Benoemingen, enz.
Buitenland.
Frankrijk.
was zijn hart toch met liefde voor zijne vrouw, vervuld en
trachtte hij alles weder bij te leggen, te vergeven en te
vergeten. In den bewusten avond van 7 Nov. was dit
weder het geval, want hij ging, nadat hij zijn werkpak
tegen een betere kleeding had verwisseld, maar zonder het
mes dat hij gewoonlijk bij zich had te vergeten, naar het
werkhuis van zijne vrouw, om liaar af te halen. Volgens
de getuigenverklaring was hun gesprek in dien avond ver
trouwelijk, en de woorden, die de getuigen van het gesprek
opvingen, waren van den man: ,/doe 't maar," van de
vrouw driemaal: „neen."
Snoey kan echter zich niet herinneren wat het gevolg
van dit gesprek is geweest, doch wel dat liij, in woede en
drift ontstoken, zijne vrouw hij de borst gegrepen en met
het mes haar verwondingen toegebragt heeft, en dat hij
toen is weggeloopen. Na het voorval was zijn eerste werk
pp de Schie eene herberg binnen te gaan, ten einde een
borrel te gebruiken, waarvoor hij het werktuig van zijne
daad, het mes, in pand gaf. Den volgenden ochtend ver
kocht hij zijn jekker voor 25 en zijne broek voor 10 centen,
en gaf zijne tevredenheid te kennen dat hij nu weder geld
voor een borrel of een glas bier had, daar hij geen lust
tot werken gevoelde, omdat hij aan de zwier was geweest.
De politie echter maakte zich spoedig van hem meester op
de Boompjes nabij de Draaisteeg, de plaats waar hij ge
woonlijk als sjouwer vertoefde. De feiten, ter teregtzitting
gebleken, werden door Snoey erkend, maar hij ontkende
ooit eenige kwade bedoelingen te hebben gehad, hoewel
verschillende getuigen mededeelden dat hij op onderscheidene
tijden bedreigingen, zoowel tegen zijne vrouw als tegen hare
moeder, had geuit, doch dat hij toen in dronkenschap ver
keerde. De wonden, door deskundigen, op het lijk bevonden,
waren een aan het hoofd, een groote gapende aan den
hals en drie of vier in den rug, die met zooveel kracht
waren toegebragt, dat inwendige deelen van het ligchaam
werden doorsneden. De rugwonden werden dan ook door
de deskundigen als oorzaak van den dood beschouwd.
Adv.-gen. mr. Terpstra liet een uitvoerige rede aan
zijn requisitoir voorafgaan, waarin hij alle feiten besprak,
en kwam tot de conclusie, dat Snoey op een lagen trap
van ontwikkeling staatdat hij is uitgegaan om zijne vrouw,
van wien hij feitelijk gescheiden leetde, doch die hem in
den weg stond, omdat hij met eene andere verkeering had
aangeknoopt, uit haar werkhuis te halen. Hij heeft haar
naar een eenzame plaats geleid, verwondde haar eerst van
voren en toen van achteren, en toonde na zijne arrestatie
de grootste onverschilligheid. Volgens adv.-gen. was er
niets dat van drift getuigt. Beschuldigde was op de ont
moeting voorbereiddaarin lag het vooraf beraamd plan.
Adv.-gen. herinnerde ten slotte, dat binnen vier maanden
tijds dit de tweede persoon is, die voor het Hof verschijnt
beschuldigd van moord op zijne vrouw, en als men dan
dénkt aan de reroordeeling van Iman Dorst, die zijn meisje
vermoordde, en aan Reimensnijder, pas onlangs behandeld,
dan gelooft hij dat de tijd nog ver verwijderd is dat be
schaving en onderwijs de gewensclite goede vruchten ver-
toonen. Tot beteugeling van zoodanig geweld acht hij niet
overbodig de wet met volle kracht toe te passen. Hij
requireerde dat beschuldigde zou worden schuldig verklaard
aan doodslag met voorbedachten rade, moord, en veroordeeld
tot levenslange tuchthuistraf.
Daarna was aan het woord de verdediger, m. H. Vreede,
die den levensloop van beschuldigde uitvoerig naging, alle
punten door het O. M. vooropgezet wederlegde, uitdrukkelijk
tegen den voorbedachten rade opkwam, het Hof op onder
scheidene verzachtende omstandigheden wees, en zijnen
cliënt ten slotte den Hove aanbeval.
Na re- en dupliek is de uitspraak in deze zaak bepaald
op a. s. Donderdag. (Arnh. Crt.)
Door de Zuidhollandsche maatschappij tot redding van
schipbreukelingen te Rotterdam, zijn aan den kapitein en
bemanning van het te Amsterdam te huis behoorende
brikschip Santa Rosa uitgereikt de medailles met getuig
schriften, als de gouden medaille aan kapt J. de Waard,
de groote zilveren medaille aan de stuurman II. de Waard,
de gewone zilveren medaille aan de matrozen T. Duif, J.
Schoenmaker, W. Takes en II. de Boer, voor hunne
menschlievende en welgeslaagde pogingen in het werk
gesteld ter redding van kapt. Field en de verdere equipage
van het Amerikaansche barkschip Yolunteer, op den 13
December 11.
Naar hét Vaderland verneemt heeft mr. v. B., vroeger
advocaat te Breda, laatst te Brussel, zich in de gevangenis
van laatstgenoemde stad van het leven beroofd.
V. B. was iemand van excentriek karakter. Hij was in
hechtenis genomen, omdat hij in een door zijne Engelsche
vrouw ingesteld proces tot echtscheiding en teruggave van
een bruidschat, een naar men vermoedde valsch stuk had
geproduceerd. Voor het Prov. Hof van Noordbrabant had
v. B. vroeger teregt gestaan, wegens mishandeling zijner
krankzinnige moeder.
Jl. Donderdag avond is te Sliedrecht andermaal eene
poging tot brandstichting beproefd. Door voorbijgangers
werd. namelijk eene brandende turfkool, met petroleum be
smeerd, bemerkt onder het rieten dak der arbeiderswoning
en schuur van L. Vermeij. Door de tijdige ontdekking en
den gevallen regen, waardoor het dak natuurlijk nat was,
is gelukkig grooter onheil voorkomen. Dit is reeds de
zesde of zevende maal sedert Nieuwjaar, dat er in die
gemeente brand plaats heeft. Aan kwaadwilligheid valt
derhalve niet te twijfelen en, naar men verneemt, is deze
week door de justitie eene dienstbode gearresteerd in die
gemeente, verdacht van medepligtigheid aan die brandstichting.
Te oordeelen evenwel naar het volgende vierregelig versje,
dat men gevonden heeft op een der plaatsen van brand
stichting, zouden de onverlaten ten getale van acht zijn.
„We bennen met zen achten,
Je kan ons eiken «aclit verwachten,
En als het branden is gedaan,
Dan vangen we met moorden aan."
Het is te hopen dat het der justitie gelukken zal al de
schuldigen in handen te krijgen. (D. Crt.)
De Nederlandsch-Amerikaansche „Landbouw en
Emigratie-maatschappij" hield jl. Zaturdag in het gebouw
van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht haar eerste
vergadering, waar 200 aaudeeLen werden vertegenwoordigd.
Het ontwerp vervat in bijlage B van Californië's hulp
bronnen en toekomst, met het oog op een landverhuizing
van Nederlanders derwaarts, geschetst door dr. Hartogh
Heijs van Zouteveen, werd, wat de strekking betreft, aan
genomen en een commissie benoemd uit de aandeelhouders,
tot het ontwerpen van de voorloopige statuten der thans
opgerigte maatschappij. Leden dier commissie 'zijn alpha-
betisch de lieeren E. Bos, te Amsterdam, J. K. C. van
Deinse, fabriekant te Dordrecht, dr. IT Hartogh Heijs van
Zouteveen, te Delft, P. Leeuwenburgh, landbouwer te
Heinenoord, J. A. Obreen, oud-kapitein der infanterie te
Ginneken bij Breda, terwijl de heer J. P. de Fremerij,
notaris te 's Gravesande, zich de benoeming tot adviserend
lid liet welgevallen. Zij, die aandeelen wenschen te nemen
of die zich willen aansluiten hij de familiën die op „eigen
kosten" naar Californië denken te vertrekken, wenden zich
vóór 1 April tot het hekomen van nadere informatiën aan
een van de heeren bovengenoemd. (U.D.)
Men deelt aan het Utr. Dagblad mede, dat zich als
schrijver van het antwoord op de prijsvraag over onze ver
dediging, waaraan de uitschrijvers 300 hebben toegekend,
heeft bekend gemaakt de heer W. Iloogenboom, 1ste luit.
der artillerie te Utrecht, die met de gestelde voorwaarden
heeft genoegen genomen.
Te Waalwijk is dezer dagen de kas van het post
kantoor geïnspecteerd, hetwelk tot de ontdekking leidde,
dat er een tekort was van 1600. Ook zijn er nog andere
onregelmatigheden ontdekt. De postdirecteur L. en zijn
geagreëerde klerk H. zijn geschorst en er is reeds een
plaatsvervanger aangesteld. De inspecteur heeft volmagt
bekomen om de zaak aan de justitie bekend te maken.
Jl. Donderdag herdachten Leendert Bol, oud 94 jaren
en Cornelia Huijgens, oud 92 jaren, te Oud-Gastel, plegtig
den dag, waarop zij voor 70 jaren te Steenbergen in den
echt werden verbonden.
In de vorige week vond bij velen te Velp een gerucht
ingang, dat het beroemde landgoed Biljoen voor rekening
van den ex-keizer Napoleon III zou zijn aangekocht. Gelijk
men weet, heeft voor eenige jaren een ander pretendent
naar de Fransche kroon, de graaf van Chambord, niet ver
van deze plaats op Bronbeek gewoond.
In de laatste dagen werden, zoowel voor Frankrijk
als voor Engeland en Duitschland, in den omtrek van
Deventer belangrijke inkoopen van mager en vet vee gedaan
hetgeen de prijzen van 10 tot 20 pCt. deed stijgen.
In eene vergadering der leden van het Veewaarborg-
genootschap te Baarderadeel is, met het oog op de ver
spreiding van de longziekte onder het rundvee in de
provincie Friesland, besloten, al het jong vee te doen inenten,
den leden te vergunnen en aan te hevelen, ook nu het
oudere vee te doen inenten, onder bepaling voorts, dat al
het in het genootschap opgenomen vee moet worden ingeënt,
zoodra de longziekte in Baarderadeel mogt zijn uitgebroken.
In dezelfde vergadering is een adres aan Z. M. vastgesteld,
waarin er, met het oog op de geschiedenis der longziekte
in die provincie, op wordt gewezen, dat de afmaking enkel
van zieke runderen niet in staat is om de verspreiding der
ziekte tegen te gaan en mitsdien wordt verzocht, het
koninklijk Hfesluit van 4 Dec. 1870 (Staatsbl. No. 190) in
dien zin te willen wijzigen, dat daarin de bepaling worde
opgenomen, dat al het van de besmettelijke longziekte ver
dachte rundvee moet worden afgemaakt.
Men weet dat de Friesclie veehouders daarentegen de
bepalingen der wet op de besmettelijke ziekten drukkend achten.
Men schrijft uit Kimswerd(Wonseradeel), aan de N. R.C.:
Waren we sedert eenige weken in deze omstreken ver
schoond van inbraak en diefstal, Zaturdag nacht is daartoe
hij den rentenier W., in de onmiddelijke nabijheid van ons
dorp, weer eene poging gewaagd. De dieven, op zijn minst
drie in getal, dat opgemaakt kan worden uit de verschil
lende voetstappen, hadden een glasruit met klei bestreken
om het op die wijze zonder geraas te kunnen uitnemen.
Inmiddels kwam de wacht de dieven overvallen, die, dooi
de duisternis begunstigd, ontvlugtten. Een viertal revolver
kogels werd hen nagezonden, die evenwel niet schijnen
getroffen te hebben. Hoe waakzaam de politie ook is, het
gelukt haar nog maar niet een der leden van het steel-
verbond magtig te worden. Vroeg of laat zal deze of gene
van hen nog wel eens 't slagtoffer worden, daar bijna ieder
eenigzins vermogend ingezeten zijn geladen revolver bezit.
De sociëteit Momus te Maastricht heeft ter gelegen
heid van het carnavalfeest een prijs uitgeloofd aan hem die
met den sclioonsten, natuurlijken of onnatuurlijken neus,
of met den schoonsten ouderwetschen gedragen hoed of
rok in Momus tempel (societeits-gebouw) zal verschijnen.
-Aan een particulier schrijven uit de Kaapstad ontleent
het Utr. Dbl. het volgende:
„De vooruitzigten voor onze kolonie zijn op dit oogenblik
gunstiger dan ooit. Alleen ontbreekt ons een genoegzaam
aantal emigranten, waarvan er stellig een millioen zouden
te plaatsen zijn, zonder dat hierdoor het gebrek aan personen
ophield; vooral dewijl het nu met zekerheid is uitgemaakt,
dat er in de Transvaalsche republiek goud gevonden wordt,
iets wat nog beter is en nog oneindig meer handel en
nijverheid zal doen bloeijen, dan het vinden van diamanten.
Verwonderlijk mag het genoemd worden, dat, terwijl uit
alle oorden en landen emigranten naar hier komen, zoodat
men dan ook vaak op één dag een groot aantal talen hoort,
Nederland in dit opzigt nog niet vertegenwoordigd is.
Zullen mijne landgenooten ook hier wederom de rol ver
vullen 'van „Jan achteraan?" Het zou te betreuren wezen,
want zeldzaam zal zich hetere gelegenheid tot landverhuizing
voordoen, dan hier, waar men in aanraking komt met eene
bevolking, die dezelfde taal spreekt en die behoefte lieeft
aan versterking van het Nederlandsclie element, hetwelk
dan ook reeds als zoodanig de voorkeur krijgt.
Het zal u bekend zijn, dat op de diamantvelden thans
eene bevolking van vijftig duizend zielen aanwezig is."
De „Kwakers" of „de Vrienden," zooals ze zich zeiven
noemen, willen in Engeland een gedenksteen oprigten voor d<
den stichter hunner sekse, George Fox, te Drayton, digt a:
hij het huis, waarin hij werd geboren. Volgens hunne ei
oorspronkelijke instellingen mogen de kwakers geen afbeel- ti
ding van Gods schepselen mensclien, dieren of bloemen 1)
- hebben en was het portretteren eene ongeoorloofde zaak.
Thans zelfs een standbeeld voor Fox! 't Gaat den kwakers
als ten onzent de Mennistenvolgens de oorspronkelijke
statuten der gemeente van Menno Simons mogt geen der
mannen van de sociëteit eene betrekking van openbaar
gezag in den staat of de gemeente bekleeden; dit is nu
niet meer zoo en zelfs zijn de voorbeelden niet zeldzaam
van groote voorliefde naar het bekleeden van eervolle en
invloedrijke betrekkingen door de Doopsgezinden. Goddank,
dat zij in liet bekleeden dier betrekkingen door een milden,
humanen geest worden bezield en er bij hen van geen
secularisme sprake kan zijn. Als er overigens een persoon
op geestelijk gebied zulk eene nederige hulde heeft ver
diend, dan is het Fox; want, ofschoon velen mogen denken,
dat de stichter van de kwaker-gemeenten minstens voor
drie kwart gek was, bezat toch deze dweeper in goede
rigting zeer vele deugden en muntte hij bovenal uit in de
zeldzame deugd der waarheidsliefde. Als ooit mensclien de
les van den barmhartigen Samaritaan hebben beoefend, dan
waren het vooral de kwakers en bovenal George Fox, die
zeventien weken gevangen zat in een hoog bovenkamertje,
zonder de minste beschutting, met gebroken ruiten en waal-
wind en regen hem bijna doodden. De zachtmoedigheid,
de vergevensgezindheid en de zelfopoffering dezer mensclien
zijn zeer groot. In den laatsten oorlog zonden alleen de
Engelsche kwakers naar de Fransche departementen ter
ondersteuning eene som van drie millioen gulden. Wat
meer van zulke zoogenaamde dweepers en de wereld zou
vrij wat opknappen!
Met ingang van den lsten Maart is aan den heer J. C. de
Leeuw, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester
der gemeente Anna Paulowna, en in zijne plaats benoemd de heer
0. E. Perk.
Jhr. W. F. Alewijn is ontslagen als burgemeester der gemeente
Broek in Waterland.
Tot ontvanger der reg. en dom. is benoemdte Vianen, de
lieer J. Z. van der Mark, thans te Sittard; te IJsselmonde, de heer
J. G. Everwijn, thans te Nijkerk; te Nijkerk, de heer II. Oosteï,
thans surnumerair.
Tot directeur van het postkantoor is benoemdte Nijmegen de
heer P. E. van der Linden, thans coinm. 1ste kl.te Zutpen, de
heev D. M. L. baron Sweerts de Landas, thans directeur van het
postkantoor te Delft.
De benoeming van den heer G. E. Penning tot directeur van
het postkantoor te Zeist is, op zijn verzoek, ingetrokken en ge
noemde ambtenaar is in zijne tegenwoordige betrekking van directeur
van het postkantoor te Hoogezaud bevestigd. Voorts is benoemd:
tot directeur van bet postkantoor te Zeist de heer P. Valter, thans
comm. 2de klasse.
Tot hulponderwijzer aan de openbare burgerschool te Alkmaar
is benoemd, de heer K. Gerbrands, te Arum.
Tot ridder der orde van de Eikenkroon is benoemd de heer A.
F. Beukman, commissaris van politie te 's Gravenhage.
De majoor J. D. Luohtmans, van den Staf der infanterie toegev.
aan den inspecteur van het wapen, is, op zijne aanvraag, op pensioen
gesteld, onder toekenning van den rang van luit.-kollonel.
Tot directeur van het materieel der artillerie is benoemd de kol,
jhr. J. G. J. van Oldenbarneveld genaamd Witte Tulliugh, comm.
van het 3de reg. vesting-artillerie; als hoedanig hij wordt vervangen
door den luit.-koll. A. '1'. Knoop, van het 2de reg. vest.-art.
Voor den nieuwen cursus van de Militaire Academie te Breda,
welke iu September zal geopend worden, zijn 101 plaatsen open,
en hebben slechts 27 candidaten zich aangeboden.
Het belangrijkste nieuws uit Frankrijk is, dat Rouher,
de vice Empereur, op Corsica is gekozen tot lid van de
Nationale Vergadering.
Voor den 6den krijgsraad is den 7 dezer de behandeling
aangevangen van een der bloedigste drama's, die de laatste
dagen der Commune kenmerkten, namelijk den moord der
13 Dominikaner monniken in het klooster te Arcueil, dat
sedert het begin van het beleg van Parijs tot ambulance
voor gekwetste krijgslieden der gefedereerden diende. Voor
die gepleegde gruwelen staan 15 beschuldigden teregt,
waaronder ook hun aanvoerder, de beruchte Serizier Het
uitvoerig proces-verbaal brengt ook thans weder de schan
delijkste tooneelen aan het licht.
Het rapport van de wederopbouw van de Vendöme-
kolom is hij de Vergadering ingediend. Men begroot de
onkosten op 400,000 frs. En wanneer men dan bedenkt,
dat Courbet tot 500 frs. boete veroordeeld is, omdat hij
dat „guitenstukje" volbragt!
De voorstelling van Ragabas geeft steeds aanleiding
tot tumulten. De heer Sardou heeft een politiek stuk
willen schrijven; hij moest dus wel verwachten, dat de
republikeinen zijne monarchale begrippen zouden komen
uitfluiten. De politie wil de zaal door de fluiters doen ont
ruimen, maar dat is geen gemakkelijk werk.
Te Parijs is dezer dagen de dikste vrouw van de
Fransche hoofdstad overleden. Dame Géniot was eens eene
slanke jonge vrouw, die in 1848 de godin der vrijheid heeft
voorgesteld; sedert huwde zij met een spekslager in de rue
des Ours, en kreeg zulk een omvang, dat zij zich niet dan
met grootte moeite kon bewegen, en sedert 10 jaren alleen
van het kantoortje naar de slaapkamer vice versa werd
verplaatst. Zij woog op haar sterfbed 514 pond, en hare
doodkist is 1| meter breed.