoemd de heer D. Schel-
linger, commies ter gemeente-secretarie.
De heer G. Dros, hulponderwijzer te Oude Schild, is als zoo
danig benoemd te Hoedekeuskerke, in Zeeland.
De Keizer en de Keizerin van Brazilië hebben Parijs,
na een verblijf van anderhalve maand, Donderdag avond
verlaten. Het keizerlijke echtpaar begeeft zich over Bayonne
en Madrid naar Lissabon, om aldaar naar Kio Janeiro
scheep te gaan.
Sedert eenige dagen wordt in Parijs een talrijk publiek
uitgelokt door een nieuw tooneelstuk van den heer Sardou,
getiteld Rogabas; hij hekelt daarin de politieke zeden van
het hedendaagsche Frankrijk, in zonderheid de ultrarepubli
keinen en de voorstanders der oude monarchie. In Rogabas,
den titelheld, herkend het publiek den heer Gambetta.
Naar het oordeel van het Journal des Débats heeft het
gemelde tooneelstuk de strekking om de tweedragt in den
lande nog te vermeerderen, en is het denkelijk een uit
vloeisel van Bonapartistische inblazingen.
Onder den titel een brief van Napoleon III bevat
de National een brief, die door Keizer Napoleon zou gerigt
zijn tot den baron de Peltogef, een zijner vrienden, die
hem geluk gewenseht had met het nieuwjaar. In dien
brief leest men o. a.
„De beste der constitutiën is die, welke do tegenwoor
dige veiligheid van een volk niet afscheidt van de traps
gewijze ontwikkeling der beschaving en der vrijzinnige
instellingen. Ik geloof dat het Fransche volk, binnen den
wat engen kring der keizerlijke constitutie, kon weerstaan
den stroom der Europesche reactie, die, sedert het begin
der eeuw, het keizerrijk steeds met achterdocht heeft be
schouwd, dat konbijdragen tot de bevestiging van het libe
ralisme in Europa.
Zoo de gebeurtenissen niet aan mijn wenschen hebben
beantwoord, dan moet men dit wijten aan de Iigtvaardigheid
en aan het ongeduld en, tot zekere hoogte, aan een gemis
van moed bij de mannen die de groote liberale partij leiden.
De andere fractiën, geloof mij, waarde baron, zijn zeer
woelig, maar onmagtig. Daarom ben ik niet met U van
oordeel, dat het Keizerrijk een verkeerden weg heeft inge
slagen wanneer het somwijlen een volk breidelde, dat,
zooals gij zegt, verdeeld is, onrustig, ijdel.
Een Staatsman, dien naam waardig, moet rekening houden
met alle elementen in een toestand en niet alleen aan de
behoeften van het oogenblik bevrediging schenken, maar
ook aan de regtmatige aspiratiën der tijden."
Frankrijk heeft in den laatsten oorlog in het geheel
92,000 man verloren.
Den 1 Febr. 11. zijn IIH. KK. HH. de Prins en Prinses
van Wallis eenigen tijd als toeschouwers tegenwoordig
geweest bij eene drijfjagt, die in de dit jaar zoo als van
zelf spreekt naauwelijks bejaagde bosschen van Sandringham
plaats had. „De Prins (aldus leest men in de Hof-berigten
der Globe) zag er bijzonder goed uit. Z. K. II. neemt
hand over hand in krachten toe, en wandelt of toert
dagelijks. Het is tot dus ver volstrekt niet bepaald, hoe
lang Z. K. H. op Sandringham vertoeven zal, en men meent,
dat dienaangaande binnen kort door zijne geneeskundige
raadslieden een consult zal gehouden worden."
De Nortli Eastern Railway Company werd 11. Vrijdag
veroordeeld tot het betalen eener boete van 750 p. st. aan een
veehandelaar, die bij het spoorwegongeluk van December
1870 zwaar gekwetst werd.
De St. Petersburger correspondent der Augsb. Allg. Zeit.
geeft eene andere lezing van hetgeen met den Keizer op de
beerenjagt is gebeurd, dan men in sommige bladen heeft
gevonden. De Keizer - schrijft hij - had een beer gewond,
maar niet doodelijk, en daarop rende het dier woedend op
hem los. Als" naar gewoonte had Z. M. twee pikeurs bij
zich, en nu sprong een dezer personen behendig tusschen
den Keizer en den beer in, en gaf met zijne speer het dier
zulk een geduchten stoot, dat het wapen den beer in de
borst drong en bij de huid afbrak, waarop de beer
onmiddellijk dood nederviel. Volgens dit verhaal heeft
dus de Keizer niet den beer doodgeschoten, zoo als in
sommige berigten werd vermeld.
De New-York Herald ;bevat een berigt uit St. Peters
burg, waarin wordt beweerd, dat de Grootvorst Alexis in
Amerika eene Russische dame heeft gehuwd; de Czaar zou
zich tegen deze echtvereeniging verklaard en gemeend
hebben, dat alle betrekking tusschen beiden was afgebroken.
De Mikado van Japan gaat voort op den ingeslagen
weg en doet de wereld versteld staan van zijne hervormingen.
In den laatsten tijd heeft hij in 't bijzonder aan het onderwijs
zijn aandacht gewijd en alleen te Yeddo niet minder dan
vijf hoogere burgerscholen doen oprigten, in elke waarvan
15003000 leerlingen kunnen geplaatst worden. Daar
wordt onderwijs gegeven in vreemde talen en in allerlei
takken van wetenschap. Voorts heeft Z. M. 20 schoen
makers en 10 Beijerscli-bierbrouwers ontboden. De Mikado
heeft verder eene commissie benoemd om zorg te dragen
voor de opvoeding van jonge meisjes, dochters van behoeftige
ouders, die vroeger dikwijls door hare vaders uit nood
werden verkocht. Verder wordt gemeld, dat de Keizer
begonnen is regelmatig levers te houden. Hij doorwandelt
Yeddo zonder begeleiding, als een gewoon sterveling en
draagt Europesche kleederen, waarin hij door de voorname
Japanners getrouw wordt gevolgd.
De Code Pénal wordt in 't Japansch overgezet.
Als curiositeit verdient nog vermelding, dat het konijn
tegenwoordig in Japan het modedier is en zeer gezocht
wordt. Niet lang geleden werd voor drie dezer dieren
50 Rios (130 gulden) betaald.
Prins Alexander der Nederlandenkapt. P. van der Velden
Erdbriuk, Prinses Amelia, kapt. J. E. Buys, van Speijk, kapt. J.
M. I. Brute] de la Itivière en roeikanonncerboot n°. 14, luit. 2de
kl. W. J. van Iloogenhuyze, wachtschepen te Batavia, Soerabaija,
Macassar en Samarang. -Djambi, kapt. J. F. Koopman, tijdelijk
gest. ter W.kust van Sumatra. G'urnqao, kapt.—luit. jhr. M. W.
Bowicr, ondergaat te Onrust in het drooge dok eenige roorzienin-
gen. Vice-Admiraal Koopman, kapt.-luit. B. D. van Trojen,
moet dokken te Onrust. Mamix, kapt.-luit. IV. Knslic, gesl. in
de wateren van Uiouw en Linga. Coohoorn, luit. 1ste kl. W. J.
Adains, ondergaat te Soerabaija eenige voorzieningen - Aart van
Nes, luit. 1ste kl. G. C. G. Thierens, gest. in de wateren van
Ctlebes. den Br ei, luit. 1ste kl. jhr. C. C. van der VVijck, ter
reede Batavia, om naar het station lliouw en Linga te vertrekken.
Maas en Waal, luit. 1ste kl. J. Spanjaard, gest. ter W.kust
van Sumatra. Ardjoeno, kapt.-luit. Al. O. de Kanter, ligt te
Soerabaija beschikbaar voor de dienst. Amsterdam, kapt.-luit.
H. P. Klerck, gest. ter O kust van Sumatra. Cycloop, kapt.-luit.
C. A. W. Halverhout, gest. in de wateren van Celebes. Sumatra,
luit. 1ste kl. P. J. lfosenwald, zal spoedig naar Soerabaija ver
trekken, om nieuwe ketels in te nemen. Borneo, luit. 1ste kl.
K. O. van der Veen, gest. in de Moluksche wateren. Banka,
luit. 1ste kl. J. Tromp, gest. in de wateren van Riouw en Linga.
Timor, luit. 1ste kl. G. W. C. Voorduin, gest. in de wateren
van Menado. Suriname, luit. 1ste kl. W. J. S. de Kanter,
gest. ter Z. en O.-afd. van Borneo. Madura, luit. 1ste kl. J. A.
Greve, gest. in de W.-afd. van Borneo. Onrust, luit. 1ste kl.
E. B. Bonn, gest. ter Z. en O.-afd. van Borneo. Admiraal van
Kinsbergen, luit. 2de kl. G. van Herwaarden, tijd. komm., onder
gaat te Soerabaija eenige voorzieningen en neemt een nieuwen
stoomketel in. Stavoren, luit. 1ste kl. G. L. vun Woelderen, op
lut terrein der opname ter O.kust van Bauca. Soerabaija, luit.
lste kl. jhr. E. P. E. de Stuers, den 16 Dcc. naar Singapore ver
trokken, om den nieuw benoemden gouv.-generaaljjvun N. Indië,
mr. J. Loudon, af te halen.
Van 1 tot 31 Januarij 1872.
ONDERTROUWD en GEHUWD: Geene.
GEBOREN: Guurtje, dochter van Jan van der Vlies en Trijntje
Visser. Geertruida Alida, dochter van Pieler Strooper en Agnes
Sneekes. Cornelis, zoon van Douwe Prins en Neeltje Bakker.
OVERLEDEN: Geene.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
7 Dec. 5 Eebr. Bellatrix. H.C.Haackc. Soerabaija.
22 5 Willem.&Clara. A A.II.v.Herwerden. Batavia.
23 Suriname. H. Houtkoper. Suriname.
29 Jan. Kittv. Z. Mulder. Batavia.
1 Febr. Hollaudia. Ii.Nieuwenhuijs. Batavia.
1 Phoenix. P.v.Duivenboden. Aporto.
Per Bellatrix den heer 15. van den Gheijn, echtgen. en 2 kinderen.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
3 Febr. Kaffraria. E. Weddell. Duinker&Goedk. Reval.
5 Caroline. O.P.Sjoland. v. Vliet Co. New-York
6 Petronella. J. Rotgans. Duinker&Goedk. Tjilatjap.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet).
Februarij. Ij
Uren.
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
_e
o
O O
s.
Toestand
van
de
zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
4
12
z. 0.3k.
761.75
f 1.64
6.6
f 2.9
0.92
Vlak.
6
12
ozo. 6 n
760.16
f 0.06
3.2
- 0.5
0.89
weingolv
8
zzo. 1.4„
758.72
- 1.37
5.0
f 3.0
0.93
Vlak.
6.
12
zzo. 6„
758.58
- 1.51
7.4
f 3.7
0.91
weingolv
Weersgesteldheid: 4 Eebr. 12 u. Helder, beneveld, mooiweer.
5 Febr. 12 u. Bewolkt, benev., wind, koudw.
6 Febr. S u. Digtbewolkt, goedweer.
6 Febr. 12 u. Bewolkt, goedweer.
Bevallen van een Zoon M. J. BUHRMANN, geb. VAN
DER HOOGEN.
Nieuwediep, 4 Februarij 1872.
Voorspoedig bevallen van een Zoon N. DE RADDER,
geb. RANK.
Nieuwediep,
4 Februarij 1872.
Algemeene kennisgeving.
Tot mijne en mijner vijf Kinderen diepe droefheid
overleed heden, na eene kortstondige doch hevige ongesteld
heid, mijn innig geliefde Eehtgenoote L. DUINKËR, in
den ouderdom van 42 jaron.
Nieuwediep, 5 Februarij 1872.
L. C. E. VAN DER BRUGH.
C. AOUltlHlWIEK en Kchtgcnoote
betuigen hunnen opregten dank voor de belangstelling,
ondervonden bij de geboorte van hunnen Zoon.
Amsterdam, 3 Februarij 1872,