STATE - GËIV E R A AL. Benoeming-en, enz. Buitenland. Frankrijk. Engeland. Duitschland en Oostenrijk. behoeve van den Nooi'dhollandschFrieschen spoorweg hebben zich eenige ingezetenen te Medemblik bij inteeke- ning verbonden voor een bedrag van 33,500. Ook in liet naburige Twisk is op gelijke wijze en tot gelijk doel be schikbaar gesteld eene som van 40,000. Aangenomen het beroep naar de Ev. Luth. gemeente te .de Eijp door den heer H. Ernst Jr., te Middelburg. De ondernemers van den Noordhollandsch-Frieschen spoorweg hebben beloofd aan de aandeelhouders van boven genoemde lijn 5 pCt. rente te zullen betalen gedurende den aanleg van de lijn. Eeeds wordt er over gesproken, om ingeval dit spoorwegplan mogt mislukken, desniettemin zoo mogelijk met gelden uit Noordholland een lijn Amster damMedemblikEnkhuizen aan te leggen. Mogt ook dit plan niet slagen, dan voedt men echter gegronde hoop, dat in elk geval de lijn AmsterdamHoorn tot stand zal komen. Jl. Donderdag ontdekte men te Eotterdam dat de twee schippers, genaamd J. V. en J. E. v. A., varende op een -kaikschuit, welke sedert twee dagen aan de Heul had ge meerd gelegen, overleden waren. Bij het ingestelde onder zoek is gebleken, dat zij door verstikking den dood ge vonden hebben, tengevolge van een komfoor met vuur. De beklaagde, die gisteren wegens misbruik van vertrouwen voor de regtbank te Eotterdam teregt stond, is een ongehuwd persoon van 29 jaren, die bij de heeren Hoogerwerff, Chabot en Visser, wijnhandelaren aldaar, op het kantoor werkzaam was geweest en daarvoor een salaris van 600 per jaar genoot, behalve 20 als nieuw jaars- en kermisfooi-, In die betrekking gebeurde het van tijd tot tijd, wanneer beklaagde alleen op het kantoor was, dat er door de klanten rekeningen werden betaald, die hij dan namens de firma kwiteerde, terwijl hij het ontvangen geld bij de komst van een der patroons aan dezen over droeg. Het jongmensch maakte grove verteeringen, zoodat, hoewel hij bij zijne ouders inwoonde, zijn salaris niet vol doende was om zijne uitgaven te bestrijden en hij in jgroote geldverlegenheid geraakte. Daardoor kwam hij in Maart van het vorige jaar op het denkbeeld, om geld, dat hij op gemelde wijze voor zijne patroons ontving, te behouden, en hiermede ging hij tot in Oct. voort, totdat het achter gehouden geld, naar hij meende, ongeveer 600 bedroeg. Toen, vreezende voor ontdekking, vertrok hij 1 Nov. naar Brussel met 260. Te vergeefs trachtte hij daar eene be trekking te bekomen en zag zich, toen hqt geld verteerd was, genoodzaakt, de politie aldaar te verzoeken hem over de grenzen te zetten, waaraan zij voldeed. Met de Belgische stoomboot 14 Febr. aldaar aangekomen, begaf de beklaagde zich onmiddelijk naar de politie, bij wie door de benadeelde firma geene aangifte was gedaan, hoewel deze, wat niet kon uitblijven, de handelingen van haren bediende had ontdekt en 465,92 te kort kwam. 22 getuigen werden gehóórdde patroon die het geld van den beklaagde niet had ontvangen en de personen Van wie het afkomstig was. De beklaagde bekende volmondig al wat hem ten laste werd gelegd, zonder iets tot zijne verontschuldiging te kunnen bijbrengen. De officier eisclite cellulaire gevan genisstraf van zes maanden en twaalf geldboeten van 12,50 ieder. Dingsdag a. s. uitspraak. Dezer dagen had in een huis op de Voorstraat te Dordrecht een verschrikkelijk voorval plaats. Een aanvallig kind van drie jaren haalde in een onbewaakt oogenblik een emmer met heet water omver, en hoewel de daardoor bekomen brandwonden niet erg waren, schrikte het kind zoodanig, dat het aan de gevolgen daarvan overleed. Bij den landbouwer A. Blankers, te Veen, is een zoogenaamd nuchter kalf verkocht voor p. m. 25 Het werd geschat een zwaarte te hebben van 60 kilo. De luit. M., te Breda, die vóór eenigen tijd iemand met zijn sabel op den openbaren weg een wond heeft toegebragt, is tot drie maanden cellulaire gevangenisstraf veroordeeld. Men schrijft uit het Noorden aan de Arnh. Crt.: "„In het voorjaar zitten overal tal van dwarskijkers, die letten op de aankomst van spreeuwen, leeuwerikken, kieviten en ooijevaars, en iedere dwarskijker is ook een dagblad correspondent. Die het echter allen afwint, is een redelijk wezen in de volkstaal „zaodeker" genaamd, verkooper van bloem- en tuinzaden, die reeds in Januarij zijne residentie Vriezen veen (Overijssel) verlaat, om met den welbekenden helder wit linnen zak de klanten, die men zijne vrienden zou kunnen noemen, te bezoeken en van allerlei zaden te voorzien. Zijne komst in de huisgezinnen wordt beschouwd als eene aanzegging, dat de winter aan stalten maakt om heen te gaan, hoewel het dikwerf gebeurt dat onder die lente-boodschap de sneeuwvlokken door de glasruiten kijken. Daar zit hij dan, de nomadische vriend des huizes, en informeert zich naar aller gezondheid en verhaalt van de familie elders, die hij volmaakt wel aan trof, en vertelt van de kinderen van deze, die zoo vlug waren, enz. Daar knoopt hij den zak los, terwijl de kleinen om hem staan en nieuwsgierig naar de tallooze zakjes en de kleine balans met schaaltjes kijken en zich er over verwonderen, dat hij zoo vlug peperhuisjes kan draaijen, waarin hij met groote behendigheid het afgewogen zaad laat glijden. Terwijl hij zoo begluurd wordt, denken wij aan den handelsgeest, die in dat geslacht der Vriezen- veeners huist; veertig it vijftig inwoners dier geme'ente, na zich uit Nimes, Erfurt, vroeger ook uit Parijs, van zaden voorzien te hebben, trekken het gansclie koningrijk door en ieder heeft zijne landstreek welke hij exploiteert. Ook het naburige Hannover en eenige grensplaatsen in het oude Pruissen worden door hen bezocht; terwijl zij in te afgelegen plaatsen verkoopers hebben, die het publiek van het noodige voorzien. Welligt is het kapitaal, dat zij op deze wijze omzetten, op 60 a 70,000 te begrooten. Is het zaai-saizoen voorbij, dan gaan diezelfde lieden het land door met linnen, servetgoed en damast, en het kapitaal, hetwelk de waarde van die producten onzer nijverheid ver tegenwoordigt, is hoogst aanzienlijk. De spoorwegen hebben de nomadische levenswijze dier ondernemende Vriezenveeners zeer vergemakkelijkt, maar zij ontzien toch geene moeite om overal te komen, ook al is de weg ver en moeijelijk. Telken jare als die zwervers langs straten en heirwegen en zijpaden gezien worden, zijn zij zoovele wandelende bewijzen, dat een goede naam beter is dan olie, en wordt de waarheid bevestigd van het gezegde van een onzer schrijvers: „de grond, door de vaderen met ijver en zorg toebereid, is tot zegen voor de kinderen." - De correctionele teregtzitting der Arrondissements- regtbank te Arnhem leverde jl. Dingsdag een treurig incident op. Zekere A. v. Z. stond teregt wegens eenvoudige moed willige mishandeling der huisvrouw van A. M. te Ooster beek, door deze een stoot op de borst toe te brengen. Als getuige a charge werd ook gehoord Fr. G gepensioneerd onderofficier daar ter plaatse, welke onder eede een ver klaring aflegde, in strijd met die van andere onder eede gehoorde getuigen. De waarnemende voorzitter hield dien getuige met allen ernst het onwaarschijnlijke van zijn opgaven voor oogen, vermaande hem om toch de waarheid en niets dan de waarheid te zeggen, en wees hem op de zware straf, bij de wet op valsch getuigenis gesteld. De getuige bleef echter zijn eenmaal afgelegde verklaring volhouden. De fungerende officier van Justitie requireerde daarna, op grond dat de verklaring van dien getuige verdacht werd gehouden valsch te zijn, dat hij voorloopig in hechtenis zou worden gesteld, om vervolgens de zaak overeenkomstig de wet te behandelen. De regtbank vereenigde zich met dat requisitoir, en beval de inhechtenisneming van dien getuige, waaraan onmiddelijk gevolg is gegeven. Te Ehenen overleed dezer dagen de heer dr. H. Menso, ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dezer dagen is te Zwolle overleden mr. J. A. G. baron de Vos van Steenwijk tot den Ilavixhorst, oud commissaris des Konings van Drenthe, ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw en groot-officier der Orde van de Eikenkroon. In de nabijheid van Nes (Ameland) is een levende inktvisch gevangen; even beneden de groote oogen is de opening van den inktzak, met een koolstofvrije bruinachtige vloeistof gevuld, waarmede het dier in den tijd van gevaar het water troebel maakt om zich aan de vervolging zijner vijanden te onttrekken. Men meldt uit Ootmarsum, als een sterk bewijs van een vroeg voorjaar, dat daar de nachtegaal zich reeds onderscheidene malen liet hooren. Gewoonlijk is dit eerst in het midden van April het geval. Uit Assen wordt officieel berigt, dat Z. M. de Koning die stad den 15 Julij met een bezoek zal vereeren. Volgens 1'Ami du Limbourg zou de Maastrichtsche bevolking gaarne zien, dat de graaf van Chambord zich daar ter stede voor eenige weken vestigde. Het blad stelt daarom voor eene deputatie naar Breda af te vaardigen, om hem de gastvrijheid van Maastricht aan te bieden. Waarschijnlijk zal een dergelijke deputatie door de Breda- sclie leveranciers van den graaf minder gul worden ontvangen. Een telegram uit Singapore dd. 8 dezer luidtHevige watervloed in Samarang. De dijken zijn bezweken. Er is veel schade aan de schepen. De berigten van de Kaap luiden steeds gunstig voor de goud- en diamantdelving. De prijs van de diamanten was zeer gedaald. Er waren valsche diamanten ontvangen uit Birmingham. In Amerika zijn vereenigingen, die geregeld opgaven ontvangen van de soort van werklieden in verschillende plaatsen gevraagd. Zij zijn daardoor in staat, om aan aankomende landverhuizers op te geven naar welke plaatsen dezen zich moeten begeven, willen zij, een ieder in zijn ambacht, werk vinden. Zoo iets zou in Nederland groot nut hebben. Ik was onlangs in een paar plaatsen in Noordbrabant, waar men mij zeide dat eerder gebrek dan overvloed van handen was. Zelfs in Zuidholland zijn zulke plaatsen, terwijl in de groote steden gebrek aan werk is. Het ware zeer te wensehen, dat de plaatselijke besturen geregelde opgaven in de Staatscourant of plaatselijke bladen openbaar maakten van vraag om en aanbod van arbeiders. Menigeen werd dan veel gemakkelijker geholpen dan thans mogelijk is. (M. A.) Uit Melbourne wordt dd. 16 Febr. berigt, dat een Engelsch oorlogschip een dorp op het eiland waar de bisschop Paterson is vermoord, door bombardement heeft vernield. Tweede Hamer. Zitting van Donderdag 7 Maart. Aan den lieer van Zinnicq Bergmann wordt verlof gegeven ora op een nader te bepalen dag de regering te interpelleren ter zake van de ongelukken op den parallelweg naast de spoorbaan te 's Hertogenbosch. Vervolgens wordt voortgegaan met de behandeling van liet wetsontwerp tot vervanging der art. 414416 van het Wetboek van Strafregt. Onderscheidene leden voeren liet woord over art. 1 van het ontwerp en de daarop voorgestelde amendementen, doch de beraad slaging hierover liep in deze zitting nog niet ten einde. Zitting van Vrijdag 8 Maart. Voortzetting der beraadslaging over het wetsontwerp tot vervanging der meergenoemde artikelen van het Wetboek van Strafregt. Een amendement op art. 1, voor gesteld door de heeren van Houten en Smidt, wordt aangenomen met 6S tegen 4, een ander van diezelfde heeren verworpen met 50 tegen 22 stemmen. Het aldus gewijzigd artikel in stemming ge- bragt, verklaren 36 leden zich er voor en even zooveel er tegen. Heden zou eene nieuwe stemming daarover plaats hebben. Daarna werd met algemeene stemmen op dén na aangenomen het wetsontwerp houdende bedreiging vau straf tegen de vernieling van schepen en andere vaartuigen. De kapt.-luit. ter zee jhr. M. W. Bowier en de luit. Ier zee lste kl. J. J. de Hart, laatstelijk behoord hebbende tot het esoader in Oost-lndic en vandaar respectivelijk den 1 dezer en den 29 Febr. in Nederland teruggekomen, zijn met die tijdstippen op non-acti viteit gebragt. Door den raad der gemeente Zijpe zijn benoemd: tot lid dei plaatselijke schoolcommissie de heer W. van der Oord, en tot vroedvrouw ter standplaats Oudesluis, mej. T. v. d. Meulen, va» Grosthuizen. Tengevolge der periodieke aftreding van de heeren P. Leeuwen en Jh. Stam als hoofd-ingelauden van den polder Zijpe, hoeft dezer dagen eene verkiezing plaats gehad en is als zoodanig het. benoemd geworden de heer P. Leeuwen, terwijl eene lierstemmiu» moet geschieden tussehen de heeren J. Stam en A. de Wit. Benoemd tot rector-magnificus aan de hoogeschool te Utrecht voor het academie-jaar 1872/73, dr. T. Halbertsma. De vrouwen der hoogere standen te Parijs besteden nu baar geld maar aan kostbare rouw-toiletten. Ze ver schijnen op de bals met kleedjes van zwarte en witte zijde, opgenomen met roode rozen, terwijl ze diamanten „tranen" in het haar dragen. Zulk een „smartkreet" komt den echtgenoot te staan op een kleine 15,000 francs. Een Amerikaansch schouwburg-directeur heeft ver gunning verkregen om te Parijs een der vreemdsoortigste natuurverschijnselen te laten zieneen jong meisje zonder armen noch beenen, die bet door oefening zoo ver gebragt heeft, dat zij met haar tanden naait, schrijft, breit, teekent, enz. Drie jaren geleden werd de tentoonstelling van dit ongelukkig schepsel verboden. De Koningin heeft een gouden eerepenning en een jaargeld van 25 p. st. geschonken aan hare lijflakkei, den bergschot John Brown, als belooning voor zijne tegen woordigheid van geest bij gelegenheid van de beleediging door O'Connor der Koningin aangedaan op 29 Febr. 11. Mevrouw Fawcett, de echtgenoote van het hoogst liberale parlementslid, hield dezer dagen in de Werklieden- vereeniging in Southwark een redevoering over liet kiesregt der vrouw. Na bet opnoemen van 16 redenen tegen de politieke emancipatie der vrouwen, die zij zeide alles tc zijn, wat zij had kunnen vinden in de redevoeringen van hen, die in de vorige zitting van het Lagerhuis zich oppo neerden tegen bet voorstel van Jacob Bright om ook aan de vrouwen het kiesregt te verleenen, ging zij er toe over deze een voor een te beantwoorden, ofschoon vreemd ge noeg vele met elkander in strijd waren. Bij voorbeeld, sommige sprekers in bet Lagerhuis hadden gezegd, dat de vrouwen ongeschikt waren voor politieke voorregten, daar zij op verstandelijk gebied beneden de mannen staan; anderen daarentegen, dat de vrouwen zoozeer boven de mannen zijn verheven, dat zij niet met al wat er bij de verkiezingen voorvalt bezoedeld moesten worden. Eenigen weder zeiden, dat de vrouwen zicli zoo gemakkelijk laten leiden, dat men door aan haar mede kiesregt te verleenen eigenlijk aan sommige mannen een dubbele stem zou geven; anderen daarentegen beweerden, dat de vrouwen zoo stijf hoofdig zijn, dat men door dien maatregel den vrede der huisgezinneu zou verstoren. Zij besloot hare boeijende voordragt, die door haar talrijk gehoor met veel geestdrift werd toegejuicht, met hare hoop uit te drukken, dat liet gevolg van de onafhankelijkheid der vrouwen zou zijn dn intellectueele zamenwerking en verhoogde harmonie tussehen beiden seksen. De Leinster Independent bevatte dezer dagen een artikel waarin de methoden vergeleken worden, die Hindoes en Ieren volgen, om hunne vijanden te vernietigen. De Ier, zoo zegt het blad, treft den handlanger, maar de Hindoe werpt op den hoofdpersoon. De gevolgtrekking is, dat de Hindoes ten laatste - door voortdurend onderkoningen te vermoorden hun onafhankelijkheid moeten herwinnen, terwijl de Ieren, „indien zij hun politiek niet veranderen,' altijd slaven moeten blijven. Het Heerenhuis heeft gisteren het wetsontwerp tot rege ling van het toezigt op de scholen in zijn geheel me 125 tegen 76 stemmen aangenomen. Volgens te Berlijn ontvangen berigten, zijn te Dresden, Pirna, Schandwo, Chemnitz, Bodenbach, Weimar en Kudol- stadt bijna tegelijkertijd aardschuddingen waargenomen es wel Woensdag middag tussehen 3 en 4 ure. De duur was eene of meer seconden. De Duitsche bladen bevatten uitvoerige mededee- lingen over het ongeluk te Frankfort: bet instorten va» twee huizen in de Judengasse, waarvan wij reeds een kort berigt gaven. Het blijkt dat de ramp alleen te wijten is aan de nalatigheid der Frankfortsche bouwmeesters. Dt stad koopt namelijk, om de donkere, smerige Judengasse weg te krijgen, langzamerhand die huizen in de straat of en breekt ze af. De nu ingestorte woningen waren cloot het afbreken van de belendende perceelen van elke steun beroofd, en de storm, die onlangs woedde, deed ook gec» goed. Het eene buis was reeds door de inwoners verlaten, maar het andere het eigendom van den schoenmaker Schafer was zoo bevolkt als een huis in eene achter buurt maar zijn kan. Schafer had reeds den vorigen dag aangifte gedaan van den bouwvalligen toestand van zij» huis en men had hem beloofd een onderzoek in te stellen, Men kwam te laat. Volgens de laatste berigten zijn dertien personen gedood, twaalf meer of minder ernstig gewond. Allertreurigst is de geschiedenis van eene moeder met vier kinderen, die bij dit ongeluk zijn omgekomen. Zij had nog den vorige» dag aan den magistraat eenige ondersteuning verzocht oin niet met hare kleinen te verhongeren. Zij ontving de toe zegging dat men haar zou helpen en ging getroost naar het huis, dat haar en haar kroost den volgende ochtend onder zijn puin begroef. De vrouw van den huisbaas Schafer heeft 48 uren onder het puin begraven gelegen en is als door een won der den clood ontkomen. Toen het huis instortte was zij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2