Benoeming-enenz.
Frankrijk.
Ik vertrouw, dat een minister van Justitie het regtmatige
van mijn verlangen niet zal miskennen.
Het lid der Tweede Kamer van het kiesdistrict Boxmeer,
Haffmans."
De minister berigt dd. 14 dezer de ontvangst van zijn
schrijven en vermeent de aangekondigde interpellatie te
moeten afwachten.
De Alabasia-kwestie. In de eerste helft van 1862
werd op eene werf te Liverpool een zeer snelzeilend fregat
gebouwd voor rekening der geconfedereerde zuidelijke
Staten van Noord-Amerika, destijds in den burgeroorlog
gewikkeld. Het was bestemd voor kaapvaart, iets wat niet
in strijd was met de usantiën ook door de Noordelijken
gevolgd, aangezien de Vereenigde Staten niet zijn toege
treden tot het traktaat van Parijs van 1856, waarin door
de Europeesclie mogendheden werd geschreven la course
est abolie. Het schip kreeg den naam van de Alabama,
naar den zuidelijken zijtak der Mississipi. Nadat het te
Liverpool Yan stapel was geloopen kwam het voor anker
te Mallfrabay, eene kleine haven in het land van Wallis,
waar het den 29sten Julij des namiddags vertoefde. Ge
durende dit tijdsverloop bragt eene Engelsche stoomboot,
le Hercules, die gelijktijdig met de Alabama uit Liverpool
was vertrokken, de equipage aan boord, alles zonder eenige
belemmering te ondervinden van de zijde der Engelsche
autoriteiten, die hiervan toch niet onkundig konden zijn.
Den lsten Augustus 1862 kliefde het fregat de golven
van den Oceaan, waarover het zich in pijlsnelle vaart
voortbewoog en van toen af begon de romantische, avon
tuurlijke reis, die aan den handel der noordelijke Staten
zulke gevoelige slagen heeft toegebragt. De moedige en
kundige kapitein Semmes, die door een wakkeren état-
major was omringd, heeft nu onlangs de zwerftogten van
zijn lievelingsvaartuig te boek gesteld en menig rustig
burger heeft met gespannen aandacht, ja bijkans met sym
pathie de beschrijving dezer odyssee gelezen. Gedurig was
Semmes genoodzaakt om in deze of gene haven binnen te
loopen, maar steeds wist hij aan de blokkade te ontsnappen,
en als een roofvogel uit eene menagerie ontkomen, schoot
hij dan weder af op zijne prooi met pijlsnelle vaart, hier
een vijandelijk schip in den grond borende, ginds een rijke
lading goeden prijs makende. Ook de neutrale havens
werden wel eens bezocht en vooral de Engelsche, waar
nooit eene poging werd gedaan om het uitzeilen en appro
vianderen te belemmeren, veel minder om den kaper in
beslag te nemen. Ieder herinnert zich nog levendig het
gevecht met de Kearsage, dat aanvankelijk in de wateren
van Vlissingen werd verwacht, doch eerst voor Cherbourg
plaats greep en zoo noodlottig eindigde voor den noorde
lijken kruiser.
Eindelijk kwam aan den bloedigen burgeroorlog een einde.
Richmond werd genomen en Jefterson Davis geraakte in
handen van zijn tegenstander. Toen werd ook de schade-
rekening opgemaakt, die door de kaperschepen der Zuide
lijken, meer in het bijzonder door de Alabama, aan den
handel der Noordelijken was toegebragt. Er werd eene
opsomming gedaan van alle schepen, die waren vernield,
van alle ladingen, die waren buit gemaakt, en de schade
bleek enorm te zijn. Toen keerde de woede der Ameri-
kaansclie reeders en kooplieden zich tegen Engeland, dat
oogluikend den bouw, de bemanning en de zwerftogten der
Alabama had toegestaan en welks „welwillende neutraliteit,"
welwillend jegens de geconfereerden, gedurende den ganschen
oorlog, aanleiding had gegeven tot maar al te gegronde
klagten. In den Senaat te Washington werd besloten
langs diplomatieken weg schadevergoeding van Engeland te
vragen, en aan den heer Reverdy Johnson viel in de eerste
plaats deze taak ten deel. Aan het Engelsche ministerie
van Buitenl. Zaken hadden langdurige conferentien plaats
tusschen den Amerikaanschen gezant en lord Clarendon,
waarvan het resultaat was dat na vele maanden een ont-
werp-traktaat tusschen Engeland en Amerika werd vast-
steld en door Johnson ter goedkeuring opgezonden.
Dit traktaat echter, gedagteekend 14 Januarij 1869,
waarbij als beginsel was aangenomen eene schadevergoeding
in geld op eens opvorderbaar door Amerika, zonder acht
te slaan op klagten van particulieren, vond te Washington
weinig bijval. In den Senaat vond het vooral een geduchten
tegenstand van de zijde van den senator Summer, die er
werkelijk in slaagde het tractaat te doen verwerpen. Hij
maakte aan den Amerikaanschen gezant in zijne bekende
redevoering van 15 Eebruarij 1869 het verwijt, dat hij eene
groote nationale grief had behandeld als eene ellendige
geldkwestie, ten behoeve van enkele reeders, en met toe
juiching van het geheele Amerikaansche volk werd het
traktraat verworpen.
In het voorjaar van 1869 keerde Johnson naar zijn
vaderland terug, en weinige maanden later reikte de bekende
historicus John Lothrop Motley zijne geloofsbrieven aan
koningin Victoria over. Aan deze gelukte het niet eenmaal
een ontwerp-traktaat tot stand te brengen; lord Clarendon
stond op zijne vroegere voorwaarden, en toen zijn dood de
kwestie hangende liet, werkte Granville in zijnen geest
voort, en weigerde nadere concessiën te doen.
De regering der Unie, ontevreden over de werkzaam
heid van haar gezant, riep Motley terug en de Alabama-
kwestie verdween voor een korten tijd van het tooneel.
Doch de eisch van Amerika was de uiting eener nationale
antipathie, die nu onlangs nieuw voedsel heeft gekregen
door de visscherijen op de Sint-Laurens-rivier, waar de
Canadasche. regering den Amerikaanschen visscliers het uit
oefenen van hun bedrijf heeft verboden. Kort vdór de
opening van het congres van 1871 hield de generaal Butler
eene uiterst vijandige redevoering, waarin hij aandrong op
een ultimatum aan Engeland, ter zake der beide aanhangige
vraagstukken, om bij weigering terstond tot eene oorlogs
verklaring over te gaan. Engeland, op het punt om met
Rusland in oorlog te geraken ter wille van de Zwarte zee,
kromp ineen bij het vernemen dezer oorlogzuchtige taal,
en de Amerikaansche natie gaf te luide goedkeuring aan
Butler's woorden, dan dat de president de zaak met stil
zwijgen kon voorbijgaan. In zijne boodschap aan het Congres
beloofde Grant de Alabama-kwestie op nieuw te zullen
behandelen. Generaal Schenck werd aangewezen om met
eene nieuwe volmagt. naar Europa te vertrekken; de Senaat
keurde zijne benoeming goed en in Jan. 1871 ging de
gezant scheep, om de kwestie nogmaals zuiver te stellen.
(Arnh. Crt.)
Baron Krupp heeft een kanon gegoten van 12 c. m.
middelijn en 36,000 kilo's zwaardit stuk werpt kogels van
669 kilo's met een lading van 114 kilo's prismatisch kruid.
Er is door den Sultan van Turkije dezer dagen concessie
verleend tot het aanleggen van een spoorweg van Jaffa,
eene haven aan de Middellandsche zee, naar Jerusalem.
Eervol is ontheven de majoor J. M. van der Star uit de fune-
tiën van gouverneur en commandant der Koninkl. Militaire Academie
te Breda, en is in zijne plaats benoemd de generaal-majoor
A. Eugelvaart.
u i te n I a n d.
Onder de geestelijken, die de beweging ondersteunen,
om door middel van vrijwillige inschrijvingen het land
spoedig van de vreemde bezetting te bevrijden, moet ook
do bisschop van Orleansmsgr. Dupanloupgerekend
worden. Hij heeft aan de geestelijkheid in zijn diocese
eene circulaire gerigt, waarin hij haar nadrukkelijk aan
spoort tot dit doel werkzaam te zijn. „Er wordt eene
tegenwerping gemaakt," schrijft hij, „die ik niet onbe
antwoord kan laten. Men zegt: indien de groote beweging
eens mislukt, zullen wij een belagchelijk figuur maken; en
't is al wel dat wij ongelukkig zijn; belagchelijk behoeven
wij ons niet aan te stellen.
Het zon kunnen gebeuren, dat de zelfzuclitigen met die
ontmoedigende gedachte hun voordeel wilden doendat
een zoo vaderlandslievend werk beter begrepen werd door
de armen dan door de rijken, beter door de eenvoudige
lieden dan door de staatslui; dat het meer ingang vond in
de werkplaatsen van den arbeidenden stand dan in de salons
van de rijkenBelagchelijkzegt men. Als er niet meer
bijeengebragt werd dan honderd millioen in een land, dat,
deugdzaam voorheen, door het keizerrijk bedorven en door
Pruissen van zijn rijkdom beroofd is, dan nog zouden wij
ons niet belagchelijk maken. Eene vrouw, die den ring
van hare hand geeft, is niet belagchelijk; een werkman,
die het loon van een dag afstaat, is niet belagchelijk. Een
priester, die zijn beker verkoopt, is niet belagchelijk; een
rijke, die een offer brengt van hetgeen hij bezit, is niet
belagchelijk. Slechts zij zijn belagchelijk en verdienen ver
achting, die in hunne zelfzucht een voorwendsel zoeken,
om zich te onttrekken aan hetgeen de vaderlandsliefde
gebiedt; en wat mij persoonlijk aangaat, ik schroom niet
mij belagchelijk te maken ik wil het trotseeren en
zal, indien het zijn moet, de wegen en straten van mijn
kersspel afloopen en aan elke deur aankloppen met de
bede: Voor het vaderland, als 't u belieft!"
Men schrijft uit Rome aan het Journal des Débats.
Een der karaktertrekken van het Italiaansche karnaval is,
dat alle klassen der maatschappij er deel aan nemen. Het
gemaskerd bal wordt op straat .gegeven. De adel en de
burgerij vereenigen zich met het volk. Men werpt elkander
met confetti en ruikers, zonder dat iemand er boos om
wordt. De rijken dragen bij tot het genot der onbemiddelden
Het volk is ingenomen met den luister der gemaskerde
optogten van de jongelieden van adel.
Prins Humbert en Prinses Marguerite hebben er eveneens
met hart en ziel aan deelgenomen. Zij namen plaats op
het balkon van het Hotel de Rome op het midden van het
corso, en twee uren lang wierpen zij confetti en bonbons op
het volk. De menigte, die om het liótel vereenigd was
juichte hen toe in de rijtuigen, en gemaskerden, die voorbij
gingen, bombardeerden de prinses met bouquetten. Het
scheen, dat het vorstelijk echtpaar zelf er evenveel genoegen
in nam als het volk.
Des Donderdags waren de rijtuigen op het corso het
talrijkst, en de straat zelve wemelde van gemaskerden,
bloemenverkoopers enz., en leverde een schouwspel op, dat
ook voor hem, die er geen regtstreeksch deel aan nam,
aangenaam was.
Merkwaardig is het, dat gedurende het karnaval geenerlei
gevallen van dronkenschap voorkomen. Het volk drinkt
hier Marcia-water, dat uitstekend is. Het is minder ge
vaarlijk dan brandewijn, en daaraan vooral moet men het
toeschrijven, dat de volksuitspanningen in Rome nooit dat
walgelijk karakter aannemen, hetwelk zij vaak elders hebben.
Volgens een bij de Débats ontvangen berigt uit
Algiers, waren op den 1 Januarij jl. van de 100,000 hec
taren grond, die door de Nationale Vergadering in Algerië
ter beschikking van landbouwers uit den Elzas en Lotha
ringen zijn gesteld, 500 hectaren afgestaan aan 44 gezinnen.
Ondanks den karnavalsdag, die zeer stil is voorbij
gegaan, hebben in vele ateliers te Parijs de werklieden den
arbeid als op een gewonen dag verrigt, maar met het doel
om hun loon van dien dag te storten in het fonds, dat
voor de vrijmaking van het grondgebied wordt bijeengebragt.
Te Parijs zijn weder twee straat-celebriteiten ver
dwenen. Jean Foutquet, de man die spijkers snoof als
snuif en ze dan uitnieste, heeft zich een kogel door het
hoofd gejaagd. „De man met de spijkers," zoo als men
hem noemde, had zich door zijne vertooningen een aardig
fortuin bijeengegaard, en was zeer gezien bij de straatjeugd.
De andere persoon was de zes en zeventigjarige Aimé
Duval, die zeker ook verscheidene onzer lezers op den
Pont-N euf bij het standbeeld van Hendrik IV zullen gezien
hebben, waar hij met zijn instrumenten den loop der hemel-
ligchamen aan het publiek liet kijken, en als de omstandig
heden het medebragten, ook eenige voorspellingen, daarop
gegrond, ten beste gaf. Ook hij was vrij bemiddeld en
leefde onbezorgd van zijne betrekking, die hem ongeveer
10 francs daags opbragt.. Hij laat eene niet onbelangrijke
bibliotheek over de sterrekunde na.
In de gemeente Vaugirard, nabij Parijs, is 11. Zaturdag
een huwelijk gesloten tusschen twee gebogchelden; de 30
bruiloftsgasten en de 6 muziekanten waren mede allen
gebogcheld.
Engeland.
De memorie der regering, aan het tribunaal te Genève
over te leggen, is bij het Parlement ingediend. Daarin
wordt het tractaat van Washington geïnterpreteerd, worden
de pligten van het tribunaal uiteengezet en wordt een
historisch overzigt gegeven van de feiten betrekkelijk de
Alabama, de Shenandoah, de Florida en de Georgia. De
memorie houdt staande, dat Engeland in zijn gedrag ten
aanzien van geen dezer schepen, te kort gekomen is aan
zijne internationale pligten, noch zich verantwoordelijk
gesteld heeft. Engeland heeft met ijver en zorg de onzij
digheid in acht genomen. De schepen waren niet voor
den oorlog geëquipeerd op Engelsch grondgebied. Engeland
betreurt het dat zij uit Engelsche havens vertrokken zijn,
maar kan niet toegeven de regtmatigheid van geldelijke
eischen. Het zou wenschen, dat Amerika de beschuldiging
vad zorgeloosheid deugdelijk tegen Engeland stelde. Het
gouvernement is bereid de beslissing van het tribunaal,
gunstig of ongunstig, aan te nemen; het verlangt alleen,
dat die beslissing juist zij.
Op den nationalen feestdag, ter eere van de herstelling
van den Prins van Wallis op 27 dezer, zullen te Windsor
3 vette ossen worden geroosterd en onder de armen aldaar
verdeeld.
De Telegraph wijst een, volgens dat blad, in Engeland
bestaand misverstand omtrent het oordeel der openbare
meening in Nederland over het afstaan der Kust van
Guinea aan Groot-Brittannië op de volgende wijze teregt,
„Het is, naar wij meenen, een feit," zegt het blad, „dat
de beide Kamers der Staten-Generaal den door het gouver
nement voorgestelden maatregel hebben goedgekeurd en
dat de kroon zonder aarzelen hare goedkeuring daaraan
heeft gehecht. Eene zeer groote meerderheid der politici
in Nederland en het volk in het algemeen legden hunne
instemming aan den dag, en het eenige noemenswaardig
verzet kwam van een Utrechtsch hoogleeraar, een ietwat
excentriek politicus, die zeer wordt geacht wegens zijne
wetenschappelijke verdiensten, maar die eens of tweemaal
per jaar den lachlust opwekt door zijne geweldige uitvallen
tegen de liberale partij. Zoodra het tractaat betreftende
het afstaan van St. George d'Elmina door de Kamers was
goedgekeurd, stelde die hoogleeraar een adres op, waarin
de kroon werd verzocht, de overdragt niet goed te keuren;
eenige weinige conservativen onderteekenden het, maar
algemeen was men van oordeel, dat het protest geene over
weging waardig was."
Uit Calcutta meldt men aan den Times:
De stad is in rouw gedompeld; alle zaken staan stil.
De onderkoning en zijn gevolg hadden, na inspectie der
straf-kolonie, Mount Harriet beklommen. Toen zij
havenhoofd bereikten, was 't donker. De inscheping ge
schiedde met toortslicht; en de Onderkoning was omring:
door zijn gevolg en lijfwacht. Plotseling drong een persooi
door den kring heen en stak lord Mayo onder beide
schouders. De Onderkoning sprong voorwaarts, van het
havenhoofd in 't water, dat zeer ondiep was. Majoor
Burne ondersteunde hem. „Burne, zeide hij, „ze hebber
me geraakt!" Geen enkel woord sprak hij verder. Hij stierf
in de sloep, die hem naar 't schip vervoerde schijnbaar
zonder pijn. - De moord is gepleegd met een gewoon
keukenmes. Elke der beide wonden was doodelijk. Er
waren bijzondere voorzorgen genomen tot veiligheid van
den Onderkoning. Doch de moordenaar die, wegens zijn
goed gedrag, een zekere mate van vrijheid genoot, had
zich tot op het noodlottige oogenblik schuil weten te houden.
Hoewel hij een dweepziek Mohammedaan is, laat 't ziel
niet denken dat een politieke drijfveer hem tot de wandaad
aanspoorde. Het lijk van lord Mayo zal naar Ierland
worden overgebragt. Zijn dood is voor Engeland en Indië
een ontzettend verlies. Zijne populariteit was groot. De
bevolking treurt om hem als om een vriend. De moordenaar
Slier Ali is gevat en zal worden opgehangen.
De Amerikaansche correspondent van de Londensche
Daily News meldt in een telegram uit New-York van 15
Febr.„Naar ik uit den mond van een lid van het Was-
hingtonsche kabinet verneem; zal dezerzijds op Engelands
nota worden geantwoord dat alles aan de eenmaal inge
roepen beslissing van scheidsregters moet worden onder
worpen, en dat anders de Vereenigde Staten verpligt zullen
zijn om de gansche onderhandeling af te breken. In het
bij art. 10 van het verdrag voorziene geval, dat de eischen
naar eenen raad van plaatsvervangende scheidsregters ver
wezen moesten worden (dat is in het geval van onover
komelijke oneenigheid onder de scheidsregters), zouden de
j Vereenigde Staten den eisch tot vergoeding van indirect
I berokkende schade laten vallen."
In Engeland heeft zich eene maatschappij gevormd,
met het doel om voordeel te trekken van de ontdekking
der diamantrijke landstreek in Zuid-Afrika. Eene van hare
werkzaamheden is personen, die hun geluk op de diamant-
velden beproeven willen, uit Engeland derwaarts te brengen.
In het eind der vorige week heeft zij de eerste bezending van
j zoodanige personen uit Southampton met de postpakketboot
naar de Kaapstad gezondende tweede bezending zal spoedig
volgen.
Italië.
In Italië wordt geklaagd dat de openstelling der spoor-
wegbaan door den Mont-Cenis voor alsnog de verwachte
vruchten niet oplevert en dat zij het verkeer op de Italiaansche
spoorwegen niet veel heeft doen toenemen. De oorzaak
dezer teleurstelling, zegt deRomeinsche correspondent van het
Journal des Débats, is dat eene spoorwegonderneming in
het zuiden van Frankrijk, nog gedrukt door de gevolgen 1
van den Fransch-Duitschen oorlog, verzuimt hare dienst
in te rigten zoo als zij met het oog op de doorboring van
den Mont-Cenis zou dienen te doen.